• No results found

Vraag nr. 140 van 9 maart 2005 van mevrouw HELGA STEVENS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 140 van 9 maart 2005 van mevrouw HELGA STEVENS"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 140 van 9 maart 2005

van mevrouw HELGA STEVENS DAC-regularisatie – Stand van zaken

Op 2 februari laatstleden stelde ik een actuele vraag naar aanleiding van de regularisatie van werknemers uit het Derde Arbeidscircuit (DAC). Dit werd opgenomen in het Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de Socialprofitsector (VIA) 2000-2005. Echter, dit werk blijkt nog steeds niet afge-rond.

In zijn antwoord stelde de minister dat de regu-larisatie niet afloopt met het einde van het VIA-akkoord. Maar het is duidelijk dat de regularisatie-maatregel vertraging heeft opgelopen.

Voor bepaalde organisaties kan dit, door samen-loop van omstandigheden, ernstige problemen met zich meebrengen. Zolang er geen sprake is van een regularisatie dienen bepaalde organisaties name-lijk blijvend in te staan voor een deel, namename-lijk vijf procent, van de loonkosten. Dit deel is procentueel gezien relatief klein, maar aangezien het organisa-ties betreft uit de socialprofitsector is het toch niet altijd evident dat zij hiervoor over de nodige mid-delen beschikken. Op die manier komt de werking van bepaalde organisaties en de individuele werk-gelegenheid van bepaalde DAC-werknemers in het gedrang.

Het is trouwens onrechtvaardig dat bepaalde orga-nisaties deze kosten nog steeds dragen, terwijl andere organisaties reeds lang, door de regularisa-tie, hiervan bevrijd zijn.

1. Kan de minister een overzicht geven van de pro-jecten die tot op heden nog niet geregulariseerd zijn en het aantal betrokken DAC-werknemers ?

2. Hoeveel DAC-werknemers waren er op het moment dat het VIA-akkoord 2000-2005 werd afgesloten en hoeveel DAC-werknemers werden er tot op heden geregulariseerd (in VTE) ? 3. Worden alle overblijvende

DAC-werkne-mers geregulariseerd en hoe zal dit financieel ondervangen worden ?

4. Wat zijn de oorzaken van de vertraging bij deze regularisatiemaatregel ?

5. Neemt de minister initiatieven om de kosten van de laattijdige regularisatie van DAC-werk-nemers op te vangen voor de betrokken orga-nisaties ?

Antwoord

Conform het afsprakenkader zoals goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 26 november 1999 qebeurt de regularisatie fase- en sectorqewijs. Zo werd in eerste instantie gestart met het Programma ter Bevordering van de Werkgelegenheid (PBW) dat op 1 januari 2001 volledig werd geregulari-seerd (1.819 voltijds equivalenten), en werd de belangrijkste sector binnen het DAC, namelijk het bevoegdheidsdomein Welzijn, op deze datum even-eens bijna volledig geregulariseerd. Vanaf 1 januari 2002 kwamen de andere sectoren binnen het DAC aan bod.

1. De gemiddelde bezetting bedroeg in 2004 845 VTE (voltijds equivalenten – red.). Deze nog resterende arbeidsplaatsen zijn in eerste instan-tie arbeidplaatsen die niet onmiddellijk aan een specifiek bevoegdheidsdomein kunnen wor-den gelinkt of gesitueerd zijn in het Brusselse gewest(443,5 VTE).

Voor andere sectoren startte de regularisatie maar werd deze nog niet voltooid (Cultuur 11,5 VTE, Welzijn en Gezondheidszorg 49 VTE, Infrastructuur 30 VTE, Onderwijs 21':; VTE, Leefmilieu 8,5 VTE, ontwikkelingssamenwer-king 18 VTE, Wetenschap, Innovatie en Media 21 VTE, Economie 15,5 VTE, Landbouw 30 VTE, Vervoer 3 VTE).

2. Op 1 januari 2001 werden de eerste DAC-ers geregulariseerd. Het gemiddeld aantal VTE in 2000 bedroeg 6.585 VTE. Het totaal aantal VTE dat tot en met 1 januari 2005 werd geregu-lariseerd, bedraagt 5.433 VTE

(2)

bevoegdheidsdomein, te regulariseren. Het uit-gangspunt bij de regularisatie was dat eventuele meerkosten door de Vlaam se Regering zouden worden gedragen. Dit principe blijft ook van-daag gehandhaafd. Het spreekt echter voor zich dat binnen de optie van een fasegewijse regula-risatie ook rekening dient te worden gehou den met de jaarlijkse budgettaire mogelijkheden. 4. Van in het begin van de regularisatie-operatie

werd aangegeven dat het om een complexe ope-ratie ging. Het feit dat binnen een tijdspanne van vier jaar 7.252 VTE arbeidsplaatsen (PBW en DAC) konden worden omgezet van een pre-cair statuut naar een regulier arbeidscontract en dit binnen een waaier aan bevoegdheidsdo-meinen, lijkt niet op een vertraging te wijzen. Voor het DAC alleen al betreft het, wanneer het gemiddeld aantal personen dat in 2004 tewerk-gesteld was wordt vergeleken met het gemiddeld aantal personen tewerkgesteld in 2000, 8.781 personen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Noch het departement Onderwijs, noch het Voedselagentschap hebben gegevens over het aantal scholen die een warme maaltijd aanbie- den en de bereiding ervan niet uitbesteden..

– Over de grenzen: een werkboek voor de vakoverschrijdende eindtermen in de tweede en derde graad van het secundair onderwijs, samengesteld door de Dienst voor Onderwijs-

Het aantal aanvragen voor studiefinanciering dat nog wacht op een beslissing is 9.052 indi- viduele dossiers voor het hoger onderwijs en 6.458 individuele dossiers voor het secundair

Hoe rijmt de minister het advies van de cel Huisvesting van de afdeling ROHM West- Vlaanderen waarin de stelling wordt gehanteerd dat projecten moeten worden gebouwd afgezien van

Dient de opsomming van de huurlasten ver- meld in artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Executieve van 25 januari 1985, restrictief te worden geïnterpreteerd?. Geldt dit

Wat de 'ring rond Merelbeke' betreft, is in het goedgekeurde mobiliteitsplan van de gemeente Merelbeke de zogenaamde 'oostelijke verdeelweg' voorzien om het verkeer vanuit het

Op terrein wordt echter vastgesteld dat de mest- balans niet klopt omdat de betrokken landbouwer ofwel het overschot van de geproduceerde mest niet (volledig) heeft afgevoerd en

11-13), antwoordde de minister dat De Lijn een aantal technische aanpassingen voorbe- reidt, opdat met behulp van een GPS-systeem de digitale opschriften in de bus automatisch worden