• No results found

Commissievoorstel Omgevingswet

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Commissievoorstel Omgevingswet"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

COMMISSIEVOORSTEL Informerend

BIJ ZAAKNUMMER: 2017002725

Voorstel voor de vergadering van de Commissie Ruimte op 28 maart 2017

Agendanummer : 4

Onderwerp: Omgevingswet

Opsteller: T.L. Wiersma, team Ruimte Portefeuillehouder: T.M. Martens

Datum: 10 februari 2017

Voorstel: Kennis nemen van de stand van zaken van de voorbereiding op de implementatie van de Omgevingswet

Presentatie: Ja

Samenvatting

Op 23 februari 2016 bent u via een presentatie geïnformeerd over de achtergronden en impact van de Omgevingswet. Graag informeren wij u middels bijgaand voorstel over de huidige stand van zaken.

Datum in werking treden Omgevingswet:

In afwijking van de informatie die in februari 2016 is verstrekt, treedt de Omgevingswet niet in werking op 1 januari 2018. Het rijk werkt momenteel nog hard aan de

uitvoeringsregelgeving (AMvB’s), aanvullende wetten (natuur, grond, bodem en geluid) en een invoeringswet, waarin onder andere het overgangsrecht geregeld wordt. De verwachting is dat de Omgevingswet in de loop van 2019 in werking treedt.

Nog even kort: wat en waarom Omgevingswet:

Waarom een nieuwe wet? Door de jaren heen zijn veel wetten en regels rond de fysieke leefomgeving ontstaan. Doel van deze wetten en regels is het beschermen van de kwaliteit van de omgeving.

Dit is een goede doelstelling, die echter een keerzijde kent. Het huidige stelsel is complex. Er zijn inmiddels 26 wetten met duizenden artikelen, die onder verschillend bevoegd gezag vallen. Veel regels liggen bij hogere overheden, terwijl de ontwikkelingen veelal op lokaal niveau spelen. De wetten zijn sectoraal, wat onze wens om meer

integraal te werken bemoeilijkt en integrale besluitvorming lastig maakt. Al met al leidt de huidige wet- en regelgeving ertoe dat we vooral bezig zijn met het toetsen van regels (mag het wel), in plaats van met de vraag of een ontwikkeling wenselijk is (willen we het). Dit werkt vertragend, soms zelfs belemmerend.

Met de Omgevingswet worden alle wetten en regels op het gebied van de fysieke

leefomgeving gebundeld en vereenvoudigd. Dit moet leiden tot een inzichtelijk, integraal en gebruiksvriendelijker pakket aan regels, waarbij regels worden losgelaten of

gedecentraliseerd. Hierdoor ontstaat meer lokale afwegingsruimte en een meer gebieds- en opgavegericht omgevingsbeleid.

(2)

De omgevingswet heeft zowel tot doel de fysieke leefomgeving te beschermen

(oorsprong van alle huidige sectorale wetten), als een basis te vormen voor verantwoord gebruik van de leefomgeving (gewenste ontwikkelingen verantwoord mogelijk maken).

In bijlage 1 vindt u een kleine samenvatting van de doelstelling en reikwijdte van de wet.

Wat betekent het voor de gemeente Asten:

Grote scope/impact: een groot deel van ons werk bestaat uit het beheren en ontwikkelen van de fysieke leefomgeving. We zijn gewend geraakt veel te werken met wettelijke kaders (zowel van onszelf als van hogere overheden). De stelselwijziging neemt dan ook een grote verandering met zich mee en is merkbaar in alle lagen van de gemeente (ambtelijk, bestuurlijk, politiek).

Kansen: door de beoogde decentralisatie (meer lokale afwegingsruimte) en deregulering (integratie van sectorale wetten in 1 Omgevingswet, verminderen van regels) is er straks meer ruimte voor lokaal maatwerk en kunnen we eenvoudiger gewenste ontwikkelingen mogelijk maken.

