• No results found

Vergaderbundel commissie Ruimte 19-01-2017 tot agendapunt 4

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Vergaderbundel commissie Ruimte 19-01-2017 tot agendapunt 4"

Copied!
1003
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

COMMISSIE RUIMTE AGENDA

Datum : 17 januari 2017 Tijd : 20.00 uur

Locatie : Raadzaal

U vindt de stukken digitaal op raad.asten.nl vanaf 23 december 2016.

Nr.

0. Opening

1. Vaststellen agenda

2. Besluitenlijst van de vergadering van 22 november 2016 3. Ingekomen stukken, gericht aan de raad:

Voor kennisgeving aannemen:

1. Brief van 23-11-2016, Vereniging van Nederlandse Gemeenten: Monitor gemeentelijke watertaken 2016;

2. Brief van 12-12-2016, MRE: propositie versnellingsafspraken Provincie Noord- Brabant - Regio Zuidoost-Brabant

3. Brief van 13-12-2016, Provincie Noord-Brabant: rapport ‘Onderzoek borging externe veiligheid in gemeentelijke bestemmingsplannen’.

In handen van B&W ter voorbereiding:

4. Brief van 21-11-2016, Provincie Noord-Brabant: Zienswijze ontwerp- bestemmingsplan Veegplan Asten 2016-2;

5. Brief van 5-12-2016, Stichting Centrum Management Asten: Beroep op vasthouden aan verkeersluw centrum;

6. Brief van 8-11-2016, ARAG SE Nederland: Zienswijze ontwerp- bestemmingsplan Buitengebied Asten 2016, Keizersdijk 8a;

7. Brief van 15-11-2016, Martens en Nijssen: Zienswijze bestemmingsplan Buitengebied Asten 2016, Keizersdijk 2;

8. Brief van 15-11-2016, Hoeben: Zienswijze op ontwerp-bestemmingsplan Buitengebied gemeente Asten 2016, Sengersbroekweg 1;

9. Brief van 16-11-2016, Pijnenburg Agrarisch Onroerend Goed B.V.: Zienswijze ontwerp bestemmingsplan buitengebied, Gevlochtsebaan 20;

10. Brief van 28-10-2016, Hartman Bouwbedrijf B.V.: Zienswijze

ontwerpbestemmingsplan Buitengebied Asten 2016, Meijelseweg 23c;

11. Brief van 17-11-2016, Basten-Cortenbach: Zienswijze op ontwerp- bestemmingsplan Buitengebied gemeente Asten 2016, Pannenhoef 6;

12. Brief van 22-11-2016, Beijers: Zienswijze op ontwerp bestemmingsplan Buitengebied gemeente Asten 2016, Camping De Peel Behelp 13;

13. Brief van 23-11-2016, Van Bommel: Aanpassing bestemmingsplan/opnemen bestemmingsplan buitengebied voor minicamping Martinus Plak,

Gevlochtsebaan 6;

14. Brief van 24-11-2016, Aarts: Zienswijze op ontwerp-bestemmingsplan Buitengebied Asten 2016 Vaarsenhof 6;

15. Brief van 24-11-2016, Van der Loo en Fijten: Zienswijze tegen ontwerp bestemmingsplan Buitengebied Asten 2016;

(2)

2/5 Nr.

16. Brief van 25-11-2016, Sumrin Advocaten: Zienswijze tegen ontwerp- bestemmingsplan Buitengebied gemeente Asten 2016 locatie Jan van Havenstraat;

17. Brief van 25-11-2016, Adviesbureau Martin Koenen: Zienswijze tegen ontwerp bestemmingsplan "Buitengebied gemeente Asten 2016" Diesdonkerweg 24;

18. Brief van 25-11-2016, Adviesbureau Martin Koenen: Zienswijze tegen ontwerp bestemmingsplan "Buitengebied gemeente Asten 2016” Tureluurweg 2;

19. Brief van 25-11-2016, Agra-Matic B.V.: Zienswijze op ontwerp-bestemmings- plan "Buitengebied gemeente Asten 2016" locatie Heikamperweg 27;

20. Brief van 25-11-2016, Verberne: Zienswijze tegen ontwerp bestemmingsplan, Vlosbergweg 5;

21. Brief van 28-11-2016, Sengers: Zienswijze op ontwerp-bestemmingsplan Buitengebied gemeente Asten 2016, Dijkstraat/Keizersdijk;

22. Brief van 28-11-2016, Van den Boomen: Zienswijze op ontwerp-

bestemmingsplan Buitengebied gemeente Asten 2016, Oostappensedijk 40;

23. Brief van 28-11-2016, Van Bussel: Zienswijze op ontwerp-bestemmingsplan Buitengebied gemeente Asten 2016, Jan van Havenstraat 33;

24. Brief van 29-11-2016, CUMELA Advies: Zienswijze ontwerpbestemmingsplan Buitengebied Asten 2016, Voordeldonk 97;

25. Brief van 29-11-2016, Bergs Advies B.V.: Zienswijze ontwerpbestemmingsplan Buitengebied Asten 2016, locatie Bleekerweg 24;

26. Brief van 29-11-2016, Bergs Advies B.V.: Zienswijze op ontwerp

bestemmingsplan buitengebied gemeente Asten 2016, locatie Pijlstaartweg 5;

27. Brief van 29-11-2016, VVV Asten: Zienswijzen Ontwerpbestemmingsplan Buitengebied Asten 2016;

28. Brief van 29-11-2016, Van Hoof: Zienswijze ontwerp bestemmingsplan buitengebied 2016, locatie Meerkoetweg 9;

29. Brief van 29-11-2016, Sumrin Advocaten: Zienswijze op ontwerp- bestemmingsplan Buitengebied gemeente Asten 2016, Rinkveld 14;

30. Brief van 29-11-2016, Bergs Advies B.V.: Zienswijze op ontwerp-

bestemmingsplan Buitengebied gemeente Asten 2016, locatie Gezandebaan 39a;

31. Brief van 29-11-2016, Bergs Advies B.V.: Zienswijze op ontwerp-

bestemmingsplan Buitengebied gemeente Asten 2016, locatie Vaalbaan 1;

32. Brief van 29-11-2016, Manders: Zienswijze ontwerpbestemmingsplan Buitengebied Asten 2016, locatie Gezande baan 44;

33. Brief van 29-11-2016, Bergs Advies B.V.: Zienswijze ontwerpbestemmingsplan Buitengebied Asten 2016, locatie Ooruilweg 7;

34. Brief van 29-11-2016, Agrifirm Exlan B.V.: Zienswijze op ontwerp- bestemmingsplan Buitengebied gemeente Asten 2016, Kruisbaan 1;

35. Brief van 29-11-2016, Bergs Advies B.V.: Zienswijze op ontwerp-

bestemmingsplan Buitengebied gemeente Asten 2016, locatie Zeilhoekweg 2;

36. Brief van 29-11-2016, Bergs Advies B.V.: Zienswijze op ontwerp-

bestemmingsplan Buitengebied gemeente Asten 2016, locatie Antoniusstraat 45;

37. Brief van 29-11-2016, Bergs Advies B.V.: Zienswijze op ontwerp-

bestemmingsplan buitengebied Gemeente Asten 2016, locatie Hutten 12;

38. Brief van 29-11-2016, Sumrin Advocaten: Zienswijze op ontwerp-

bestemmingsplan Buitengebied gemeente Asten 2016, Waardjesweg 78;

39. Brief van 29-11-2016, Sumrin Advocaten: Zienswijze op ontwerp-

bestemmingsplan Buitengebied gemeente Asten 2016, Sengersbroekweg 1;

40. Brief van 30-11-2016, Aelmans Ruimte Omgeving en Milieu BV: Zienswijze ontwerpbestemmingsplan Buitengebied Asten 2016 locatie Achtermijterbaan 1;

41. Brief van 30-11-2016, Hartman: Zienswijze ontwerp Bestemmingsplan Buitengebied Asten 2016;

(3)

3/5 Nr.

