• No results found

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE"

Copied!
13
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 435

Uitgave

in de Nederlandse taal

64e jaargang

Mededelingen en bekendmakingen

28 oktober 2021

Inhoud

IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

2021/C 435/01 Wisselkoersen van de euro — 27 oktober 2021. . . 1 2021/C 435/02 Advies van het Adviescomité voor mededingingsregelingen en economische machtsposities uitgebracht

tijdens zijn bijeenkomst op 5 februari 2021 om 10:30-12:30 (cest) betreffende een ontwerpbesluit in Zaak AT.40394 — ASPEN — Verslaggever: Griekenland (1). . . 2 2021/C 435/03 Eindverslag van de raadadviseur-auditeur — Zaak AT.40394 — ASPEN (1) . . . 3 2021/C 435/04 Samenvatting van het besluit van de Commissie van 10 februari 2021 inzake een procedure op grond van

artikel 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 54 van de EER- overeenkomst (Zaak AT.40394 — ASPEN) (kennisgeving geschied onder document C(2021) 724) (1). . . 4

V Bekendmakingen

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Europese Commissie

2021/C 435/05 Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.10139 — DESFA / COPELOUZOU / DEPA / GASLOG / BTG / GASTRADE) (1). . . 8

NL

(1) Voor de EER relevante tekst.

(2)
(3)

IV

(Informatie)

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

EUROPESE COMMISSIE

Wisselkoersen van de euro (1) 27 oktober 2021

(2021/C 435/01)

1 euro =

Munteenheid Koers

USD US-dollar 1,1617

JPY Japanse yen 132,00

DKK Deense kroon 7,4394

GBP Pond sterling 0,84530

SEK Zweedse kroon 9,9713

CHF Zwitserse frank 1,0670

ISK IJslandse kroon 149,80

NOK Noorse kroon 9,7368

BGN Bulgaarse lev 1,9558

CZK Tsjechische koruna 25,684

HUF Hongaarse forint 364,05

PLN Poolse zloty 4,6207

RON Roemeense leu 4,9484

TRY Turkse lira 11,0173

AUD Australische dollar 1,5458

Munteenheid Koers

CAD Canadese dollar 1,4414

HKD Hongkongse dollar 9,0363

NZD Nieuw-Zeelandse dollar 1,6211

SGD Singaporese dollar 1,5665

KRW Zuid-Koreaanse won 1 360,44

ZAR Zuid-Afrikaanse rand 17,3934

CNY Chinese yuan renminbi 7,4260

HRK Kroatische kuna 7,5145

IDR Indonesische roepia 16 509,26

MYR Maleisische ringgit 4,8263

PHP Filipijnse peso 58,924

RUB Russische roebel 81,4950

THB Thaise baht 38,650

BRL Braziliaanse real 6,4510

MXN Mexicaanse peso 23,4502

INR Indiase roepie 87,2010

(1) Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.

(4)

Advies van het Adviescomité voor mededingingsregelingen en economische machtsposities uitgebracht tijdens zijn bijeenkomst op 5 februari 2021 om 10:30-12:30 (cest (1)) betreffende een

ontwerpbesluit in Zaak AT.40394 — ASPEN Verslaggever: Griekenland

(voor de EER relevante tekst) (2021/C 435/02)

1. Het adviescomité (15 lidstaten - 14 stemmen vóór, bij 1 onthouding) deelt de bezwaren die de Commissie heeft geuit in haar ontwerpbesluit op grond van artikel 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 54 van de EER-Overeenkomst.

2. Het adviescomité (15 lidstaten - 13 stemmen vóór, bij 2 onthoudingen) is het met de Commissie eens dat deze procedure kan worden afgerond door middel van een besluit op grond van artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad, zoals beschreven in het ontwerpbesluit.

3. Het adviescomité (15 lidstaten - 13 stemmen vóór, bij 2 onthoudingen) is het met de Commissie eens dat de aangeboden toezeggingen passend, noodzakelijk en evenredig zijn en juridisch bindend moeten worden gemaakt, zoals uiteengezet in het ontwerpbesluit.

