• No results found

VliJHElD EN ,. Over verkiezin!( en '

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "VliJHElD EN ,. Over verkiezin!( en ' "

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Zaterdag 12 Juli 1952 - No. ~ 1 S

VliJHElD EN ,.

Over verkiezin!( en

'

.

DEMOCIATIE

zetelverdelin!f

(Pag. 5)

WEEKBLAD VAN DE VOLKSPARTIJ VOOR VRIJHEID EN DEMOCRATIE

,,HET LELIJKE JONGE EENDJE!'

D. e besprekingen -over de kabinetsformatie zijn voortgegaan. Formateur en fractie- leiders hebben vele uren bij elkaar gezeten om stenen aan te dragen. voor een voor alle betrokken groepen aanvaardbaar program.

Wij zijn begrijpelijkerwijze nieuwsgierig naar wat er uit de bus zal komen. Die nieuwsgie- righeid is nog een beetje aangewakkerd nu in Indonesië het Nieuw Guinea vraagstuk weer aanleiding geworden is tot hernieuwde gedachtenwisseling. Een duidelijk omschre- ven standpunt van de Nederlandse Regering is in verband daarmede eis van gezonde staatkunde.

Hoe dit echter zij, over het toekomstige kabinet en deszelfs program leven wij nog in het ongewisse op het ogenblik waarop wij dit schrijven: daarom kunnen wij er ook nog . niets over zeggen. En over de (oi:matie als zodanig zeggen wij ook niets: de raadseltjes

\vaarvoor wij nu staan zullen bij de parlemen- taire behandeling - hopelijk althans - een oplossing krijgen. Wij blijven daa~om maar een beetje aan de buitenkant. Wat overigens ook interessant is, want de goede waarnemer ziet in de pers-beschouwingen der laatste weken een ontwikkeling, die bepaald niet on- vermakelijk is.

De pers is begonnen aan te vliegen op het communiqué, dat uitg~geven i's na de vergade-

ring van het hoofdbestuur onzer partij. In geen dagblad hebben wij dat communiqué in zijn geheel gezien, maar elk blad pikte er iets uit en toornde dan over dat fragment. Lang- zamerhand is dat getoorn verzwakt, mis- schien omdat men het communiqué in zijn geheel eens is gaan lezen en overdenken, zo- dat men zag dat de aanvankelijke boosheid wel wat vreemd was!

Een andere ontwikkeling is nog aardiger.

In de verkiezingsstrijd hebben anti- revolutionnairen en socialisten bepaald niet op één stoel gezeten. De socialisten hebben daarbij natuurlijk herinnerd aan de tijd Co- lijn-Oud van 1933-1937. Zij vergaten daarbij wel te vertellen, dat mr Joekes des- tijds als fractievoorzitter van de Vrijzinnig- Democraten dat beleid in de Tweede Kamer heeft gesteund, maar daar zien wij van af:

per slot is de heer Joekes tegenwoordig socia- list en dus goed en is de heer Oud V.V.D.'er . en dus fout in de ogen der socialisten.

Voorts hebben de socialisten in de afge- lopen jaren de anti-revolutionnaire heren Schouten, G~rbrandy .en Btuins Slot ·vaak reactionnaire gezindheid verweten en dat al- les wordt natuurlijk lastig als men daarmede in de . politiek nauw gaat samenwerken.· Hoe zal de achterwacht van de P.v.d.A., die zich alle aanvallen op die schrikkelijke anti-revolu- tionnairen natuurlijk nog wel herinnert, daar wel over denken? Geen nood, zo heeft de heer Voskuil, hoofdredacteur van Het Vrije Volk en (nooit tegengesproken) radio-spre.- ker blijkbaar gedacht, geen nood, wij creëren wel een nieuwe reactie. Zo verscheen op Donderdag 3 Juli j.l. in Het Vrije Volk een artikel dat als volgt eindigt:

"De V.V.D. ontwikkelt zich tot een con.- servatieve, om niet te zeggen reactionnaire, groep, die bij voorkeur op de uiterste rechter- vleugel van de Nederlandse politiek gaat staan". Men ziet het: de hoofdredacteur van het socialistische dagblad houdt nog een slag om de arm, hij zegt niet dat de V.V.D. een reactionnaire groep is. maar wel dat zij zich

daartoe ontwikkelt. Wij kunnen dus zelfs in de ogen van de heer Voskuil van dat !'eac~

tionnaire nog ver weg zijn.

Voorts treft in het bewuste artikel, dat de zogenaamde ontwikkeling in reactionnaire richting door geen bewijs uit de prac.- tische politiek wordt gestaafd. Wel wordt gezegd, dat de V.V.D. er kennelijk niets te ..

gen heeft "als werkgeversorganisaties geld inzamelen om haar verkiezingsactie te steu- nen", waarvan wij moeten zeggen, dat :;ulks een volslagen fantasie en dus niet waar is, en dan komt ook - hoe kan het anders ~ het communiqué van het hoofdbestuur der partij als bewijs naar voren. Overigens niet het ge.- hele communiqué natuurlijk, maar slechts een aan de hoofdredacteur van Het Vrije Volk passend fragment.

