• No results found

VliJHElD .IN DEMOCIATIE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "VliJHElD .IN DEMOCIATIE "

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

VliJHElD .IN DEMOCIATIE

Zaterdag 10 October 1953 - No. 275

Nogn1aals:

Liberaal en Christen

(Zie pag. 7>

W E E K B L A D V A N D E V 0 L K S P A R T IJ V 0 0 R V R IJ HE I D E N D E M 0 C R A TIE

E,n Cerberus moel onze schalbewaarder zijn I

D

e noodzaak van vooruitzien geldt voor alle takken van regeringsbeleid. Bij voortduring moet het oog op de toekomst gericht zijn. Een re~

gering, die een bepaald program verwerkelijken wil moet ook zelf alles in het werk stellen om de situaties te bevorderen, die zulke maatregelen blijvend mogelijk maken.

Wanneer men hét financiële beleid onzer Rege~

Jing beziet, dan lijkt deze gulden wijsheid niet in acht te zijn genomen. Wij willen thans niet de vraag bespreken of het huidige kabinet en zijn voorganger met betrekking tot de belastingpoli~

tiek wel te juister tijd gehandeld hebben. Onzes inziens is men met de belastingverlagingen veel later gekomen dan gewenst en voor ons economi- sche leven ook noodzakelijk was. Maar dit blij- ve momenteel ter zijde. Dat er - in overeenstem- ming ook met de pleidooien van onze vertegen- woordigers - nu eindelijk iets zal worden gedaan voor het bedrijfsleven èn voor de middengroepen, wij zijn er, begrijpelijkerwijze, zeer verheugd over.

Evenwel is onze mening, dat de Regering er niet af is met het verlagen van lasten. Zij had meer moeten doen. Met name had zij er voor moeten zorgen, dat de voorgestelde belastingverlaging was gepaard gegaan met maatregelen, die er waarborg voor zouden zijn, dat de belastingver- laging in de toekomst niet het gevaar gaat lopen weer door een verhoging te worden gevolgd.

De staat heeft uitgaven te doen; daartegenover

· heeft hij zijn inkomsten. Dat nog slechts eni- ge tientallen jaren geleden de uitgaven per jaar enkele honderden millioenen beliepen, is een toe~

stand waarvan wij ons geen voorstelling meer kunnen maken. Wij rekenen thans met milliar- den. Het geraamde tekort voor 1954 - voor de gehele dienst der begroting - bedraagt op zich zelf reeds ongeveer één milHard gulden! Wanneer men hiervan aftrekt het nadelige saldo van de Buitengewone Dienst 11 (dit zijn de ka pitaals- uitgaven en -ontvangsten), dan zien wij alsnog een nadelig verschil van f 401 millioen. Zeker, wij weten dat er uitgaven zijn, die in de toekomst- vervallen zullen, omdat zij aflopend zijn - wij denken aan de uitgaven als gevolg van de waters- nood -. maar daarnaast blijkt uit de Millioenen- nota, dat bij het geraamde tekort nog geen reke~

ning is gehouden met een aantal uitgaven, die in 1954 .. met stelligheid te verwachten" zijn. De minister van financiën noemt zelf bijvoorbeeld:

de uitkering aan Nederlanders, die gedurende de bezetting van het voormalige Nederlandsch-Indië zijn geïnterneerd; tijdelijke bijslag op bepaalde Indonesische pensioenen; vermeerdering van de kosten voor de noodvoorziening ouden van da- gen wegens vrijstelling van een tweede bedrag van f 100 aan eigen inkomsten van de inkomens~

aftrek; uitgaven voor het kleuteronderwijs. Met nog andere bijkomende uitgaven "zal naar schat~

ting een bedrag van circa 250 millioen gemoeid zijn". Wanneer men dan, af ziende verde~ van nog andere te verwachten uitgaven, bedenkt; dat ook de verhoging van de salarissen van het Rijks~

personeel nog geen uitdrukking in de begroting heeft gevonden, dan moet het genoemde tekort dus nog met enige honderden millioenen worden verhoogd!

'

* * *

De toestand is dus, dat de rijksbegroting ·zeer aanzienlijke tekorten vertoont. Dat wil zeg~

gen: in verband met de huidige inkomsten is het uitgavenniveau te hoog. En daar dient iets aan te gebeuren, want men kan niet voortgaan mef he~

grotingen, die tekorten van honderden millioe- nen vertonen. Het meest verontrustende hierbij is onzes inziens, dat in de begroting voor 1954 het uitgavenniveau nog weer aanzienlijk hoger

~St dan voor 1953 was geraamd. Niet onvermeld

willen wij in dit ·verband de toeneming van het burgerlijk rijkspersoneel laten. Was de "begro- tingssterkte" voor het jaar 1953 geraamd op 103.628 man, voor 1954 is die gesteld op niet minder dan 109.776. Niet minder dan 6000 meer dus.

Wij willen zeggen hierdoor verontrust te zijn, want wanneer de Regering er niet in slaagt het uitgavenniveau omlaag te brengen dan dreigen ernstige gevaren in de toekomst en achten wij de vrees gewettigd, dat men dan de belastingverla~

ging weer ongedaan zal maken, met alle ernstige consequenties voor ons economische leven en de individuele burgers, die aan lastenverzwaring ver- bonden zijn.

