COMMISSIE RUIMTE AGENDA
Datum : 28 maart 2017 Tijd : 20.00 uur Locatie : Raadzaal
U vindt de stukken digitaal op raad.asten.nl vanaf 17 maart 2017.
Nr.
0. Opening
1. Vaststellen agenda
2. Besluitenlijst van de vergadering van 21 februari 2017 3. Ingekomen stukken, gericht aan de raad
In handen van B&W ter afdoening:
a. Brief van 9-2-2017, Metropoolregio Eindhoven: Nieuwe opdracht werkplaats Wonen.
4. Omgevingswet (informerend, met presentatie)
(portefeuillehouder T.M. Martens, info: l.wiersma@asten.nl)
5. Uitvoeringsprogramma woningbouw/actualisatie woningbouwmonitor (informerend) (portefeuillehouder T.M. Martens, info: m.bouten@asten.nl)
6. Vaststelling Veegplan 2016-2 (Heesakkerweg 39-41, Kennisstraat 7, Laarbroek 9 en naast 20, Schutter, Ommelseweg 51, Heusden-Oost) (adviserend)
(portefeuillehouder T.M. Martens, info: m.vantienen@asten.nl)
7. Vaststelling bestemmingsplan Buitengebied Asten 2016 (adviserend) (portefeuillehouder T.M. Martens, info: s.olschewwsky@asten.nl)
8. Informatief overleg met de bestuurder over lopende belangrijke processen en projecten, o.a. verbonden partijen: (Blink, ODZOB)
a. Fietspad Meijelseweg
b. Algemeen Bestuur Blink d.d. 12-04-2017 c. Algemeen Bestuur ODZOB d.d. 16-03-2017
http://www.odzob.nl/overheden/over-ons/bestuur/algemeen- bestuur/vergaderstukken-ab
9. Stukken ter kennisneming aan de commissie:
a. Memo Planning bomenbeleid
(Portefeuillehouder T.M. Martens, info: m.vjole@asten.nl) b. Memo Operatie wateroverlast
(Portefeuillehouder T.M. Martens, info: p.smeets@asten.nl) c. Lijst van toezeggingen
10. Rondvraag en sluiting
- Concept -
COMMISSIE RUIMTE BESLUITENLIJST
van de openbare vergadering van de commissie Ruimte van 21 februari 2017 in het gemeentehuis.
Geluidsfragmenten van de vergadering zijn per agendapunt terug te luisteren op raad.asten.nl.
Aanwezig:
De voorzitter P.W.J.M. van de Ven-Schriks De leden per fractie
Algemeen belang (AB) F.G.A. Hurkmans, P.P.M. Bakens, J.M Jacobs CDA J.G. Leenders, D.R. van Schijndel
Leefbaar Asten (LA) M.A.T.M. van den Boomen, R.T. Schleedoorn, J.F.W. van Oosterhout PGA/PvdA A.H.H. Beniers, D.W.J.H. Grein
D66-HvA A.J. Koopman, M.J.M. van den Eijnden
VVD J. Bazuin
De genodigden wethouders J.H.J. van Bussel (JvB), Th.M. Martens (ThM) Ambtelijke ondersteuning P. Greijn, P. Smeets
De griffier M.B.W. van Erp-Sonnemans - - -
Nr. Onderwerp Besluit
Spreekrecht Hiervan is geen gebruik gemaakt.
1. Vaststellen agenda Vastgesteld cf. voorstel.
De omvraag begint bij de fractie VVD.
2. Verslag van de openbare vergadering van 17 januari 2017
Ongewijzigd vastgesteld.
3. Ingekomen stukken gericht aan de raad a. Brief van 10-11-2016, Raad van State:
Stukken m.b.t. Bp Asten Bedrijventerrein Florapark 2013
b. Brief van 4-1-2017, Raad van State:
Tussenuitspraak BP Asten Bedrijventerrein Florapark 2013
c. Brief van 20-1-2017, Gemeente Haaren:
Motie Provinciale Verordening Stikstof
Cf. voorstel voor kennisgeving aangenomen.
Aan de orde gesteld:
a. LA; reactie griffier
b. VVD, D66-HvA, PGA/PvdA; reactie JvB c. -
3. Ingekomen stukken gericht aan de raad d. Brief van 1-12-2016, Mennen, JJM:
Aanvulling zienswijze bestemmingsplan buitengebied - Diesdonkerweg 24;
e. Brief van 12-12-2016, Aarts, EM:
Aanvullende informatie zienswijze bestemmingsplan buitengebied - Antoniusstraat 47;
f. Brief van 13-12-2016, Goorts + Coppens B.V.: Aanvullende informatie op
zienswijze bestemmingsplan buitengebied - Klein Zieverink; Gezandebaan 39;
g. Brief van 16-12-2016, Den Hollander Advocaten B.V.: Aanvullende zienswijze
Cf. voorstel in handen gesteld van B&W ter voorbereiding.
Aan de orde gesteld:
d. t/m l.: AB, CDA, D66-HvA, LA; reactie ThM
Ruimte d.d. 21 februari 2017
2/3
Nr. Onderwerp Besluit
bestemmingsplan buitengebied – Verrijt, Heikamperweg 38;
h. Brief van 16-12-2016, Eraspo B.V.:
Zienswijze bestemmingsplan buitengebied - Eraspo BV, Meijelseweg 53 en 74;
i. Brief van 20-12-2016, Goorts + Coppens B.V.: Aanvullende zienswijze actualisatie BP Buitengebied – Madou, Meijelseweg 70;
j. Brief van 20-12-2016, Den Hollander Advocaten BV: Aanvullende zienswijze bestemmingsplan buitengebied - M.J.P.
van der Velden Holding B.V.: Bleekerweg 24, Kemphaanweg 1, Ooruilweg 9;
k. Brief van 21-12-2016, Den Hollander Advocaten BV: Aanvullende zienswijze bestemmingsplan buitengebied – Merelhof B.V.: Merelweg 1, Korhoenweg 1 en 5;
l. Brief van 29-12-2016, R & S Advies B.V.:
Zienswijze bestemmingsplan buitengebied Asten 2016 – Van Bussel: Gevlochtsebaan 21.
4. Evaluatie herinrichting Markt (informerend) (PH. Martens, info: r.mertens@asten.nl)
De commissie heeft kennis genomen van de evaluatie en actiepunten; het college is verzocht om nadere informatie om
bloembakken in lichtmasten medio 2017 te realiseren*.
5. Informatief overleg met de bestuurder over lopende belangrijke processen en projecten, o.a. verbonden partijen (MRE, Peel 6.1, Veiligheidsregio, ODZOB).
Aan de orde is gesteld:
- termijn uitspraak bp Florapark (JvB) - Omgevingswet (ThM; reactie LA)
6. Stukken ter kennisneming aan de commissie a. Beleidsnotitie Kaders P&C documenten
MRE, VRZOB, GGD en ODZOB en
uitvoering verbeterlijn verbonden partijen (PH. Vos, info: m.vanarensbergen@asten.nl) b. Doelmatig waterbeheer
(PH. Martens, info: p.smeets@asten.nl) c. Memo aanpak evaluatie hondenbeleid
(PH. Martens, info: k.vandooren@asten.nl) d. Memo Planning fietspad Meijelseweg
(PH. Martens, info: p.smeets@asten.nl) e. Memo Omgevingsvergunning en
bestemmingsplan Prinsenmeer (PH. van Bussel, info: k.vandooren@asten.nl) f. Lijst van toezeggingen en dynamische
termijnkalender
Cf. voorstel voor kennisgeving aangenomen.
Aan de orde gesteld:
a. - b. -
c. AB, D66-HvA, LA, PGA/PvdA; reactie ThM d. AB, CDA, D66-HvA, PGA/PvdA; reactie ThM e. AB, CDA, D66-HvA, LA; reactie JvB*
Ruimte d.d. 21 februari 2017
3/3
7. Rondvraag Aan de orde is gesteld:
- rattenoverlast (VVD; reactie ThM) - woningmarkt (VVD; reactie JvB*/ThM) - lichtmastreclame (AB; reactie ThM)*
- grondwateroverlast Siriusstraat (LA)*
- verhaalmogelijkheid schade tornado 2015 (PGA/PvdA; reactie JvB)*
Einde vergadering 21:15 uur.