42. Brief van 30-11-2016, Van den Boom: Zienswijze ontwerp Bestemmingsplan Buitengebied Asten 2016;

43. Brief van 30-11-2016, Sumrin Advocaten: Zienswijze ontwerpbestemmingsplan Buitengebied Asten 2016, locatie Gezandebaan 36;

44. Brief van 30-11-2016, Roba Advies B.V.: Zienswijze ontwerp bestemmingsplan Buitengebied Asten 2016, Antoniusstraat 49;

45. Brief van 30-11-2016, Bergs Advies B.V.: Zienswijze ontwerpbestemmingsplan Buitengebied Asten 2016, locatie Gevlochtsebaan 5;

46. Brief van 30-11-2016, Roba Advies B.V.: Zienswijze ontwerp Bestemmingsplan Buitengebied 2016, Achterbos 20;

47. Brief van 30-11-2016, Roba Advies B.V.: Zienswijze ontwerp-bestemmingsplan Buitengebied Asten 216, Bluijssens Broekdijk 14;

48. Brief van 30-11-2016, Van der Vleuten: Zienswijze bestemmingsplan Buitengebied Asten 2016, Behelp 2a;

49. Brief van 30-11-2016, Bergs Advies B.V.: Zienswijze ontwerpbestemmingsplan Buitengebied Asten 2016, locatie Antoniusstraat 53;

50. Brief van 30-11-2016, Provincie Noord-Brabant: Zienswijze ontwerp bestemmingsplan Buitengebied Asten 2016;

51. Brief van 30-11-2016, Arvalis B.V.: Zienswijze ontwerp Bestemmingsplan Buitengebied Asten 2016, Rinkveld 14;

52. Brief van 30-11-2016, Roba Advies B.V.: Zienswijze ontwerp buitengebied Asten 2016, Polderweg 45;

53. Brief van 30-11-2016, Roba Advies B.V.: Zienswijze ontwerp Bestemmingsplan Buitengebied Asten 2016, Hindert 11 en Hoekstraat 4;

54. Brief van 30-11-2016, Roba Advies B.V.: Zienswijze ontwerp Bestemminsplan Buitengebied Asten 2016, Achterbos 24;

55. Brief van 30-11-2016, CUMELA Advies: Zienswijze ontwerp Bestemmingsplan Buitengebied Asten 2016, Kleine Heitrak 36/36a;

56. Brief van 30-11-2016, Roba Advies B.V.: Zienswijze ontwerp Bestemminsplan Buitengebied Asten 2016, Voorste Heusden 6;

57. Brief van 30-11-2016, Bergs Advies B.V.: Zienswijze ontwerpbestemmingsplan Buitengebied Asten 2016 locatie Polderweg 53;

58. Brief van 30-11-2016, Sumrin Advocaten: Zienswijze ontwerpbestemmingsplan buitengebied Asten 2016 locatie Bleekerweg 7a;

59. Brief van 30-11-2016, Roba Advies B.V.: Zienswijze ontwerp Bestemmingsplan Buitengebied Asten, Diesdonk 45;

60. Brief van 5-12-2016, Bergs Advies B.V.: Zienswijze ontwerpbestemmingsplan Buitengebied Asten 2016, locatie Pannenhoef 7;

61. Brief van 30-11-2016, Roba Advies B.V.: Zienswijze ontwerp Bestemmingsplan Buitengebied Asten 2016, Valkenierstraat 8;

62. Brief van 30-11-2016, Pouderoyen B.V.: Zienswijze ontwerpbestemmingsplan Buitengebied 2016, locatie Venbergweg 7, 8 en 9;

63. Brief van 30-11-2016, Van der Vleuten: Zienswijze ontwerp bestemmingsplan buitengebied, Antoniusstraat/ Korhoenweg;

64. Brief van 30-11-2016, Agra-Matic B.V.: Zienswijze ontwerpbestemmingsplan Buitengebied 2016, locatie Busserdijk 9 en 10;

65. Brief van 5-12-2016, Deelen: Zienswijze ontwerpbestemmingsplan Buitengebied Asten 2016, locatie Smientweg 11;

66. Brief van 1-12-2016, Crijns Rentmeesters B.V.: Zienswijze bestemmingsplan Buitengebied Asten 2016, Diesdonk 37;

67. Brief van 1-12-2016, Geling Advies B.V.: Zienswijze ontwerp Bestemmingsplan Buitengebied Asten 2016, Dijkstraat 56;

68. Brief van 1-12-2016, Geling Advies B.V.: Zienswijze Bestemmingsplan Buitengebied Asten 2016, Dijkstraat 50;

69. Brief van 1-12-2016, Pouderoyen B.V.: Zienswijze bestemmingsplan Buitengebied Asten 2016, Waardjesweg 59;

(4)

4/5 Nr.

70. Brief van 1-12-2016, Geling Advies B.V.: Zienswijze op ontwerp-bestemmings- plan Buitengebied, Waardjesweg 84;

71. Brief van 1-12-2016, Den Hollander Advocaten B.V.: Zienswijze ontwerp- bestemmingsplan Buitengebied Asten 2016, Bleekerweg 24;

72. Brief van 1-12-2016, Madou - Gorissen: Zienswijze ontwerpbestemmingsplan Buitengebied Asten 2016 locatie Meijelseweg 70;

73. Brief van 1-12-2016, Goorts + Coppens B.V.: Zienswijze bestemmingsplan Buitengebied Asten 2016, Kemphaanweg 4;

74. Brief van 1-12-2016, Pouderoyen B.V.: Zienswijze bestemmingsplan Buitengebied Asten 2016, Waardjesweg 65;

75. Brief van 1-12-2016, ZLTO afdeling Asten: Zienswijze ontwerpbestemmings- plan Buitengebied Asten 2016;

76. Brief van 1-12-2016, Goorts + Coppens B.V.: Zienswijze op ontwerp- bestemmingsplan Buitengebied gemeente Asten 2016, Gezande baan 39;

77. Brief van 1-12-2016, Pijnenburg Agrarisch Adviesburo B.V.: Zienswijze op ontwerpbestemmingsplan Buitengebied, Roerdompweg 2;

78. Brief van 1-12-2016, Van Dun Advies B.V.: Zienswijze bestemmingsplan Buitengebied Asten 2016, Reeweg 3, 3a en 5;

79. Brief van 1-12-2016, Den Hollander Advocaten B.V.: Zienswijze ontwerpbestemmingsplan Buitengebied Asten 2016, Meijelseweg 53;

80. Brief van 1-12-2016, Bergs Advies B.V.: Zienswijze ontwerpbestemmingsplan Buitengebied Asten 2016, locatie Pijlstaartweg 5;

81. Brief van 1-12-2016, Van Santvoort Advies: Zienswijze bestemmingsplan Buitengebied Asten 2016, locatie Kloostereind 2;

82. Brief van 1-12-2016, Den Hollander Advocaten B.V.: Zienswijze op ontwerp- bestemmingsplan Buitengebied Asten 2016, Merelweg 18 en Korhoenweg 1;

83. Brief van 1-12-2016, Den Hollander Advocaten B.V.: Zienswijze ontwerp- bestemmingsplan Buitengebied Asten 2016, Heikamperweg 38;

84. Brief van 1-12-2016, Goorts + Coppens B.V.: Zienswijze op ontwerp- bestemmingsplan Buitengebied gemeente Asten 2016, Antoniusstraat 47;

85. Brief van 1-12-2016, Pouderoyen B.V.: Zienswijze bestemmingsplan Buitengebied Asten 2016, Vaarsenhof 8;

86. Brief van 1-12-2016, Sauvé: Zienswijze ontwerpbestemmingsplan Buitengebied Asten 2016, locatie Nachtegaalweg 3;

87. Brief van 2-12-2016, Van Bree: Zienswijze ontwerpbestemmingsplan Buitengebied Asten 2016 locatie Diesdonkerweg 22b;

88. Brief van 2-12-2016, Bergs Advies B.V.: Zienwijze ontwerpbestemmingsplan Buitengebied Asten 2016, locatie Gruttoweg 3;

89. Brief van 2-12-2016, Bergs Advies B.V.: Zienswijze ontwerpbestemmingsplan Buitengebied Asten 2016, locatie Sperwerstraat 10;

90. Brief van 2-12-2016, Bergs Advies B.V.: Zienswijze ontwerpbestemmingsplan Buitengebied Asten 2016, locatie Pannenhoef 16;

91. Brief van 2-12-2016, Bergs Advies B.V.: Zienswijze ontwerpbestemmingsplan Buitengebied Asten 2016, locatie Pijlstaartweg 10;

92. Brief van 2-12-2016, Pouderoyen B.V.: Zienswijze ontwerpbestemmingsplan Buitengebied Asten 2016 locatie Bleekerweg 5;

93. Brief van 2-12-2016, Bergs Advies B.V.: Zienswijze ontwerpbestemmingsplan Buitengebied Asten 2016, locatie Bleekerweg 2 en 20;

94. Brief van 2-12-2016, Pouderoyen B.V.: Zienswijze ontwerpbestemmingsplan Buitengebied Asten 2016, locatie Bleekerweg 16;

95. Brief van 2-12-2016, Pouderoyen B.V.: Zienswijze ontwerpbestemmigsplan Buitengebied Asten 2016, locatie Bleekerweg 6;

96. Brief van 30-11-2016, Bergs Advies B.V.: Zienswijze ontwerpbestemmingsplan Buitengebied Asten 2016, locatie Kokmeeuwenweg 28;

97. Brief van 30-11-2016, Roba Advies B.V.: Zienswijze ontwerp Bestemminsplan Buitengebied Asten 2016, Meijelseweg 78;

(5)

5/5 Nr.

