Vraag nr. 140 van 21 maart 2001
van mevrouw ANN DE MARTELAER
Persoonlijk assistentiebudget – Arbeidswetgeving Bij decreet van 17 juli 2000 kunnen personen met een handicap een persoonlijk assistentiebudget ( PAB) verkrijgen. De budgethouder kan hiermee een assistent aanwerven en sluit in die hoedanig-heid als opdrachtgever een overeenkomst af. Dit is een arbeidsovereenkomst, waarbij de persoon met een handicap als werkgever moet voldoen aan zijn fiscale en sociaalrechtelijke verplichtingen.
Tijdens de besprekingen m.b. t . het PAB werd ge-steld dat ook familieleden in aanmerking konden komen als assistent. In principe zou bij gehuwden een valide echtgenoot deels of volledig betaald as-sistent kunnen zijn binnen het PAB.
Op het vlak van arbeidswetgeving rijst hier even-wel een probleem. Iemand in loondienst nemen, kan alleen maar als er sprake is van ondergeschikt-h e i d , en dit kan volgens de wet niet bij econdergeschikt-htgeno- echtgeno-ten.
1. Is de minister op de hoogte van dit probleem ? 2. Worden echtgenoten daardoor volledig
uitge-sloten van het betaald assistentschap, of werd hiervoor een oplossing uitgewerkt ?
Antwoord
Er is een verschil tussen de hulp en bijstand die het Burgerlijk Wetboek aan elke echtgenoot oplegt, e n het verrichten van een beroepsactiviteit als werk-nemer onder het gezag van de mede-e c h t g e n o o t . Rechtspraak hierover stelt dat de hoedanigheid van echtgenoot en de daarmee gepaard gaande be-langengemeenschap het bestaan van een gezags-verhouding op grond van een arbeidsovereen-komst niet beletten.
Er bestaat evenmin een wettelijke bepaling die het afsluiten van een arbeidsovereenkomst tussen echtgenoten verbiedt of aan bepaalde voorwaar-den koppelt.