Vraag nr. 60 van 6 maart 1996
van de heer CARL DECALUWE
Domus Flandria – Tegemoetkomingen en subsidies In het kader van het urgentieprogramma Domus Flandria zijn reeds talrijke woningen verhuurd door de erkende vennootschappen, ondanks het feit dat er nog geen definitieve machtigingen voor die projecten en/of woningen werden verleend. Dit betekent dat er, naast de tegemoetkomingen, ook nog geen huursubsidies werden uitbetaald. De erkende vennootschappen ver-kiezen echter nu reeds te verhuren in plaats van leeg-stand te creëren.
1. In welke mate worden de erkende vennootschappen vergoed voor de laattijdige uitbetaling van de tege-moetkoming ? Zullen deze tegetege-moetkomingen effectief worden uitbetaald vanaf de datum van bewoning en niet vanaf de datum van definitieve machtiging ?
2. Worden huursubsidies effectief met terugwerkende kracht betaald vanaf de datum van eerste bewoning ? 3. Wie moet opdraaien voor het verlies van de reeds uitbetaalde tegemoetkoming voor projecten waar-voor overheidssteun wordt uitbetaald, maar waar er geen definitieve machtiging werd verleend ? Wor-den hierop door de overheid intresten aangerekend ? Antwoord
Overeenkomstig artikel 29 van het besluit van de Vlaamse regering van 23 juli 1992, worden de tussen-komsten – zowel huursubsidie als tegemoetkoming – toegekend na voorafgaandelijk principiële en definitie-ve machtiging van de minister. Dit betekent dat men een aanspraak op vermelde subsidies kan laten gelden nadat het project definitief is gemachtigd. Reglemen-tair gezien kan de uitbetaling door het Vlaams Gewest niet vooraf geschieden en is er bijgevolg geen sprake van laattijdige uitbetaling van subsidies.
Na definitieve machtiging en voor zover de andere voorwaarden vervuld zijn, zullen de subsidies m.b.t. de periode voorafgaand aan de definitieve machtiging worden verstrekt. Aldus kan huursubsidie worden ver-leend vanaf de eerste verhuring en tegemoetkoming vanaf het toepasselijke aanvangsmoment, zoals bepaald in artikel 4 van bovenvermeld besluit.
Om tegemoet te komen aan een mogelijke financiële nood bij de initiatiefnemers is decretaal beslist om vanaf 1 januari 1996 de reeds voltooide projecten door Domus Flandria NV te prefinancieren. Voor zover de definitieve machtiging nadien verleend wordt, worden de intrestlasten van deze prefinanciering gedragen door het fonds voor de financiering van het urgentieplan. Indien evenwel, om een of andere reden, een geprefi-nancierd project achteraf de ministeriële machtiging niet verkrijgt, kan het Vlaams Gewest voor dit project geen subsidies uitbetalen en zal de intrest van de prefi-nanciering niet ten laste zijn van het Vlaams Gewest. In voorkomend geval komt het Domus Flandria NV toe te beslissen of en onder welke modaliteiten de
onver-schuldigde betaling wordt teruggevorderd van de initia-tiefnemer.