4. Asten Veegplan 2017-1 (Achtermijterbaan 1, Broekstraat 3, Gezandebaan 29, Koningsplein 1, Prins Bernhardstraat 56, Vorstermansplein 8, Meijelsweg ong) (opiniërend)

(Portefeuillehouder: de heer T. Martens, info: m.rooijakkers@asten.nl)

5. Informatief overleg met de bestuurder over lopende belangrijke processen en projecten, verbonden partijen (Blink, ODZOB) o.a.:

a. Fietspad Meijelseweg b. Omgevingswet

c. Algemeen Bestuur ODZOB d.d. 24 november 2016

zie http://www.odzob.nl/overheden/over-ons/bestuur/algemeen-bestuur/vergaderstukken-ab

6. Stukken ter kennisneming aan de commissie:

a. Memo afronding revitalisering Bloemenwijk

(Portefeuillehouder: de heer J. Huijsmans, info: s.sahak@asten.nl) b. Lijst van toezeggingen en dynamische termijnkalender 7. Rondvraag en sluiting

(6)

concept

COMMISSIE RUIMTE BESLUITENLIJST

van de openbare vergadering van de commissie Ruimte 22 november 2016 in het gemeentehuis.

Geluidsfragmenten van de vergadering zijn per agendapunt terug te luisteren op raad.asten.nl.

Aanwezig:

De voorzitter P.W.J.M. van de Ven-Schriks De leden per fractie

Algemeen belang (AB) F.G.A. Hurkmans, P.P.M. Bakens

CDA J.G. Leenders, D.R. van Schijndel

Leefbaar Asten (LA) M.A.T.M. van den Boomen, R.T. Schleedoorn, J.F.W. van Oosterhout PGA/PvdA A.H.H. Beniers. L.J. Drost

D66-HvA A.J. Koopman, M.J.M. van den Eijnden

VVD J. Bazuin

De genodigden wethouder Th.M. Martens (ThM) Ambtelijke ondersteuning O. Feekes

De griffier M.B.W. van Erp-Sonnemans

- - -

Nr. Onderwerp Besluit

Spreekrecht Hiervan is geen gebruik gemaakt.

1. Vaststellen agenda Vastgesteld cf. voorstel.

De omvraag begint bij de fractie PGA/PvdA.

2. Besluitenlijst van de openbare vergadering van 11 oktober 2016

Ongewijzigd vastgesteld.

3. Ingekomen stukken gericht aan de raad a. Brief van 19-10-2016, Raad van

State: Verzoek verlengen termijn naar voren brengen zienswijze mbt BP Bedrijventerrein Florapark 2013;

b. Brief van 5-10-2016, Provincie Noord-Brabant: Toezicht m.b.t.

externe veiligheid bij opstellen van bestemmingsplannen;

c. Brief van 20-10-2016: Instelling werkgroep m.e.r. Bestemmingsplan Buitengebied Asten 2016;

Cf. voorstel voor kennisgeving aangenomen.

Aan de orde gesteld:

a. D66-HvA; reactie ThM*

b. -

c. AB, LA; reactie ThM

3. Ingekomen stukken gericht aan de raad d. Brief van 27-9-2016, C. Leenders–

Vinken en A. Leenders: Zienswijze verleende omgevingsvergunning eerste fase Zandpluim B.V.;

Cf. voorstel in handen gesteld van B&W ter voorbereiding. Aan de orde gesteld:

d. D66-HvA; reactie ThM

(7)

Ruimte d.d. 22 november 2016

2/3

Nr. Onderwerp Besluit

e. Brief van 22-10-2016, P. van Bussel:

verzoek om reactie op aanpassingen reconstructie Heesakkerweg;

e. PGA/PvdA, AB, CDA, LA; reactie ThM

3. Ingekomen stukken gericht aan de raad f. Brief van 4-11-2016, Pouderoyen:

zienswijze ontwerp bestemmingsplan Buitengebied Asten 2016;

g. Brief van 7-11-2016, Ministerie van Infrastructuur en Milieu: zienswijze ontwerp bestemmingsplan

Buitengebied Asten 2016

Cf. voorstel in handen gesteld van B&W ter afdoening.

4. Gemeentelijk Verkeer en Vervoersplan Asten (GVVP) (adviserend)

(PH, info: o.feekes@asten.nl)

De commissie:

a. adviseert unaniem positief*

b. stemt in met doorgeleiding als A-stuk naar de raad

5. Informatief overleg met de bestuurder over lopende belangrijke processen en projecten, o.a. verbonden partijen (Blink, ODZOB).

Aan de orde is gesteld:

a. Blink (VVD; reactie ThM)

b. Omgevingswet (D66-HvA; reactie ThM) 6. Stukken ter kennisneming aan de

commissie

a. Memo inz. boete kappen bomen zonder vergunning Loverbosch (PH Martens, info: m.vanjole@asten.nl) b. Memo inz. VANG en Milieustraat

Asten-Someren (toez. 17-05-’16,16- 06-’15)(PH Martens, info: t.smits@asten.nl) c. Lijst van toezeggingen

Cf. voorstel voor kennisgeving aangenomen.

Aan de orde gesteld:

a. PGA/PvdA, LA; reactie ThM*

7. Rondvraag Aan de orde is gesteld:

- Veiligheid toeristische fietsroute Bosdijk- Vaalbaan (AB; reactie THM)*

- Zorgen veiligheid A67 en omleidingsroute vrachtverkeer Heesakkerweg (AB; reactie ThM)

- Onderzoeksrapport GGD/TNO inzake H2S (AB, D66-HvA; reactie ThM)*

- Voortgang werkzaamheden Heerbaan (AB;

reactie ThM)

- Antoniusstraat 47 (LA; reactie ThM)

Einde vergadering 21:20 uur.

Toezegging PH Afd Afdoening

*3a Cie wordt geïnformeerd over actuele stand van zaken BP Florapark

JvB R&O z.s.m.

*4 Prioriteit maatregelen GVVP –o.a.

zebrapaden en parkeeronderzoek- wordt afgewogen bij VJN 2017 e.v.

ThM R&O Voorjaar 2017

(8)

Ruimte d.d. 22 november 2016

3/3

Toezegging PH Afd Afdoening

*6 Cie wordt geïnformeerd over evt.

herplantplicht boom Loverbosch

ThM R&O Nog in te plannen

*7 Cie wordt geïnformeerd over signalering en oversteek Gezandebaan tbv fietsroute Bosdijk

ThM R&O Nog in te plannen

*7 GGD-TNO Rapport H2S-gas wordt voor cie ter inzage gelegd

ThM R&O Via griffier

griffier

mr. M.B.W. van Erp-Sonnemans

(9)

View this email in your browser

VNG Ledenbrief

woensdag 23 november 2016

Lbr. 16/084 Monitor gemeentelijke watertaken 2016

Geachte heer/mevrouw,

De straat, het groen en de tuin moeten tijdelijk plaats bieden aan regenwater. Door toename van de hoosbuien is extra waterberging op gemeentelijke en particuliere grond nodig. Dit is een van de trends uit de Monitor gemeentelijke watertaken die 3 november is gepubliceerd.

De monitor werd aangeboden aan de directeur-generaal Ruimte en Water van het ministerie van Infrastructuur en Milieu en bestuurders van de VNG, UvW, IPO en Vewin.

Volledige brief:

Monitor gemeentelijke watertaken 2016

Bijlage(n):

Het nut van stedelijk waterbeheer - monitor gemeentelijke watertaken 2016

afmelden

pagina 1 van 1 Lbr. 16/084 Monitor gemeentelijke watertaken 2016

22-12-2016

file:///C:/Users/sotterdi/AppData/Local/Temp/VERSEONVIEWER/201648513B20A...

(10)

Monitor gemeentelijke watertaken 2016

Het nut van stedelijk

waterbeheer

(11)

De Monitor gemeentelijke watertaken informeert over de prestaties van het stedelijk waterbeheer voor de samenleving. Hoe staat het met de aanpak van regenwateroverlast?

Moeten we letten op gezondheidsrisico’s van afvalwater? Wordt de riolering vernieuwd als het moet? Wat kost het? Op dit soort vragen geeft de monitor antwoord.

Ook kijkt de monitor naar maatschappelijke trends en de opgaven voor de komende jaren.

Stichting RIONED, kenniscentrum voor stedelijk waterbeheer

Monitor gemeentelijke watertaken 2016

Het nut van stedelijk

waterbeheer

(12)

2 Het nut van stedelijk waterbeheer

Wie doet wat?

Huishoudens en bedrijven gebruiken drinkwater.

Dat levert afvalwater op. Op particulier terrein valt regen, soms meer dan het kan verwerken.

Op sommige plaatsen is grondwater hinderlijk aanwezig. Om afvalwater, regenwater en grond­

water in goede banen te leiden, hebben ook gemeenten en waterschappen taken in het stede­

lijk waterbeheer.