Ingewikkelde opgave: het is een grote operatie. Er wordt wel gesproken van “De Vierde Transitie”. De stelselwijziging is een majeure operatie. Dit is vooral een

rijksaangelegenheid. Maar het gaat niet alleen om een wetgevingsoperatie; het betreft ook om een maatschappelijke opgave en een cultuurveranderingstraject. Wat betekent dat voor de gemeente:

1. We moeten leren werken met de nieuwe regelpakketten;

2. We moeten leren werken met beleidsvrijheid en met lokale afwegingsruimte (dit vraagt wat van de besluitvorming);

3. We moeten nieuwe instrumenten opstellen (omgevingsvisie, eventueel programma’s, omgevingsplan);

4. We moeten meer samenwerken, met elkaar, met ketenpartners, met de samenleving;

5. We moeten de samenleving hiertoe uitnodigen;

6. We moeten uit de toets-modus komen (mag het?) en leren om gebieds- en opgavegericht te werken (willen we het, kan het?);

7. We moeten onze werkprocessen aanpassen (1 loket, snellere procedure, meer vergunningvrij, andere rol handhaving, meer samenwerking met ketenpartners);

8. We moeten ons automatiseringssysteem aanpassen (aansluiten op het Digitaal Stelsel Omgevingswet, zorgdragen voor dynamische digitale uitwisselbaarheid van informatie, met 1 druk op de knop alle relevante informatie over de fysieke

leefomgeving op een bepaald adres beschikbaar kunnen stellen).

Kortom; er komt veel op de gemeente af. De centrale vraag voor onze organisatie is: hoe kan de gemeente Asten zich zorgvuldig voorbereiden op de implementatie van de

Omgevingswet in 2019?

Aanpak: berekenende ambitie

Er is een kernteam opgericht dat deze vraag gaat beantwoorden. Het kernteam richt zich op 5 pijlers/actiegebieden:

1. Juridisch (stelselwijziging zelf);

2. Instrumenten;

3. Werkprocessen;

4. Automatisering;

5. Kennis, kunde, cultuur.

(3)

Uit een eerste analyse van het kernteam blijkt het volgende:

1. Asten begint niet bij nul: we zijn geen “over-regelde” gemeente, er bestaat al een cultuur van integraal werken (projectmatig werken, overzichtelijke

werkorganisatie), de werkprocessen zijn in het kader van de WABO opnieuw georganiseerd, er wordt veel gewerkt met en voor de samenleving waardoor we al gewend zijn om van buiten naar binnen te denken en onze bestemmingsplannen zijn actueel/digitaal raadpleegbaar (of in een vergevorderd stadium).

Dit betekent niet dat de Omgevingswet geen aanleiding geeft om te vernieuwen, maar er is al jaren een proces van verandering gaande dat past in de geest van de Omgevingswet.

2. Kaders Omgevingswet nog onduidelijk: het rijk is nog druk bezig met de

stelselwijziging en de regelpakketten die van hogerhand blijven gelden. Ook wordt nog gewerkt aan het Omgevingsbesluit (hoe gaan procedures precies lopen) en de invoeringsregelgeving (waar onder andere het overgangsrecht in staat). De

provincie werkt nog aan haar Omgevingsvisie en komt in 2019 met een Omgevingsverordening.

Kortom, onduidelijk is welke regels nog wel van hogerhand blijven gelden, wat gedecentraliseerd wordt, wat losgelaten worden en welke beleidsvrijheid de gemeente nu echt gaat krijgen.

In overleg met B&W en MT is daarom voor een berekenende ambitie gekozen:

- We richten ons op in ieder geval de wettelijk noodzakelijke wijzigingen en nemen hiervoor de tijd die de wet ons geeft;

- We kijken per pijler of het wenselijk is deze ambitie te verhogen (bijvoorbeeld voor onderdelen waar de Omgevingswet voordeel kan opleveren of gewenste veranderingen of al lopende veranderingen kan versterken of bespoedigen);

- We beginnen niet bij nul, maar weten ook nog niet precies waar we naar toe moeten omdat de kaders nog niet duidelijk zijn. We kunnen kijken naar hoe het nu is (IST), waar we naar toe willen (SOLL), maar we weten nog niet wat we moeten of mogen (MÜSS). We kijken daarom nadrukkelijk naar wat we wèl

kunnen doen, maar passen ons tempo heel bewust aan op het beschikbaar komen van de benodigde informatie.