D e lezer begrijpt wel, dat het de passage over de vakbeweging was, die aange~

. haald werd. Men schijnt in ons land niet te mogen- stellen, dat de Regering niet onder druk daarvan moet staan. Men schijnt dus niet voor de zelfstandigheid'van een regering het pleit te mogen voeren. Wanneer men dat doet is men reactionnair( Zo erg is het blijk.- baar wanneer men dat zegt, dat men geen gesprekspartner meer kan zijn ""bij een kabi- netsformatie. Alle dreiging, die er op de we.o reld is, alle zorgen die wij op het terrein der internationale politiek hebben, alle vraagstuk- ken op het terrein der defensie met hun enor- me consequenties aan persoonlijke offers voor ons volk, en hun gevolgen op financieel en economisch terrein, al wat wij hier in ons land zullen moeten opbouwen om onze eco.- . nomische positie te versterken en de sociale

positie van de massa te verbeteren, al deze ··

problemen van hoge orde schijnen bij een kabinetsformatie overschaduwd te zijn wan- neer men het opnt>emt voor de zelfstandig.- heid der Regering jegens maatschappelijke organisaties!

Laten wij het goed begrijpen, dat de zelf- standigheid der regering niet alleen nodig is, ten aanzien van de vakbeweging maar jegens elk andere maatschappelijke organisaties evenzeer. Natuurlijk kan overleg nuttig zijn en zulk overleg heeft zijn waarde ook bewe.- zen, maar uiteindelijk dient de overheid, als hoedster van het algemeen belang, te zorgen dat niet organisaties van groepsbelangen van welke aard ook haar beslissingsbevoegdheid beïnvloeden. Wordt ten deze niet streng de hand gehouden . aan een juiste gedragslijn, dan bet.ekent dit verzwakking en verslapping van het overheidsgezag.

Wij achten het dure plicht om daar de aan- dacht op te vestigen.

• •

wanneer Het Vrije Volk in zijn artikel zegt, dat de V.V.D. ,.iets tegen de vak- beweging" heeft, dan is dit eenvoudig een volslagen onjuiste bewering. Wij wensen aan zulk een opmerking dan ook geen enkel. woord meer te wijden. Wel willen wij nog iets zeggen over een artikel in het dag- blad Trouw van Maandag j.l. In dat artikel is de parlementaire redacteur van dat blad gaan peinzen over de kabinetsformatie. Blijk- baar is hij ook gaan dromen want voor deze schrijver betekent het communiqué van het hoofdbéstuur, dat de V.V.D. hiermede een streep haalt "door het bijzonder vruchtbare overleg, dat na de oorlog door de Stichting yan de Arbeid tussen werkgevers en werkne-

.. _,..;...' .. ~'

mers en tussén deze stièhtiil.g en de regering tot stand kwam".

Nu hadden wij al eens eerder iets derge:.

lijks gelezen, máar waren er maar aari voor~

bij gegaan; men kan niet tegen elke misvat- ting ingaan. Wanneer echter een blad als Trouw er ook al blijk van geeft niet meer te kunnen lezen, dan willen wij toch wel met alle nadruk zeggen, dat de boven weer~

gegeven passage op hetgeen in het hoofd ..

bestuurscommuniqué staat, gelijk een tang op een varken slaat. Dat overleg in de Stich.- ting van de Arbeid achten wij van het hoogste belang en men kan toch waarlijk weten dat zeer vooraanstaande liberalen haar mede in het leven hebben geroepen. Eén van de Ie~

den onzer Eerste Kamerfractie, prof. mr A.

N. Molenaar - om nu maar heel dicht bij huis te blijven - is aan de gedachte van sa ..

menwerking tussen werkgevers en werkne.- mers in deze vorm bepaald niet onschuldig{

Integendeel, hem komt de eer van het va- derschap toe!

Was Trouw er met de weergegever pas.- sage volslagen naast, toen wij in dat blad lazen over "de reactionnaire houding van de V.V.D." hebben wij gedacht: "Och, kijk nu eens. Daar begint Trouw in het kielzog van Het Vrije Volk te varen en de V.V.D. ook al bij ~,de reactie" in te delen! Wij zouden willen zeggen, dat zulk een houding Trouw

toch niet stäat. · ·

Meer willen wij er bepaald niet van zeg.- gen, want wij begrijpen dat ieder wel eens een foutje maakt.

In het stuk van Trouw stond voorts een veroordeling van het door de heer Vor~

rink gesprokene over samenwerking met de anti-revolutionnairen. Op een feestvergade~

ring van de Partij van de Arbeid had, zoals bekend, de heer Vorrink nogal sympathie aan de dag gelegd voor de heer Ruppert, voorzitter van het Christelijk Nationaal Vak- verbond. "Wanneer er meer van zulke lie~

den in de A.R. Partij zijn, dan zijn dat men~

sen met wie wij kunnen samenwerken", zo had hij gezegd. Trouw is daar, terecht, zeer boos over. Ja, dit blad noemt de discrimina- tie, die de heer Varrink ten aanzien van de A.R. toepast even onaanvaardbaar als de critiek uit het communiqué van de V.V.D.!

