Vraag nr. 233 van 27 juli 2000
van mevrouw ANN DE MARTELAER
Diensten beschermd wonen – Financiële situatie Op 23 december 1998 keurde de Vlaamse regering een nieuw besluit op het beschermd wonen goed, waarbij nieuwe diensten beschermd wonen konden worden opgericht door tehuizen voor werkenden en niet-w e r k e n d e n . De in het verleden erkende diensten bleven hun erkenning behouden.
De diensten voor beschermd wonen hebben een eigen gesubsidieerde personeelsformatie en krijgen daarnaast een werkingssubsidie en een forfaitaire subsidie voor dagbesteding. De diensten voor be-schermd wonen hebben ondertussen twee tot drie jaar ervaring achter de rug.
Een vaststelling lijkt onder meer te zijn dat deze diensten financieel kunnen overleven als ze aan-leunen bij een andere erkenning. De subsidiëring van beschermd wonen op zich zou ontoereikend zijn om alle kosten te dragen. We denken hier onder meer aan de huisvestingskosten.
1. Welke diensten beschermd wonen zijn erkend en wie is de initiatiefnemer ?
2. Heeft de minister zicht op de financiële situatie van de diensten beschermd wonen ?
Kunnen zij autonoom financieel overleven of klopt de vaststelling dat geld via een andere er-kenning bijkomend dient te worden aange-wend ?
Antwoord
1. Als b i j l a g e wordt een overzicht gegeven van de erkende diensten, met vermelding van de orga-niserende VZW.
2. Met betrekking tot de financiële situatie van de diensten voor beschermd wonen beschikt het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Per-sonen met een Handicap over de balans en de rekeningen van 1999.
Uit een steekproef van deze stukken blijkt dat de meerderheid van deze diensten autonoom alle financiële verplichtingen kan nakomen.
Het Vlaams Fonds heeft geen indicaties die erop wijzen dat de subsidiëring ontoereikend is om alle kosten te dekken.
Het beschermd wonen heeft tot doel meer diffe-rentiatie te brengen in de formules van bijstand, met een verschuiving naar meer zelfstandige w o o n e n t i t e i t e n . Het doel was om via het be-schermd wonen een beweging op gang te brengen vanuit de residentiële sector naar een lichtere zorg-v o r m . In het concept beschermd wonen werd bij aanvang dan ook veeleer uitgegaan van een nieuwe bijstandsfunctie die wordt toegevoegd aan de be-staande dienstverlening van reeds erkende voorzie-ningen.
Het is evident dat overheadkosten zwaarder in het budget doorwegen wanneer een dienst beschermd wonen niet aanleunt bij een grotere organisatie. Het Vlaams Fonds heeft evenwel geen aanwijzin-gen dat subsidies die worden toegekend in het kader van een andere erkenning, in de diensten be-schermd wonen nodig zijn om financieel te overle-ven.