• No results found

Vraag nr. 77van 7 februari 1996van de heer ETIENNE VAN VAERENBERGH

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 77van 7 februari 1996van de heer ETIENNE VAN VAERENBERGH"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 77 van 7 februari 1996

van de heer ETIENNE VAN VAERENBERGH Contractuelen – Aanwervingsprocedure

Door de opheffing van het oorspronkelijk artikel 87, paragraaf 3 van de Bijzondere Wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, werden een aantal federale normen en procedures in verband met de aan-werving van contractuelen opgeheven.

Dit houdt met andere woorden in dat bij contractuele aanwervingen de regels die de vaststelling van de nie-tigheid van een regelmatige aanwerving en tewerkstel-ling en de erop volgende ontslagprocedure voorschrij-ven, niet meer bestaan.

Contractueel aangeworvenen blijken dus meer rechten te bezitten dan statutair benoemden.

Wordt er ter zake aan een aangepaste, adequate regel-geving gewerkt ?

Antwoord

In de praktijk verleent de inspecteur van Financiën bij elke contractuele aanwerving nog steeds het advies waarover sprake in artikel 14 van het KB van 5 oktober 1961 betreffende de administratieve en begrotingscon-trole, dat destijds van toepassing was.

De individuele visumverlening door de Inspectie van Financiën wordt echter overbodig naarmate er, ter uit-voering van het besluit van de Vlaamse regering van 16 november 1994 tot regeling van de begrotingscontrole, jaarlijkse aanwervingsplannen zullen bestaan.

Het uitvoeren van bijkomende controles gaat in tegen de geest van de nieuwe begrotingscontrole en de alge-mene beleidsoptie om te dereguleren.

Ook een controle op de nietigheid van de aanwerving – zoals voorgeschreven door het KB nr. 56 van 16 juli 1982 betreffende de werving in sommige overheids-diensten – is onnodig.

In het Vlaams personeelsstatuut (1) wordt immers dui-delijk gesteld (zie artikel VI 2, § 2) dat de Vast Wer-vingssecretaris instaat voor de controle van de algeme-ne toelatingsvoorwaarden en de aanwervingsvoorwaar-den, indien de aanwervingsprocedure via hem verloopt (met andere woorden wat het statutaire personeel betreft).

Wat de aanwerving van het contractuele personeel aan-gaat, moet iedere tot aanwerving bevoegde overheid zijn verantwoordelijkheid opnemen en er zorg voor dragen dat elke aanwerving op een regelmatige wijze gebeurt.

Bij de aanwerving van contractueel personeel gebeurt intern de controle door de afdeling Wervingen en Per-soneelsbewegingen van de administratie Ambtenaren-zaken.

Ook is er a posteriori nog de controle door het Reken-hof om eventuele onregelmatigheden aan het licht te brengen.

Ik ga dus niet met het Vlaams parlementslid akkoord dat, wat de contractuele aanwervingen betreft, geen enkele controlemogelijkheden meer bestaat.

(1)Besluit van de Vlaamse regering van 24 november 1993 houdende organisatie van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en de regeling van de rechtspositie van het personeel

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Arbeidsrechtelijk bestaat er geen verplichting voor de werkgever om contractueel personeel dat voor een in tijd beperkte opdracht wordt aangeworven, bij arbeids- overeenkomst

Als gevolg hiervan omvat het Vlaams personeelsstatuut (2) geen algemene bepaling op grond waarvan voor elke aanwerving in een contractuele betrekking, de bemiddeling

(2)Artikel XI 52 van het bovenvermeld besluit van 24 novem- ber 1993 en het koninklijk besluit van 28 februari 1991 betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan in

Aan de bijzonder gevolmachtigde werd, met het oog op het lichten van deze contentieux uit het verleden, opdracht gegeven in een aanvullend advies over de

Daarenboven wordt de investeringstoelage boekhoud- kundig gebrekkig verwerkt en heeft de VZW Vlaamse Operastichting haar investeringsfonds onvoldoende gestijfd?. Dit alles

Aanvullend op dit koninklijk besluit heeft de raad van bestuur van het Bloso op 17 juni 1992 een specifieke reglementering goedgekeurd betreffende de erkenning en de subsidiëring van

In haar memorandum aan de Vlaamse regering van 20 september 1995 pleit de bestendige deputatie van de provincie Vlaams-Brabant voor het opzetten van een inventarisatieproject inzake

Het samenwerkingsakkoord van 4 juli 1994 tussen het Vlaams en het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met betrekking tot de uit- wisseling van