Overigens heeft de heer Vorrink van zJ.jn opmerkingen geen consequenties op staat.o kundig terrein gezien, maar ja, de heer Vor- rink i!f. socialist en dus . . • • is hij goed en wordt hem alles vergeven.

Tenslotte heeft Trouw ons een bijzonder genoegen gedaan. Het blad heeft ons ,.het lelijke eendje" genoemd. Wel, dat laten wij ons gaarne aanleunen. Het beeld is immers ontleend aan een sprookje van Andersen:

"Het lelijke jonge eendje". Daarin wordt ver- haald hoe een eend een ei uitbroedde, waar~

uit een wezentje kwam, dat onbekend war in de· eendenfamilie. Het werd dan ook slecht behandeld, het werd gebeten en gestoter en voor de gek gehouden. En iedereen jaagde het op. Maar het geplaagde beestje ontwik- kelde zich ondanks achtervolging en hoon.

Eindelijk werd het herkend, het was een zwaan. Toen kwam ook de erkenning en zeide ieder "dat hij de mooiste van alle mooie vogels was".

Wij hebben dus tegen de vergelijking met het lelijke eendje bepaald geen bezwaar.

K.

(2)

VIWBEID EN DEMOCRATIE 12 ~LI 1952 -- PAlG I

*lft§ji[êjiilêj;tfU(:I

flit•en

Kweekschoolwet van Minister Rutteil vond

ook in de Eerste Kamer een goed onthaal

De sociale positie van de onderwijzer- Tweeërlei bevoegdheid- Het amendement·

Roosjen - Maatregelen voor de "ontwikkelingsgebieden" in het Oosten en Zuiden - ·Buitengewone bevoegdheden burgerlijk gezag Speciale

bevoegdheden voor de minister-president?

Tot de onderwerpen, welke de Eerste Kamer voor haar ontbinding nog te behandelen kreeg, behoorde er een, dat (afgezien van de aantekening voor de communisten, dat zij tegen waren) algemeen bijzonder grote instemming vond, namelijk het ontwerp Kweekschoolwet. Ook de woordvoerder van enze fractie~ mr Wendelaar, zwaaide minister Rutten lof toe, dat hij einde- lijk het ontwerp voor een Kweekschoolwet tot in deze Kamer had weten te brengen.

schoolwet, geldt eveneens voor de drie ontwerpen tot deelneming van 't Rijk in de uitvoering van de eerste phase van de ontwikkelingsplannen voor diverse delen van het land, in het bijzonder in het Oosten en Zui- den.

In zoverre wa~ hier de instemming met deze eveneens zonder hoofdelijke stemming aangenomen ontwerpen zelfs nog iets groter, dat ook de com- munisten eens geen ~;~antekening van hun tegenstem verzochten.

Terecht wees de heer Wendelaar er nog eens op, dat de opvoeding va111 onze aanstaande onderwijzers een zeer belan&'rijke aangelegenheid is. om- dat de lagere school voor een aanzienlijk deel van ons volk de allerbelang- J'Ükste (en zelfs de enige) school blijft.

Mr De Vos va,n Steenwijk, die hier- over namens onzè fractie het woord voerde, achtte de maatregelen, die geen ondoeltreffende binnenlandse migratie inhouden, maar verbetering van het "industriële klimaat" voor de z.g. "ontwikkelingsgebieden" bedoe- len, zeer juist.

Het percentáge leerlingen van de lagere school, dat nadien nog voortgezet endenvijs in enigerlei vorm geniet, bedroeg in 1948 immers nog slechts. 8.

Dat is een grote vooruitgang vergeleken bij het jaar 1880, toen nog slecllts 1 pct. van de leerlingen "doorleerde" (in 1984 bedroeg dat percentage 4, en in 1940 reeds 6), maar het betekent toch ook, dat nog altijd voor ruim 90 pct. van de leerlingen het lager onderwijs tevens eindonderwijs is.

R eeds Plato, zo bracht de heer Wendelaar in herinnering, heeft geschreven, dat zij, die bij het onderwijs zijn betrokken, de .,belang- rijkste stand" in de maatschappij vor- men. Nu verheugde het spreker, dat naar zijn overtuiging ook door dit ontwerp op de duur weer een verbe- tering in de sociale positie. van de on- derwijzer zou intreden, maar het is .

\:Ie vraag of. deze verbetering ver ge- ' noeg gaat. In ieder geval, zo stelde hij vast, zullen wij bij voortduring onze aandacht moeten b 1 ij v e n ge- ven om in die richting ook verder werkzaam te zijn.

Wel achtte de heer Wendelaar het jammer, dat de tweeërlei bevoegdheid in het kader van dit wetsontwerp was opgenomen.

Ook de gekozen terminologie: akte van bekwaamheid als onderwijzer en daarnaast: akte van bekwaamheid als

"volledig bevoegd onderwijzer", vond hij minder gelukkig, maar de minister verzekerde, dat men er niet in ge- slaagd was, betere aanduidingen te vinden.

Het blijft echter jammer, dat een aantal van de leerlingen der kweek•

scholen na de vier jaar studie het er bij zal laten, waarbij dan financiële QVerwegingen dikwijls wel de doorslag zullen geven.