De bewoner en/of eigenaar

Vrijwel elk perceel kan zijn afvalwater via het riool kwijt. De perceeleigenaar is verantwoorde­

lijk voor de riolering in huis en op het eigen ter­

rein. Bewoners moeten verstoppingen voorkomen door het riool goed te gebruiken. Een perceel­

eigenaar moet sinds 2009 in principe zelf het regenwater ‘verwerken’ dat op zijn terrein valt, net als de gemeente als eigenaar van de open­

bare ruimte.

In de praktijk voert de perceeleigenaar het regen water meestal af via de riolering.

Om vochtoverlast in huis te voorkomen, moet de eigenaar ervoor zorgen dat zijn gebouw aan de boven­, zij­ én onderkant waterdicht is. Tegen grondwaterproblemen neemt de perceeleigenaar zelf maatregelen.

De gemeente

De gemeentelijke zorg voor afvalwater, regenwa­

ter en grondwater is een groot onderdeel van het stedelijk waterbeheer. De gemeente beheert de riolering (het stelsel van putten, buizen en pom­

pen) en de bovengrondse voorzieningen die regenwater afvoeren (zoals grasvelden die regen­

water tijdelijk opvangen waarna het in de bodem kan zakken en goten langs de weg). Hiermee zorgt zij voor inzameling en transport van afval­

en regenwater, en waar nodig van overtollig grondwater in openbaar gebied. Wanneer een collectieve aanpak effectiever en goedkoper is, komt de gemeente in actie om grondwater­

overlast te voorkomen. Als eigenaar en/of gebrui­

ker (bewoner) betaalt u hiervoor rioolheffing.

De gemeente moet regenwater van particuliere

terreinen in principe alleen verwerken als de eigenaar dat zelf redelijkerwijs niet kan. Tot nu toe ontzorgen veel gemeenten hun inwoners door het regenwater deels of helemaal af te voeren.

Uit oogpunt van klimaatverandering, verdere ver­

stedelijking en kostenbeheersing, zal in de toekomst vaker worden overwogen of de opvang van regenwater op particulier terrein nodig is.

Het waterschap

Het waterschap beheert veel van het oppervlakte­

water in en rond stedelijk gebied (watergangen zoals sloten en kleinere kanalen, beken en ook meren). Het waterschap reguleert de waterstan­

den en onderhoudt de oevers, de bodem en spe­

ciale voorzieningen, zoals bergingsgebieden en gemalen. Het waterschap zuivert ook het afval­

water en brengt het daarna in het oppervlakte­

water. Eigenaren betalen hiervoor de water­

systeemheffing en de zuiveringsheffing.

Overige watertaken

De provincie is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het zwemwater en voor het grondwater op grote diepte. Rijkswaterstaat beheert de grote rivieren en kanalen en ook het IJsselmeer.

Het drinkwaterbedrijf is verantwoordelijk voor schoon drinkwater en beheert het drinkwater­

transportnetwerk.

Gemeenten leveren gegevens

Voor de Monitor gemeentelijke watertaken zijn gemeenten in 2016 gevraagd naar gegevens over het waterbeheer dat zij uitvoeren. De opzet van dit onderzoek in het kader van de monitor is kort beschreven op bladzijde 23. Waar andere bronnen zijn geraadpleegd, is dit met een klein cijfer boven de tekstregel aangegeven. In de verant­

woording is te zien naar welke bron het cijfer verwijst.

Volksgezondheid, droge voeten en bescherming van het milieu

doelen

De belangrijkste doelen waar stedelijk waterbeheer zich op richt, zijn

volksgezondheid, droge voeten en milieubescherming. Daarbij mag het stedelijk waterbeheer niet onnodig veel kosten. Tegelijkertijd willen we problemen en extra kosten in de toekomst voorkomen.

Ontwikkelingen waar de beheerder van stedelijk water mee te maken heeft 4 Hoeveel riolering ligt er in Nederland? 6

Hoe houden we het systeem op peil? 8 Gezondheid is het belangrijkste doel

11

In welke mate belast afvalwater ons water?

12 Regenwater veroorzaakt soms schade 14

Wie pakt grondwater aan? 19 Hoeveel geld gaat er in om? 20 Werken aan efficiëntie 21

Wat vinden burgers van de riolering? 22 Gegevensverzameling 23

Meer weten? 24 Colofon 24

Monitor gemeentelijke watertaken 2016 3

(13)

2 Het nut van stedelijk waterbeheer

Wie doet wat?

Huishoudens en bedrijven gebruiken drinkwater.

Dat levert afvalwater op. Op particulier terrein valt regen, soms meer dan het kan verwerken.

Op sommige plaatsen is grondwater hinderlijk aanwezig. Om afvalwater, regenwater en grond­

water in goede banen te leiden, hebben ook gemeenten en waterschappen taken in het stede­

lijk waterbeheer.

De bewoner en/of eigenaar

Vrijwel elk perceel kan zijn afvalwater via het riool kwijt. De perceeleigenaar is verantwoorde­

lijk voor de riolering in huis en op het eigen ter­

rein. Bewoners moeten verstoppingen voorkomen door het riool goed te gebruiken. Een perceel­

eigenaar moet sinds 2009 in principe zelf het regenwater ‘verwerken’ dat op zijn terrein valt, net als de gemeente als eigenaar van de open­

bare ruimte.

In de praktijk voert de perceeleigenaar het regen water meestal af via de riolering.

Om vochtoverlast in huis te voorkomen, moet de eigenaar ervoor zorgen dat zijn gebouw aan de boven­, zij­ én onderkant waterdicht is. Tegen grondwaterproblemen neemt de perceeleigenaar zelf maatregelen.

De gemeente

De gemeentelijke zorg voor afvalwater, regenwa­

ter en grondwater is een groot onderdeel van het stedelijk waterbeheer. De gemeente beheert de riolering (het stelsel van putten, buizen en pom­

pen) en de bovengrondse voorzieningen die regenwater afvoeren (zoals grasvelden die regen­

water tijdelijk opvangen waarna het in de bodem kan zakken en goten langs de weg). Hiermee zorgt zij voor inzameling en transport van afval­

en regenwater, en waar nodig van overtollig grondwater in openbaar gebied. Wanneer een collectieve aanpak effectiever en goedkoper is, komt de gemeente in actie om grondwater­

overlast te voorkomen. Als eigenaar en/of gebrui­

ker (bewoner) betaalt u hiervoor rioolheffing.

De gemeente moet regenwater van particuliere

terreinen in principe alleen verwerken als de eigenaar dat zelf redelijkerwijs niet kan. Tot nu toe ontzorgen veel gemeenten hun inwoners door het regenwater deels of helemaal af te voeren.

Uit oogpunt van klimaatverandering, verdere ver­

stedelijking en kostenbeheersing, zal in de toekomst vaker worden overwogen of de opvang van regenwater op particulier terrein nodig is.

Het waterschap

Het waterschap beheert veel van het oppervlakte­

water in en rond stedelijk gebied (watergangen zoals sloten en kleinere kanalen, beken en ook meren). Het waterschap reguleert de waterstan­

den en onderhoudt de oevers, de bodem en spe­

ciale voorzieningen, zoals bergingsgebieden en gemalen. Het waterschap zuivert ook het afval­

water en brengt het daarna in het oppervlakte­

water. Eigenaren betalen hiervoor de water­

systeemheffing en de zuiveringsheffing.

Overige watertaken

De provincie is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het zwemwater en voor het grondwater op grote diepte. Rijkswaterstaat beheert de grote rivieren en kanalen en ook het IJsselmeer.

Het drinkwaterbedrijf is verantwoordelijk voor schoon drinkwater en beheert het drinkwater­

transportnetwerk.

Gemeenten leveren gegevens

Voor de Monitor gemeentelijke watertaken zijn gemeenten in 2016 gevraagd naar gegevens over het waterbeheer dat zij uitvoeren. De opzet van dit onderzoek in het kader van de monitor is kort beschreven op bladzijde 23. Waar andere bronnen zijn geraadpleegd, is dit met een klein cijfer boven de tekstregel aangegeven. In de verant­

woording is te zien naar welke bron het cijfer verwijst.

Volksgezondheid, droge voeten en bescherming van het milieu

doelen

De belangrijkste doelen waar stedelijk waterbeheer zich op richt, zijn

volksgezondheid, droge voeten en milieubescherming. Daarbij mag het stedelijk waterbeheer niet onnodig veel kosten. Tegelijkertijd willen we problemen en extra kosten in de toekomst voorkomen.

Ontwikkelingen waar de beheerder van stedelijk water mee te maken heeft 4 Hoeveel riolering ligt er in Nederland? 6

Hoe houden we het systeem op peil? 8 Gezondheid is het belangrijkste doel

11

In welke mate belast afvalwater ons water?