4. Het adviescomité (15 lidstaten - 13 stemmen vóór, bij 2 onthoudingen) is het met het ontwerpbesluit van de Commissie eens dat, in het licht van de aangeboden toezeggingen, er niet langer gronden voor een optreden van de Commissie bestaan, onverminderd artikel 9, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1/2003.

5. Het Adviescomité (15 lidstaten - 14 stemmen vóór, bij 1 onthouding) beveelt aan dat zijn advies wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

(1) Midden-Europese zomertijd (Brusselse tijd).

(5)

Eindverslag van de raadadviseur-auditeur (1) Zaak AT.40394 — ASPEN

(voor de EER relevante tekst) (2021/C 435/03)

Dit verslag heeft betrekking op een ontwerpbesluit inzake toezeggingen conform artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1/2003 (2) (“het ontwerpbesluit”) dat aan Aspen Pharmacare Holdings Ltd en ASPEN PHARMA IRELAND LIMITED is gericht (hierna gezamenlijk “Aspen”).

Op 15 mei 2017 heeft de Commissie een procedure ingeleid tegen de prijsstellingspraktijken van Aspen voor bepaalde geneesmiddelen tegen kanker met het oog op de vaststelling van een besluit overeenkomstig hoofdstuk III van Verordening 1/2003.

Op 24 november 2017 heb ik het BEUC, het Europees Bureau van Consumentenverenigingen, als belanghebbende derde toegelaten.

Op 19 juni 2020 heeft de Commissie een voorlopige beoordeling in de zin van artikel 9, lid 1, van Verordening 1/2003 aangenomen, waarin zij haar mededingingsbezwaren uiteenzette. Deze voorlopige beoordeling is op 22 juni 2020 ter kennis van Aspen gebracht. Op 6 juli 2020 heeft Aspen een antwoord op de voorlopige beoordeling van de Commissie ingediend.

Op 9 juli 2020 heeft Aspen toezeggingen voorgesteld (de “voorgestelde toezeggingen”) om tegemoet te komen aan de in de voorlopige beoordeling van de Commissie geformuleerde bezwaren.

Op 15 juli 2020 heeft de Commissie een bekendmaking gepubliceerd overeenkomstig artikel 27, lid 4, van Verordening 1/2003, waarin zij belanghebbende derden verzocht haar hun eventuele opmerkingen ten aanzien van die voorgestelde toezeggingen kenbaar te maken.

Op 9 december 2020 heeft de Commissie Aspen in kennis gesteld van de ontvangen opmerkingen.

Op 28 januari 2021 heeft Aspen herziene toezeggingen ingediend (de “herziene toezeggingen”).

In het ontwerpbesluit wordt voorgesteld dat de herziene toezeggingen ten aanzien van Aspen verbindend worden verklaard gedurende tien jaar en dat er in deze zaak niet langer gronden bestaan voor een optreden van de Commissie ten aanzien van de in de voorlopige beoordeling geformuleerde bezwaren.

Alles in aanmerking genomen, ben ik van oordeel dat de procedurele rechten in deze zaak daadwerkelijk konden worden uitgeoefend.

Brussel, 5 februari 2021

Wouter WILS

(1) Opgesteld overeenkomstig de artikelen 16 en 17 van Besluit 2011/695/EU van de voorzitter van de Europese Commissie van 13 oktober 2011 betreffende de functie en het mandaat van de raadadviseur-auditeur in bepaalde mededingingsprocedures (PB L 275 van 20.10.2011, blz. 29) (“Besluit 2011/695/EU”).

(2) Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1) (“Verordening 1/2003”).