E en uiteraard het in derde opmerking de Tweede betrof Kamer "rechts" tegen "links" aange- nomen amendement-Roosjen, waaraan wij destijds de nodigé aandacht heb- ben gewijd (men zie: Overdrukken, pag. 37).

Het speet de héer Wendelaar zeer, dat aldus aan de schoolstrijd opnieuw voedsel was gegeven en dat boven·

dien nog volkomen onnodig.

De minister had het amendement- Roosjen, ·dat ook voor de Rijkskweek- scholen een minimum-aantal leerlin- gen wilde vastleggen, zelf ook be- streden en de heer Wendelaar achtte de door de bewindsman aangevoerde argumenten zeer klemmend.

Voor de Rijkskweekscholen blijft immers de minister altijd volledig verantwoordelijk en hij kan dus te allen tijde voor een onnodig geachte oprichting ter verantwoording wor- den geroepen. Bovendien speelt ook hier weer het argument, dat de open- bare school, 6ók de openbare kweek- school, een vluchtheuvel is voor min- derheden in bepaalde streken.

Men kan zich :voorstellen, dat in een overwegend rooms-katholieke streek de enkele protestanten, die daar wonen, hun kinderen liever naar 'n openbare dan naar een r.k. kweek- school zouden sturen en voor het om- gekeerde· geval geldt precies hetzelf- de.

Al kon de heer Wendelaar met na- druk verklaren, dat hij zelf ook hele- maal geen groot voorstander van kleine schooltjes was, dat neemt niet weg, dat in ieder geval alleen reeds op grond van dat "vluchtheuvel"-ar- gument dus de mogelijkheid diende open te staan voor de minister om hier in eerste aanleg zelf. te beslissen.

. Voor het overige echter erkend~ . ook onze woordvoerder, zoals wij in de aanvang reeds hebben vermeld, dat dit wetsontwerp een grote verbe- tering betekende, zodat hij en zijn fractiegenoten er gaarne hun stem aan gaven.

De algemene instemming, waar- over wij boven schreven met betrekking tot het ontwerp Kweek-

Voorwaarde is echter tevens, dat iedere streek ook zelf de zaak aan- pakt en zorgt, dat de plaatselijke toe- standen worden verbeterd. En boven- dien moet er natuurlijk bereidheid zijn van de industrie om zich daar te vestigen.

Onze woordvoerder wees daarbij als voorbeeld op Emmen, waar zowel het krachtdadige optreden van het Ge- meentebestuur en in 't bijzonder van de burgemeester, als de "public spi- rit" van een groot concern om zich daar (niet uitsluitend op grond van het eigenbelang) te vestigen, in zeke- re zin een keerpunt in de economi- sche situatie hebben weten te berei- ken.

Om deze "public spirit" in de hand te werken, zal echter een vlotte me- dewerking van de overheid bij de uitvoering nodig zijn, hetgeen in het

DEZE BURGER

loopt rond met het afschuwelijke, onpolitieke en on-actuele denkbeeld, dat er een tijd zal komen, dat alle opwinding en alle schrijverij over de samenstelling van het kabinet, onhoorbaar zal· zijn verzand op de brede kust van de tijd.

Dat over vijfduizend jaar - behalve de danmalige parlemen- taire correspondenten van de danmatige dagbladen (àls er dan nog dagbladen zullen bestaan en het nieuws dan niet in e!ke huiskamer getoeterd wordt, als er dan nog huiskamers bestaan) - ik zeg dat over vijfduizend jaar, behalve de danmalige oud•

heidkundigen, niemand meer enig begrip, laat staan medeleven zal tonen voor wat wij in het diepst van onze staatkundige ziel moeten meemaken.

Ik loop zèlfs met de afschuwelijke gedachte rond dat over vijf- duizend jaar alle felle kleurschakeringen van nu tot één vale, onwezenlijke tint verschoten en in elkaar gevloeid zullen zijn en dat, ·wanneer in 6952 een zoon aan zijn vader· vragen zal:

"welk verschil was er vijfduizend jaar geleden tussen barones Ploeg-Ploeg, freule Wttewaal van Stoetwegen en burggravin Ten de l'Eau, zelfs pa het niet weten zal.

Ik heb nu al de grootste moeite met het verschil tussen Keezen en Bier- en Broodvolk, laat staan dat ze dàn nauw- keurig Schmal van Zandt zullen kunnen onderscheiden en - two cheers for democracy!- Jacques de Kadt van Tom de Poes.

Nu klinkt dat nogal oneerbiedig, maar ik wil wedden dat ze reeds in 5952 niet meer goed van Dis van Schouten en Romme van Ruygers zullen kunnen onderscheiden.

Laat ons dus, met 't wijs gelaat naar de eeuwigheid gewend, de kabinetsformatie bezien met de ondoorgrondelijke glimlach 'die het voorrecht der wijzen is.

Misschien dat, reeds in 3952, niemand meer weet dat slechts tweeduizend jaren her ,Tilanus op zijn fiets dwars door de zorgelijkheid Teed van

DEZE BURGER.

geval Emmen niet in alle opzichten het geval was. Dit was geen verwijt aan het Departement van Economi- sche Zaken.