Wat gebeurt er in 2017:

Met deze ambitie in het achterhoofd zijn de volgende acties voorzien in 2017:

- Verdere bewustwording en verdieping in de achtergronden en impact van de wet;

- Volgen stelselwijziging/juridisch traject (in de 1e helft van 2017 meer duidelijkheid over de Invoeringswet en de AMvB’s, hoewel de definitieve regelingen pas in 2018, na advisering door de Raad van State, gereed komen);

- Beleidsinventarisatie (wat hebben we, wat willen we: dit is een opstap naar de Omgevingsvisie, waarin al het –gewenste- beleid op het gebied van de fysieke leefomgeving zal worden geïntegreerd);

- Verder uitbouwen regionale intervisie met de Peelgemeenten, mogelijkheden samenwerking en inhoudelijke afstemming onderzoeken;

- Opstarten verkennende gesprekken met de ketenpartners (hoewel de kaders nog niet definitief zijn kan al wel gezamenlijk gekeken worden wat er op ons af komt, wat we willen regelen of loslaten, hoe we de gezamenlijkheid in werkprocessen zien);

(4)

- Evaluatie huidige werkprocessen (wat loopt goed, wat kan beter);

- Aanhaken op en input halen uit diverse bestuurlijke trajecten: Integrale Strategie Ruimte (MRE), Ruimtelijke Agenda Peelgemeenten (Peel 5.1), Toekomstvisie Asten 2030 (Asten), om te kijken welke doelen en strategische keuzes hierin staan die vertaald moeten worden in de gemeentelijke Omgevingsvisie;

- Verkennen traject Omgevingsvisie (leren van Pilotgemeenten, verdiepen in gewenste vorm, welke wijze van participatie, verkenning adviesbureaus).

Wat betekent het voor u:

Wat betekent dat nu voor u? Voor u zit de impact van de wet in de pijlers juridisch, instrumenten en kennis/kunde/cultuur.

Concreet:

- U moet de bedoeling van de Omgevingswet leren kennen;

- U bent in staat de vertaalslag naar integraal gebieds- en opgavegericht werken maken in plaats van sectorale kaders te stellen.

- U hebt een rol in het opstellen van de omgevingsvisie, het omgevingsplan en wellicht de programma’s. Dit vraagt om herijking van kaders in overleg met de samenleving (welke behoeften heeft de samenleving). U doet hierbij uitspraak in de strategische keuzes in de fysieke leefomgeving en in de mate van

beleidsvrijheid (hoe los of hoe vast u hierin zaken wilt regelen). Zie verder onder het kopje Voorbereiding Omgevingsvisie.

Gedrag:

- U krijgt nadrukkelijker een rol als verbinder; het contact met de samenleving en haar wensen/behoeften neemt een steeds prominentere rol in en u hebt als volksvertegenwoordiger een belangrijke antennefunctie. Aan de andere kant hebt u ook een rol in het uitnodigen en stimuleren van de samenleving, waarbij u ook stuurt op meer initiatieven en gevoel van eigenaarschap bij de inwoners.

- U moet hierbij kunnen werken met minder regels, waarbij niet langer de

systeemwereld van het sectoraal toetsen centraal staat, maar juist het denken in doelen, wenselijkheid en integrale/gezamenlijke leefwereld. Dit biedt kansen, maar is ook spannend (flexibiliteit versus rechtszekerheid, toenemend belang van integrale afwegingen en consequentie-analyses).

- U moet leren los te laten, in een wereld waarin meer wordt overgelaten aan derden (vertrouwen)

Dit vraagt om een kanteling in denken en werken die schematisch als volgt is weer te geven:

HUIDIGE WETGEVING OMGEVINGSWET

Goede ruimtelijke ordening op basis van bescherming van de fysieke leefomgeving

Gezonde, veilige leefomgeving die gebruikt kan worden voor maatschappelijke doeleinden

Sectoraal en star Integraal en flexibel

Norm/regeldenken Sturen op doelen en ambities

Toelatingsplanologie Uitnodigingsplanologie

Toetsen initiatieven Meedenken, dialoog, keukentafelgesprekken Gedetailleerd dichttimmeren Loslaten in vertrouwen

Door een regelmatige terugkoppeling in de Commissie Ruimte willen wij graag

stapsgewijs met u afstemmen op welke wijze u bij deze kanteling begeleid, gevoed en betrokken kunt en wilt worden.

(5)

Voorbereiding Omgevingsvisie:

Zoals gezegd hebt u een nadrukkelijke rol in het opstellen van de nieuwe instrumenten.

Dit wordt een belangrijke taak voor de komende jaren.

Samengevat komt het er op neer dat u het beleid voor de fysieke leefomgeving

(strategische keuzes, doelen) vastlegt in de Omgevingsvisie, eventuele uitvoeringsregels in een programma (bijvoorbeeld een waterprogramma) en juridisch bindende regels in het Omgevingsplan.