(6)

Samenvatting van het besluit van de Commissie van 10 februari 2021

inzake een procedure op grond van artikel 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 54 van de EER-overeenkomst

(Zaak AT.40394 — ASPEN)

(kennisgeving geschied onder document C(2021) 724) (Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek)

(voor de EER relevante tekst) (2021/C 435/04)

Op 10 februari 2021 heeft de Commissie een besluit vastgesteld inzake een procedure op grond van artikel 102, onder a), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 54, onder a) van de EER-Overeenkomst. Overeenkomstig artikel 30 van Verordening (EG) nr. 1/2003 (1) van de Raad publiceert de Commissie hierbij de namen van de partijen en de belangrijkste punten van het besluit, waaronder de opgelegde sancties, rekening houdende met het rechtmatige belang van de ondernemingen inzake de bescherming van hun bedrijfsgeheimen. Het besluit wordt volledig in het Engels gepubliceerd op de website van het directoraat-generaal Concurrentie op het volgende adres: http://ec.europa.eu/competition/index_en.html

1. INLEIDING

(1) Dit besluit heeft tot doel de toezeggingen die werden voorgesteld door Pharmacare Holding Ltd en Aspen Pharma Ireland Limited (hierna gezamenlijk “Aspen”) verbindend te verklaren voor de Europese Unie en de Europese Economische Ruimte (“EER”). Wat betreft het Verenigd Koninkrijk worden de toezeggingen door het besluit verbindend verklaard voor Aspen voor zover ze betrekking hebben op de periode tot en met 31 december 2020, en wordt nota genomen van de toekomstgerichte onderdelen van de toezeggingen.

(2) Met de toezeggingen wordt doeltreffend tegemoet gekomen aan de door de Commissie in haar voorlopige beoordeling geformuleerde bezorgdheden dat Aspen mogelijk onbillijke prijzen heeft opgelegd in de zin van artikel 102, onder a), VWEU en artikel 54, onder a) van de EER-Overeenkomst (2) in de vorm van buitensporige prijzen. De prijsstellingspraktijken van Aspen betroffen zes geneesmiddelen tegen bloedkanker en kwamen voor in veel landen van de EER (3).

2. DE PROCEDURE

(3) De zaak tegen Aspen werd ambtshalve door de Commissie ingeleid.

(4) Op 15 mei 2017 heeft de Commissie de procedure ingeleid om een besluit te nemen op grond van hoofdstuk III van Verordening 1/2003.

(5) Op 19 juni 2020 heeft de Commissie een voorlopige beoordeling in de zin van artikel 9, lid 1, van Verordening 1/2003 vastgesteld, waarin zij haar mededingingsbezwaren over de buitensporige prijsstelling van Aspen met betrekking tot de geneesmiddelen in de EER uiteenzette. Deze voorlopige beoordeling is op 22 juni 2020 ter kennis van Aspen gebracht.

(6) Op 9 juli 2020 heeft Aspen toezeggingen voorgesteld aan de Commissie om tegemoet te komen aan de in de voorlopige beoordeling geformuleerde bezwaren.

(1) PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 411/2004 (PB L 68 van 6.3.2004, blz. 1).

(2) Artikel 54 van de EER-Overeenkomst bevat een bepaling inzake mededinging die overeenkomt met artikel 102 VWEU. De beoordeling van de Commissie van artikel 102 VWEU geldt evenzeer voor artikel 54 van de EER-Overeenkomst, zonder verdere expliciete verwijzingen naar artikel 54 van de EER-Overeenkomst.

(3) “EER” verwijst naar de Europese Economische Ruimte, die bestaat uit de lidstaten van de Unie (behalve Italië) en IJsland, Liechtenstein en Noorwegen. De verwijzing naar “EER” sluit Italië uit, maar omvat het Verenigd Koninkrijk wat de verwijzingen naar tijdstippen vóór 31 december 2020 betreft.

(7)

(7) Op 15 juli 2020 heeft de Commissie op grond van artikel 27, lid 4, van Verordening 1/2003 een bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie gepubliceerd (“de bekendmaking”) waarin zij de zaak en de voorgestelde toezeggingen samenvatte en belanghebbende derden verzocht binnen twee maanden na de publicatie van die bekendmaking hun opmerkingen over die toezeggingen te maken.

(8) Op 9 december 2020 heeft de Commissie Aspen in kennis gesteld van de opmerkingen die zij na de publicatie van de bekendmaking van belanghebbende derden heeft ontvangen.