De heer De Vos legde er integen- deel de nadruk op, dat de ambtenaren van dit Departement zich hier uitste- kend van hun taak hadden gekweten en dat niets hun teveel was geweest om nieuwe maatregelen te bedenken.

Maar, zo zei onze woordvoerder, de minister van Economische Zaken kan nu eenmaal niet alles.

..De Staat is nu eenmaal een mon- ster met vele koppen. Wanneer men zich van één kop heeft bevrijd, dan wordt men door een andere kop weer in de nek gebeten. Dat wordt steeds erger naarmate het aantal Departe- menten zich uitbreidt, want bij ieder Departement, dat er nieuw bijkomt, komt er weer een nieuwe kop met een grote bek bij."

Dit laatste slaat, zo voegde mr De Vos daaraan toe, natuurlijk niet op de persoon van de minister, maar is uitsluitend een toepassing op de vo- renbedoelde beeldspraak.

Hij bedoelde ermede, dat, wanneer de minister van Economische Zaken maatregelen treft, men maar moet af- wachten, of ook de andere Depar- tementen daartoe kunnen medewer- ken.

* * *

} P. ieder geval zal men er rekening mede moeten houden, dat de in- dustrieën nergens zo kopschuw van worden als van gezeur met admini- stratieve voorschriften en formalitei- ten en van het aflopen der Departe- menten om daaraan een mouw te passen. Zij zijn vaak liever bereid om zelf een wat groter aandeel in de kosten bij te dragen, als het maar op··

schiet.

Een groot bedrijf, de A.K.U., zei in Juni 1950: wij openen onze Enkalon- f.abriek te Emmen op 1 Januari 1952.

Dit is geschied, doch in weerwil van allerlei moeilijkheden. Het is dan wel teleurstellend, wanneer - niet door het Departement van Economische Zaken - er telkens weer belemmerin- gen komen in de uitvoering van ver- schillende zaken, die bij de afspraken tevoren vastgesteld waren.

Tenslotte ging de heer De Vos van Steenwijk nog uitvoerig in op de moeilijke omstandigheden van het Rijk van Nijmegen én het Land van Maas en Waal en de Bommelerwaard.

. ...

Het ontwerp Buitengewone be- voegdheden burgerlijk gezag werd aangenomen met 28 tegen 2 communistische stemmen. Ook onze V.V.D.-fractie stemde dus voor. Uiter- aard niet met enthousiasme, maar wel overtuigd van de noodzaak.

Natuurlijk lag de mogelijkheid, per- sonen te interneren (zij het alleen on- éler buitengewone omstandigheden en gebonden aan allerlei voorwaarden, waarbij ook de goedkeuring van de Staten-Generaal van het voortduren van die toestand) de heer Wendelaar, zoals hij het noemde "zwaar op de maag",

Men vergete echter niet, dat ook krachtens de reeds meer dan een hal- ve eeuw oude Wet op de Staat van Oorlog en op de Staat van Beleg per- sonen "in bewaring gesteld" konden worden.

Wie de zaak nuchter beziet, moet dan ook erkennen, dat, zoals de heer Wendelaar vervolgens opmerkte, het .<Vervolg op pag. 3)

(3)

VBIJBEID EN DEMOOBATIB

~ WEEK to.t WEEK

Spijti~ Conflict

Vooropstellend, dat wij in het conflict, dat . de heer Vogt roet het A.V.R.O.-bestuur heeft gehad, geen partij willen kiezen, moet het ons van het hart, dat wij dit conflict met zeer velen in den lande in hoge mate betreuren.

· Het heeft eT toe geleid, dat de directeU!r van de A.V.R.O. op ·de :rp.eest korte termijn ontslag heeft gevraagd en dit op de meest eervolle wijze heeft gekregen.

Hiermede is aan het levenswerk van. de heer Vogt - de grondlegger van een onzer eerste en grootste radio-organisaties in, Ned.erland , ~ ee.~

abrupt einde gekomen. ·

De besluiten, die. tnans zijn gevallen, ,zijn in- middels helaas onherroepelijk gebleken. Het aftre- den van de heer Vogt betekent niet alleen een ver- · lies voor de A.V.R.O., maar voor het gehele natio"' nale radioleven, waarop hij in de loop der jaren zo zeer zijn stempel had gezet. · ·

Immers, zijn heengaan als directeur van de A.V.R.O. houdt tevens in, dat· hij' zal terugtreden in zijn functies, die hij uit hóofdé van zijn direc- teuTschap van de A.V.R.O. bilkleedde bij de Ne- derlandse Radio Unie, de Nederlandse Telévisie Stichting en de Radio- en Televisieraad. ·

Wij hebben de beweegredenen, die de heer Vogt tot dit ingrijpende besluit hebben geleid, inmid- dels te eerbiedigen, maar hadden met zeer. vele luisteraars in den lande gaarne gezien, dat de ont- wikkeling van deze z.aak in andere, d.w.z. in ge- moedelijker banen was geleid:

Loonpolitiek ( 1)

0 p de algemene vergadering die het· Christe- lijk Nationaal Vakverbond de vorige week tè Utrecht hield, heeft zijn voO'l'zitter, ·de 'heer M. Ruppert, een belangrijke - wij zouden haast zeggen opzienbarende - verklaring inzake de loonpolitiek afgelegd. Opzienbarend, niet zo zeer om de inhoud van deze verklM'ing, doch zeer zeker wel om het tijdstip waarop deze verklaring Wêl'd afgelegd.