Omgevingsvisie (opstellen tussen 2017-2019):

De Omgevingswet stelt het opstellen van een Omgevingsvisie door de raad verplicht. De Omgevingsvisie is vormvrij, maar er gelden wel wettelijke eisen vanuit de

Omgevingswet:

- De visie beschrijft strategische doelen en keuzes voor de verschillende

beleidsterreinen in de fysieke leefomgeving (natuur, milieu, RO, verkeer etc), die nu nog vaak verspreid over afdelingen en commissies geborgd zijn;

- Het moet één beleidsstuk worden met samenhangend beleid voor de gehele fysieke leefomgeving; de beleidsterreinen mogen niet onderling strijdig zijn en er kan niet worden volstaan met een optelsom van ons nu geldende beleid (hierin mist namelijk de vereiste samenhang/integratie);

- Het beleid moet niet alleen gaan over ontwikkelingen, maar ook over de bestaande situatie en de manier waarop deze behouden of verbeterd wordt (beheer, bescherming en behoud);

- De visie moet worden voorbereid met de samenleving (vroegtijdige participatie);

- De visie moet worden voorbereid via afdeling 3.4 van de Awb;

- De omgevingsvisie is zelfbindend voor de bestuurslaag die het heeft vastgesteld (de raad) en sturend voor het opstellen van het Omgevingsplan.

Wij moeten nog keuzes maken over de Omgevingsvisie. Welke vorm past bij Asten, welke thema’s komen aan bod, hoe wordt de samenleving betrokken? Welk beleid hebben we op dit moment op het gebied van de fysieke leefomgeving en hoe willen we hiermee verder? Ons voorstel is ons in 2017 voor te bereiden op de Omgevingsvisie. Wij willen u hier stapsgewijs over raadplegen en in betrekken. Dit zal plaatsvinden vanaf de 2e helft van 2017, als u een stap verder bent met diverse andere lokale en regionale visies (zie verder onder het kopje Andere relevante acties). De Omgevingsvisie wordt vervolgens in 2018 opgesteld en uiterlijk in het 1e kwartaal van 2019 (vóór

inwerkingtreding van de Omgevingswet) ter vaststelling aan u voorgelegd.

In die periode hebben we ons eigen fysieke leefomgevingsbeleid onder de loep kunnen nemen en de inhoudelijke afstemming kunnen doen met regionale visies die van invloed zijn op de Astense keuzes voor de fysieke leefomgeving. Ook is dan de provinciale Omgevingsvisie gereed. Deze visie wordt op gesteld op basis van de input die wij zelf leveren (zie onder andere relevante acties).

Programma’s en Omgevingsplan (2019-2028):

De Omgevingsvisie wordt gevolgd door het traject van het Omgevingsplan. Het Omgevingsplan vervangt de bestemmingsplannen en is eveneens een verplicht

instrument. Door vaststelling van het Omgevingsplan kent u voor het gehele grondgebied van de gemeente functies en regels toe aan locaties. Op dit moment wordt de wenselijke reikwijdte van het Omgevingsplan door het rijk geconcretiseerd: het is op dit moment nog niet duidelijk welke regels verplicht in het Omgevingsplan moeten worden

opgenomen en wat er juist niet in thuis hoort. Ook is nog niet duidelijk welke juridische kaders van hogere overheden blijven gelden. Naar verwachting zijn de nieuwe rijksregels

(6)

(AMvB’s) in 2018 gereed. De provinciale verordening is aangekondigd voor 2019. De Omgevingswet vraagt van de provincie een terugtrekkende rol. Onduidelijk is nog hoe dit in de nieuwe provinciale verordening tot uitdrukking zal komen. Om die reden is het college voorgesteld voorlopig nog niet aan de slag te gaan met een Omgevingsplan (berekenende ambitie). Er is ook nog voldoende tijd: de gemeente heeft naar

verwachting tot 10 jaar na inwerkingtreding van de Omgevingswet tijd om de huidige bestemmingsplannen te vervangen door een Omgevingsplan.

Programma (nader te bepalen):

Naast de Omgevingsvisie en het Omgevingsplan is er nog een derde instrument relevant:

afhankelijk van de aard en het detailniveau van de Omgevingsvisie kunt u programma’s laten opstellen en vaststellen (uitvoeringsprogramma’s ter uitvoering van de gestelde doelen en strategische keuzes). Of dit voor Asten nodig of wenselijk is, is nog niet inzichtelijk.