* * *

H

et merkwaardige is, dat minister van der Kieft zelf op de gevaren van de huidige situatie wijst. In de Millioenennota wijst hij op de stijging van uitgaven en letterlijk zegt de bewindsman dan:

"De ondergetekende ziet in deze ontwik- keling zekere gevaren. Hoezeer ook alle uit- gaven op zichzelf bezien redelijk en verant~

woord moeten worden geacht, de voor dek~

king benodigde middelen vragen van onze volkshuishouding zware offers. Tussen de uitgaven en· de middelen bestaat· uiteindelijk een onverbrekelijk verband. Het behoeft geen betoog. dat een veronachtzaming van deze samenhang op de duur onze Staatshuishou~

ding en daarmede ook onze nationale econo- mie in ernstige moeilijkheden zou brengen".

De minister van financiën zelf signaleert hier dus ook gevaar. En hij waarschuwt tegen te ster~

ke uitbreiding der uitgaven. Maar waarschuwen is niet voldoende. Natuurlijk is er een aantal uit- gaven. die gedaan moeten worden en niet te ver~

mijden zijn, ook al vragen zij veel geld. De he~

windsman van financiën zal echter altijd collega's hebben, die steeds meer wensen. Hij moet die wensen evenwel plaatsen tegen de achtergrond van het financieel mogelijke en op hem rust dan de ondankbare plicht ze af te wijzen wanneer ver~

werkelijking financieel niet verantwoord is. Een Cerberus moet de schatbewaarder zijn. Anders dreigt er gevaar voor de ontwikkeling onzer

staatsfinanciën. K.

TIEN JAAR GELEI)EN VIEL EEN GOED LIBERAAL

0

p 9 October 1943, in de vroege ochtend, viel mr Nicolaas Alexander Stempels op het fort Rynauwen. Aangezien er dus sedertdien juist tien jaren vergleden zijn, willen wij een ogenblik stil staan bij het monument, dat hem ter ere opgericht staat in het hart van hen, voor wie hij onvergete~

lijk is.

Klaas Stempels, 36 jaar oud, had op die negen~

de October zijn strijd gestreden. Op velerlei wij~

zen had hij de strijd met de bezetter gevoerd, op diverse manieren zijn landgenoten in de laatste schrikkelijke jaren gesteund, voor zijn vrijheids- beginsel had hij het hoogste ingezet, met zichzelf was hij na lange innerlijke worsteling in het reine gekomen over de diepste levensvragen. In volle berusting is hij getreden voor hen, die zijn levens- draad hebben afgesneden. Geen naam van zijn vele medewerkers in de illegale strijd heeft hij aan de satanische onderdrukker prijs gegeven.

Hij was moedig en groot.

* * *

K

laas Stempels, geslaagd in het maatschappe- lijk leven - reeds jong was hij directeur ener hypotheekbank, - zocht het in streven naar stij- ging op de maatschappelijke ladder niettemin niet.

Was hij wel een man van practische zin, hij was geen materialist. Daarvoor klopte in hem een te bewogen hart. Zijn belangstelling richtte zich op de nood van zijn medemens en op het staatkun~

dige en maatschappelijke gebeuren. In de strijd voor verbetering en tegen onrecht nam hij zijn plaats in, daarbij zich een vast beginsel - dat der vrijheid - tot uitgangspunt nemend. Vol emotie streed hij zijn strijd, als voortgedrevell door een innerlijk vuur. Liberaal was hij in merg en been. Maar geen enghartig partijman; met vele andersdenkenden bonden hem nauwe banden van vriendschap.

De strijd voor de vrijheid was voor h~m ook niet aan een land gebonden. Daarom heeft het hem diep getroffen toen de volksvrijheden in Spanje in de burgeroorlog van 1936-1939 ver~

loren gingen. Hij ging daar zelf heen en, in ons land teruggekeerd, waarschuwde hij tegen het- geen ginds geschiedde. De strijd voor de vrij~

beid ·zag hij daarbij ook niet aan één partij gebon~

den. Hij verbond zich met anderen waar het ging

om het behoud van de geestelijke goederen, want die bepaalden naar zijn inzicht voor de mens de waarde van het leven. Hij was een idealist.

* * *

Vóór de oorlog is Stempels enige tijd lid ge- weest van het hoofdbestuur der Liberale Staatspartij, maar voor de leden van de Bond van Jong Liberalen was hij één hunner. Met hen bond hem het élan, dat tot veel heeft kunnen leiden. De jaren der bezetting vonden een groep liberale jongeren bereid tot direct verzetswerk. maar ook tot beraad over wat na de oorlog op het staatkun~

dige en maatschappelijke terrein gebeuren moest.

Klaas Stempels, met mensen van allerlei geloofs- overtuiging en politieke richting betrokken bij ve~

Ierlei illegale arbeid - militaire spionnage ten gunste der geallieerden zowel als hulp aan joodse onderduikers - , zag ook dadelijk het belang van overleg tussen politiek vrijz~nnigen over ver~

dieping van beginselen en uitstippelen van de na de bevrijding te volgen koers in de practische po~

litiek. In zijn woonplaats Utrecht - en daar werkten meer jongeren, die tot elk offer bereid bleken: Jan Schoonenberg. Wim Eggink, Bert van der Burg - gaf hij de stoot tot de oprichting van het blad Slaet op den trommele, waaromheen zich sedert 1941 die jong-liberalen hebben gegroe~

peerd, die onmiddellijk na de oorlog het liberale · geluid hebben doen horoo en de hereniging van de politiek-vrijzinnigen hebben bepleit.

