Vraag nr. 73 van 7 februari 1996
van de heer ETIENNE VAN VAERENBERGH Contractuelen – Taken
Het blijkt bij de Vlaamse administratie gebruikelijk te zijn personeelsleden in loopbaanonderbreking te ver-vangen door contractuelen.
Het blijkt nu dat de vervangers niet altijd in de dienst van de afwezige statutaire personeelsleden zijn tewerk-gesteld of dezelfde taken hebben gekregen.
Is dit wel verenigbaar met het Vlaams personeelssta-tuut ?
Zo neen, heeft de minister reeds duidelijke instructies gegeven om dergelijke anomalieën te verhinderen ? Antwoord
Het Vlaams personeelsstatuut (1) (artikelen XI 43 e.v. betreffende de loopbaanonderbreking en Deel XIV betreffende de rechtspositie van contractuele perso-neel) omvat geen bepalingen volgens welke de gesubsi-dieerde contractuelen die ambtenaren in loopbaanon-derbreking vervangen, met dezelfde functie en op dezelfde dienst als de vervangen ambtenaar moeten worden tewerkgesteld.
Het Vlaams personeelsstatuut (artikel XIV 4) bepaalt alleen dat de vervangers van afwezige personeelsleden in dienst worden genomen in de wervingsgraad die overeenstemt met de graad van het vervangen perso-neelslid, of in een lagere graad.
Als gevolg hiervan ligt het voor de hand dat de gesubsi-dieerde contractueel die een ambtenaar in loopbaanon-derbreking vervangt, niet steeds met dezelfde opdracht kan worden belast (een gesubsidieerd contractueel medewerker die bijvoorbeeld een statutair hoofdmede-werker in loopbaanonderbreking vervangt).
Het blijft niettemin de bedoeling om vervangingen van loopbaanonderbrekingen binnen de afdeling zelf te laten plaatsvinden. Om functionele redenen kan hier-van echter worden afgeweken.
De wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereen-komsten houdt zelf overigens geen verbod in om perso-neelsleden die met een vervangingsovereenkomst wor-den tewerkgesteld, met een andere functie te belasten dan het personeelslid dat zij vervangen.
Ik zie dan ook geen enkele reden om een wijziging aan te brengen aan de huidige regeling, te meer daar deze regeling toelaat sneller en soepeler in te spelen op per-soneelsbehoeften, waar ze zich ook manifesteren. (1)Besluit van de Vlaamse regering van 24 november 1993
houdende organisatie van het ministerie van de Vlaamse gemeenschap en de regeling van de rechtspositie van het personeel