12 Regenwater veroorzaakt soms schade 14

Wie pakt grondwater aan? 19 Hoeveel geld gaat er in om? 20 Werken aan efficiëntie 21

Wat vinden burgers van de riolering? 22 Gegevensverzameling 23

Meer weten? 24 Colofon 24

Monitor gemeentelijke watertaken 2016 3

(14)

4 Het nut van stedelijk waterbeheer Monitor gemeentelijke watertaken 2016 5

Meer automatisering Gezondheidsrisico’s

Klimaatverandering Kosten stijgen

Minder regen afvoeren

Acceptatie grotere gezondheidsrisico’s bij vrijwillige keuze

We leven in een veilig land. Ook door de riolering leven we veel langer. Voor ons plezier zijn we bereid grotere risico’s te nemen, bijvoorbeeld bij zwemmen in buitenwater. Terughoudendheid in contact met afvalwater bij water op straat en zwemmen in vijvers en grachten blijft echter op zijn plaats.

Uitdagingen voor een nog betere water­

kwaliteit

Overstorten zijn aangepakt en het riool voldoet aan de milieuafspraken. Als het water schoner moet, is maatwerk in aanpak van bronnen en ook de inrichting van wateren in steden en dorpen nodig. Nieuwe stoffen zoals medicijnresten en microplastics vragen om nieuwe kennis.

Beter, sneller en goedkoper

Door ontwikkelingen in gegevensverzameling en

­verwerking, wordt steeds meer gemeten, berekend en uitgewisseld. Hierdoor nemen we betere maatregelen. Voor iedereen wordt duidelijk wat we hebben, hoe het erbij ligt, hoe het functioneert en of daarmee de doelen worden gehaald. De kostenstijging wordt hiermee getemperd.

Regenwater op eigen terrein houden

Neerslag infiltreren of gebruiken waar het valt en niet afvoeren. Dit vergt een grote omslag in denken, technieken en verantwoordelijkheden.

Vernieuwing bepaalt de kosten

De eerste aanleg is betaald uit de grondprijs.

Vervanging betalen we met de rioolheffing.

De kosten stijgen tot het hele stelsel een keer vervangen is. Buizen in slappe bodem gaan minder lang mee, dus is de kostenstijging daar het grootst.

Vaker water op straat hoort bij het nieuwe klimaat

Regenwater moet tijdelijk kunnen staan waar het geen schade veroorzaakt. Dat kan met stoepranden, slim gekozen drempels, hogere bouwpeilen en laagtes in groenstroken en tuinen.

De oplossingen tegen overlast vragen om combinaties met andere ruimtelijke maatregelen, zoals wijkrenovatie, herbestemming en

wegrenovatie.

tr ends

De monitor laat zien hoe het ervoor staat met de maatschappelijke doelen van stedelijk waterbeheer: volksgezondheid, droge voeten en bescherming van het milieu. Waar mogelijk met een kijkje in de toekomst. In de kern staan hieronder de belangrijkste ontwikkelingen waar de waterbeheerder in de bebouwde omgeving mee te maken heeft.

Ontwikkelingen waar de beheerder van stedelijk water mee te maken heeft

Nieuwe stoffen

(15)

4 Het nut van stedelijk waterbeheer Monitor gemeentelijke watertaken 2016 5

Meer automatisering Gezondheidsrisico’s

Klimaatverandering Kosten stijgen

Minder regen afvoeren

Acceptatie grotere gezondheidsrisico’s bij vrijwillige keuze

We leven in een veilig land. Ook door de riolering leven we veel langer. Voor ons plezier zijn we bereid grotere risico’s te nemen, bijvoorbeeld bij zwemmen in buitenwater. Terughoudendheid in contact met afvalwater bij water op straat en zwemmen in vijvers en grachten blijft echter op zijn plaats.

Uitdagingen voor een nog betere water­

kwaliteit

Overstorten zijn aangepakt en het riool voldoet aan de milieuafspraken. Als het water schoner moet, is maatwerk in aanpak van bronnen en ook de inrichting van wateren in steden en dorpen nodig. Nieuwe stoffen zoals medicijnresten en microplastics vragen om nieuwe kennis.

Beter, sneller en goedkoper

Door ontwikkelingen in gegevensverzameling en

­verwerking, wordt steeds meer gemeten, berekend en uitgewisseld. Hierdoor nemen we betere maatregelen. Voor iedereen wordt duidelijk wat we hebben, hoe het erbij ligt, hoe het functioneert en of daarmee de doelen worden gehaald. De kostenstijging wordt hiermee getemperd.

Regenwater op eigen terrein houden

Neerslag infiltreren of gebruiken waar het valt en niet afvoeren. Dit vergt een grote omslag in denken, technieken en verantwoordelijkheden.

Vernieuwing bepaalt de kosten

De eerste aanleg is betaald uit de grondprijs.

Vervanging betalen we met de rioolheffing.

De kosten stijgen tot het hele stelsel een keer vervangen is. Buizen in slappe bodem gaan minder lang mee, dus is de kostenstijging daar het grootst.

Vaker water op straat hoort bij het nieuwe klimaat

Regenwater moet tijdelijk kunnen staan waar het geen schade veroorzaakt. Dat kan met stoepranden, slim gekozen drempels, hogere bouwpeilen en laagtes in groenstroken en tuinen.

De oplossingen tegen overlast vragen om combinaties met andere ruimtelijke maatregelen, zoals wijkrenovatie, herbestemming en

wegrenovatie.

tr ends

De monitor laat zien hoe het ervoor staat met de maatschappelijke doelen van stedelijk waterbeheer: volksgezondheid, droge voeten en bescherming van het milieu. Waar mogelijk met een kijkje in de toekomst. In de kern staan hieronder de belangrijkste ontwikkelingen waar de waterbeheerder in de bebouwde omgeving mee te maken heeft.

Ontwikkelingen waar de beheerder van stedelijk water mee te maken heeft

Nieuwe stoffen

(16)

6 Het nut van stedelijk waterbeheer Monitor gemeentelijke watertaken 2016 7

afvalwater en regenwater gemengd afvalwater gescheiden regenwater gescheiden andere regen- drukriool

voorzieningen

persleidingen drainage

95,4%

van de panden is aangesloten op

vrijvervalriolering

4,1%

heeft drukriolering

0,1%

is niet

aangesloten

0,4%

heeft een minizuivering op

eigen terrein

50.000 km 22.000 km 26.000 km 6.000 km 29.000 km 7.600 km 12.500 km

3x

riolering; ruim 99%. Vanwege de lange afstand of obstakels is het voor sommige percelen zeer onvoordelig om het afvalwater naar een riool­

water zuivering af te voeren. Dan zuiveren de eigenaren het water in een eigen voorziening:

een IBA (individuele behandeling afvalwater).

Er zijn in Nederland 27.500 IBA’s, waarvan er 10.500 in eigendom zijn van gemeenten.

Verharde oppervlakken

Waar het oppervlak verhard is ­ denk aan daken van huizen en gebouwen, wegen en tuinen met tegels ­ moet het regenwater ergens naartoe.

In totaal is 1.530 miljoen m2 verhard oppervlak aangesloten op een gemeentelijk stelsel.

Dat is circa 1,4 maal het oppervlak van het IJsselmeer en 91 m2 per inwoner van Nederland.

In 2005 was dit afvoerende oppervlak 1.300

miljoen m2. Dat is een stijging van 18% in tien jaar.

Deze stijging is deels het gevolg van een toename van verharding en deels van het beter in beeld brengen met nieuwe meetmethoden.

Alternatieve systemen

De tendens is dat gemeenten ­ vooral bij nieuwbouw ­ alternatieve systemen voor regenwater aanleggen, waarbij water zichtbaar blijft en lokaal in de bodem of in oppervlakte­

water terecht komt. Het water stroomt dan bijvoorbeeld door gootjes langs de weg naar een verlaagd grasveld waar het kan infiltreren (een ‘wadi’). Zo wordt regen niet met afvalwater vermengd. Hevige buien kunnen zo goed worden verwerkt en het is beter voor het milieu en de werking van de rioolwaterzuivering.

Het meest bekend is de riolering waarin het water vanzelf van hoog naar laag stroomt. Van deze vrijvervalriolering ligt er is er 97.300 km.

De meeste vrijvervalstelsels worden met een gemaal leeg gepompt, via een persleiding, naar een naburig stelsel of direct naar de

rioolwaterzuivering.

Drukriolering

Ongeveer een vijfde van de lengte bestaat uit drukriolering. Daarin stroomt het water door de druk van een pomp. Drukriolering wordt vooral gebruikt om grote afstanden in het buitengebied te overbruggen. Een klein aandeel van de leidingen is geen buis; soms worden bermen,

goten e.d. ingezet om regenwater te

transporteren. Drainageleidingen voeren overtollig water af uit de bodem wanneer de grondwater­

stand te hoog is.

Kolk- en huisaansluitingen

Regenwater van de straat komt in het riool via de kolkaansluitingen, dat zijn de buizen tussen de straatkolken in de stoeprand en de grote buizen onder de weg. Ook beheren de gemeenten vaak het deel van de huisaansluitingen dat in openbaar terrein ligt. De lengte van deze kolk­ en huis­

aansluitingen is de gemeenten niet gevraagd.