Toezegging PH Afd Afdoening
*4 De cie ontvangt informatie om medio 2017 bloembakken in lichtmasten te realiseren
ThM R&O Nog in te plannen
*6e De cie wordt geïnformeerd over vervolg omgevingsvergunning en bp Prinsenmeer
JvB R&O Nog in te plannen; omgevings- vergunning ook via AZ&C
*7 De cie ontvangt actuele informatie over verkoop bouwgrond
JvB PUB Nog in te plannen
*7 De cie wordt geïnformeerd over stand van zaken lichtmastreclame
ThM PUB Nog in te plannen
*7 Vragen over grondwateroverlast Siriusstraat worden schriftelijk beantwoord
ThM R&O Nog in te plannen
*7 De cie wordt geïnformeerd over evt.
verhaalmogelijkheid schade tornado 2015
JvB R&O Nog in te plannen
griffier
mr. M.B.W. van Erp-Sonnemans
^ T“t'»»
METROPOOL REGIO
EINDHOVEN
- 9 FEB 2017
nr.:
Aan de gemeenteraden van de 21 regiogemeenten
ületropy^jfeaioEiidhoven 04025d45M
-infe@fitetiiopoolregMeindhoven.nl www.metropoolregioeindhoven.nl
Bezoekadres Raiffeisenstraat18 5611CHEindhoven Postadres Postbus985
5600AZEINDHOVEN
UW kenmerk uw brief van ons kenmerk 41044\CEI\MGE
datum
7 februari 2017 onderwerp
nieuwe opdracht werkplaats Wonen
e-mailadres
c.vandeneijnden@metropoolregioeindhoven.nl
Geachte heer, mevrouw,
Met de start van de Metropool regio Eindhoven is de werkplaats Wonen ingesteld. De werkplaats is
samengesteld uit vertegenwoordigers van diverse partijen die actief zijn op de regionale woningmarkt en die gezamenlijk veel expertise hebben op dit thema. De werkplaats is voortvarend aan de slag gegaan met de opdracht die ons in 2014 is verstrekt door de samenwerkende colleges ('het Regionaal Platform') binnen de Metropoolregio Eindhoven: “Stel vast waarde woningmarktpartijen in de Metropoolregio Eindhoven
gezamenlijk naartoe willen met de regionale woningmarkt en bepaal de gezamenlijk te bespreken thema’s en knelpunten. ”
Als eerste wapenfeit heeft de werkplaats in oktober 2015 het advies ‘Breken met grenzen; wonen in een complete regio’ uitgebracht. Dit advies bevatte een aantal concrete voorstellen die de diversiteit en toekomstbestendigheid van de regionale woningmarkt zouden moeten verbeteren.
Ondanks discussie, draagvlak voor samenwerking
Het advies heeft in de regio nogal wat discussie veroorzaakt. De discussie ging vooral over de instrumenten die de werkplaats Wonen had voorgesteld zoals een regionale woonraad en een regionale grondbank. Uit werksessies tijdens zowel het Regionaal Platform als de Raadsledenbijeenkomst bleek namelijk dat de verschillende partijen het wel eens zijn met de achterliggende gedachte: we moeten op de woningmarkt meer en beter samenwerken. Ook uit de reacties die op het advies zijn binnengekomen bleek dat er wel degelijk draagvlak is voor regionale samenwerking op het gebied wonen. Voldoende aanknopingspunten dus om een vervolgstap te zetten in de richting van een nieuwe opdracht.
Samen met regiogemeenten is een procesvoorstel opgesteld dat is vastgesteld in het Regionaal Platform op 29 juni 2016. Twee punten die van belang zijn voor de nieuwe opdracht staan hierin centraal: het versterken van de Regionale Agenda Wonen en het doen van gezamenlijk onderzoek naar de regionale woningmarkt. Daarbij is het belangrijk dat de gemeenteraden in een vroeg stadium betrokken worden bij adviezen en er ruimte blijft voor afwegingen op lokale en of regionale schaal.
METROPOOL REGIO
EINDHOVEN
Nieuwe conceptopdracht
Voor de nieuwe conceptopdracht die u aantreft in de bijlage is de opgehaalde input gebruikt van gemeenten, gemeenteraden en andere woningmarktpartijen. Naast het woningmarktonderzoek en de Regionale Agenda Wonen hebben wij als werkplaats een aantal andere thema's benoemd die ons inziens van belang zijn om te komen tot een evenwichtige en complementaire regionale woningmarkt.
Graag leggen wij de nieuwe conceptopdracht ter opiniëring aan u voor. Gelijktijdig met de gemeenteraden worden ook andere betrokkenen op de woningmarkt in de gelegenheid gesteld om inhoudelijke reacties in te brengen. Gezamenlijk worden deze verwerkt in de definitieve opdracht. Het streven is de definitieve opdracht vast te laten stellen in het Regionaal Platform van 12 april aanstaande.
Met het oog op deze planning ontvangen wij graag uiterlijk 4 april aanstaande uw reactie via
c.vandeneiinden@metropoolreqioeindhoven.nl. Mocht u nog vragen of opmerkingen hebben, dan kunt u contact opnemen met Chantal van den Eijnden van de Metropoolregio Eindhoven via datzelfde emailadres of via 06 42480052.
Alvast hartelijk dankt voor uw reactie!
Hoogachtend,
namens de werkpl^ ats Wonen,
F.P.C.J.G/Stienen, Voorzitter.
Bijlage:
Nieuwe opdracht Werkplaats Wonen
pagina 2 van 2
METROPOOL REGIO
EINDHOVEN
conceptversie 7 februari 2017
Opdracht Werkplaats Wonen 2017-2019
1. Wat is de ambitie van de Werkplaats Wonen?
Het bijzondere van onze regio is de diversiteit; stad en platteland, toptechnologie en maakindustrie, natuur en cultuur. Ook in het woningaanbod en in de woonmilieus willen we dat terug zien. Een gevarieerd aanbod aan woningen en een aantrekkelijke woonomgeving is namelijk belangrijk voor de economische groei in onze Metropoolregio Eindhoven. We moeten alle woonkwaliteiten optimaal benutten en de eigen identiteit van iedere gemeente behouden en versterken. Zo wordt het een sterke complete regio.
De woningbouwplannen in de regio moeten elkaar dan ook aanvullen. Deze willen we afstemmen qua aantallen, fasering in de tijd en zeker ook qua type woningen. Onder andere daarom werken we samen.
Niet alleen met gemeenten onderling maar ook met ervaren, deskundige vertegenwoordigers van provincie, woningbouwcorporaties, bouwbedrijven, projectontwikkelaars, makelaars. Woonbond, kennisinstellingen en zorgaanbieders. Alleen samen komen we tot een evenwichtige, goed
functionerende, aantrekkelijke en toekomstbestendige woonregio. Dat is waar de Werkplaats Wonen voor staat!
2. Wat is de doelstelling van de Werkplaats Wonen?
Wij willen stimuleren dat:
er voldoende woningen worden gebouwd om te voldoen aan de vraag;
er een gevarieerd en aantrekkelijk aanbod is van woningen en woonmilieus, dat aansluit op de gedifferentieerde en bovendien veranderende vraag van de Woonconsument;
er oog is voor kwaliteitsverbetering van de bestaande woningvoorraad en woonomgeving en voor inbreidingsmogelijkhedeh en (binnenstedelijke) herstructurerings- en transformatie- opgaven;
er een goede balans bestaat tussen de nieuwbouw van woningen, het benutten van de
mogelijkheden in de bestaande voorraad en het herbestemmen van leegstaand en leegkomend kantoor-, winkel- en ander vastgoed (zowel in stedelijk als landelijk gebied);
er een goede samenwerking en afstemming is tussen alle woningmarktpartijen.
