Vraag nr. 97 van 14 maart 1996
van de heer ETIENNE VAN VAERENBERGH Contractuelen – Langdurige afwezigheid wegens ziekte Frequent of langdurig afwezige contractuelen blijken – door afwezigheid van duidelijke instructies of van een reglement ter zake – ongelijk te worden behandeld. Is het juist dat er bij het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap geen algemeen en uniform ontslagbeleid is met betrekking tot wegens ziekte langdurig afwezig contractuelen ?
Welke initiatieven heeft de minister ter zake reeds genomen ?
Antwoord
Het ontslaan van contractuele personeelsleden die fre-quent of langdurig wegens ziekte van het werk afwezig zijn, is een aangelegenheid die op grond van het artikel XIV 41 van het Vlaams Personeelsstatuut (1) behoort tot de discretionaire bevoegdheid van de secretarissen-generaal van elk departement.
Persoonlijk lijkt mij het voeren van een algemeen beleid waarbij automatisch ontslag wordt gegeven wan-neer de afwezigheid wegens ziekte een bepaalde ter-mijn of frequentie overschrijdt, onbillijk.
Beter is dat voor elk individueel personeelslid wordt nagegaan of de arbeidsongeschiktheid al dan niet een definitief karakter heeft en of het nog in staat is de overeengekomen arbeid geheel of gedeeltelijk te ver-richten.
Op basis van deze criteria moet dan geval per geval worden geoordeeld of een ontslag van het langdurig of frequent wegens ziekte afwezig personeelslid al dan niet nodig is.
Ik zie dan ook geen enkele reden om instructies uit te vaardigen op grond waarvan een veralgemeend en uni-form ontslagbeleid wordt in de hand gewerkt.
(1)Besluit van de Vlaamse regering van 24 november 1993 houdende organisatie van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en de regeling van de rechtspositie van het personeel