Vraag nr. 94
van 13 februari 2004
van de heer JOHAN MALCORPS
Winkelcentrum Roosendaal – Grensov e r s ch r i j d e n-de impact
In de Nederlandse gemeente Roosendaal zou er met steun van de gemeente een groot winkelcen-t r u m , een zogenaamd Facwinkelcen-tory Ouwinkelcen-tlewinkelcen-t Cenwinkelcen-ter ( F O C ) , k o m e n , vergelijkbaar met soortgelijke cen-tra in Lelystad en Roermond (Nederland) of Maas-mechelen (Vlaanderen).
Het effect op mobiliteit en op de plaatselijke mid-denstand van dit soort megashoppingcentra zoals dat van Wijnegem is genoegzaam bekend. De ont-wikkelaar van het FOC in Roosendaal, de McMa-hon Development Group, spreekt openlijk van een actieradius van 100 à 150 km waar men op mikt, e n dat met name op de as Rotterdam-A n t w e r p e n . Men kiest bewust voor een locatie buiten een grote s t a d , met alle gevolgen van dien inzake mobiliteit en ruimtelijke ontwikkeling.
De vraag rijst of het niet nodig is dat er rond dit soort van grootschalige ontwikkelingen vlak aan de grens gelegen, meer overleg komt met buurlanden. 1. Werd de minister of de Vlaamse regering
hier-rond gecontacteerd ?
Is men op enigerlei wijze betrokken bij voorbe-reidende milieu- of economische effectenonder-zoeken ?
Is er enig zicht op de mogelijke gevolgen voor het noorden van de provincie Antwerpen of meer inzonderheid voor een buurgemeente als Essen ?
2. Hoe wordt dit soort van projecten opgevolgd in het kader van de Benelux, met het oog op de bewaking van de ruimtelijke principes voorop-gesteld in de "Tweede Benelux-structuur-s c h e t Benelux-structuur-s " , zo bijvoorbeeld de doelBenelux-structuur-stelling "mobili-teitsbeheersing door locatiebeleid" ?
Antwoord
Grensoverschrijdend overleg – algemeen kader De grensoverschrijdende samenwerking en be-leidsafstemming inzake Ruimtelijke Ordening met Nederland heeft plaats binnen de structuren van de Benelux Economische Unie en meer bepaald
bin-nen de Grenscommissie V l a a n d e r e n-N e d e r l a n d (Vlaned).
De beschikking M (74) 12 van het Comité van Mi-nisters van mei 1974 inzake de coördinatie van de s t r e e k- en gewestplannen in de Benelux-g r e n s g e-bieden levert de grondslag voor de grensoverschrij-dende planconsultatie tussen Vlaanderen en Ne-d e r l a n Ne-d . Deze beschikking regelt Ne-dat bij Ne-de voorbe-reiding van ruimtelijke plannen voor vaststelling van het plan overleg dient te worden gevoerd met de bevoegde autoriteiten aan de andere zijde van de nationale grens. Dit overleg vindt plaats in de desbetreffende regionale subcommissies van de Bijzondere Commissie Ruimtelijke Ordening van de Benelux Economische Unie (BCRO ) . D e B C RO stelt de procedure vast die voor het overleg in de subcommissies wordt gevolgd.
Er dient evenwel te worden vastgesteld dat er met betrekking tot de grensoverschrijdende plancon-sultatie op het vlak van de ruimtelijke ordening vandaag de dag belangrijke tekortkomingen s t a a n . De volledige toegang tot informatie met be-trekking tot officiële procedures inzake de ruimtlijke ordening is zowel in Nederland als V l a a n d e-ren wettelijk, respectievelijk decretaal verankerd. Doordat de informatievoorziening echter is geor-ganiseerd via de geëigende communicatiekanalen binnen de eigen jurisdictie, is het echter niet van-zelfsprekend dat deze informatie tijdig belangheb-benden aan de andere zijde van de grens bereikt. Daarbij komt dat gelet op de verschillen in het planningssysteem niet altijd duidelijk is wat de mo-gelijke impact van een beslissing kan zijn.
Deze problematiek is als prioritair aandachtspunt en noodzakelijke basis voor een goede grensover-schrijdende samenwerking aangekaart op het V l a a m s-Nederlands grensoverschrijdend bestuur-lijk overleg inzake ruimtebestuur-lijke ordening van 17 sep-tember 2003. Dit overleg boog zich over de vraag naar de wijze waarop de grensoverschrijdende sa-menwerking op het vlak van de ruimtelijke orde-ning tussen Vlaanderen en Nederland kan worden versterkt.
Mijn administratie is binnen de kaders van de Be-nelux momenteel bezig aan de voorbereiding van een stappenplan voor grensoverschrijdende plan-consultatie.
FOC Roosendaal
Inzake de plannen voor een Factory Outlet Center in Roosendaal ben ik van Nederlandse zijde voor-alsnog noch gecontacteerd, noch geïnformeerd. Het is ook niet duidelijk in welke planfase deze voornemens zich bevinden.
De mogelijke grensoverschrijdende ruimtelijk-e c o-nomische gevolgen zijn derhalve niet ter discussie gekomen en/of in kaart gebracht.
Inzake de mogelijke milieu-effecten zijn in navol-ging van het verdrag inzake milieueffectrapportage in grensoverschrijdend verband (Espoo-v e r d r a g ) en het Protocol inzake Strategische Milieueffect-rapportage bij dit verdrag, de MER-r i c h t l i j n (85/337/EG zoals gewijzigd door richtlijn 97/11/EG) en de richtlijn 2003/4 inzake de toegang van het publiek tot milieu-i n f o r m a t i e, thans nadere afspraken gemaakt met Nederland.
Deze afspraken komen erop neer dat indien het bovenvermeld dossier in Nederland MER-p l i c h t i g is en zich binnen een straal van 5 kilometer bevindt ten opzichte van de Vlaamse grens, het bevoegd Nederlands gezag hiervan melding maakt aan de Vlaamse overheid.