Slaet op den trommele jarenlang illegaal ver~

schenen, kwam toen uit als "legaal" blad. Als zo~

danig bleef het bestaan totdat de politiek vrijzin~

nigen zich in nieuw partijverband hadden geor- ganiseerd en het mogelijk was geworden van de zijde der partij - de Partij van de Vrijheid - een blad uit te geven. Daarin is "Slaet" toen op~

gegaan.

Bezien tegen de achtergrond van de latere ont~

wikkeling is er voor zijn vrienden niet alleen re~

den tot dankbaarheid voor wat Klaas Stempels voor hen is geweest, maar voor de liberalen in het algemeen reden zijn arbeid te gedenken als te zijn geweest van essentiële betekenis voor de ontwik~

keling van het ,liberalisme in ons land. Klaas·

Stempels was een goed en vooruitziend liberaal.

K.

(2)

VRIJHEID EN DEMOOBATII!l 10 OCTOBER 1958- PAG. ·:S

Ontmoetinl{ met Nieuw Guinea (ll)

HOllandia stelt de bezoeker onmiddellijk problemen

voor de nodige

WoontoPstanden tn het havencomplex spotten met elke opvatting van hygiëne

Ofschoon de aankomst en de eerste kennismaking met Nieuw Guinea op Don- derdag 13 Augustus j.l. de Commissie niet waren meegevallen, was dat toch voor baar geen bezwaar om de volgende morgen alweer om 7 uur op het vliegveld van Blak aanwezig te zijn voor de laatste étappe, n.l. naar Hollandia.

plex, de algemene werkplaatsen en een woonoord, de .,Witte Olifant" geheten, van gehuwde Europeanen, waaronder ik ook de Indische Nederlanders rangschik.

Hier heersen nog woontoestanden, wel- ke spotten met elke opvatting van hygië- ne. Het nijpende gebrek aan grondstof- fen en de hoge kostprijs van de materia- len zijn oorzaak, dat dit complex voor bewoning niet gemist kan worden. Eer- lijkheidshalve moet hierbij worden opge- merkt, dat zij, die daar wonen, heel wei- nig medewerking verlenen om de woon- toestanden nog enigszins dragelijk te ma- ken.

Ditmaal vlogen wij met een Dakota van de K.L.M., het vliegtuig, waarmede d•

K.LM. In opdracht van de Nederlandse regering de verbinding onderhoudt met plaatsen als Sorong, Merauke, de Wisselmeren, Tanah Merah, enz.

De riakota's zijn natuurlijk veel minder luxueus dan de Connies, maar zij steken toch nog gunstig af bij de Catalina's van de Marine, waar de Commissie later mede kennis zou maken.

In ons gezelschap was de heer N. Makkes, directeur van Binnenlands Bestuur en Justitie, die ons namens de gouverneur te Biak had verwelkomd.

De vliegtocht naar Hollandia duurde ongeveer 2 uur en zo landden wij dus omstreeks 10 uur op het vliegveld Sen- tani, waar wij begroet werden door de gouverneur, dr. J. van Baal, vergezeld van zijn echtgenote, de resident van Noord Nieuw Guinea, de heer A. Lamers, de controleur mr. H. van Andel, alsmede de heren J. G. Rozenboom, directeur van Financiën, mr. P. Th .. J. van Tetering, directeur van Gezondheidszorg, Sociale en Culturele Aangelegenheden, G. B. For- tuyn, kapitein ter Zee, commandant Ma- rine Nieuw Guinea, D. Huiting, kolonel der Infanterie, commandant Landmacht Nieuw Guinea en de heer J. C. Baarspul, gouvernementssecretaris.

Na begroeting en kennismaking wer- den wij met auto's naar Hollandia-stad gereden, ongeveer 15 k.m. van het vlieg- veld gelegen.

Aldaar aangekomen, werd het gezel- schap gesplitst. Een viertal leden van de Missie logeerde ten huize van de gouver- neur, terwijl de vier andere leden en de griffier, kamers in het K.L.M.-hotel kre- gen toegewezen, waar de accomodatie van dien aard was, dat hierover zeker niet te klagen viel.

Des middags vond de eerste bespreking met de gouverneur plaats. 'Deze was ver- gezeld van zijn hoogste ambtenaren.

Tijdens dit onderhoud gaf de Missie de uitdrukkelijke wens te kennen 't zeer op prijs te stellen, indien zij zoveel mo- gelijk in contact zou worden gebracht met vertegenwoordigers van verschillen- de bevolkingsgroepen, om vooral ook van die zijde over de bestaande toestan- den te worden ingelicht.

Daarna werd een rondrit door Hollan- dia gemaakt en een korte wandeling door de oude kotta (= stad). Daarbij kwamen wij al direct tot de ontdekking, dat zij, die zich veel van de hoofdstad van Nieuw Guinea hadden voorgesteld, hierin erg teleurgesteld werden.

In de oude woning van Mac Arthur

Het paleis van de gouverneur is de oude woning van Mac Arthur tijdens de tweede wereldoorlog commandant der Amerikaanse invasietroepen in Oost- Azië, wiens verblijfplaats aanvankelijk op één der hoogste punten aan de baai van Hollandia had gestaan, maar later uit elkaar was genomen en opnieuw in Hol- landia-stad was neergezet.

De andere overheidsgebouwen, hier en daar nog wel aangeduid met .,departe- Amerikaanse niswoningen, dit zijn ba- rakkan, welke in verschillende afdelin- gen zijn onderverdeeld, maar verder wei- nig indruk maken.