3. Wat zijn daarbij de uitgangspunten voor de Werkplaats Wonen?
De werkplaats onderzoekt, agendeert, reflecteert en inspireert. Wij doen dat op basis van vijf uitgangspunten:
1. Vanuit de samenhang van de regio: de werkplaats is vertegenwoordiger van het regionale belang. Wij kijken dus altijd naar het grotere geheel: wat is volgens ons het beste voor de regionale woningmarkt? Wij leggen wel signalen neer bij subregio’s en individuele gemeenten waar zij zelf mee aan de slag kunnen.
2. Verder kijken dan de korte termijn: de werkplaats kijkt naar wat er op dit moment gebeurt en wat er de komende 2 jaar staat te gebeuren op de woningmarkt. Maar bij het onderzoeken,
agenderen, reflecteren en inspireren kijken wij nadrukkelijk ook naar de lange termijn. Dit alles om de ambitie waar te maken: samen komen tot een evenwichtige, goed functionerende, aantrekkelijke en toekomstbestendige woonregio.
3. Niet politiek: de werkplaats is niet politiek. Wij vinden het belangrijk om te agenderen en inspireren op basis van gedegen kwalitatieve en kwantitatieve analyses en onderbouwingen.
4. Samen met woningmarktpartijen: de werkplaats is samengesteld uit verschillende
woningmarktpartijen en wil ook nadrukkelijk samen met al deze partijen optrekken. Er wordt extra ingezet op het betrekken van de gemeenteraden.
5. De werkplaats besluit niks: de werkplaats onderzoekt, agendeert, reflecteert en inspireert.
Besluitvorming over woningmarktbeleid of woningbouw plannen vindt plaats bij de organen die daarvoor zijn gelegitimeerd, bijvoorbeeld de gemeenteraden.
METROPOOL REGIO
EINDHOVEN
conceptversie /februari 2017
4. Wat zijn de kernvragen voor de Werkplaats Wonen?
Met bovenstaande uitgangspunten in gedachten heeft de werkplaats enkele vragen geformuleerd die volgens ons belangrijk zijn voor het werken aan een evenwichtige, goed functionerende, aantrekkelijke en toekomstbestendige woonregio. Met deze vragen willen wij aan de slag voor de periode 2017-2019.
Deze lijst met vragen is niet in beton gegoten. Als actuele ontwikkelingen betekenen dat wij met andere vragen aan de slag moeten, dan zij wij daar natuurlijk flexibel in.
• Hoe kunnen de 21 gemeenten op de woningmarkt complementair aan elkaar zijn en zo een complete woonregio worden? Wat is 'kwaliteit op de woningmarkt' voor de verschillende subregio’s en gemeenten?
• Welke innovaties in de woningbouwketen zijn nodig om de juiste kwaliteit op de juiste plaats te realiseren? Daarbij gaat het voor de werkplaats om innovatie op drie thema's: (1)
samenwerking, (2) procedures en (3) woonproducten.
• Wat kan wonen bijdragen om invulling te geven aan ruimtelijk-kwalitatieve vraagstukken?
• Welke rol kan leegstaand en leegkomend vastgoed vervullen in het invullen van de toekomstige woonvraag?
• Hoe kunnen woningmarktpartijen inspelen op de woonbehoeften van het toenemende aantal eenpersoonshuishoudens?
• Wat is de rol van kleine kernen in deze veranderende woningmarkt?
• Hoe kan de regionale woningmarkt bijdragen aan de doelstelling van de regio om de eerste energieneutrale regio van Nederland te worden?
5. Wat gaat de Werkplaats Wonen doen?
De werkplaats onderzoekt, agendeert, reflecteert en inspireert op bovenstaande kernvragen. Deze vragen zijn hieronder vertaald in wat wij als werkplaats gaan doen in de periode 2017-2019.
Onderzoeken
De werkplaats onderzoekt verleden, heden en toekomst van de regionale woningmarkt, zodat op basis van gedegen analyses door de verschillende partijen de beste beslissingen kunnen worden genomen voor de woningmarkt.
• Eén keer per drie jaar vindt het Woningmarktonderzoek Zuidoost-Brabant plaats dat de woonbehoeften van inwoners in de regio onderzoekt. Samen met gemeenten, corporaties en kennisinstellingen bereiden wij dit onderzoek voor. Met de basis uit eerdere edities als uitgangspunt zorgen we voor een dóórontwikkeling van het onderzoek door onder andere verbanden te leggen met andere onderzoeken. Wij coördineren de uitvoering van het onderzoek.
• Er worden talloze onderzoeken naar de woningmarkt uitgevoerd door vele verschillende partijen.
Onderzoeken die allemaal data verzamelen. Onder andere in het Kenniscluster Wonen Zuidoost- Brabant wordt een deel van die data verzameld en geanalyseerd. Maar dat zijn nog lang niet alle data die verzameld worden. Wij verkennen de mogelijkheid om bestaande onderzoeken en data te combineren.
• In een eerder advies van de werkplaats was een belangrijk onderdeel de complementariteit op de regionale woningmarkt. De Werkplaats Ruimte is bezig met het opstellen van de Strategie Ruimte.
Daarin is complementariteit ook een thema. Samen met Werkgroep Ruimte werken wij dit verder uit.
Daarbij worden wij geholpen door een onderzoek dat de Universiteit van Amsterdam op dit moment uitvoert naar de relatie tussen de levensloop van huishoudens en hun veranderende voorkeur voor woonmilieus.
Agenderen
De werkplaats agendeert actuele regionale en lokale woningmarktthema's. Dit om de verschillende woningmarktpartijen te blijven prikkelen om te werken aan de ambitie van een aantrekkelijke en toekomstbestendige woonregio:
METROPOOL REGIO
EINDHOVEN
conceptversie 7 februari 2017
• Op basis van gedegen analyses uit de onderzoeken maken wij risico’s, gevoeligheden,
tegengestelde belangen en dilemma's zichtbaar voor gemeenten, corporaties, ontwikkelaars etc.
Die worden door de werkplaats geagendeerd bij relevante overleggen als Platform Wonen, RRO en ambtelijk overleg wonen. Op basis van die analyses geven wij ook input. De Regionale Agenda Wonen wordt vastgesteld in het Regionaal Ruimtelijk Overleg (RRO).
• Discussies over de woningmarkt gaan vaak over nieuwbouw. Ondanks dat de nieuwbouw altijd de meeste aandacht heeft getrokken, moeten we ons realiseren dat de bestaande voorraad van nu ook in 2030 voor zo’n 90% geschikt zal moeten zijn voor de woningbehoefte van dat moment. In de wetenschap dat factoren als individualisering, vergrijzing, krimp, betaalbaarheid etc. een belangrijke invloed kunnen hebben op de woningbehoefte, is het belangrijk te weten hoe de bestaande
voorraad toekomstbestendig gemaakt kan worden. Daarom zullen wij beheer en aanpassing van de bestaande woningvoorraad blijven agenderen.
Reflecteren
De werkplaats wil een klankbord zijn bij en reflecteren op de ontwikkeling en actualisatie van woonbeleid en woningbouwplannen. In de werkplaats zit namelijk veel kennis vanuit het perspectief van veel
verschillende woningmarktpartijen;
• We analyseren een aantal concrete woningbouwprojecten met vertegenwoordigers van bij die projecten betrokken partijen. Voorwaarde daarbij is dat we open zijn ovèr eikaars business cases.
De uitkomsten hiervan kunnen als voorbeeld voor andere plannen dienen.
• Wij bieden gemeenten en andere woningmarktpartijen aan om in het voortraject mee te denken bij de actualisatie van woonvisies, de totstandkoming van nieuwe woonvisies, woningbouwplannen etc.
Inspireren
De werkplaats wil blijven prikkelen en inspireren. Wij laten goede voorbeelden zien uit andere regio’s en uit het buitenland. Maar ook uit andere sectoren dan de woningmarkt.