Het zal de lezer duidelijk zijn, dat wij hier' doe·- Ien op de kabinetsformatie, waaTtoe de· voorbe- reidingen nog in volle gang waren toen' de 'heer Ruppert zijn verklaring aflegde. ·

De voorzitter van het C.N.V. zeide o.m., dat, Indien het herstel van het monetaire evenwicht van meer duurzame aard mocht blijken te zijn, hij het ogenblik gekomen achtte, waarop de christelijke vakbeweging antwoord zaL moeten geven op de vraag, of de huidige centrale loon- beheersing gecontinueerd diende , te worden.

De heer Ruppert was van oorded, dat het on- vermijdelijk globale karakter van een centraal geleide loonpolitiek in onvoldoende mate reke,.

nbig houdt met de differentiatie in het .bedrijfs, teven, ·waardoor zowel aan ondernemers .. als aan arbeiderszijde spanningen worden opgeroepen, die alleen een kortzichtig beleid kan . negeren.

Een bezinning op de huidige loonpolitiek, achtte de voorzitter van het C.N.V; dan ook geboden, waarbij het vooral zal gaan om een grotere mate van vrijheid zonder elke coördinatie prijs te geven.

Loonpolitiek (11)

·o p zichzelf behoeft bovenstaande verklaring geen verwondering te wekken, omdat het niet geheel ondenkbaar was, dat het C.N.V. zich aldus over het vraagstuk der lOQnpo_Iiti~k in het openbaar zóu uitspreken. Gezien tegen de achter- grond van de kabinetsformatie ...: althallS in het stadium der voorbereidingen waarin deze verkeerde op het moment dat deze verklaring~ werd afge- legd - draagt zij, zoals reeds opgemerkt, een op- zienbarend kaTakter.

Op het moment, da.t wij deze regels schrijven, bevindt zich d'tl kabinetsformatie nog steed,s in

een voorbereidend stadium en behoort het niet tot de onmogelijkheden, dat zowel de A.R. als de C.H. mee deel zullen uitmaken van de nieuwe regering.

-Wij kunnen ons nauwelijks voo·rste!len, dat bij deze voorbereidende besprekingen, die tot een definitieve kabinetsformatie moeten leiden, het standpunt dat de christelijke vakbeweging inneemt niet zou zijn gehoord.

De christelijke vakbeweging neemt met betrek- king tot de te volgen loonpolitiek in ons land wel aen geheel ander standpunt in dan 't socialistische Nederlands Verbond van Vakverenigingen, dat zich steeds· een · warm en vooral · principieel - voorst~nder van een gerichte loonpolitiek heeft getoond. · In hoeverra deze tegengestelde · meningen bij dE! kabinetsformatie enige rol van.

l;>etekenis zullen spelen, dient inmiddels te wor- den afgewacht ..

Loonpolitiek (111)

A fgezien van d2 vraag, of de verklaring van de heer Ruppert met betrekking tot de in ons land te voeren loonpolitiek eventueel de moeilijkheden tot het vormen van een kabinet zal verscherpen, is het van het grootste belang van deze verklaring kennis te nemen.

Het moet n.l. op zich zelf reeds verheugend worden geacht, dat uit de boezem der vakbewe~

ging stemmen opgaan, die erkennen, dat de tot dusverre gevoerde geleide loonpolitiek in ons land zowel voor arbeiders, als cndernemers zeer grote bezwaTen inhoudt.

Zij leidt tot e·en onnodige en niet verantwoorde verstarring in het bedrijfsleven, waarbij vooral het p·robleem van de opvoering der productivi- teit in het gedrang lromt.

Gro"tere vrijheid is op dit stuk ontegenzeggelijk géboden en· het is daarom, dat wij met veel be- langstelling afwachten welke rol de christelijke vakbeweging in dit opzicht zal gaan spelen.

Van belang is eveneens te weten, welk stand- punt de Katholieke Vakbeweging in deze zal gaan innemen. Kortom, hier ligt een actueel waagstuk, dat ongetwijfeld - vooral voor de nabije toekomst - onze volle aandacht verdient.

Smart of glimlach?

Hoezeer in de Nederlandse Antillen de demo- cratie - en de nog pas zo kort in haar naam, verworven vrijheden - in de kinderschoenen staat, is onlangs weer eens zeer duidelijk en ook zeer pijnlijk gebleken.

Het Arubaanse Statenlid, de heer Henny Eman, die, als overblijvende van de Ronde Tafel Confe- rentie, nog prinsheerlijk en met de hoed achter op het hoofd, door Den Haag wandelt, is vorige week door het Antilliaanse Hof van Justitie tot

·een week hechtenis veroordeeld, wegens belediging van zijn politieke opponent, de heer Iransquin.

Deshalve heeft de heer W. A. M. Lampe, nota- ris op Aruba en Antilliaans Landsminister van Justitie, uit dit laatste, hoge, ambt ontslag ge- vraagd.