Het gaat naar schatting om tenminste 50.000 km, dus genoeg voor een extra rondje om de aarde.

Andere waterobjecten

Behalve de leidingen worden door gemeenten ook andere objecten beheerd. Zo zijn er in Nederland 2.700 berg(bezink)bassins (grote bakken die extra water kunnen opvangen en daarmee verontreinigingen in het riool houden).

140.000 pompen leveren de druk in de mechanische riolering in het buitengebied.

Daarnaast beheren gemeenten 15.000 van de 17.000 rioolgemalen die water naar een volgend gerioleerd gebied of direct naar de zuivering pompen.

Minizuiveringen

Vergeleken met andere Europese landen zijn in Nederland veel huishoudens aangesloten op de

stelselk enmerk en

In Nederland ligt 150.000 kilometer riolering in het openbaar terrein. Dat is 3,7 maal de lengte van de evenaar, bijna negen meter per inwoner van Nederland.

Hoeveel riolering ligt er in Nederland?

gemengde rioolleiding

957 miljoen m 2

gescheiden rioolleiding

550 miljoen m

2

overige systemen (wadi’s, goten, greppels, bermen)

162 miljoen m2 De wijze waarop water afstroomt.

Toename lengte vrijvervalstelsel.

De lengte van vrijvervalriolering is sinds 2005 met 17.000 km toegenomen; dat is een toename van 22%. De extra lengte is aangelegd in nieuw gebouwde wijken en bij het scheiden van afvalwater- en regenwaterafvoer.

0 2 4 6 8 10

2005 2010 2013 2016

x 10.000 km

(17)

6 Het nut van stedelijk waterbeheer Monitor gemeentelijke watertaken 2016 7

afvalwater en regenwater gemengd afvalwater gescheiden regenwater gescheiden andere regen- drukriool

voorzieningen

persleidingen drainage

95,4%

van de panden is aangesloten op

vrijvervalriolering

4,1%

heeft drukriolering

0,1%

is niet

aangesloten

0,4%

heeft een minizuivering op

eigen terrein

50.000 km 22.000 km 26.000 km 6.000 km 29.000 km 7.600 km 12.500 km

3x

riolering; ruim 99%. Vanwege de lange afstand of obstakels is het voor sommige percelen zeer onvoordelig om het afvalwater naar een riool­

water zuivering af te voeren. Dan zuiveren de eigenaren het water in een eigen voorziening:

een IBA (individuele behandeling afvalwater).

Er zijn in Nederland 27.500 IBA’s, waarvan er 10.500 in eigendom zijn van gemeenten.

Verharde oppervlakken

Waar het oppervlak verhard is ­ denk aan daken van huizen en gebouwen, wegen en tuinen met tegels ­ moet het regenwater ergens naartoe.

In totaal is 1.530 miljoen m2 verhard oppervlak aangesloten op een gemeentelijk stelsel.

Dat is circa 1,4 maal het oppervlak van het IJsselmeer en 91 m2 per inwoner van Nederland.

In 2005 was dit afvoerende oppervlak 1.300

miljoen m2. Dat is een stijging van 18% in tien jaar.

Deze stijging is deels het gevolg van een toename van verharding en deels van het beter in beeld brengen met nieuwe meetmethoden.

Alternatieve systemen

De tendens is dat gemeenten ­ vooral bij nieuwbouw ­ alternatieve systemen voor regenwater aanleggen, waarbij water zichtbaar blijft en lokaal in de bodem of in oppervlakte­

water terecht komt. Het water stroomt dan bijvoorbeeld door gootjes langs de weg naar een verlaagd grasveld waar het kan infiltreren (een ‘wadi’). Zo wordt regen niet met afvalwater vermengd. Hevige buien kunnen zo goed worden verwerkt en het is beter voor het milieu en de werking van de rioolwaterzuivering.

Het meest bekend is de riolering waarin het water vanzelf van hoog naar laag stroomt. Van deze vrijvervalriolering ligt er is er 97.300 km.

De meeste vrijvervalstelsels worden met een gemaal leeg gepompt, via een persleiding, naar een naburig stelsel of direct naar de

rioolwaterzuivering.

Drukriolering

Ongeveer een vijfde van de lengte bestaat uit drukriolering. Daarin stroomt het water door de druk van een pomp. Drukriolering wordt vooral gebruikt om grote afstanden in het buitengebied te overbruggen. Een klein aandeel van de leidingen is geen buis; soms worden bermen,

goten e.d. ingezet om regenwater te

transporteren. Drainageleidingen voeren overtollig water af uit de bodem wanneer de grondwater­

stand te hoog is.

Kolk- en huisaansluitingen

Regenwater van de straat komt in het riool via de kolkaansluitingen, dat zijn de buizen tussen de straatkolken in de stoeprand en de grote buizen onder de weg. Ook beheren de gemeenten vaak het deel van de huisaansluitingen dat in openbaar terrein ligt. De lengte van deze kolk­ en huis­

aansluitingen is de gemeenten niet gevraagd.

Het gaat naar schatting om tenminste 50.000 km, dus genoeg voor een extra rondje om de aarde.

Andere waterobjecten

Behalve de leidingen worden door gemeenten ook andere objecten beheerd. Zo zijn er in Nederland 2.700 berg(bezink)bassins (grote bakken die extra water kunnen opvangen en daarmee verontreinigingen in het riool houden).

140.000 pompen leveren de druk in de mechanische riolering in het buitengebied.

Daarnaast beheren gemeenten 15.000 van de 17.000 rioolgemalen die water naar een volgend gerioleerd gebied of direct naar de zuivering pompen.

Minizuiveringen

Vergeleken met andere Europese landen zijn in Nederland veel huishoudens aangesloten op de

stelselk enmerk en

In Nederland ligt 150.000 kilometer riolering in het openbaar terrein. Dat is 3,7 maal de lengte van de evenaar, bijna negen meter per inwoner van Nederland.

Hoeveel riolering ligt er in Nederland?

gemengde rioolleiding

957 miljoen m 2

gescheiden rioolleiding

550 miljoen m

2

overige systemen (wadi’s, goten, greppels, bermen)

162 miljoen m2 De wijze waarop water afstroomt.

Toename lengte vrijvervalstelsel.

De lengte van vrijvervalriolering is sinds 2005 met 17.000 km toegenomen; dat is een toename van 22%. De extra lengte is aangelegd in nieuw gebouwde wijken en bij het scheiden van afvalwater- en regenwaterafvoer.

0 2 4 6 8 10

2005 2010 2013 2016

x 10.000 km

(18)

8 Het nut van stedelijk waterbeheer Monitor gemeentelijke watertaken 2016 9

Verbeteren

De buis verwijderen en een groter of ander

werkend systeem terugleggen.

Vervangen

De buis opgraven en daarvoor in de

plaats komt een gelijke nieuwe buis in

de grond.

Renoveren

In de oude leiding een nieuwe leiding

aanbrengen zonder graven.

Vernieuwen

In 2015 hebben de gemeenten in totaal 960 km riolering vernieuwd.

Met vernieuwen bedoelen we:

> renoveren: in de oude leiding een nieuwe leiding aanbrengen zonder graven;

> verbeteren: de buis verwijderen en een groter of anders werkend systeem terugleggen.

> vervangen: de buis opgraven en daarvoor in de plaats komt een gelijke nieuwe buis in de grond.

Integrale afweging

De riolering vervangen is kostbaar. De gemeente moet de straat afzetten, de weg openbreken en diep in de grond graven. De rioleringsbeheerder moet zijn beheer en (groot) onderhoud dus over lange perioden plannen. Een goede afstemming met andere werkzaamheden in de openbare ruim­

te, zoals werkzaamheden aan de weg, is cruciaal.

Voor de samenleving is het vooral belangrijk dat alles zonder (veel) gedoe en tegen acceptabele kosten goed blijft werken.

Vernieuwingstempo moet omhoog

Het is belangrijk dat gemeenten de riolering en de bovengrondse regenwatervoorzieningen in goede staat houden. Alleen dan kunnen zij de maatschappelijke doelen – volksgezondheid, droge voeten en milieubescherming – ook in de toekomst halen. Het gemiddelde vernieuwings­

percentage over 2013, 2014 en 2015 is 1,0% van het totaal. Dit is hetzelfde percentage als in het onderzoek van 2010 bleek te gelden voor de peri­

ode 2006 tot en met 2009. De riolering is jong ten opzichte van de levensduurverwachting. Om de riolering in goede staat te houden, moet met het stijgen van de gemiddelde leeftijd het ver­

nieuwingstempo op termijn geleidelijk omhoog.

vernieuwen

Hoe houden we het systeem op peil?

Gemeenten zorgen met inspecties, reiniging en plaatselijk herstel dat de riolering lang meegaat. De levensduurverwachting van een rioolbuis onder de weg is, mede door betere reparatietechnieken gestegen tot zo’n 64 jaar.