• Deze regio staat bekend om haar innovatiekracht. Toch is (ondanks de crisis) volgens de
werkplaats de innovatie op de woningmarkt in de hele keten achter gebleven. Maar ook daar willen wij als regio koploper in zijn. Wij willen inspireren op drie gebieden waar innovatie moet
plaatsvinden; (1) in de samenwerking tussen partijen, (2) in de procedures om te komen tot woningbouw en (3) in de producten die wij op de markt zetten. Waar mogelijk komen we tot één experiment om die innovatie te stimuleren.
• De provincie legt bij de regio de uitdaging neer om de eerste energieneutrale regio van Nederland te worden en het voortouw te nemen in de regionale energietransitie. Maar wat betekent dat nou voor de regionale woningmarkt? En hoe kan de Werkplaats Wonen daar een inspirerende en
stimulerende rol in spelen?
• De werkplaats wil gemeenteraden pro-actief inspireren en adviseren. Zo zijn in 2018 de
gemeenteraadsverkiezingen. In voorbereiding daarop willen wij in het najaar van 2017 een kort inspiratiedocument neerleggen bij gemeenteraden over hoe zij de regionale woningmarkt een plaats kunnen geven in hun lokale programma’s. Gemeenteraden bepalen natuurlijk zelf of en wat ze met dit advies doen.
METROPOOL REGIO
EINDHOVEN
conceptversie 7 februari 2017
6. Wat is de rol van gemeenten, woningcorporaties, kennisinstellingen en marktpartijen?
tPirtners in-
Wat kühhèn dezè partners verwachten van de werkplaats?
Colleges Gezamenlijk
woningmarktonderzoek Toegang tot database woningmarktonderzoeken Signalen over actuele en toekomstige ontwikkelingen
Reflectie op en inspiratie voor woonbeleid en
woningbouwplannen Gemeenteraden
Woningcorporaties Marktpartijen
Kennisinstellingen Toegang tot concrete cases en data voor onderzoek
‘Wat vërwacKt de werkplaats van “ deze partners? « vè ; .
Delen van onderzoeken en data Open staan voor agenderen, reflecteren en inspireren Meedenken met en adviseren van de werkplaats
Inbreng van kennis uit de praktijk Inbreng van kennis uit de
literatuur
Delen van data en onderzoeken
7. Wat is de samenstelling van de Werkplaats Wonen?
N33IT1 . Organisatie i V;,
Frans Stienen (voorzitter) wethouder, gemeente Helmond Rob Möhimann (vice-voorzitter) directeur-bestuurder, Woningbelang Timon van der Horst senior ontwikkelingsmanager, BPD Rinus Verberne docent vastgoed, Fontys
Helm Verhees wethouder, gemeente Deurne
Chris Tönissen wethouder, gemeente Eersel
Wilma van der Rijt wethouder, gemeente Heeze-Leende Ron Kruiiswijk directeur, Kruijswijk Makelaardij
Niek Bargeman sr. adviseur bevolking en wonen. Provincie Noord-Brabant Anke Kuijpers-Abrahams hoofd vastgoed en bouw, Savant Zorg
Jos Smeets voormalig associate professor, TU/e Paul Tholenaars directeur wonen, Woonbedrijf
Heleen Simons regioconsulent. Woonbond
procesmanager Metropoolregio Eindhoven
Nog in te vullen 3 vertegenwoordigers vanuit bouwers/ontwikkelaars en 1 vanuit beleggers/investeerders
8. Planning 2017
Een deel van de planning van de werkplaats is afhankelijk van actuele ontwikkelingen op de
woningmarkt. Een deel van de planning kan al concreter worden ingevuld. Voor 2017 gaat wij in ieder geval aan de slag met:
METROPOOL REGIO
EINDHOVEN
conceptversie 7 februari 2017
.Wanneer Wat Trekker ■ contactpersoon
ONDERZOEKEN
1® kwartaal Verkenning monitor/databank regionale woningmarkt
Kenniscluster Wonen Zuidoost-Brabant
TU/e, Jos Smeets en Theo Arendze 2® kwartaal Opzet woningmarktonderzoek 2017
vaststellen
Werkplaats Wonen Metropoolregio
Eindhoven, Chantal van den Eijnden
1®en 2®
kwartaal
Onderzoek UvA levensloop huishoudens en voorkeuren woonmilieus
Woonbedrijf, Paul Tholenaars 3® en 4®
kwartaal
Uitvoering woningmarktonderzoek 2017
Werkplaats Wonen Gemeenten Eindhoven en Helmond, Gooitske Marsman en Jan Vriens AGENDEREN
doorlopend Complementariteit woningmarkt in Strategie Ruimte
Werkplaats Wonen 2® kwartaal Raadsledenbijeenkomst: Regionale
Agenda Wonen
Werkplaats Wonen Frans Stienen 3® en 4®
kwartaal
Opstellen Regionale Agenda Wonen
Provincie Ingrid van der Burgt 4® kwartaal Vaststelling Regionale Agenda
Wonen
Provincie (RRO) doorlopend Zichtbaar maken van risico’s,
gevoeligheden, tegengestelde belangen en dilemma’s
Werkplaats
doorlopend Beheer en aanpassing bestaande woningvoorraad (o.a.
duurzaamheid)
Werkplaats
REFLECTEREN 2® en 3®
kwartaal
Analyse concrete woningbouwprojecten
Provincie en Werkplaats Wonen
Niek Bargeman doorlopend Meedenken bij actualisatie/
totstandkoming woonvisies, woningbouwplannen etc.
Werkplaats
INSPIREREN
1®/2®
kwartaal
Inspiratiebijeenkomst innovatie Platform Wonen en Werkplaats Wonen 2® kwartaal Ontwikkeling scenario’s regionale
woningmarkt
Samenwerkende corporaties en Jester
Woonbedrijf, Wilbert van Bakel
3® kwartaal Raadsledenbijeenkomst:
presentatie inspiratiedocument gemeenteraden
Werkplaats Wonen
COMMISSIEVOORSTEL Informerend
BIJ ZAAKNUMMER: 2017002725
Voorstel voor de vergadering van de Commissie Ruimte op 28 maart 2017
Agendanummer : 4
Onderwerp: Omgevingswet
Opsteller: T.L. Wiersma, team Ruimte Portefeuillehouder: T.M. Martens
Datum: 10 februari 2017
Voorstel: Kennis nemen van de stand van zaken van de voorbereiding op de implementatie van de Omgevingswet
Presentatie: Ja
Samenvatting
Op 23 februari 2016 bent u via een presentatie geïnformeerd over de achtergronden en impact van de Omgevingswet. Graag informeren wij u middels bijgaand voorstel over de huidige stand van zaken.
Datum in werking treden Omgevingswet:
In afwijking van de informatie die in februari 2016 is verstrekt, treedt de Omgevingswet niet in werking op 1 januari 2018. Het rijk werkt momenteel nog hard aan de
uitvoeringsregelgeving (AMvB’s), aanvullende wetten (natuur, grond, bodem en geluid) en een invoeringswet, waarin onder andere het overgangsrecht geregeld wordt. De verwachting is dat de Omgevingswet in de loop van 2019 in werking treedt.
Nog even kort: wat en waarom Omgevingswet:
Waarom een nieuwe wet? Door de jaren heen zijn veel wetten en regels rond de fysieke leefomgeving ontstaan. Doel van deze wetten en regels is het beschermen van de kwaliteit van de omgeving.
Dit is een goede doelstelling, die echter een keerzijde kent. Het huidige stelsel is complex. Er zijn inmiddels 26 wetten met duizenden artikelen, die onder verschillend bevoegd gezag vallen. Veel regels liggen bij hogere overheden, terwijl de ontwikkelingen veelal op lokaal niveau spelen. De wetten zijn sectoraal, wat onze wens om meer
integraal te werken bemoeilijkt en integrale besluitvorming lastig maakt. Al met al leidt de huidige wet- en regelgeving ertoe dat we vooral bezig zijn met het toetsen van regels (mag het wel), in plaats van met de vraag of een ontwikkeling wenselijk is (willen we het). Dit werkt vertragend, soms zelfs belemmerend.