Andere relevante acties voor u op korte termijn:

U bent op dit moment betrokken bij diverse andere acties die op zichzelf al een

voorbereiding op de Omgevingswet zijn of een belangrijke relatie met de Omgevingswet (Omgevingsvisie) hebben. Het gaat om het volgende:

Toekomstvisie Asten 2030:

Op dit moment wordt het rapport Toekomstvisie Asten 2030 voorbereid. Een integrale toekomstvisie, waarin zowel sociaal-maatschappelijke en economische opgaven en ambities aan bod komen, als ook ruimtelijke randvoorwaarden en kansen. U speelt een belangrijke rol in dit traject, samen met vertegenwoordigers uit verschillende geledingen van de samenleving. Doel van dit traject is aan te tonen dat Asten een veerkrachtige gemeente is die, zelfstandig of met gebruik van haar netwerken, de maatschappelijke vraagstukken van de toekomst kan aanpakken. U stelt de eindrapportage vast in het 2e kwartaal van 2017.

In later stadium gaat u aan de slag met de Omgevingsvisie. In de Omgevingsvisie maakt u strategische keuzes voor al het fysieke omgevingsbeleid in de gemeente. Hier ligt het verschil met de Toekomstvisie 2030. Voor een deel zal er overigens wel een overlap zitten in beide visies. In de Omgevingsvisie vindt de ruimtelijke vertaling plaats van diverse thema’s uit de Toekomstvisie 2030 voor zover deze gerelateerd zijn aan de fysieke leefomgeving: wat is het probleem dat opgelost moet worden of de visie die gerealiseerd moet worden? In welk gebied gaan we dit doen? Wie hebben belangen in dat gebied en kunnen meedenken? Welke alternatieven zijn er? Er mogen uiteraard geen discrepanties zitten tussen de Toekomstvisie 2030 en de Omgevingsvisie.

Vaststellen regionale visies:

U bent ook betrokken bij 2 regionale visies:

- Integrale Strategie Ruimte: hierin worden strategische keuzen en opgaven

bepaald op (sub)regionaal niveau, soms leidend tot projecten van (inter)nationale belangen, om de MRE-regio verder te ontwikkelen tot een economische topregio met internationale allure en regionale eigenheid. De ISR richt zich zowel op verstedelijking van het stedelijk gebied (Eindhoven, Helmond) als op het

omliggende landelijk gebied (waaronder Asten). U stelt de ISR vast (samen met de andere MRE-gemeenteraden), naar verwachting in het 2e kwartaal van 2017.

Het ISR vormt, net als Veerkrachtig Bestuur, straks een kader voor de Omgevingsvisie. Strategische keuzes die in het ISR gemaakt zijn en een link hebben met de fysieke leefomgeving van Asten worden ruimtelijk vertaald in de Omgevingsvisie. Naar boven toe vormt de ISR de input van onze regio voor de

(7)

Omgevingsvisie die door de provincie Brabant wordt opgesteld (streefdatum gereed 2018).

- Ruimtelijke Agenda De Peel: de peelgemeenten leveren gezamenlijk hun input aan de ISR via deze ruimtelijke agenda. Deze agenda ziet, meer dan ISR en de Toekomstvisie Asten 2030, toe op de fysieke leefomgeving. Hier ligt een groot raakvlak met de Omgevingsvisie, met uitzondering van het schaalniveau. De Ruimtelijke Agenda kijkt naar ruimtelijke hoofdstructuren in de regio en naar bestaande omgevingswaarden/kwaliteiten. In de Agenda worden ruimtelijke en economische ontwikkelopgaven benoemd (huidige en toekomstige) en, met inachtname van de omgevingskwaliteiten, worden strategische keuzes voor de verdeling van functies en opgaven voorgesteld. U stelt de Ruimtelijke Agenda (samen met de andere Peel-gemeenteraden) vast, naar verwachting in het 2e kwartaal van 2017. De Omgevingsvisie gebruikt deze agenda eveneens als kader.

Kortom: de visies die u in de eerste helft van 2017 vaststelt (op de schaal van Asten, de Peel en de MRE) zijn richtinggevend voor de Omgevingsvisie.

Versterken lokale democratie/burgerinitiatieven:

In uw opdracht is inmiddels een Plan van Aanpak burgerparticipatie en burgerinitiatieven vastgesteld (december 2016). Dit vloeit voort uit de behoefte (zowel binnen als buiten het gemeentehuis) aan het versterken van de lokale democratie. Dat wil zeggen dat de gemeente Asten haar inwoners gaat stimuleren om burgerinitiatieven op te zetten.

