Vraag nr. 97 van 16 februari 1996
van de heer ETIENNE VAN VAERENBERGH Vlaamse Operastichting – Oprichting
Artikel 62, paragraaf 1 van het decreet van 18 decem-ber 1992 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1993, voorziet in een decretale basis voor de VZW Vlaamse Operastichting.
Tot op heden werd aan dit decreet nog geen uitvoering gegeven.
Welke initiatieven heeft de minister ter zake reeds genomen ?
Antwoord
Het artikel 62 van het decreet van 18 december 1992 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1993, voorziet in een decretale basis voor de VZW Vlaamse Operastichting. Het voorziet eveneens in de mogelijkheid voor de steden Antwerpen en Gent om zich samen met de Vlaamse Gemeenschap en anderen te verenigen in de VLOS. De statuten van de VZW VLOS moeten na goedkeuring door de Vlaamse rege-ring worden neergelegd bij het Vlaams Parlement. Net voordien is de Raad van State in zijn arrest nr. 40.314 van 15 september 1992 tot de vaststelling geko-men dat de VLOS een onrechtmatig bestaan heeft. Enerzijds in hoofde van de Vlaamse Gemeenschap, omdat er geen decreet is dat de oprichting van de VLOS organiseert (wat precies door het artikel 62 wordt verholpen). Anderzijds in hoofde van de beide steden, omdat deze vereniging van gemeenten niet in de voorgeschreven vorm van een intercommunale zoals bedoeld in de wet van 22 december 1986 is gebeurd. De juridische analyse van het arrest van de Raad van State en van het artikel 62 van het begrotingsdecreet van 1993 heeft tot de volgende besluiten geleid. Het artikel 62 verschaft wel een decretale basis voor de Vlaamse Gemeenschap tot oprichting van de VZW, maar niet voor de steden, omdat de bevoegdheid tot het bepalen van de voorwaarden waaronder de gemeenten zich kunnen verenigen, ten tijde van het decreet van 18 december 1992, onmiskenbaar behoorde tot de bevoegdheid van de federale wetgever. De even-tuele oprichting van een VLOS op basis van de machti-ging van het decreet van 18 december 1992 is dus ver-nietigbaar door de Raad van State, respectievelijk door het Arbitragehof wegens bevoegdheidsoverschrijding. Ondertussen heeft het decreet van 5 april 1995 tot oprichting van de Vlaamse Opera wel een rechtsgeldige juridische grondslag gegeven voor het operagebeuren in Vlaanderen.
Gelet op dit decreet van 5 april 1995 en gelet op de lacune die het artikel 62 van het decreet van 18 decem-ber 1992 achterliet, zal ik ter zake geen initiatieven meer nemen.