(9) Op 27 januari 2021 heeft de raadadviseur-auditeur zijn ontwerp-eindverslag uitgebracht.

(10) Op 28 januari 2021 heeft Aspen de definitieve toezeggingen ingediend.

(11) Op 5 februari 2021 werd het Adviescomité voor mededingingsregelingen en economische machtsposities geraadpleegd; dit bracht een gunstig advies uit.

(12) Op 5 februari 2021 heeft de raadadviseur-auditeur zijn eindverslag uitgebracht.

3. DE MEDEDINGINGSBEZWAREN VAN DE COMMISSIE 3.1. Feiten

(13) De gedragingen van Aspen begonnen sinds mei 2012 met zeer sterke prijsverhogingen, vaak met een veelvoud van de prijs, die resulteerden in prijsniveaus waarbij op de meeste nationale markten in de EER bezorgdheid ontstond over buitensporige prijsstelling.

(14) De prijsstellingspraktijken van Aspen hebben betrekking op zes uitsluitend op recept verkrijgbare geneesmiddelen voor menselijk gebruik bij de behandeling van kanker, met name hematologische tumoren, met de werkzame farmaceutische bestanddelen melfalan, mercaptopurine, chlorambucil, tioguanine en busulfan. Ze worden verkocht onder de respectieve merknamen Alkeran Intravenous (“IV”), Alkeran Oral, Purinethol, Leukeran, Lanvis en Myleran (samen de “producten”).

(15) Om de prijsverhogingen ten uitvoer te brengen bedacht Aspen een pan-Europese strategie. Die omvatte een aantal maatregelen om de waarschijnlijke of daadwerkelijke weerstand van ministeries van volksgezondheid of autoriteiten voor prijsstelling en vergoedingen tegen de prijsverhogingen weg te werken.

3.2. Juridische beoordeling

(16) In de voorlopige beoordeling uitte de Commissie haar bezorgdheid dat Aspen misbruik kan hebben gemaakt van zijn machtspositie door het opleggen van onbillijke prijzen in de zin van artikel 102, onder a), VWEU en artikel 54, onder a), van de EER-Overeenkomst in de vorm van buitensporige prijzen voor producten in de EER, en dat mogelijk zal blijven doen.

(17) De Commissie maakte zich zorgen dat Aspen voor al deze geneesmiddelen een machtspositie had op alle of op de meeste afzonderlijke nationale markten in de EER. Aspen kan deze machtspositie ten minste gedurende een deel van de onderzochte periode hebben gehad, en heeft die misschien nog steeds. Aspen kan misbruik gemaakt hebben van zijn machtspositie op de meeste van deze markten.

(18) De prijsniveaus die Aspen hanteerde leidden tot bezorgdheid over buitensporige prijsstelling, wat een misbruik is in de zin van artikel 102, onder a), VWEU, op de meeste nationale markten.

(19) Uit de voorlopige beoordeling bleek dat Aspen in de boekjaren 2013 tot en met 2019 (4) met de producten in de EER voortdurend zeer hoge winsten heeft behaald, zowel in absolute als in relatieve termen: de prijzen van Aspen lagen gemiddeld bijna driehonderd procent hoger dan de desbetreffende kosten, ook wanneer rekening wordt gehouden met een redelijk rendement. Bovendien lagen de winstniveaus van Aspen in de EER gemiddeld meer dan drie keer hoger dan de gemiddelde rentabiliteit van een selectie van soortgelijke bedrijven in de farmaceutische sector. De gemiddelde winstniveaus van Aspen waren ook hoger dan elk van deze bedrijven afzonderlijk.

(4) De boekjaren 2013 tot 2019 omvatten de periode van 1 juli 2012 tot en met 30 juni 2019.

(8)

(20) Het onderzoek heeft geen legitieme redenen voor de prijs- en winstniveaus voor de producten van Aspen aan het licht gebracht. Op de producten rust al ongeveer 50 jaar geen octrooi meer, en Aspen heeft de producten niet ingrijpend geïnnoveerd of ontwikkeld. De vervaardiging van de producten en het merendeel van de commercialiseringsacti­

viteiten zijn door Aspen uitbesteed. Aspen heeft geen materiële verbeteringen voor de patiënten aangebracht aan de producten zelf, noch aan de distributie ervan.

