Vraag nr. 113 van 5 juni 1996
van de heer CARL DECALUWE
Sociale woningbouw – Kortrijk-Roeselare-Tielt
In de beleidsbrief van de minister wordt terecht gewe-zen op de vaak lange wachtlijsten voor sociale wonin-gen in Vlaanderen. De behoefte aan sociale woninwonin-gen blijkt met andere woorden groot, met sterke verschillen per regio. De overheid heeft de voorbije periode extra inspanningen gedaan, onder meer door het urgentie-programma en door het opdrijven van het gebruik van de eigen middelen van de erkende vennootschappen. 1. Kan de minister mij een overzicht geven van de
grootte-orde van de wachtlijsten van de respectieve-lijke bouwmaatschappijen in de arrondissementen Kortrijk, Roeselare en Tielt ?
2. Wat is de gemiddelde wachttijd voor een kandidaat-huurder om een sociale huurwoning te verkrijgen in het arrondissement Kortrijk enerzijds en in het arrondissement Roeselare-Tielt anderzijds, en dit per erkende vennootschap ?
3. Wat is het aantal woningen dat reeds werd goedge-keurd in het kader van Domus Flandria in betrok-ken regio, opgesplitst per erbetrok-kende vennootschap (huur-koop), OCMW (Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn), gemeentebestuur en andere ?
4. Hoeveel eigen middelen werden in 1995 door de verschillende erkende vennootschappen in betrok-ken regio gemobiliseerd en voor welke soort wer-ken ?
5. In welke mate komen de bovenstaande cijfers oeen met de woonbehoefte inzake nieuwbouw, ver-nieuwbouw en renovatie ?
Antwoord
In antwoord op de gestelde vragen bezorg ik als bijlage de volgende gegevens :
– een overzicht van de grootte-orde van de wachtlijs-ten van de respectievelijke sociale huisvestings-maatschappijen in de arrondissementen Kortrijk, Roeselare en Tielt (bijlage 1) ;
– de gemiddelde wachttijd voor een kandidaat-huur-der om een sociale huurwoning te verkrijgen in het arrondissement Kortrijk enerzijds en in het arron-dissement Roeselare-Tielt anderzijds, en dit per erkende vennootschap (bijlage 2) ;
– een overzicht van alle reeds principieel gemachtigde projecten met het aantal huur-koopwoningen, goed-gekeurd in het kader van Domus Flandria in de betrokken regio, opgesplitst per initiatiefnemer (bij-lage 3) ;
– het totaal van de eigen middelen die in 1995 door de verschillende erkende vennootschappen in de betrokken regio werden gemobiliseerd en het soort werken waarvoor ze werden aangewend (bijlage 4) ;
– toetsing van de cijfers aan de gegevens omtrent de woonbehoefte volgens de survey van de Arohm (administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting, Monumenten en Landschappen) (bijlage 5).
(De bovenvermelde bijlagen liggen ter inzage bij het secretariaat van het Vlaams Parlement – red.)