Waarom?

Omdat tle heer Lampe partijgenoot van de heeT Eman· is en omdat beider partij (de Arubaanse Volkspartij), verontwaardigd is over het over de heer Eman gevelde vonnis.

Met andere woorden: de partij is .boos op de partijgenoot-minister, omdat deze het vonnis niet heeft voorkomen!

Landsminister Lampe heeft openlijk (aan het A.N.P.) verklaard: .,Men eiste van mij inmenging in eel). justitiële aangelegenheid. Ik wens echter te handelen volgens mijn eed en· volgens mijn ge- weten. Als landsminister kan ik onmogelijk in- vloed uitoefenen op de rechter. Nu mijn partij mij niet meer steunt treed ik af".

Deze primitieve "staatkundige", "politieke" din- gen geschieden in de Nederlandse Antillen.

De scheiding der drie machten is daar, zo men

12 JULI 195!- PAG. S ziet, een nog niet aanvaarde, een zelfs nog niet begrepen zaak.

Het is zonderling dit, anno 1952, te moeten con•

· stateren.

En al naar gelang van Uw innerlijke gesteldheid kunt ge erop reageren.

Ge kunt "schande!" roepen en zeggen: "dit is nu onze gelijkwaardige partner aan de Ronde Tafel".

Ge kunt ook glimlachen en zeggen: "ook de I)e- mocratie kent haar tijdperk van jeugdige over- moed en onkunde. De loop der jaren zal verbete- ring eh rijpheid brengen".

Maar toch is het nuttig bij zonderlinge gebeur- tenissen als deze een ogenblik stil te staan en er onze gedachten over te laten gaan.

Oók hier, in het Rijk in Europa.

Quidelij ke politiek (1)

prof. Romme heeft zich dezer dagen voor de .. · niet eenvoudige taak gesteld, de politiek .vaJ;l de K.V.P. te verdedigen in een hoofdartikel in de Volkskrant, waarboven hij het opschrift "dui- (lelijke politiek" plaatste. Of hij zijn lezers in dit artikel heeft kunnen overtuigen, hoe "duidelijk"

de politiek van de K.V.P. was en is, weten wij niet en het gehele betoog zou ons ook minder hebben geïnteresseerd, WM'e het niet, dat ook de

"liberal:en" er weer eens met de haren zijn bij- gesleept om aan te tonen hoe "duidelijk" de K.

V.P. toch wel was en hoe "onduidelijk" de v.V.D.

Zo schrijft prof. :S,omme o.m.:

"En de·!JOlitiek van de katholiek, die algemene overheidsleiding moet ve•rbinden met het vrije zalfdoen der· burgers, is ongetwijfeld moeilijker dan de politiek van de socialist, die van over- heidsleiding maar niet genoeg kan krijgt-!::., of

d~n de politiek van de liberaal die, even eenzij- dig, alle nadruk legt op wat hij vrijheid gelieft te· noemen".

·Welnu, velen zullen zich met ons over een der·

gelijke oppervlakkige behandeling van zaken ver- bazen.

Buitendien lijkt het ons wel een zeer gevaarlijk experiment, als ·men boter op zijn hoofd heeft om ili hét fel schijnende politieke zonnetje te gaan staa)l.

Wij mogen hierbij zeer nadrukkelijk aante!te- nen, dat de V.V.D. over de begrippen "vrijheid"

en "overheidsleiding" wel ertigszins anders denkt dan prof. Romme het zijn lezersïn de Volksl{rant wil doen voOTkomen. ·

Zeer duidelijk staat in ons beginselprogramma in artikel 16 vermeld:

"Erkennende, dat het ingrijpen der overheid in de tegenwoordige maatschappelijke verhoudingen niet kan worden _gemist, oordeelt de Partij tevens.

dat het doel van het overheidsbeleid moet zijn rechtstreekse overheidsbemoeiing zoveel moge- lijk overbodig te· maken, opdat de overheid zich op den duur zal kunnen beperken tot een taak van toezicht, waarbij zij als hoedster van het algemeen belang corrigerend ingrijpt, wanneer maatschappelijke organisaties door te eenzijdig te letten op het groepsbelang, het algemeen b~

lang dreigen te schaden".

Dit is heel wat andel.'s, dan prof. Romme zijn lezers voorhoudt.

Duidelijke politiek (11)

Wij wagen ons voorts af, of prof. Ronmie de practische politiek van de K.V.P. ten aan•

zien van de overheidsinmenging is vergeten. Was het niet de K.V.P. die het socialistische dirigisme mogelijk maakte?

Is het niet de K.V.P. geweest, die er met de socialisten toe heeft meegewerkt dat het o\·er- heidsirtgrijpen veel verder is gegaan dan wenselijk.

is. Men denke maar aan de steun, die de K.V.P.

aan de socialist Lieftinck heeft geboden om de Wet Toezicht Credietwezen aangenomen te krij- gen.

. Inderdaad, de politiek va.n de K.V.P. heeft in dit opzicht niet veel aan duidelijkheid te wensen overgelaten.