(21) Gezien het bovenstaande kwamen uit de voorlopige beoordeling bezorgdheden voort dat Aspen in strijd met artikel 102, onder a), VWEU buitensporige winsten kan hebben geboekt en voor elk product op de meeste nationale markten onbillijke prijzen in rekening kan hebben gebracht in de periode van 1 juli 2012 tot en met 30 juni 2019, en dat mogelijk nog steeds doet.

4. DE VOORGESTELDE TOEZEGGINGEN EN DE MARKTTOETS

(22) Aspen stelde op alle markten van de EER waar het de producten verkocht toezeggingen voor om aan de bezwaren van de Commissie tegemoet te komen.

(23) De kern van het voorstel met toezeggingen van Aspen is de verlaging van de prijs voor de producten, tot een niveau dat niet langer leidt tot mededingingsbezwaren. Om te vermijden dat deze toezeggingen worden omzeild en om ze doeltreffender te maken, nam Aspen in het voorstel ook een leveringsverbintenis op.

4.1. Prijsverbintenis

(24) Aspen stelde voor de nettoprijzen te verlagen voor elk van de producten in alle EER-landen waar het de producten verkoopt, om de bezwaren van de Commissie weg te nemen. De nieuwe toegezegde prijzen zouden de prijsniveaus gemiddeld met 73 % doen dalen, voor alle producten in de hele EER. Aangezien de kosten per eenheid voor Aspen verschillen per EER-land, zouden de prijsverschillen tussen de EER-landen aanzienlijk blijven.

(25) De toegezegde nettoprijzen zijn plafondprijzen en zouden van toepassing zijn voor een periode van tien jaar vanaf de kennisgeving van het besluit van de Commissie. Na vijf jaar zou Aspen het recht hebben de toegezegde prijsniveaus eenmaal te herzien, ingeval zijn directe kosten aanzienlijk zijn gestegen.

(26) Bovenop de prijsverbintenis van tien jaar stelde Aspen ook voor de verlaagde nettoprijzen al toe te passen met terugwerkende kracht vanaf 1 oktober 2019, wat de datum is waarop Aspen de Commissie voor het eerst benaderde met een concreet voorstel met toezeggingen. Aspen zou de bedragen die bovenop de verlaagde nettoprijzen in rekening werden gebracht, terugbetalen voor de periode van 1 oktober 2019 tot het moment dat de prijsverlagingen effectief worden uitgevoerd, bijvoorbeeld door een aanpassing van de adviesprijzen (“overgangsterugbetalingen”).

Deze betalingen laten vorderingen op grond van de toepasselijke civielrechtelijke of handelsrechtelijke bepalingen onverlet.

4.2. Leveringsverbintenis

(27) Aspen stelde ook voor de producten te blijven leveren voor een gegarandeerde periode van vijf jaar. Ook tijdens de daaropvolgende periode van vijf jaar zou Aspen de producten blijven leveren, maar met de optie om de levering stop te zetten mits het i) de betrokken autoriteiten ten minste twaalf maanden van tevoren van dit voornemen in kennis stelt, en ii) de handelsvergunningen van de producten te koop aanbiedt aan alle belanghebbende derden en in stand houdt totdat het een koper heeft gevonden.

4.3. Markttoets

(28) De Commissie heeft het voorstel met toezeggingen van Aspen op 15 juli 2020 gepubliceerd voor een formele markttoets. Zij ontving bijdragen en feedback van dertig belanghebbende partijen. Daarbij ging het met name om nationale autoriteiten voor prijsstelling en vergoedingen en ministeries van volksgezondheid, zorgverzekeraars en consumentenorganisaties, evenals een aantal kanker- en patiëntenorganisaties, zowel op Europees als op nationaal niveau.

(9)

(29) De feedback was positief en veel respondenten benadrukten dat de toezeggingen een waardevolle bijdrage zouden leveren aan de betaalbaarheid en toegankelijkheid van de geneesmiddelen.