Met de Omgevingswet worden alle wetten en regels op het gebied van de fysieke
leefomgeving gebundeld en vereenvoudigd. Dit moet leiden tot een inzichtelijk, integraal en gebruiksvriendelijker pakket aan regels, waarbij regels worden losgelaten of
gedecentraliseerd. Hierdoor ontstaat meer lokale afwegingsruimte en een meer gebieds- en opgavegericht omgevingsbeleid.
2/8 De omgevingswet heeft zowel tot doel de fysieke leefomgeving te beschermen
(oorsprong van alle huidige sectorale wetten), als een basis te vormen voor verantwoord gebruik van de leefomgeving (gewenste ontwikkelingen verantwoord mogelijk maken).
In bijlage 1 vindt u een kleine samenvatting van de doelstelling en reikwijdte van de wet.
Wat betekent het voor de gemeente Asten:
Grote scope/impact: een groot deel van ons werk bestaat uit het beheren en ontwikkelen van de fysieke leefomgeving. We zijn gewend geraakt veel te werken met wettelijke kaders (zowel van onszelf als van hogere overheden). De stelselwijziging neemt dan ook een grote verandering met zich mee en is merkbaar in alle lagen van de gemeente (ambtelijk, bestuurlijk, politiek).
Kansen: door de beoogde decentralisatie (meer lokale afwegingsruimte) en deregulering (integratie van sectorale wetten in 1 Omgevingswet, verminderen van regels) is er straks meer ruimte voor lokaal maatwerk en kunnen we eenvoudiger gewenste ontwikkelingen mogelijk maken.
Ingewikkelde opgave: het is een grote operatie. Er wordt wel gesproken van “De Vierde Transitie”. De stelselwijziging is een majeure operatie. Dit is vooral een
rijksaangelegenheid. Maar het gaat niet alleen om een wetgevingsoperatie; het betreft ook om een maatschappelijke opgave en een cultuurveranderingstraject. Wat betekent dat voor de gemeente:
1. We moeten leren werken met de nieuwe regelpakketten;
2. We moeten leren werken met beleidsvrijheid en met lokale afwegingsruimte (dit vraagt wat van de besluitvorming);
3. We moeten nieuwe instrumenten opstellen (omgevingsvisie, eventueel programma’s, omgevingsplan);
4. We moeten meer samenwerken, met elkaar, met ketenpartners, met de samenleving;
5. We moeten de samenleving hiertoe uitnodigen;
6. We moeten uit de toets-modus komen (mag het?) en leren om gebieds- en opgavegericht te werken (willen we het, kan het?);
7. We moeten onze werkprocessen aanpassen (1 loket, snellere procedure, meer vergunningvrij, andere rol handhaving, meer samenwerking met ketenpartners);
8. We moeten ons automatiseringssysteem aanpassen (aansluiten op het Digitaal Stelsel Omgevingswet, zorgdragen voor dynamische digitale uitwisselbaarheid van informatie, met 1 druk op de knop alle relevante informatie over de fysieke
leefomgeving op een bepaald adres beschikbaar kunnen stellen).
Kortom; er komt veel op de gemeente af. De centrale vraag voor onze organisatie is: hoe kan de gemeente Asten zich zorgvuldig voorbereiden op de implementatie van de
Omgevingswet in 2019?
Aanpak: berekenende ambitie
Er is een kernteam opgericht dat deze vraag gaat beantwoorden. Het kernteam richt zich op 5 pijlers/actiegebieden:
1. Juridisch (stelselwijziging zelf);
2. Instrumenten;
3. Werkprocessen;
4. Automatisering;
5. Kennis, kunde, cultuur.
3/8 Uit een eerste analyse van het kernteam blijkt het volgende:
1. Asten begint niet bij nul: we zijn geen “over-regelde” gemeente, er bestaat al een cultuur van integraal werken (projectmatig werken, overzichtelijke
werkorganisatie), de werkprocessen zijn in het kader van de WABO opnieuw georganiseerd, er wordt veel gewerkt met en voor de samenleving waardoor we al gewend zijn om van buiten naar binnen te denken en onze bestemmingsplannen zijn actueel/digitaal raadpleegbaar (of in een vergevorderd stadium).
Dit betekent niet dat de Omgevingswet geen aanleiding geeft om te vernieuwen, maar er is al jaren een proces van verandering gaande dat past in de geest van de Omgevingswet.
2. Kaders Omgevingswet nog onduidelijk: het rijk is nog druk bezig met de
stelselwijziging en de regelpakketten die van hogerhand blijven gelden. Ook wordt nog gewerkt aan het Omgevingsbesluit (hoe gaan procedures precies lopen) en de invoeringsregelgeving (waar onder andere het overgangsrecht in staat). De
provincie werkt nog aan haar Omgevingsvisie en komt in 2019 met een Omgevingsverordening.
Kortom, onduidelijk is welke regels nog wel van hogerhand blijven gelden, wat gedecentraliseerd wordt, wat losgelaten worden en welke beleidsvrijheid de gemeente nu echt gaat krijgen.
In overleg met B&W en MT is daarom voor een berekenende ambitie gekozen:
- We richten ons op in ieder geval de wettelijk noodzakelijke wijzigingen en nemen hiervoor de tijd die de wet ons geeft;
- We kijken per pijler of het wenselijk is deze ambitie te verhogen (bijvoorbeeld voor onderdelen waar de Omgevingswet voordeel kan opleveren of gewenste veranderingen of al lopende veranderingen kan versterken of bespoedigen);
- We beginnen niet bij nul, maar weten ook nog niet precies waar we naar toe moeten omdat de kaders nog niet duidelijk zijn. We kunnen kijken naar hoe het nu is (IST), waar we naar toe willen (SOLL), maar we weten nog niet wat we moeten of mogen (MÜSS). We kijken daarom nadrukkelijk naar wat we wèl
kunnen doen, maar passen ons tempo heel bewust aan op het beschikbaar komen van de benodigde informatie.
Wat gebeurt er in 2017:
Met deze ambitie in het achterhoofd zijn de volgende acties voorzien in 2017:
- Verdere bewustwording en verdieping in de achtergronden en impact van de wet;
- Volgen stelselwijziging/juridisch traject (in de 1e helft van 2017 meer duidelijkheid over de Invoeringswet en de AMvB’s, hoewel de definitieve regelingen pas in 2018, na advisering door de Raad van State, gereed komen);
- Beleidsinventarisatie (wat hebben we, wat willen we: dit is een opstap naar de Omgevingsvisie, waarin al het –gewenste- beleid op het gebied van de fysieke leefomgeving zal worden geïntegreerd);
- Verder uitbouwen regionale intervisie met de Peelgemeenten, mogelijkheden samenwerking en inhoudelijke afstemming onderzoeken;
- Opstarten verkennende gesprekken met de ketenpartners (hoewel de kaders nog niet definitief zijn kan al wel gezamenlijk gekeken worden wat er op ons af komt, wat we willen regelen of loslaten, hoe we de gezamenlijkheid in werkprocessen zien);
4/8 - Evaluatie huidige werkprocessen (wat loopt goed, wat kan beter);
- Aanhaken op en input halen uit diverse bestuurlijke trajecten: Integrale Strategie Ruimte (MRE), Ruimtelijke Agenda Peelgemeenten (Peel 5.1), Toekomstvisie Asten 2030 (Asten), om te kijken welke doelen en strategische keuzes hierin staan die vertaald moeten worden in de gemeentelijke Omgevingsvisie;
- Verkennen traject Omgevingsvisie (leren van Pilotgemeenten, verdiepen in gewenste vorm, welke wijze van participatie, verkenning adviesbureaus).
Wat betekent het voor u:
Wat betekent dat nu voor u? Voor u zit de impact van de wet in de pijlers juridisch, instrumenten en kennis/kunde/cultuur.
Concreet:
- U moet de bedoeling van de Omgevingswet leren kennen;
- U bent in staat de vertaalslag naar integraal gebieds- en opgavegericht werken maken in plaats van sectorale kaders te stellen.