De gemiddelde leeftijd van de riolering in Nederland is nu ongeveer 31 jaar.

0 200 400 600 800 1000 1200

2013 2014 2015

km buislengte Gerealiseerde vernieuwing

Vervangen Verbeterd Gerenoveerd

0 20 40 60 jaar

2010 2013 2016

60 64 57

Gemiddelde levensduurverwachting riolering

0 200 400 600 800 1000 1200

2013 2014 2015

km buislengte Gerealiseerde vernieuwing

Vervangen Verbeterd Gerenoveerd

0 20 40 60 jaar

2010 2013 2016

60 64 57

Gemiddelde levensduurverwachting riolering

(19)

8 Het nut van stedelijk waterbeheer Monitor gemeentelijke watertaken 2016 9

Verbeteren

De buis verwijderen en een groter of ander

werkend systeem terugleggen.

Vervangen

De buis opgraven en daarvoor in de

plaats komt een gelijke nieuwe buis in

de grond.

Renoveren

In de oude leiding een nieuwe leiding

aanbrengen zonder graven.

Vernieuwen

In 2015 hebben de gemeenten in totaal 960 km riolering vernieuwd.

Met vernieuwen bedoelen we:

> renoveren: in de oude leiding een nieuwe leiding aanbrengen zonder graven;

> verbeteren: de buis verwijderen en een groter of anders werkend systeem terugleggen.

> vervangen: de buis opgraven en daarvoor in de plaats komt een gelijke nieuwe buis in de grond.

Integrale afweging

De riolering vervangen is kostbaar. De gemeente moet de straat afzetten, de weg openbreken en diep in de grond graven. De rioleringsbeheerder moet zijn beheer en (groot) onderhoud dus over lange perioden plannen. Een goede afstemming met andere werkzaamheden in de openbare ruim­

te, zoals werkzaamheden aan de weg, is cruciaal.

Voor de samenleving is het vooral belangrijk dat alles zonder (veel) gedoe en tegen acceptabele kosten goed blijft werken.

Vernieuwingstempo moet omhoog

Het is belangrijk dat gemeenten de riolering en de bovengrondse regenwatervoorzieningen in goede staat houden. Alleen dan kunnen zij de maatschappelijke doelen – volksgezondheid, droge voeten en milieubescherming – ook in de toekomst halen. Het gemiddelde vernieuwings­

percentage over 2013, 2014 en 2015 is 1,0% van het totaal. Dit is hetzelfde percentage als in het onderzoek van 2010 bleek te gelden voor de peri­

ode 2006 tot en met 2009. De riolering is jong ten opzichte van de levensduurverwachting. Om de riolering in goede staat te houden, moet met het stijgen van de gemiddelde leeftijd het ver­

nieuwingstempo op termijn geleidelijk omhoog.

vernieuwen

Hoe houden we het systeem op peil?

Gemeenten zorgen met inspecties, reiniging en plaatselijk herstel dat de riolering lang meegaat. De levensduurverwachting van een rioolbuis onder de weg is, mede door betere reparatietechnieken gestegen tot zo’n 64 jaar.

De gemiddelde leeftijd van de riolering in Nederland is nu ongeveer 31 jaar.

0 200 400 600 800 1000 1200

2013 2014 2015

km buislengte Gerealiseerde vernieuwing

Vervangen Verbeterd Gerenoveerd

0 20 40 60 jaar

2010 2013 2016

60 64 57

Gemiddelde levensduurverwachting riolering

0 200 400 600 800 1000 1200

2013 2014 2015

km buislengte Gerealiseerde vernieuwing

Vervangen Verbeterd Gerenoveerd

0 20 40 60 jaar

2010 2013 2016

60 64 57

Gemiddelde levensduurverwachting riolering

(20)

10 Het nut van stedelijk waterbeheer Monitor gemeentelijke watertaken 2016 11 Beperkt risico

Het bebouwde gebied in Nederland is in honderd jaar tijd 5,4 maal in oppervlak toegenomen en het aantal inwoners groeide met een factor drie.

Hierdoor is het oppervlaktewater (zoals sloten en vijvers) steeds meer ingesloten in het bebouwde gebied. Daar dient het als opvang voor overtollig regenwater, grondwater en soms ook afvalwater.

Water in de bebouwde omgeving wordt steeds meer gewaardeerd.

U vertrouwt erop dat het water in de stad geen risico voor uw gezondheid vormt. In het alge­

meen is dat terecht. Toch zijn er situaties waarbij contact met dit water tot gezondheidsproblemen kan leiden.

Afvalwater op straat

Het rioolstelsel is niet ontworpen om alle water bij hevige regen meteen te verwerken. Meestal is er bij water op straat alleen sprake van regen­

water dat de riolering nog niet in kan. Op sommi­

ge plaatsen komt er tijdens een hoosbui ook afvalwater uit de riolering op straat terecht.

Uit het monitoronderzoek blijkt dat per jaar in

heel Nederland zo’n 1.000 à 1.500 keer afvalwa­

ter op straat komt, doordat de riolering de regen niet meteen kan verwerken. Op zich geen pro­

bleem, tenzij u het contact met dit water opzoekt door erdoor te lopen, te fietsen of erin te spelen.

Uit onderzoek van het RIVM 4 blijkt dat mensen die in contact komen met water op straat na extreme regen een 3 tot 7 maal hogere kans heb­

ben op milde gezondheidsklachten. Denk daarbij aan diarree, overgeven, keelpijn of huidklachten.

Overstortwater

Overstorten zijn de nooduitlaten van de riolering.

Bij hevige regen, een paar keer per jaar, loost het riool via deze uitlaten overtollig water in sloten en vijvers. Overstorten zijn onmisbaar om ons te beschermen tegen schade door regenwaterover­

last. Het nadeel is dat met het geloosde overtolli­

ge water ook verontreinigingen in sloten en vij­

vers terechtkomen (zie ook p. 10). Nederland telt nu 13.000 overstorten aan stelsels die regen­ en afvalwater gemengd afvoeren en 40.000 uitlaten van stelsels die alleen regenwater inzamelen.

gezondheid

Gezondheid is het belangrijkste doel

In het verleden zijn wereldwijd vele epidemieën geweest: cholera, dysenterie en andere dodelijke infectieziekten. Rond 1850 werd de oorzaak hiervan

achterhaald: verontreinigd stadswater, waarin al het huishoudelijk afval werd geloosd, was een bron van ziekten. Om ziekten te voorkomen, werden voortaan uitwerpselen ingezameld in open goten, in tonnetjes en in de loop van de twintigste eeuw meer en meer in ondergrondse kanalen en buizen. Riolering voorkomt contact met afvalwater en houdt onze drinkwaterbronnen schoon.

Door de afvoer en zuivering van onze uitwerpselen is de enorme sterfte aan deze ziektes verleden tijd. Mede door riolering nam in anderhalve eeuw de kinder- sterfte af met een factor 100 en verdubbelde de gemiddelde levensverwachting.

0 10%

20%

30%

40%

0 20 40 60 80

1850 2010 1850 2010

Levensverwachting12(naar Statline CBS) in jaren

Kindersterfte5(naar Bonneux)

Kans om de vijfde verjaardag niet te bereiken

Overstorten en uitlaten

Risicovolle overstorten en uitlaten die een bedreiging kunnen vormen voor de volksgezondheid Overstorten en uitlaten en gezondheid

Van deze lozingspunten van afval­ en/of regen­

water vormen er volgens de gemeenten 34 een risico voor de volksgezondheid. Dat is 0,06%

van de 53.000 lozingspunten.

Hoe groot is het gezondheidsrisico? Van zwem­

men in verontreinigd water kunt u ziek worden.

GGD’s in Utrecht en Amsterdam onderzochten in 2015 grote groepen mensen na het zwemmen in de grachten voor een goed doel. Uit die onder­

zoeken 5,12 bleek dat ongeveer een kwart van de onderzochte deelnemers maagdarmklachten kreeg. Ook van het inademen van de nevel van een verontreinigde fontein kunt u problemen met de gezondheid krijgen zoals keelpijn en maag­ en darmklachten.

Contact vermijden

Gemiddeld wordt iedere Nederlander ongeveer één keer per jaar ziek met klachten zoals diarree en overgeven. Misschien wel vaker dan we denken door contact met verontreinigd water. Mensen herkennen dat echter vaak niet als oorzaak. Een ernstiger ziektebeeld, zoals een longontsteking door de legionella­bacterie of het optreden van de ziekte van Weil, herkennen we meestal wel als een ziekte die via het water veroorzaakt wordt. De risico’s zijn vooral te beperken door contact met afvalwater te voor­

komen. Met goed rioleringsbeheer proberen gemeenten enerzijds zo veel mogelijk te voor­

komen dat u in contact komt met (verdund) afvalwater en anderzijds het bewustzijn te vergroten.