Het postkantoor is van dezelfde make- lij en de overige woningen, behoudens enkele nieuwbouwprojecten, bestaan uit Amerikaanse niswoningen, dat zijn ba- rakken, afgedekt met een rond plaatijze- ren dak.

Dat voor Hollandia-stad van een zoge- naamd stadsplan met richtlijnen voor de bebouwing geen sprake was, bleek wel uit de tamelijk onoordeelkundige wijze van bebouwing. O.a. lopen tussen de wo- ningen der Europeanen ook enkele stra- ten, welke door de inheemse bevolking worden bewoond, waarbij dadelijk opviel, dat het ontbreken van riolering wel vele bezwaren opleverde.

Zaterdag 15 Augustus brachten wij een bezoek aan Hollandia-haven, waar, in te- genstelling met Hollandia-stad, wel een bebouwingsplan bestaat.

Hieromtrent kregen wij voorlichting van ir. A. M. J. v. d. Most, die o.a. me- dedeelde, dat men rond de Baai een aan- tal terreinen had gereserveerd voor ver- schillende bestemmingen. Deze terreinen werden dokken genoemd.

Het zogenaamde dok 5 was bestemd

voor de bouw van woningen voor meer gegoeden. Dit werden op zichzelfstaande landhuisjes met een inhoud van 60 tot 100 m3. Hiervan stonden er .al 30 tot 40 en men was van plan dit aantal zo spoe- dig mogelijk tot 100 uit te breiden.

Verder lag in het voornemen, de over- heidsdiensten van Hollandia-stad naar Hollandia-haven over te brengen. Voorts is men van plan daar een nieuwe wo- ning voor de gouverneur te bouwen, zo- mede een ziekenhuis terwijl men ook een begraafplaats wil aanleggen.

Bew011er• werken niet mee

Daarna bezochten wij het havencom-

Onder deze bewoners zijn ook enige gehuwde DETA-jongens, waarop ik nog wel nader zal terugkomen.

Om 12 uur vond er een bezoek plaats aan de marine-etablissementen, waar wij kennis maakten met het officierencorps van de te Hollàndia gestationneerde ma- rine. Hierbij was ook aanwezig de com- mandant van het marineschip .,van der Zaan", dat juist, na een tweejarig ver- blijf in de West, op doorreis naar Hol- land was.

Ook hier was, zoals wij dit van de ma- rine gewend zijn, alles kraakzindelijk, waarbij moet worden opgemerkt, dat de marine alles met eigen personeel in or- de· maakt en onderhoudt.

Ook zorgt zij voor eigen aanvoer van

DEZE BURGER

heelt, evenals gij, het nieuws uit Brits Guyana in onze brave kranten gelezen.

Dat nieuws is voor ons dubbel interessant omdat Brits Guyana aan Suri- name grenst.

Onze brave kranten hebben de Brits Guyanese premier dr. Cheddi ]a;ran nu pas ontdekt, ofschoon het nieuws betreffende hèm, toch 66k belangwek- kend nieuws voor ons is, vanwege de nabuurschap van zijn land met een deel van ons Koninkrijk.

In het maandblad Oost en West van September, Jas ik dit in de "Kroniek van Suriname":

"De premier van Brits Guiana, dr Cheddi· Jagan, heeft een bezoek aan Suriname· gebracht. Het doel van zijn bezoek was - zo lezen we in de be·

richten - te spreken over visvergunningen voor uit Brits Guiana afkomstige personen, die in de Corantijn wensen te vissen. Daarnaast werd ook de grenskwestie besproken, doch deze zal pas later worden behandeld.

Het bezoek van de heer ]agan heelt een lange nasleep gehad. De heer ]agan is immers voorzitter van de Peoples Progressive Partij, welke partij met 18 van de 24 zetels de meerderheid in het wetgevend college van Brits Guiana heeft, maar die er bovendien van verdacht wordt onder communis- tische invloed te staan.

Deze verdenking is niet bepaald denkbeeldig. Zo lezen we in de kranten, dat ]agan als hoofd van zijn regering heelt geweigerd algevaardigden naar Jamaica te zenden ter begroeting van koningin Elisabeth. ]agan verklaarde, dat &rits Guiana meer dan 10.000 dollar had uitgegeven voor de kronings- feesten en dat deze uitgaven in de toekomst bespaard zouden worden voor de volkswelvaart. "The colony can no'·Jonger a/ford to spend money enter- taining the royalty". En de minister van onderwijs van de regering-]agan zei: "We cannot continue to be sub-humans. We must sweep away impe- ralisme and /oreign power from our midst".

Verder had zich nog maar kort geleden een incident in Suriname voo~ge­

daan met mevrouw ]anet ]agan, die eveneens minister in de regering·]agan is. Mevrouw /agan had namelijk communistische congressen in Denemarken

"en Roemenië bezocht en kwam op de terugreis in Paramaribo, waar zij bij het spelen van de Engelse, Nederlandse en Surinaamse volksliederen de- monstratief was blijven zitten, omdat zij het niet nodig vond daarvoor op te staan. Dit had de Surinamers erg gegriefd.

Het bezoek van de heer /agan heelt ook zijn nasleep in de Surinaamse Staten gehad. Door verschillende leden (o.a. door de heer Findlay) werd op- gemerkt, dat zich donkere wolken boven Suriname- samenpakken en dat er iets gedaan moet worden om de mogelijkheid van communistische infiltratie uit Brits Guiana tegen te gaan. Volgens de heer Pengel was hetgeen de heer Findley zeide onzin: er pakten zich geen donkere wolken samen, het Surinaamse volk was niet vatbacu: voor het communisme en de minister zou zijn tijd toch wel aan iets anders kunnen besteden.