- U hebt een rol in het opstellen van de omgevingsvisie, het omgevingsplan en wellicht de programma’s. Dit vraagt om herijking van kaders in overleg met de samenleving (welke behoeften heeft de samenleving). U doet hierbij uitspraak in de strategische keuzes in de fysieke leefomgeving en in de mate van
beleidsvrijheid (hoe los of hoe vast u hierin zaken wilt regelen). Zie verder onder het kopje Voorbereiding Omgevingsvisie.
Gedrag:
- U krijgt nadrukkelijker een rol als verbinder; het contact met de samenleving en haar wensen/behoeften neemt een steeds prominentere rol in en u hebt als volksvertegenwoordiger een belangrijke antennefunctie. Aan de andere kant hebt u ook een rol in het uitnodigen en stimuleren van de samenleving, waarbij u ook stuurt op meer initiatieven en gevoel van eigenaarschap bij de inwoners.
- U moet hierbij kunnen werken met minder regels, waarbij niet langer de
systeemwereld van het sectoraal toetsen centraal staat, maar juist het denken in doelen, wenselijkheid en integrale/gezamenlijke leefwereld. Dit biedt kansen, maar is ook spannend (flexibiliteit versus rechtszekerheid, toenemend belang van integrale afwegingen en consequentie-analyses).
- U moet leren los te laten, in een wereld waarin meer wordt overgelaten aan derden (vertrouwen)
Dit vraagt om een kanteling in denken en werken die schematisch als volgt is weer te geven:
HUIDIGE WETGEVING OMGEVINGSWET
Goede ruimtelijke ordening op basis van bescherming van de fysieke leefomgeving
Gezonde, veilige leefomgeving die gebruikt kan worden voor maatschappelijke doeleinden
Sectoraal en star Integraal en flexibel
Norm/regeldenken Sturen op doelen en ambities Toelatingsplanologie Uitnodigingsplanologie
Toetsen initiatieven Meedenken, dialoog, keukentafelgesprekken Gedetailleerd dichttimmeren Loslaten in vertrouwen
Door een regelmatige terugkoppeling in de Commissie Ruimte willen wij graag
stapsgewijs met u afstemmen op welke wijze u bij deze kanteling begeleid, gevoed en betrokken kunt en wilt worden.
5/8 Voorbereiding Omgevingsvisie:
Zoals gezegd hebt u een nadrukkelijke rol in het opstellen van de nieuwe instrumenten.
Dit wordt een belangrijke taak voor de komende jaren.
Samengevat komt het er op neer dat u het beleid voor de fysieke leefomgeving
(strategische keuzes, doelen) vastlegt in de Omgevingsvisie, eventuele uitvoeringsregels in een programma (bijvoorbeeld een waterprogramma) en juridisch bindende regels in het Omgevingsplan.
Omgevingsvisie (opstellen tussen 2017-2019):
De Omgevingswet stelt het opstellen van een Omgevingsvisie door de raad verplicht. De Omgevingsvisie is vormvrij, maar er gelden wel wettelijke eisen vanuit de
Omgevingswet:
- De visie beschrijft strategische doelen en keuzes voor de verschillende
beleidsterreinen in de fysieke leefomgeving (natuur, milieu, RO, verkeer etc), die nu nog vaak verspreid over afdelingen en commissies geborgd zijn;
- Het moet één beleidsstuk worden met samenhangend beleid voor de gehele fysieke leefomgeving; de beleidsterreinen mogen niet onderling strijdig zijn en er kan niet worden volstaan met een optelsom van ons nu geldende beleid (hierin mist namelijk de vereiste samenhang/integratie);
- Het beleid moet niet alleen gaan over ontwikkelingen, maar ook over de bestaande situatie en de manier waarop deze behouden of verbeterd wordt (beheer, bescherming en behoud);
- De visie moet worden voorbereid met de samenleving (vroegtijdige participatie);
- De visie moet worden voorbereid via afdeling 3.4 van de Awb;
- De omgevingsvisie is zelfbindend voor de bestuurslaag die het heeft vastgesteld (de raad) en sturend voor het opstellen van het Omgevingsplan.
Wij moeten nog keuzes maken over de Omgevingsvisie. Welke vorm past bij Asten, welke thema’s komen aan bod, hoe wordt de samenleving betrokken? Welk beleid hebben we op dit moment op het gebied van de fysieke leefomgeving en hoe willen we hiermee verder? Ons voorstel is ons in 2017 voor te bereiden op de Omgevingsvisie. Wij willen u hier stapsgewijs over raadplegen en in betrekken. Dit zal plaatsvinden vanaf de 2e helft van 2017, als u een stap verder bent met diverse andere lokale en regionale visies (zie verder onder het kopje Andere relevante acties). De Omgevingsvisie wordt vervolgens in 2018 opgesteld en uiterlijk in het 1e kwartaal van 2019 (vóór
inwerkingtreding van de Omgevingswet) ter vaststelling aan u voorgelegd.
In die periode hebben we ons eigen fysieke leefomgevingsbeleid onder de loep kunnen nemen en de inhoudelijke afstemming kunnen doen met regionale visies die van invloed zijn op de Astense keuzes voor de fysieke leefomgeving. Ook is dan de provinciale Omgevingsvisie gereed. Deze visie wordt op gesteld op basis van de input die wij zelf leveren (zie onder andere relevante acties).
Programma’s en Omgevingsplan (2019-2028):
De Omgevingsvisie wordt gevolgd door het traject van het Omgevingsplan. Het Omgevingsplan vervangt de bestemmingsplannen en is eveneens een verplicht
instrument. Door vaststelling van het Omgevingsplan kent u voor het gehele grondgebied van de gemeente functies en regels toe aan locaties. Op dit moment wordt de wenselijke reikwijdte van het Omgevingsplan door het rijk geconcretiseerd: het is op dit moment nog niet duidelijk welke regels verplicht in het Omgevingsplan moeten worden
opgenomen en wat er juist niet in thuis hoort. Ook is nog niet duidelijk welke juridische kaders van hogere overheden blijven gelden. Naar verwachting zijn de nieuwe rijksregels
6/8 (AMvB’s) in 2018 gereed. De provinciale verordening is aangekondigd voor 2019. De Omgevingswet vraagt van de provincie een terugtrekkende rol. Onduidelijk is nog hoe dit in de nieuwe provinciale verordening tot uitdrukking zal komen. Om die reden is het college voorgesteld voorlopig nog niet aan de slag te gaan met een Omgevingsplan (berekenende ambitie). Er is ook nog voldoende tijd: de gemeente heeft naar
verwachting tot 10 jaar na inwerkingtreding van de Omgevingswet tijd om de huidige bestemmingsplannen te vervangen door een Omgevingsplan.
Programma (nader te bepalen):
Naast de Omgevingsvisie en het Omgevingsplan is er nog een derde instrument relevant:
afhankelijk van de aard en het detailniveau van de Omgevingsvisie kunt u programma’s laten opstellen en vaststellen (uitvoeringsprogramma’s ter uitvoering van de gestelde doelen en strategische keuzes). Of dit voor Asten nodig of wenselijk is, is nog niet inzichtelijk.
Andere relevante acties voor u op korte termijn:
U bent op dit moment betrokken bij diverse andere acties die op zichzelf al een
voorbereiding op de Omgevingswet zijn of een belangrijke relatie met de Omgevingswet (Omgevingsvisie) hebben. Het gaat om het volgende:
Toekomstvisie Asten 2030:
Op dit moment wordt het rapport Toekomstvisie Asten 2030 voorbereid. Een integrale toekomstvisie, waarin zowel sociaal-maatschappelijke en economische opgaven en ambities aan bod komen, als ook ruimtelijke randvoorwaarden en kansen. U speelt een belangrijke rol in dit traject, samen met vertegenwoordigers uit verschillende geledingen van de samenleving. Doel van dit traject is aan te tonen dat Asten een veerkrachtige gemeente is die, zelfstandig of met gebruik van haar netwerken, de maatschappelijke vraagstukken van de toekomst kan aanpakken. U stelt de eindrapportage vast in het 2e kwartaal van 2017.