Wij kunnen dan ook nauwelijks aannemen, dat prof. Romme met succes op het weinig ontwik·

kelde geheugen van zijn lezers heeft gespeculeerd.

Parlementm.re Flitsen · Bepaald belangwekkend was de ge- d:achtenwisseling, welke mr Wende- laar met minister Beel voerde over 't feit, dat volgens het ontwerp de in- voering van de daarin voorziene bij- zondere 'maátregelen zal . geschieden op voordracht van de m i n i st er - pre sid ent.

ministerraad moest worden gehoord.

Maar waarom d a t dan niet met zo- veel woorden vermeld?

nog toe aan de hand van een voor•

beeld uit 1914.

De opperbevelhebber, generaal Snij- ders, was toen benoemd op voor- dracht van de minister-president. En toen hij nu onenigheden kreeg met de minister van Oorlog, werd diens gezag gruwelijk aangetast doordat de generaal zich er bij voortduring op beriep, dat hij was benoemd op voor- dracht van de minister-president, zo- dat hij met de minister van Oorlog naar zijn mening niet had te maken, maar alleen met de ministerraad.

(Vervolg van pag. 2).

ontwerp eigenlijk geen verzwaring van de toestand brengt, doch veeleer een fijner nuancering. De burgerlijke uitzonderingstoestand, welke thans mogelijk wordt is - dat staat vast - mi n d er ingrijpend dan de Staat van · Oorlog en Beleg.

De heer Wendelaar nam zich nog veel moeite, om nogmaals aan te tonen, dat de Russische dreiging niet alleen, maar vooral ook de over- tuiging, dat een vijfde colonne helaas onder ons volk zal klaar staan om, als de bolsjewistische machthebber indeTdaad mocht aanvallen, haar on- dermijnende werk te doen, tot het tij- dig nemen van maatregelen van te- geDWeer noopt.

Hier maakte de heer Wendelaar ernstig principieel bezwaar, dat aldus getornd werd aan dat beginsel van ops staa.tsrecht, dat alle ministers vplkomeu gelijk zijn in hun positie

t~genovel;' elkander.

· Er moet niet één minister zijn, die een praeponderante positie inneemt.

Natuurlijk moet er een voorzitter van de ministerraad zijn, maar de verant- woordelijkheid op dit terrein naar buiten moet liggen bij de minister, die

11u eenmaal op dit punt bevoegd is, en dat is, naar uit deze wet blijkt, de minister van Binnenlandse Zaken.

Ministel' Beel lichtte dit aldus toe, dat in feite was bedoeld, dat hier de

Inderdaad zijn er reeds enkele an- dere gevallen, waarin aan de "minis- ter-president" bijzondere bevoegdhe- den zijn toegekend, zoals de minister opmerkte, maar de heer Wendelaar antwoordde elegant, maar tegelijk scherp: "Pour Monsieur Ie Bureau is het precedent wel het krachtigste mo- tief, dat hij. in stelling kan brengen, dat kan ik niet ontkennen; maar ik stel daar tegenover, dat een verkeerd precedent voor mij niet doorslagge- vend is. Ik meen namelijk, dat in de door de minister genoemde gevallen ook niet het juiste systeem is ge- volgd".

D at de heer Wendelaar in een op- dragen van de voordracht aan de Kroon aan de minister-president ook een zeker gevaar zag, lichtte hij

Het aardige was hier, dat minister Beel bij de replieken kwam verkla- ren, dat hij het met de heer Wende- laar tenslotte volkomen eens was, en dat hij hoopte, dat bij de wijziging van de Oorlogswet zou kunnen wor- den overwogen, op welke wijze de formulering van de verhouding tus·

sen de minister-president en de mi•

ntster, die op dit gebied een eigen verantwoordelijkheid heeft. beter tot haar recht komt.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

aeling kunnen openen. Slechts de zelfs bij deze gelegen- heid weder afwijkende communisten waren het daarmede niet eens en wensten een onmiddellijk debat. Zij

hebben, hebben een taak. Evenwichtig in bet eigen leven zullen zij moet~n zijn om die taak te kunnen vervullen. Zij zullen geloof moeten heb- ben in de zaak

Met name had zij er voor moeten zorgen, dat de voorgestelde belastingverlaging was gepaard gegaan met maatregelen, die er waarborg voor zouden zijn, dat de

&#34;is de Partij overtuigd, dat het geso- cialiseerde bedrijt in beginsel zeker geen betere waarborgen biedt dan het particuliere voor de bevrediging van de

B ij ons bestaat een grote vergaarbak, waarin alles wat aan de protestantse kant progressief denkt, predikt en ageert, (ook in het R.K. kamp), is ondergebracht, van

lers en uitgevers niet alleen aan de belangstellenden in het binnenland hebben gedacht maar aan allen, over de gehele wereld, die zich bezig hou- den met de

On- getwijfeld, het zal niet makkélijk zijn deze massa snel en in al zUn geledingen te bereiken, doch deze mogelijkheid mag ons niet afschrikken de waarheid te

·siale belangen en evenzeer voor die den genivelleerd; maar rijkdom heeft economische doelstellingen, die de daar ook zijn aantrekkelijkheid ver- regering wenst te