De minister van justitie Ensberg merkte op: Of er in Suriname communisme is, zoals men dit èlders aantreft, is een open vraag. Dit doet er ook niet zo- veel toe, om,-~~1 wij blijvend moeten observeren en waakzaam zijn op uitin- gen en g- ·en, die in die richting kunnen wijzen. Ik kan de heer Find- _ lay de vc J geven, dat wij in die richting inderdaad waakzaam zijn.

De heer Luc_umon sneed als kwestie de behandeling van de heer Jaryan aan. Hij zou niet zijn ontvangen en behandeld met de egards, die hem als minister toekwamen. O.a. zou de heer fagan niet hebben gelógeerd in het beste hotel van Paramaribo (Palace), maar in een (volgens Lachmon) hotel van mindere stand (Riverview). Dat de heer Lachman het voor de heer Jagan opnam, is in zekere zin begrijpelijk: beiden stammen zij uit het land India",

Ik hoop dat u mij deze lange aanhaling uit "Oost en West" vergeeft.

Ik wilde er alleen maar mee aantonen, dat zulke, voor ons zéér belang- rijke, zaken, ons d~r verreweg het grootste deel van onze Nederlandse pers onthouden worden, terwijl de kroniekschrijver van het maandblad .,Oost en West" ze putte uit de Surinaamse kranten.

Maar er is blijkbaar vrijwel geen Nederlands dagblad, op welks redactie- bureau de Surinaamse pers gelezen wordt.

Dit klinkt als een verwijt aan verreweg het grootste gedeelte der Neder- landse dagbladen?

Dat i s het ook.

Een verwijt en een in gebreke stelling door

DEZE BURGER.

de benodigde materialen, hetgeen zij na- tuurlijk met eigen schepen gemakltelijk kan doen. Ook hierop kom ik later nog wat uitvoeriger terug.

Voor deze middag stond voorts no.; een bezoek aan de DETA-barakken op bet programma.

De DETA-barakken, de naam zegt het al, vormen de verblijfplaats voor .de zo- genaamde DETA-jongens, ongeveer een duizend in totaal, die vlak voor de sou- vereiniteitsoverdracht waren aangezocht zich als werkkrachten in Nieuw Guinea beschikbaar te stellen.

Volgens inlichtingen van deze jongens moet dit geschied zijn onder voorspiege- ling van zeer aantrekkelijke voorwaar- den, waarvan de voornaamste wel was, dat zij in de gelegenheid gesteld zouden worden een eigen gezin te stichten.

Voor huisvesting zouden bouwmateria- len ter beschikking worden gesteld en bovendien werd in het vooruitzicht ge- steld, dat zij hun familieleden uit Indië zouden mogen laten overkomen.

Uit de aangegane contracten blijkt evenwel niets van deze toezeggingen. Dit neemt echter niet weg, dat de DETA- jongens zonder uitzondering verklaarden deze toezeggingen te hebben ontvangen en thans hevig teleurgesteld zijn, dat hiervan niets, maar dan ook niets wordt ingelost. Dit kweekt een zeer ontevreden stemming, welke af en toe in baldadig- heid tot uitdrukking komt. Vanzelfspre- kend leiden hieronder ook de arbeids- prestaties.

In het midden latende, of de gedane beloften verantwoord waren, verkeert de overheid hier in een moeilijk parket. De jongens toestemming te geven naar In- donesië terug te keren, is niet mogelijk, omdat z;j daar natuurlijk niet met open armen zullen worden ontvangen.

Het toestaan hun familieleden te laten overkomen, is om verschillende redenen ook niet mogelijk, o.a. niet, omdat er geen huisvesting voor hen is door gebrek aan bouwmaterialen en de abnormaal hoge prijzen, welke hiervoor worden ge- vraagd.

Dat de huisvesting in de barakken van deze jongens er in de loop der jaren niet op vooruitgegaan is, valt te begr;jpen.

Hierbij komt nog de grief, dat zij elke week voor hun huisvesting een bepaald bedrag moeten betalen, terwijl aan het onderhoud niets wordt gedaan. Inder- daad een moeilijk probleem!

Een l{eprikkelde stemminll

De stemming onder deze jongelui is dan ook bepaald slecht te noemen en zij kwam onder meer tot uiting in de opschriften, welke ter verwelkoming van de Missie op de muren waren gekalkt.

Dat de Missie-leden echter in groepjes van twee alle barakken bezochten. zon- der vergezeld te zijn van ambtenaren en daar een gehele middag met verschlllen- de groepen hebben zitten praten, verras- te hen wel en bleef niet zonder uitwer- king op de stemming. Natuurlijk waren de Missieleden niet in staat bepaalde toe- zeggingen te doen.

Aan dit probleem zal de overheid op korte termijn aandacht moeten schenken en zij zal hiervoor een oplossing m.oeten vinden, want ·men kan zich voorstellen, dat het bijeenbrengen van een duizend jongens in de leeftijd van 20 tot SO jaar, die nu al enige jaren zonder familie zijn, tot excessen moet leiden.

Des avonds vond een ontvangst plaata ten huize van de gouverneur, waar ken- nis gemaakt werd met leden en buiten- gewone leden van de Raad van Dienst- hoofden, alsmede hoofdambtenarem t.b., afdelingschefs en vooraanstaande parti- culieren: zending, kerk, missie, handel, scheepvaart, bedrijfsleven en bankwezen.