(30) De respondenten dienden ook een aantal technische vragen en suggesties in. Als gevolg daarvan bracht Aspen een aantal wijzigingen en verduidelijkingen aan in de toezeggingen.

(31) Zo werden onder meer de prijzen van de producten en verpakkingsgrootten toegelicht voor landen waar Aspen de producten voorheen nog niet verkocht. Aspen actualiseerde ook de identiteit van bepaalde regelgevende instanties en bepaalde modaliteiten van de “overgangsterugbetalingen”, met inbegrip van, waar nodig, de identiteit van de ontvangers van de terugbetaling en de verdeelsleutel tussen verschillende ontvangers. In de context van de leverings­

verbintenis verlengde Aspen de kennisgevingsperiode (aan nationale autoriteiten) ingeval het van plan is de commercialisering van een van de producten stop te zetten van 12 naar 18 maanden, om de nationale autoriteiten voldoende tijd te bieden om een nieuwe aanbieder te zoeken.

4.4. Gevolgen van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk

(32) Als gevolg van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de EU is de Commissie niet langer bevoegd om besluiten vast te stellen die toekomstgerichte toezeggingen met betrekking tot het Verenigd Koninkrijk verbindend verklaren. Niettemin behield Aspen zijn toezeggingen op het vlak van de prijsstelling en levering van de geneesmiddelen met betrekking tot het Verenigd Koninkrijk. Daarom verklaart het besluit de toezeggingen verbindend tot en met 31 december 2020 en wordt nota genomen van de toekomstgerichte onderdelen van de toezeggingen van Aspen.

5. CONCLUSIE

(33) De toezeggingen van Aspen in hun herziene definitieve vorm zijn toereikend om tegemoet te komen aan de door de Commissie in haar voorlopige beoordeling geformuleerde bezwaren, zonder onevenredig te zijn.

(34) De aanzienlijk verlaagde prijzen in de herziene toezeggingen nemen de bezwaren van buitensporigheid en onbillijkheid over de prijsniveaus van Aspen weg.

(35) Aspen zal prijzen hanteren die de winstmarges doen dalen tot een niveau dat niet langer aanleiding geeft tot bezorgdheid over buitensporigheid. De winstmarges van Aspen, op product- of portefeuilleniveau, zullen binnen de bandbreedte blijven van winstmarges die in de sector gewoonlijk bij vergelijkbare bedrijven worden waargenomen.

(36) De verkoopvolumes van Aspen vertonen momenteel een neerwaartse trend, wat op termijn waarschijnlijk zal leiden tot een stijging van zijn kosten per eenheid in plaats van een daling, maar de herziene toezeggingen voorzien in een vaste maximumprijs gedurende een periode van tien jaar, met slechts één mogelijkheid om die te herzien en dat in beperkte omstandigheden.

(37) De verlaagde nettoprijzen van Aspen zullen de gemiddelde prijs van de producten doen dalen tot onder het niveau van bij het begin van de prijsverhogingen.

(38) De toezeggingen zijn evenredig en lopen tegelijkertijd lang genoeg om de bezwaren van de Commissie doeltreffend aan te pakken, terwijl ook zekerheid wordt geboden aan de marktdeelnemers voor een voldoende lange periode. De prijsverbintenis biedt de mogelijkheid om de prijzen van Aspen na vijf jaar te herzien, wat bijdraagt aan de bevinding van evenredigheid, gezien marktvoorwaarden en kosten tijdens een periode van tien jaar wezenlijk kunnen fluctueren, waardoor een aanpassing van de maximumprijs dus mogelijk gerechtvaardigd is. De leveringsverbintenis van Aspen verhoogt de doeltreffendheid van de prijsverbintenis, is met de toezegging om de producten gedurende een verdere vijf jaar aan te bieden of de handelsvergunningen beschikbaar te maken voor belanghebbende derden, eveneens evenredig en biedt voldoende bescherming voor de belangen van de gezondheidsstelsels en de patiënten. Aspen heeft geen minder belastende toezeggingen aangeboden die even passend aan de bezwaren van de Commissie tegemoetkomen.