Uiteraard worden lopende activiteiten op het gebied van burgerparticipatie ook

doorgezet. Doel is dat er in de Astense gemeenschap een pro-actieve houding ontstaat:

burgerinitiatieven zijn aan de orde van de dag en de gemeente spant zich in om samen met haar inwoners te komen tot de beste oplossingen en resultaten. Hier ligt een

duidelijke relatie met de manier van denken en werken die de Omgevingswet voor ogen heeft. Het verder versterken van de lokale democratie vormt daarmee een belangrijke basis voor de implementatie van de Omgevingswet.

Vragen aan de Commissie Ruimte

Naar verwachting behandelt u dit memo voor de commissievergadering van 28 maart 2017. Tijdens de vergadering wordt een korte presentatie gegeven en is uiteraard ruimte voor vragen en discussie. Ook wisselen wij dan graag met u van gedachten over welke informatie u op welk moment wenst om u goed te kunnen voorbereiden op de taken die de Omgevingswet voor u met zich meebrengt.

l.wiersma@asten.nl

OMGEVINGS VISIE 2019

TOEKOMSTVISIE ASTEN 2030

2017

RUIMTELIJKE AGENDA PEEL

2017 INTEGRALE

STRATEGIE RUIMTE MRE

2017

(8)

BIJLAGE 1: AANLEIDING EN DOEL OMGEVINGSWET Waarom een nieuwe wet:

Huidige wet- en regelgeving fysieke leefomgeving:

1. Complex: 26 wetten, verschillend bevoegd gezag

2. Sectoraal: we denken steeds integraler, maar de wetten zijn sectoraal 3. Gecentraliseerd: veel regels bij hogere overheden,

terwijl de ontwikkelingen op lokaal niveau spelen

4. Vertragend/belemmerend: we zijn meer bezig met het toetsen van regels, dan met de vraag of iets wenselijk is

Oplossing: 1 Omgevingswet

Bundeling en vereenvoudiging van alle wetten en regels op het gebied van de fysieke leefomgeving

Doelstellingen Omgevingswet:

- Meer inzichtelijkheid en gebruiksgemak - Meer integraliteit

- Meer lokale afwegingruimte tbv gebieds- gericht omgevingsbeleid

- Versnelling en verbetering procedure

Overall doel:

Bescherming van de fysieke leefomgeving (oorsprong bestaande sectorale wetten);

èn verantwoord gebruik van de leefomgeving

(gewenste ontwikkelingen verantwoord mogelijk maken)

Wat valt er allemaal onder?

Wet- en regelgeving met fysieke leefomgevingscomponent:

R.O Water Erfgoed Lucht

Milieu Grondzaken Natuur Geluid Bodem Verkeer

R.O NatuurMilieu

26 wetten → 1 wet 5000 art. → 350 120 AMvB’s → 4 120 min.reg. → 10

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Al deze technologieën komen samen op het Food Tech Park in Helmond, het centrum binnen het expertisecluster, waar ondernemers ook daadwer- kelijk aan de slag kunnen met deze

Hoewel het NIMBY-project nog niet volledig is afgerond is omwille van de voortgang van het project een concept ontwerpbestemmingsplan opgesteld gebaseerd op de stand van zaken van

Het betreft het concept Addendum intentieovereenkomst nieuw gemeenschapshuis Asten (versie 11 juli 2017) en een processchema (versie 11 juli 2017) waarin de rol en positie van

De Peelgemeenten hebben met de provincie Noord-Brabant afgesproken dat er voor 1 juli 2017 per gemeente bestuurlijke uitspraken liggen over de bestuurlijke opgaven per gemeente en

De ontwikkeling van de Agrarische sector moet echt anders, minder overlast voor de omgeving [stank] en niet enkele grote bedrijven en meer zelf meer voorzien van energie, door

De Peelgemeenten hebben met de provincie Noord-Brabant afgesproken dat er voor 1 juli 2017 per gemeente bestuurlijke uitspraken liggen over de bestuurlijke opgaven per gemeente en

- Aanhaken op en input halen uit diverse bestuurlijke trajecten: Integrale Strategie Ruimte (MRE), Ruimtelijke Agenda Peelgemeenten (Peel 5.1), Toekomstvisie Asten 2030 (Asten),

Om tot een zinvol programma te komen heeft Onis in de zomermaanden een pilotgroep gedraaid, bestaande uit statushouders die vanaf januari 2016 tot juni 2016 in de gemeenten Asten