Het aantal bezoekers was ruim 150 .en dit is dan ook de reden, dat ik maar geen namen noem.

Zondagmorgen was er gelègenheid tot kerkgang en 's middags werd ond.er lei·

ding van de gouverneur een rondvaart gemaakt op het Sentani-meer met de veerpont ,.Prinses Margriet".

Het Sentani-meer is zeer mooi gele- gen met een aantal eilanden er in, waar- op zich kampongs van de Papoea's be- vinden, die ook langs de oevers wan het meer hun nederzettingen hebbel!l..

Op één van deze eilandjes welTil aan-

<Vervolg op JP88· ~~

(3)

VBU11EID mi" DEMOORATIE 10 OCTOBER 1953 - PAG. S

De Europese Defensie Gemeenschap en Engeland

Ruslands zware bewapening doet in het bijzonder de volken van West- Europa in voortdurende vrees voor een Russische agressie leven, een vrees, we!ke te groter is door het besef, dat geen enkele West-Europese mogendheid in staat is alleen en dus zonder hulp van anderen, het eigen gebied te< ver- dedigen. Dit besef dwingt er toe de zo hoog mogelijk opgevoerde eigen af- weerkracht op de een of andere wijze te doen samenwerken met die van andere West-Europese mogendheden.

Assemblée, maar vooral ook bij de ove- rige Engelsen. Het is niet met zekerheid te zeggen, maar er was alle aanleiding tot het vermoeden, dat deze rede · e Britse onder-minister van Buitenlandse Zaken, Nutting, aanleiding gaf om ter- stond van Londen naar Straatsburg te vliegen en zich aldaar in het debat te mengen, toen het enkele dagen later werd voortgezet. Zijn rede was van groot belang, nog verhoogd door de omstan- digheid, dat 't Foreign Office hem blijk- baar opzettelijk naar Straatsburg gezon- den had om eens even de puntjes pre- cies op de i's te zetten.

schap met deze Europese verdedigin&"s- inspanning te ontwikkelen (to develop a real partnership with this European defence effort)."

En dan na een verwijzing naar d<O ver- bintenissen, welke Engeland jegens West-Europa reeds op zich genurnen ha.

vervolgde hij:

Hij, die over deze zaken nadenkt, komt dan al spoedig tot de slotsom, dat voor een verdediging van West-Europa tegen. het Russische gevaar de mede- werking van Duitse troepen. onmisbaar is, wanneer er althans enig uitzicht op succes zal bestaan. Duitse troepen? Opnieuw een Duits leger? De wonden, waaruit Europa nog bloedt, wekk~n daarbij schrikbeelden. op en het is niet te verwonderen., dat juist Frankrijk, dat in de laatste eeuwen tot driemaal toe de Duitse laarzen over zijn plavei,sels hoorde dreunen, in een nieuw Duits leger

een dodelijk gevaar ziet. Ik acht het gewenst om voor de lezers

van dit blad enkele van zijn uit- spraken woordelijk te vertalen uit het officiële verslag van de vergadering der Assemblée op Dinsdag 22 September. De heer Nutting verzette zich in krachtige en zeer duidelijke termen tegen Roben's ontwapeningswensen en bepleitte daar- entegen 't voortgaan van de versterkin&, van W est-Eurç.pa, Ten aanzien van de eenheid van West-Europa verwees hij naar de bekende rede van Churchill op 11 Mei j.l., waarin hij een Viermogend- hedenconferentie op het hoogste niveau voorstelde, maar tevens aandrong op be- vordering van de West-Europese eenheid en op versterking van haar afweer- kracht. En dan vervolgde Nutting:

"Wanneer de E.D.G. van kracht wordt, zal ons deelgenootschap daar- mede enger zijn dan enig deelgenoot•

schap dat we ooit vroeger gehad heb·

ben. Ik ben niet vrij om de nauwkeu- rige termen te onthullen van onze laat- ste voorstellen tot Britse aansluiting aan de E.D.G ... , maar ik kan wel zeggen, dat zij iets nog nauwers beogen dan de verhouding welke wij hebben tot de Kolen- en Staal Gemeenschap."

H

oe de onmisbaarheid van Duitse te nadruk verzekerd, dat Engeland niet een zuiver Europese mogendheid w<.s, maar dat het Britse Gemenebest - dat is dus Engeland met zijn Domin:ons etc.

- belangen over alle werelddelen ver- spreid te verdedigen had en dat het zich dus niet al te nauw kan verbin ien met West-Europa. Terwijl de E.D.G. hoopte, dat zij een derde macht zou kunnen vor- men tussen Amerika en Rusland, stuur- de Engeland aan op een verdeling van de macht over vier groepen: de drie ge- noemde en het Brits imperium.

* • •

D

e voorstellen, waarop de heer troepen te verzoenen met de West-

Europese, in het bijzonder Franse vrees voor Duits militairisme? Van Franse zij- de heeft men de mogelijkheid daartoe gezien in de schepping van een Europees leger. Ziehier een van de bedoelingen van de Europese Defensie Gemeenschap, die een Europees leger, bestaande ui:t Benelux', Franse, Italiaanse en Duitse af- delingen zal vormen onder een Europese commandant met een Europese - dus internationaal samengestelde - staf. Dit betekent dus, dat er niet een < specifiek Duits leger met een Duitse generale staf zal zijn; maar zelfs dit plan heeft niet alle vrees in Frankrijk kunnen wegne- men: velen blijven vrezen, dat de invloed van Duitsland in dat Europese leger overheersend zal zijn of althans binnen niet te lange tijd zal worden.

