Vraag nr. 85
van 16 januari 2004
van de heer JOHAN MALCORPS
A r s e e n p e n t oxidetransport – Reglementering en toezicht
Op 21 december vorig jaar raakte het Ethiopische schip Andinet voor de kust van Texel in de proble-m e n . Door storproble-m sloegen tientallen vaten proble-met houtverduurzamer overboord. In totaal gaat het om drie containers vol vaten en een zestigtal losse vaten uit een vierde opengesprongen container. Blijkbaar zijn er ook aanwijzingen dat enkele vaten lek waren. Het product houdt een grote bedreiging in voor het kwetsbare ecosysteem van de Wa d d e n-zee.
Van de federale overheid krijgen we te horen dat onze eigen Noordzee niet bedreigd is en dat de BMM (Beheerseenheid van het Mathematisch Model van de Noordzee) in de gaten houdt of er gifvaten onze richting uitdrijven.
Een andere vraag is echter of ons land ook niet mee verantwoordelijkheid draagt voor de gang van z a k e n . I m m e r s, het schip was onderweg van A n t-werpen naar Bremen, met een product dat door Europa verboden werd als houtverduurzamings-middel wegens het gevaar voor de gezondheid, e n dat eigenlijk als afvalproduct moet worden be-s c h o u w d . De vorige federale Milieuminibe-ster Ta v e r-nier was overigens een van de eersten om dit Euro-pees verbod meteen om te zetten in een Belgisch besluit.
Blijkbaar wordt het product dus wel nog uitge-voerd voor gebruik in de derde wereld (m.n. e e n telecombedrijf in Ethiopië) ... Terecht stelt de mi-lieubeweging al een tijd aan de kaak dat dit soort van giftige chroom- en arseenhoudende afvalstof-fen tot voor kort gedumpt kon worden door ze te impregneren in hout. In Europa kan dat nu niet m e e r. Maar export vanuit Europa voor toepassin-gen in het Zuiden, kan dus blijkbaar nog wel. 1. Was de Vlaamse Milieuadministratie, b i j v o o
r-beeld de Openbare A f v a l s t o f f e n m a a t s c h a p p i j voor het Vlaams Gewest (OVA M ) , op de hoog-te van dit transport van containers arseenpen-toxide ?
Moest dit transport als transport van afval en/of als transport van gevaarlijke stoffen beschouwd en gemeld worden ?
Als een dergelijke lading niet als afval be-schouwd wordt, moet dit dan niet herzien wor-den na de Europese beslissing om dit product voor gebruik in Europa voor een hele rits toe-passingen te verbieden (cf. richtlijn van de Eu-ropese Commissie van 6 januari 2003 waarin het gebruik van arseen in verduurzaamd hout be-stemd voor alle residentiële toepassingen, v o o r alle toepassingen waarbij geregeld huidcontact optreedt en voor alle toepassingen in de land-bouw, verboden werd) ?
Als het toch beschouwd wordt als een afval-transport : komt de hele lading uit GrooB r i t-tannië en gaat het enkel om een doorvoer via Antwerpen naar Duitsland (en van daar naar Ethiopië) ? Of werd er ook lading ingenomen in Antwerpen ?
Dit is niet onbelangrijk, aangezien de doorvoer van afval een federale bevoegdheid is, maar de uitvoer onder Vlaamse verantwoordelijkheid valt.
2. En meer algemeen : hoe is het toezicht op de veiligheid van het transport ter zee van dit soort ladingen geregeld ?
Hoe wordt de Vlaamse Milieuadministratie hierbij betrokken ?
Antwoord
Het Ethiopische schip Andinet zou vertrekken in G r o o t-Brittanië en via Antwerpen en Bremen naar Ethiopië varen. De Andinet vervoerde containers met vaten houtverduurzamer die een oplossing be-vatten van koper, chroom en arseen (CCA).
In 2003 werd een richtlijn uitgevaardigd (RL 2003/2/EG) om het op de markt brengen en het ge-bruik van arseen te beperken. De bijlage van deze richtlijn vervangt punt 20 van bijlage 1 van richtlijn 76/769/EEG en stelt het volgende :
aan-raking komen : o. a . voor de utiliteitsbouw, v o o r bruggen en voor telefoon- en electriciteitspalen". De overbrenging van arseenpentoxide door de Andinet is geen afvaltransport vermits de CCA - o p-lossing geproduceerd mag worden en op de markt gebracht mag worden, zij het onder voorwaarden en met beperkingen. De overbrenging diende dus niet te worden genotificeerd aan OVA M , er diende geen kennisgeving bij OVAM ingediend te worden of toe te komen.
Aangezien dit geen grensoverschrijdende over-brenging van afval is maar een uitvoer van een ge-vaarlijke chemische stof, is de verordening 304/2003 betreffende in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen van kracht.
Artikel 2 beschrijft het toepassingsgebied van de verordening : deze verordening is van toepassing op 1 b) bepaalde gevaarlijke chemische stoffen die binnen de gemeenschap of een lidstaat verboden of aan strenge beperkingen onderworpen zijn.
