• No results found

Vraag nr. 140 van 11 mei 2005 van mevrouw HELGA STEVENS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 140 van 11 mei 2005 van mevrouw HELGA STEVENS"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 140 van 11 mei 2005

van mevrouw HELGA STEVENS

MVG-personeel – Dienstvrijstelling doventolken Via het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap hebben dove personen recht op een aantal tolkuren ain de leefsituatie".

Met deze uren kunnen zij dus naar een advocaat, dokter, gemeente, enzovoort. Dit urenaantal is zeer beperkt. In een normale situatie heeft een doof persoon slechts recht op 18 tolkuren per jaar! Indien dit gemotiveerd wordt, kan dit eventueel verdubbeld worden. Dove personen die werken als zelfstandige, in een privé-bedrijf of bij de over-heid krijgen daarnaast nog een aantal tolkuren toegekend. Deze tolkuren bedragen 10 % van de arbeidstijd. Indien dit gemotiveerd wordt, kan ook dit eventueel verdubbeld worden.

Ik wil het nu niet hebben over de vraag of dit al dan niet volstaat, daarvoor dien ik mij trouwens tot een ander minister te richten. Er werd mij ech-ter een ander probleem gesignaleerd.

Naast het beperkte aantal tolkuren worden doven geconfronteerd met een tweede probleem. In Vlaanderen is het niet altijd even eenvoudig om op het even welk ogenblik van de dag over een tolk te beschikken. De meeste tolken die ingeschreven zijn bij het CAB, het doventolkenbureau, hebben een andere vol- of deeltijdse beroepsbezigheid. Het kan dus zijn dat een dove persoon nog over tol-kuren beschikt, maar dat hij toch een belangrijke vergadering, rondleiding, of dergelijke dient te missen om dat er geen tolk beschikbaar is.

Bij de Vlaamse overheid is het mogelijk om voor bepaalde activiteiten dienstvrijstelling te krijgen. Dat is onder andere het geval voor leden van de koninklijke harmonie en vakbondsafgevaardig-den. Als echter een personeelslid van de Vlaamse overheid dat een gediplomeerd tolk Vlaamse Gebarentaal is, zich kandidaat stelt om te tolken tijdens een vergadering, is hiervoor niet in dienst-vrijstelling voorzien. In sommige gevallen wordt dit oogluikend toegestaan door de oversten, maar in bepaalde gevallen ook niet.

Het is natuurlijk niet mijn intentie om deze per-soneelsleden van de Vlaamse overheid een dubbel "voordeel" te bezorgen. Het kan niet de bedoeling zijn om hun enerzijds dienstvrijstelling te verlenen

en anderzijds een vergoeding voor hun prestaties als tolk via het CAB. Maar nu dienen de perso-neelsleden die kunnen tolken, zelfs vrijaf te nemen om te tolken voor een ander personeelslid, ook al neemt de vergadering bijvoorbeeld slechts een uur-tje in beslag.

1. Wordt er aan een oplossing gewerkt voor dit probleem?

2. Zijn er gegevens bekend over het aantal doven-tolkenuren dat door personeelsleden van de Vlaamse overheid wordt gebruikt tijdens de werkuren?

Antwoord

1. Ik ben mij bewust van de problemen die zich kunnen stellen bij het zoeken naar een doven-tolk. Binnen de Vlaamse overheid is het al meermaals voorgekomen dat een tolk werd aan-gevraagd bij het doventolkenbureau CAB en er geen werd gevonden. In februari van dit jaar, bijvoorbeeld, waren er geen tolken beschikbaar voor de 'dialoogdag' voor personen met een handicap. Er werd toen een oproep gelanceerd naar de personeelsleden met de vraag zich ken-baar te maken om op die dag te tolken. Er kwa-men geen bruikbare reacties. Mokwa-menteel zijn er bij de dienst Emancipatiezaken geen personeels-leden die gediplomeerd doventolk zijn.

Ik engageer mij ertoe hierover een bevraging te doen onder het personeel. Indien zich doventol-ken aandienen, zal samen met hen bekedoventol-ken wor-den welke mogelijkhewor-den er zijn om eventueel in de toekomst van deze competentie gebruik te kunnen maken en hen sporadisch in te schake-len als doventolk voor collega's. Het opnemen van dienstvrijstelling voor het tolken van colle-ga's in de omzendbrief PEBE/DVR/20 03/6 van 25 april 2003 betreffende de standaardwerktijd-regeling en dienstvrijstellingen in de diensten van de Vlaamse Regering behoort daarbij zeker tot de mogelijkheden. In principe zijn dienst-vrijstellingen een gunst; enkel in een beperkt aantal gevallen zijn zij een recht. Momenteel is het dus afhankelijk van de lijnmanager of een dienstvrijstelling voor tolken wordt toegekend of niet.

(2)

van dienstvrijstelling, zich welwillend opstellen ten overstaan van dergelijke aanvragen.

2. Ik heb geen overzicht van het aantal doventol-kuren dat door personeelsleden van de Vlaamse overheid gebruikt wordt tijdens de werkuren. Wel heb ik een overzicht van het aantal aan-vragen voor een doventolk ter betaling op het centrale budget voor arbeidspostaanpas-singen binnen het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap sinds 2003:

2003: 8 aanvragen (1 voor een groep en 6 indi-viduele voor 5 verschillende dove personeelsle-den)

2004: 7 aanvragen (voor 2 verschillende dove mensen)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Welke maatregelen werden sinds november 1998 (begrotingsbesprekingen 1999 in de Com- missie voor Welzijn, Gezondheid en Gezin) ge- nomen om de arbeidstrajectbegeleiding voor

Moet men via het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap (VFSIPH) of de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB).. Moet men

Bron: EU-SILC (2008) (gegevens EU27 exclusief Frankrijk en Malta). 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35%

Niet alleen mainstreaming is een belangrijk aan- dachtspunt in het beleid voor personen met een handicap, ook een betere afstemming tussen het

Op mijn schriftelijke vraag nr. 908 – red.) antwoordde Vlaams minister van Cultuur, Gezin en Welzijn Luc Martens dat de voorstellen tot wijziging van de re- gelgeving

kenis hiervan voor de werkende vrouw mag niet onderschat worden, maar volgens mij kan vandaag de vraag gesteld worden of het niet opportuun zou zijn om de kinderopvang uit handen

Naar aanleiding van uw vraag over initiatieven van het beleid met betrekking tot toegankelijkheid voor personen met een handicap en het OSSATE- project, willen wij benadrukken

Het decreet inzake de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) van 7 mei 2004 geeft de Raad ondermeer de opdracht te functioneren als de strategische adviesraad voor