Het is daarom, dat FraJ}krijk er altijd veel waarde aan heeft gehecht, dat ook Engeland zou toetreden tot de E.D.G.

Zou het daartoe bereid zijn, dan was het gevaar voor een Duitse overheersing in de E.D.G. uiteraard geringer. Maar En- geland heeft dat niet willen doen; niet ééns, maar meermalen heeft het met gro-

Deze afzijdige houding van Engeland is tot dusverre een van de hinderpalen <

geweest voor de totstandkoming van de E.D.G. Maar wat is er nu onlangs te Straatsburg gebeurd?

E

en van de eerste sprekers in het algemeen politiek debat was de Engelse Labour-afgevaardigde Robens;

hij bepleitte een ontwapening van Duits- land voor een periode van vijf jaar op voorwaarde dat internationale conferen- ties in die tijd de algemene ontwapening zouden weten te bereiken. Deze rede viel in slechte aarde bij de meeste leden der

.,De voorbereidin&"en en gezamenlij- ke moeiten waarop de Eerste Minister doelde, sluiten natuurlijk de E.D.G. en de bijdra&"e van Duitsland aan de ge- wapende- verdedi&"ing in. Toen de Raad van Europa in .Juni jJ. dat debat had moeten houden, heeft de Eerste Minis- ter mij opgedragen het duidelijk te maken, dat Hare Majesteits regering vierkant achter de E.D.G. stond, dat zij besloten was alles in haar macht te doen om ze te ondersteunen en te hand!'aven en om een echt deelgenoot-

Nutting doelde, zijn aan de zes landen van de E.D.G. gedaan; er wordt nog overleg over gepleegd en 'n uiteindelij- ke overeenstemming is nog niet bereikt.

Maar ik meen toch, dat de rede van de onder-minister van Buitenlandse Zaken, die op een interruptie antwoordde, dat hij niet de mening van de Eerste Minis- ter allt>~n. maar die van Hr Majesteits regering weergaf, de totstandko:ning van de E.D.G. en daarmede de veiligheid van West-Europa sterk bevorderd heeft. Toen"

ik later aan het woord kwam, heb ik c e heer Nutting dan ook hartelijk bedankt voor de openhartige en duidelijke wijze, waarop hij, sprekende namens de Engel·

se regering, de zaak der Europese ge- meenschap gesteund had. Ik achtte zijn steun bemoedigend voor ons allen en ik sprak de hoop uit, dat de voorstellen waarop hij gedoeld had metderdaad zou- den leiden tot een nog groter Europe~e

eenheid.

WENDELAAR

*

LC-an

WEEK tot WEEK *

Crisi.s van het socialisme

(I)

Vooral in het socialistische kamp ontwikkelt zich met betrekking tot het volgen van een vaste koers een ernstige ongerustheid, een ongerust- heid, die zich niet alleen in ons land, maàr ook ver daarhuiten manifesteert. En deze ongerust- heid is begrijpelijk.

Want dwars door alle partij--politieke grenzen heen voltrekt_zich op het ogenblik een ontwikke- Ung op politiek en economisch gebied, die het zo vaak verguisde en met het stempel "ouderwets"

gekenmerkte liberalisme, meer en meer in het ge- lijk stelt en meteen de vraag doet ontstaan of het socialisme de mens - de moderne mens van onze tijd - l!og uitkomst weet te brengen.

Er zijn op dit gebied de laatste tijd enige mar- kante voorbeelden te noemen, waarop wij op deze plaats gaarne de nadruk willen leggen.

Dat het socialisme opnieuw aan een "revisio- nisme" toe is bleek vorige week wel duidelijk uit een uitspraak van de Engelse socialistische leider Clement Attlee die werd gedaan op het congres van de Britse Labour Party te Margate.

Tijdens dit congres legde de socialistische ex- premier o.m. de volgende verklaring af:

"Er is in Labour een gebrek aan helder denken en aan een klare en duidelijke afbakening van de weg naar een bepaald doel. Ik weet werkelijk niet meer wat de jonge lui van tegenwoordig wil- len. Zij hebben destijds een geweldige hoop prachtige ideeën gekregen van de eerste socialis- ten. Maar zij leefden in de eeuw van koningin Victoria. Van wat wij hebben g~zegd, is nu een groot deel waardeloos geworden. Wij hebben nieuwe mensen en nieuwe groepen nodig, die ideeën kunnen uitdenken welke van toepassing zijn op de eeuw van Elisabeth".

Waarlijk, eerlijker en openhartiger had de Brit- se socialistische voorman het niet kunnen zeggen.

Zijn woorden belichamen de grote klacht, dat het socialisme op het ogenblik weinig heeft te zeggen en nog minder heeft te bieden aan de ge- neratie van onze tijd.

< Dit is een even belangwekkend als opmerke~

lijk verschijnsel, dat wij goed in het oog dienen te houden. Het socialisme maakt internationaal zowel als nationaal een moeilijke tijd door, omdat

enerzijds zijn beginselen zijn achterhaald en an- derzijds is gebleken, dat onze moderne samenle- ving zich noodzakelijkerwijze gaat ontwikkelen langs de lijnen door het liberalisme met zoveel volharding uitgestippeld.