In later stadium gaat u aan de slag met de Omgevingsvisie. In de Omgevingsvisie maakt u strategische keuzes voor al het fysieke omgevingsbeleid in de gemeente. Hier ligt het verschil met de Toekomstvisie 2030. Voor een deel zal er overigens wel een overlap zitten in beide visies. In de Omgevingsvisie vindt de ruimtelijke vertaling plaats van diverse thema’s uit de Toekomstvisie 2030 voor zover deze gerelateerd zijn aan de fysieke leefomgeving: wat is het probleem dat opgelost moet worden of de visie die gerealiseerd moet worden? In welk gebied gaan we dit doen? Wie hebben belangen in dat gebied en kunnen meedenken? Welke alternatieven zijn er? Er mogen uiteraard geen discrepanties zitten tussen de Toekomstvisie 2030 en de Omgevingsvisie.
Vaststellen regionale visies:
U bent ook betrokken bij 2 regionale visies:
- Integrale Strategie Ruimte: hierin worden strategische keuzen en opgaven
bepaald op (sub)regionaal niveau, soms leidend tot projecten van (inter)nationale belangen, om de MRE-regio verder te ontwikkelen tot een economische topregio met internationale allure en regionale eigenheid. De ISR richt zich zowel op verstedelijking van het stedelijk gebied (Eindhoven, Helmond) als op het
omliggende landelijk gebied (waaronder Asten). U stelt de ISR vast (samen met de andere MRE-gemeenteraden), naar verwachting in het 2e kwartaal van 2017.
Het ISR vormt, net als Veerkrachtig Bestuur, straks een kader voor de Omgevingsvisie. Strategische keuzes die in het ISR gemaakt zijn en een link hebben met de fysieke leefomgeving van Asten worden ruimtelijk vertaald in de Omgevingsvisie. Naar boven toe vormt de ISR de input van onze regio voor de
7/8 Omgevingsvisie die door de provincie Brabant wordt opgesteld (streefdatum gereed 2018).
- Ruimtelijke Agenda De Peel: de peelgemeenten leveren gezamenlijk hun input aan de ISR via deze ruimtelijke agenda. Deze agenda ziet, meer dan ISR en de Toekomstvisie Asten 2030, toe op de fysieke leefomgeving. Hier ligt een groot raakvlak met de Omgevingsvisie, met uitzondering van het schaalniveau. De Ruimtelijke Agenda kijkt naar ruimtelijke hoofdstructuren in de regio en naar bestaande omgevingswaarden/kwaliteiten. In de Agenda worden ruimtelijke en economische ontwikkelopgaven benoemd (huidige en toekomstige) en, met inachtname van de omgevingskwaliteiten, worden strategische keuzes voor de verdeling van functies en opgaven voorgesteld. U stelt de Ruimtelijke Agenda (samen met de andere Peel-gemeenteraden) vast, naar verwachting in het 2e kwartaal van 2017. De Omgevingsvisie gebruikt deze agenda eveneens als kader.
Kortom: de visies die u in de eerste helft van 2017 vaststelt (op de schaal van Asten, de Peel en de MRE) zijn richtinggevend voor de Omgevingsvisie.
Versterken lokale democratie/burgerinitiatieven:
In uw opdracht is inmiddels een Plan van Aanpak burgerparticipatie en burgerinitiatieven vastgesteld (december 2016). Dit vloeit voort uit de behoefte (zowel binnen als buiten het gemeentehuis) aan het versterken van de lokale democratie. Dat wil zeggen dat de gemeente Asten haar inwoners gaat stimuleren om burgerinitiatieven op te zetten.
Uiteraard worden lopende activiteiten op het gebied van burgerparticipatie ook
doorgezet. Doel is dat er in de Astense gemeenschap een pro-actieve houding ontstaat:
burgerinitiatieven zijn aan de orde van de dag en de gemeente spant zich in om samen met haar inwoners te komen tot de beste oplossingen en resultaten. Hier ligt een
duidelijke relatie met de manier van denken en werken die de Omgevingswet voor ogen heeft. Het verder versterken van de lokale democratie vormt daarmee een belangrijke basis voor de implementatie van de Omgevingswet.
Vragen aan de Commissie Ruimte
Naar verwachting behandelt u dit memo voor de commissievergadering van 28 maart 2017. Tijdens de vergadering wordt een korte presentatie gegeven en is uiteraard ruimte voor vragen en discussie. Ook wisselen wij dan graag met u van gedachten over welke informatie u op welk moment wenst om u goed te kunnen voorbereiden op de taken die de Omgevingswet voor u met zich meebrengt.
l.wiersma@asten.nl
OMGEVINGS VISIE 2019
TOEKOMSTVISIE ASTEN 2030
2017
RUIMTELIJKE AGENDA PEEL
2017 INTEGRALE
STRATEGIE RUIMTE MRE
2017
8/8 BIJLAGE 1: AANLEIDING EN DOEL OMGEVINGSWET
Waarom een nieuwe wet:
Huidige wet- en regelgeving fysieke leefomgeving:
1. Complex: 26 wetten, verschillend bevoegd gezag
2. Sectoraal: we denken steeds integraler, maar de wetten zijn sectoraal 3. Gecentraliseerd: veel regels bij hogere overheden,
terwijl de ontwikkelingen op lokaal niveau spelen
4. Vertragend/belemmerend: we zijn meer bezig met het toetsen van regels, dan met de vraag of iets wenselijk is
Oplossing: 1 Omgevingswet
Bundeling en vereenvoudiging van alle wetten en regels op het gebied van de fysieke leefomgeving
Doelstellingen Omgevingswet:
- Meer inzichtelijkheid en gebruiksgemak - Meer integraliteit
- Meer lokale afwegingruimte tbv gebieds- gericht omgevingsbeleid
- Versnelling en verbetering procedure
Overall doel:
Bescherming van de fysieke leefomgeving (oorsprong bestaande sectorale wetten);
èn verantwoord gebruik van de leefomgeving
(gewenste ontwikkelingen verantwoord mogelijk maken)
Wat valt er allemaal onder?
Wet- en regelgeving met fysieke leefomgevingscomponent:
R.O Water Erfgoed Lucht
Milieu Grondzaken Natuur Geluid Bodem Verkeer
Omgevingswet R.O NatuurMilieu
26 wetten → 1 wet 5000 art. → 350 120 AMvB’s → 4 120 min.reg. → 10
COMMISSIEVOORSTEL Informerend
BIJ ZAAKNUMMER: 2017004606
Voorstel voor de vergadering van de Commissie Ruimte op 28 maart 2017
Agendanummer : 5
Onderwerp: Uitvoeringsprogramma nieuwbouwwoningen (actualisatie woningbouwmonitor)
Opsteller: J.M.P.M. Bouten, team Ruimte Portefeuillehouder: Th. M. Martens
Datum: 23 februari 2017
Voorstel: Kennis nemen van informatie over Woningbouwmonitor d.d. maart 2017
Presentatie: Nee
Samenvatting
In november 2016 is de lokale Woonvisie geactualiseerd door het vaststellen van een uitgangspuntennotitie. Hierin zijn kaders opgenomen voor de kwalitatieve invulling van de aanzienlijk verhoogde kwantitatieve opgave. In de eind 2016 gemaakte regionale afspraken is voor Asten een netto woningbouwopgave voor de periode 2016 t/m 2025 opgenomen van 915 woningen.
In de Peelregio is m.b.t. deze opgave afgesproken dat vooraf geen herverdeling plaatsvindt, maar wel afstemming. In verband met het benutten van kansen voor herstructurering dient bovendien in de programmering van harde en zachte
plancapaciteit een vrije ruimte van 30% over de totale prognoseperiode te worden aangehouden. De prognoseperiode loopt tot 2030 en in deze periode dienen 1070 woningen te worden toegevoegd. De vrije ruimte bedraagt minimaal 320 woningen.