(39) De uitvoering van de toezeggingen door Aspen is onderworpen aan een onafhankelijke evaluatie door een deskundige monitoring trustee, die onder toezicht van de Commissie werkt, gedurende de volledige tien jaar dat de toezeggingen gelden.

(10)

V

(Bekendmakingen)

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

EUROPESE COMMISSIE

Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak M.10139 — DESFA / COPELOUZOU / DEPA / GASLOG / BTG / GASTRADE)

(Voor de EER relevante tekst) (2021/C 435/05)

1. Op 20 oktober 2021 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.

Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:

— Hellenic Gas Transmission System Operator S.A. (“DESFA”, Griekenland);

— Mevr. Asimina-Eleni Copelouzou (“Mevr. Copelouzou”, Griekenland);

— DEPA Commercial S.A. (“DEPA Commercial”, Griekenland);

— GasLog Cyprus Investments Limited (“GasLog”, Cyprus);

— Bulgartransgaz EAD (“BTG”, Bulgarije);

— GASTRADE Limited Construction and Technical Company of Natural Gas S.A. (“GASTRADE”, Griekenland).

DESFA, mevr. Copelouzou, DEPA Commercial, GasLog en BTG verkrijgen in de zin van artikel 3, lid 1, punt b), en artikel 3, lid 4, van de concentratieverordening gezamenlijke zeggenschap over GASTRADE.

De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen.

2. De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:

— DESFA: eigenaar, exploitant, onderhouder, beheerder en ontwikkelaar van het Griekse hogedrukgastransmissienetwerk en de Liquefied Natural Gas (“LNG”)-terminal gelegen op het eiland Revithoussa (Griekenland);

— Mevr. Copelouzou: oprichtende aandeelhouder van GASTRADE;

— DEPA Commercial: Griekenlands grootste gasleverancier die zich bezighoudt met levering, groothandel en handel in aardgas;

— GasLog: eigenaar, exploitant en beheerder van LNG-schepen die ondersteuning bieden aan energiebedrijven in hun LNG-toeleveringsketen;

— BTG: Bulgaarse overheidsonderneming die zich bezighoudt met gelicentieerde activiteiten van aardgasvervoer en -opslag;

— GASTRADE: eigenaar en ontwikkelaar van een LNG-installatie gevestigd bij Alexandroupolis in Griekenland.

(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”).

(11)

3. Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

4. De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:

M.10139 — DESFA / COPELOUZOU / DEPA / GASLOG / BTG / GASTRADE

Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:

E-mail: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu Fax +32 22964301

Postadres:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie Griffie voor concentraties 1049 Brussel

BELGIË

(12)
(13)

NL

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De ijswijnen worden in Manchuela al een aantal jaren getest en het interne smaakpanel van de oorsprongsbenaming Manchuela heeft vastgesteld dat de wijn geschikt is om te

Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure

Aangezien de aanvullende druivenrassen die kunnen worden gebruikt voor de productie van de wijnen met de BOB Bolgheri, de rassen zijn die geschikt zijn voor de teelt in

Een prejudiciële verwijzing als bedoeld in het voorgaande lid wordt, wanneer de nationale rechterlijke instantie om toepassing van de spoedprocedure heeft verzocht of wanneer

Op de aangegeven datum vervalt het ten aanzien van de (gedeeltelijk) vervangen norm bestaande vermoeden van overeenstemming met de essentiële of andere eisen van

Samenvatting van de besluiten van de Europese Commissie betreffende autorisaties voor het in de handel brengen voor gebruik en/of het gebruik van stoffen die zijn opgenomen in

E-008415/11 (EL) Niki Tzavela (EFD) aan de Commissie (21 september 2011) Betreft: Verklaringen van commissaris Oettinger over de Griekse regering Gezamenlijk antwoord van de

Het woord wordt gevoerd door Evelyne Gebhardt (rapporteur voor advies van de Commissie IMCO), Ivari Padar, namens de S&D-Fractie, Sophia in 't Veld, namens de ALDE-Fractie,