Crisis van het socialisme

(11)

De vertwijfelde uitlating van Attlee staat ove- rigens niet op zichzelf. Op 19 September j.l.

mochten wij ter plaatse de woorden aanhalen van de Duitse socialist Friedrich Stampfer, die zich van de Duitse socialistische partij afvroeg "of zij haar opgaven wel altijd goed begrepen heeft en oplossingen heeft voorgestaan, die het volk be- grijpen kon".

Ook hier te lande heeft men in het socialisti- sche kamp woorden van zelfcritiek kunnen ho- ren. W diswaar werden deze woorden gesproken in de kring der socialistische jongeren, doch juist daarom achten wij deze woorden des te waarde- voller.

Het was n.l. drs. J. J. Voogd, die tijdens het jongerenweekend van de Federatie Amsterdam van de Partij van de Arbeid o.m. zeide: "De taak van de jongeren in de Partij van de Arbeid moet zijn het doorbreken van de zelfgenoegzaamheid, het leveren van opbouwende critiek en voort te gaan op de weg, die anderen in de socialistische strijd voor ons hebben gebaand".

Drs. Voogd drukte zich nog zeer matig uit, maar men voelt duidelijk, dat juist de moeilijkheid schuilt in het voortgaan "op de weg, die anderen in de socialistische strijd hebben gebaand".

Dit voortgaan wordt voor de socialisten steeds moeilijker, omdat van een specifiek socialistische weg geen sprake meer is. Het ongetwijfeld baan- brekende werk van het socialisme heeft practisch een einde genomen en het blijkt thans onmogelijk de massa langer te binden met beloften, die irreëel zijn en daardoor niet ingelost kunnen worden.

De maatschappij heeft zowel internationaal als nationaal een dergelijke vlucht in haar ontwikke- ling genomen, dat met name het sociale vraag- stuk - een der steunpilaren van de socialistische

leer en propaganda - tot een redelijke oplossing kwam niet in het minst door de actieve medewer- king van de liberale gedachte, die in dit verband als pionier zo vaak werd miskend.

Nogmaals, het socialisme maakt· op het ogen~

blik een moeilijke tijd door, waarbij steeds naar nieuwe wegen wordt gezocht om het eenmaal ver ..

overde terrein te behouden. De door ons geci ..

teerde uitspraken van socialisten afkomstig mo~

gen daarbij dienen als een overtuigend bewijs.

Het kan goed zijn, dat wij van deze ontwikkeling kennis nemen en dat wij vooral oog blijven hou•

den v,oor hetgeen zich op het ogenblik in het so~

cialistische kamp afspeelt.

De praktijk geeft het antwoord

I

n het bijzonder in onze nationale economische politiek tekent zich de laatste tijd een ontwik~

keling af, die het socialisme volkomen het gras voor de voeten wegmaait en een bevestiging vormt van het liberale inzicht, hetwelk onder de dwang der omstandigheden door de overige po~

litieke partijen node wordt gevolgd.

Wij herinneren in dit verband o.m. aan de ex- portnota, die destijds door minister Van den Brink werd uitgebracht en die voor meer vrijheid voor het bedrijfsleven pleitte teneinde onze ex~

port te vergroten.

Wij wijzen op de jongste belastingvoorstellen van de regering, die • hoe onvolmaakt overigens ook- getuigen van de noodzaak, het bedrijfsleven niet te zeer aan banden te leggen, teneinde a} ..

dus de werkgelegenheid voor de werkende massa niet geheel en al te verstikken.

Wij wijzen op de onlangs verschenen produc~

tiviteitsnota. van de regering, mede-ondertekend door de socialistische minister Suurhoff, waarin tenslotte en ten lange leste wordt erkend, dat het voor ons land nodig is de beschikking te hebben over gequalificeerde arbeiders en dat het in ver~

band hiermede gewenst is, een "juiste beloning ...

te krijgen voor deze arbeiders ten opzichte van de lager gequalificeerden. Hiermede wordt • me•

de door de socialisten - de zo noodzakelijke deni ..

velleringspolitiek erkend.

Wij geven slechts enkele grepen uit de practi ..

sche politiek, waaruit wel zeer duidelijk blijkt, hoe het liberale frapper taujours tenslotte tot een be- vredigende uitkomst leidt.

Dit is een voor het socialisme minder prettige (vervolg op pag. 5)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

“Ook voor bedrijven en vereni- gingen lassen we een voor- verkoop in van 29 oktober tot 11 november.. Zij kunnen zich aan- melden

In het kader van de Warmste Week schen- ken ze de opbrengsten van de eetavond weg aan De Stappaert, een lokale vzw die zich inzet voor kansar- me jongeren en jonge al-

Als je die weghaalt, houd je de twee grijze rechthoeken over; die hebben daarom ook gelijke oppervlakte.. ad en bc zijn de oppervlakten van de grijze rechthoeken; volgens vraag

Lange afstanden reed men met een koets, korte afstanden liep men.. Kruis aan:

&#34;is de Partij overtuigd, dat het geso- cialiseerde bedrijt in beginsel zeker geen betere waarborgen biedt dan het particuliere voor de bevrediging van de

B ij ons bestaat een grote vergaarbak, waarin alles wat aan de protestantse kant progressief denkt, predikt en ageert, (ook in het R.K. kamp), is ondergebracht, van

lers en uitgevers niet alleen aan de belangstellenden in het binnenland hebben gedacht maar aan allen, over de gehele wereld, die zich bezig hou- den met de

On- getwijfeld, het zal niet makkélijk zijn deze massa snel en in al zUn geledingen te bereiken, doch deze mogelijkheid mag ons niet afschrikken de waarheid te