Ook de provincie hecht aan flexibiliteit, omdat dit een voorwaarde is voor continuïteit in het woningaanbod gelet op de variabele vraag en omdat de planning van
herstructurerings-, transformatie en inbreidingslocaties lastig is.
Het plan Loverbosch tweede fase kan door een flexibele programmering en fasering bijdragen aan de flexibiliteit van het totale woningbouwprogramma tot 2030. Realisatie van deze uitbreidingslocatie kan afgestemd worden op kansen die transformatie en herstructureringslocaties bieden.
Het uitvoeringsprogramma van de woningbouwopgave dient aangepast en geactualiseerd te worden op basis van de kaders uit de onlangs vastgestelde Woonvisie. Het
woningbouwprogramma is net als in het verleden weergegeven in de zogenaamde Woningbouwmonitor. Hierin is per kern de harde en zachte plancapaciteit opgenomen.
Verder zijn per kern potentiële herstructurerings-, transformatie en inbreidingslocaties opgenomen. In het geval van Ommel betreft dit ook potentiële uitbreidingslocaties. Voor Asten en Heusden is de omvang van de uitbreidingslocaties bekend. Het betreft zowel harde als zachte plancapaciteit.
Gelet op het belang van de transformatie c.q. herstructurering in het centrum van Asten is de voor dit doel noodzakelijke flexibiliteit in de programmering specifiek vastgelegd.
Dit naast de al bekende en in de monitor opgenomen centrumlocaties.
2/2 De monitor is een Excel bestand. Het kwantitatieve en kwalitatieve programma van de diverse locaties is gekoppeld aan de tabellen waarin de kwantitatieve en kwalitatieve kaders van de geactualiseerde Woonvisie zijn opgenomen. Zo ook de verdeling per kern.
Zachte plancapaciteit van een locatie is enkel opgenomen als sprake is van (voorlopige) bestuurlijke besluitvorming. Een indicatie van het kwalitatieve kader is wel (deels) aangegeven. Dit in verband met het realiseren van de kwalitatieve kaders uit de Woonvisie, zoals de verhouding vrije sector/sociaal en koop/ huur.
De monitor is een instrument om sturing te kunnen geven aan het
woningbouwprogramma. Fasering en programmatische keuzes van individuele locaties in relatie tot het totale programma worden namelijk zichtbaar. Het instrument geeft
bovendien inzicht in de aanbodzijde (programma nieuwbouw) van de lokale
woningmarkt. Hieruit kan worden afgeleid of dit aanbod qua aantallen, type en tijdstip passend is.
Naarmate definitieve programmatische keuzes worden gemaakt en het programma wordt uitgevoerd, nemen de flexibiliteit en keuzemogelijkheden af.
In de monitor wordt het kwantitatieve programma opgenomen conform de meest recente regionale afspraken (2016). Het betreft 915 woningen netto in de periode 2016 t/m 2025. De in november vastgestelde Woonvisie is gebaseerd op de regionale afspraken die in 2015 zijn gemaakt: 910 woningen in de periode 2015 tot 2025.
De monitor (= overzicht van het uitvoeringsprogramma woningbouwopgave) wordt minimaal drie maal per jaar geactualiseerd en ter besluitvorming aan het college voorgelegd en daarna ter kennis gebracht van de commissie Ruimte. De monitor wordt op de website van de gemeente Asten geplaatst.
m.bouten@asten.nl
plancapaciteit totaalambitie plancapaciteit basisambitie 2017 2018 2019 2020 2021 2022 t/m 2025 sociaal vrije sector sociaal vrije sector eengezins meergezins eengezins meergezins
Asten
1 Lienderweg (bij Talent) 5 2017 2018 5 5 5
2 Cerestraat 54 2017 2019 54 54 15 39 39
3 Beiaard ? ? ? x x
4 Burg. Wijnenstraat (Thijssen) 12 gereed 2019 12 12 12 12
5 Bartholomeus 42 2017 2018 18 24 24 18 18 24 18
6 Loverbosch fase 1 25 gereed 2017 7 3 9 6 25 25
7 Loverbosch fase 2 240 2017 2020 x x x x x x x
8 Mercuriusstraat 17 ? ? 17 7 10
9 Pr. Bernhardstraat 60 (Het Oude Vat) 15 gereed 2018 4 11 11 4 4 11 11
10 Emmastraat (Thijssen) ? ? ?
11 Pr. Bernhardstraat (Van der Loo) ? 2018 2020 x x x x x x x x x
12 Koningsplein 12-16 ? x x
13 Terrein Klepel ? x x
14 Tankstation Tuinstraat e.o. ? x x x x x x
15 Herstructurering centrum 60 ? 6 6 6 6 6 20 x x x 30 10 20 30
Totaal Asten 470 0 0 0 13 36 92 36 6 20 23 70 59 18 32 48 44 106 59 51
Heusden
1 Heusden-Oost fase 1 51 gereed 2017 12 7 9 13 10 12 39 36 15 12
2 Heusden-Oost fase 2 78 2017 2020 20
3 Heusden-Oost fase 3 48 ? ? x
4 Unitas 10 2018 2021 5 5 10 5 5 10
5 Antoniusstraat 6 / Hooidries ?
6 Voorste Heusden 20-24 5 gereed 5 5
Totaal Heusden 144 48 0 0 12 7 9 13 15 5 12 44 10 0 41 0 20 5 32 10
Ommel
1 Kloosterstraat 8 (Kaag) 17 2017 2020 8 4 5 x x x x x
2 MFA Ommel 3 gereed ? 3 3 3
3 Kluisstraat 8 6 6 6 6
4 Kluizendries ?
5 Hogeweg ?
Totaal kern Ommel 26 0 0 0 0 0 0 8 4 14 0 9 0 0 3 0 6 0 0 0
Totaal gemeente Asten 640 48 0 0 25 43 101 57 25 39 35 123 69 18 76 48 70 111 91 61
Kwalitatieve toets (t/m 2025)
doelstelling doelstelling (%) gepland gepland (%)
Doelgroep / type
Asten 686 75% 470 73% starters gezinnen senioren 20% 30% 50% 12,6% 55,5% 31,9% 22,2% 60,4% 17,4% 0,0% 76,9%
Heusden 174 19% 144 23% huur koop 40% 60% 16,4% 83,6% 6,9% 93,1% 0,0% 100,0%
Ommel 55 6% 26 4% sociaal vrij 45% 55% 17,4% 82,6% 15,3% 84,7% 0,0% 100,0%
Totaal 915 - 640 - gestapeld niet gestapeld 30% 70% 32,8% 67,2% 3,5% 96,5% 0,0% 100,0%
Kwantitatieve toets II
2017 2018 2017 2018
Asten 13 36 - -
Heusden 12 7 - -
Ommel 0 0 - -
Totaal 25 43 0 0
Legenda:
1Prijsgrenzen (tot 1 januari 2018)
? potentiële locatie, programma onbekend intramuraal
aantal staat nog niet vast
x noodzakelijk i.v.m. kwalitatief programma
NB:
- harde en zachte plancapaciteit van locaties met een beperkte omvang zijn niet opgenomen goedkoop
vanaf € 337.000,=
sociaal
vrij sociaal
vrij
tot € 414,02 van € 414,02 tot € 710,68
vanaf € 710,68 tot € 195.000,=
van € 195.000,= tot € 337.000,=
koop
middelduur duur goedkoop middelduur
duur huur
aantal starterswoningen aantal zorgwoningen projectnaam
geplande oplevering eerste woningen
aantal woningen per jaar woningen per categorie 1 woningen per type meertreden nultreden
geplande aanvang plano. procedure 2017 -
2025 2026 -
2030 koop huur
geplande realisatie
stand van zaken
Woningbouwmonitor gemeente Asten 2017 t/m 2025 - maart 2017
in aanbouw gerealiseerd
Kwantitatieve toets I (t/m 2025)
doelstelling gepland Asten gepland Heusden gepland Ommel