0 10%

20%

30%

40%

0 20 40 60 80

1850 2010 1850 2010

Levensverwachting12(naar Statline CBS) in jaren

Kindersterfte5(naar Bonneux)

Kans om de vijfde verjaardag niet te bereiken

Overstorten en uitlaten

Risicovolle overstorten en uitlaten die een bedreiging kunnen vormen voor de volksgezondheid Overstorten en uitlaten en gezondheid

0 10%

20%

30%

40%

0 20 40 60 80

1850 2010 1850 2010

Levensverwachting12(naar Statline CBS) in jaren

Kindersterfte5(naar Bonneux)

Kans om de vijfde verjaardag niet te bereiken

Overstorten en uitlaten

Risicovolle overstorten en uitlaten die een bedreiging kunnen vormen voor de volksgezondheid Overstorten en uitlaten en gezondheid

foto ANP Photo Bert Jansen

(21)

10 Het nut van stedelijk waterbeheer Monitor gemeentelijke watertaken 2016 11 Beperkt risico

Het bebouwde gebied in Nederland is in honderd jaar tijd 5,4 maal in oppervlak toegenomen en het aantal inwoners groeide met een factor drie.

Hierdoor is het oppervlaktewater (zoals sloten en vijvers) steeds meer ingesloten in het bebouwde gebied. Daar dient het als opvang voor overtollig regenwater, grondwater en soms ook afvalwater.

Water in de bebouwde omgeving wordt steeds meer gewaardeerd.

U vertrouwt erop dat het water in de stad geen risico voor uw gezondheid vormt. In het alge­

meen is dat terecht. Toch zijn er situaties waarbij contact met dit water tot gezondheidsproblemen kan leiden.

Afvalwater op straat

Het rioolstelsel is niet ontworpen om alle water bij hevige regen meteen te verwerken. Meestal is er bij water op straat alleen sprake van regen­

water dat de riolering nog niet in kan. Op sommi­

ge plaatsen komt er tijdens een hoosbui ook afvalwater uit de riolering op straat terecht.

Uit het monitoronderzoek blijkt dat per jaar in

heel Nederland zo’n 1.000 à 1.500 keer afvalwa­

ter op straat komt, doordat de riolering de regen niet meteen kan verwerken. Op zich geen pro­

bleem, tenzij u het contact met dit water opzoekt door erdoor te lopen, te fietsen of erin te spelen.

Uit onderzoek van het RIVM 4 blijkt dat mensen die in contact komen met water op straat na extreme regen een 3 tot 7 maal hogere kans heb­

ben op milde gezondheidsklachten. Denk daarbij aan diarree, overgeven, keelpijn of huidklachten.

Overstortwater

Overstorten zijn de nooduitlaten van de riolering.

Bij hevige regen, een paar keer per jaar, loost het riool via deze uitlaten overtollig water in sloten en vijvers. Overstorten zijn onmisbaar om ons te beschermen tegen schade door regenwaterover­

last. Het nadeel is dat met het geloosde overtolli­

ge water ook verontreinigingen in sloten en vij­

vers terechtkomen (zie ook p. 10). Nederland telt nu 13.000 overstorten aan stelsels die regen­ en afvalwater gemengd afvoeren en 40.000 uitlaten van stelsels die alleen regenwater inzamelen.

gezondheid

Gezondheid is het belangrijkste doel

In het verleden zijn wereldwijd vele epidemieën geweest: cholera, dysenterie en andere dodelijke infectieziekten. Rond 1850 werd de oorzaak hiervan

achterhaald: verontreinigd stadswater, waarin al het huishoudelijk afval werd geloosd, was een bron van ziekten. Om ziekten te voorkomen, werden voortaan uitwerpselen ingezameld in open goten, in tonnetjes en in de loop van de twintigste eeuw meer en meer in ondergrondse kanalen en buizen. Riolering voorkomt contact met afvalwater en houdt onze drinkwaterbronnen schoon.

Door de afvoer en zuivering van onze uitwerpselen is de enorme sterfte aan deze ziektes verleden tijd. Mede door riolering nam in anderhalve eeuw de kinder- sterfte af met een factor 100 en verdubbelde de gemiddelde levensverwachting.

0 10%

20%

30%

40%

0 20 40 60 80

1850 2010 1850 2010

Levensverwachting12(naar Statline CBS) in jaren

Kindersterfte5(naar Bonneux)

Kans om de vijfde verjaardag niet te bereiken

Overstorten en uitlaten

Risicovolle overstorten en uitlaten die een bedreiging kunnen vormen voor de volksgezondheid Overstorten en uitlaten en gezondheid

Van deze lozingspunten van afval­ en/of regen­

water vormen er volgens de gemeenten 34 een risico voor de volksgezondheid. Dat is 0,06%

van de 53.000 lozingspunten.

Hoe groot is het gezondheidsrisico? Van zwem­

men in verontreinigd water kunt u ziek worden.

GGD’s in Utrecht en Amsterdam onderzochten in 2015 grote groepen mensen na het zwemmen in de grachten voor een goed doel. Uit die onder­

zoeken 5,12 bleek dat ongeveer een kwart van de onderzochte deelnemers maagdarmklachten kreeg. Ook van het inademen van de nevel van een verontreinigde fontein kunt u problemen met de gezondheid krijgen zoals keelpijn en maag­ en darmklachten.

Contact vermijden

Gemiddeld wordt iedere Nederlander ongeveer één keer per jaar ziek met klachten zoals diarree en overgeven. Misschien wel vaker dan we denken door contact met verontreinigd water. Mensen herkennen dat echter vaak niet als oorzaak. Een ernstiger ziektebeeld, zoals een longontsteking door de legionella­bacterie of het optreden van de ziekte van Weil, herkennen we meestal wel als een ziekte die via het water veroorzaakt wordt. De risico’s zijn vooral te beperken door contact met afvalwater te voor­

komen. Met goed rioleringsbeheer proberen gemeenten enerzijds zo veel mogelijk te voor­

komen dat u in contact komt met (verdund) afvalwater en anderzijds het bewustzijn te vergroten.

0 10%

20%

30%

40%

0 20 40 60 80

1850 2010 1850 2010

Levensverwachting12(naar Statline CBS) in jaren

Kindersterfte5(naar Bonneux)

Kans om de vijfde verjaardag niet te bereiken

Overstorten en uitlaten

Risicovolle overstorten en uitlaten die een bedreiging kunnen vormen voor de volksgezondheid Overstorten en uitlaten en gezondheid

0 10%

20%

30%

40%

0 20 40 60 80

1850 2010 1850 2010

Levensverwachting12(naar Statline CBS) in jaren

Kindersterfte5(naar Bonneux)

Kans om de vijfde verjaardag niet te bereiken

Overstorten en uitlaten

Risicovolle overstorten en uitlaten die een bedreiging kunnen vormen voor de volksgezondheid Overstorten en uitlaten en gezondheid

foto ANP Photo Bert Jansen

(22)

12 Het nut van stedelijk waterbeheer Monitor gemeentelijke watertaken 2016 13 daarvan worden ondanks de getroffen maatrege­

len (mede) veroorzaakt door één van de 53.000 lozingspunten van afvalwater en regen.

Perspectief

Op grond van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) moet de waterkwaliteit nog verder verbe­

teren. Het Planbureau voor de Leefomgeving geeft aan dat Nederland de in 2000 gemaakte KRW­afspraken nog niet haalt.14 Naast de aanpak van de verontreinigingsbronnen (zoals bemesting in de landbouw en de lozingen van de rioolwater­

zuiveringen), kan het water zo worden ingericht dat het minder kwetsbaar is. Dit kan bijvoorbeeld door het vergroten van vijvers en sloten, het opti­

maal doorspoelen ervan en een natuurvriendelijke (oever)inrichting.

Verder vragen medicijnresten, microplastics en andere nieuwe probleemstoffen ook om een brede aanpak. Sommige stoffen mogen we op termijn helemaal niet meer lozen. Maatregelen voor deze nieuwe opgaven zijn in voorbereiding.

Meten

Het is belangrijk om te (blijven) meten wat het riool verlaat. Als we goed inzicht hebben in de bronnen per stof en in de kosten en het effect van maatregelen per sector, kunnen we bepalen waar we maatschappelijk gezien het best maat­

regelen kunnen treffen.

Getroffen maatregelen

Elke gemeente is aan de slag gegaan met het optimaliseren van het riool, het scheiden van afvalwater en regenwaterstromen en met het maken van bergbezinkbassins. Bergbezinkbassins zijn grote bakken in het rioolstelsel die extra water kunnen opvangen en laten bezinken en daarmee verontreinigingen in het riool houden.

Zo komt er minder vuil in het milieu.

Samen hebben de gemeenten 2.700 bergbezink­

bassins aangelegd. In totaal is zo 1.790.000 m3 extra berging gecreëerd. Dat komt overeen met 106 liter per inwoner van Nederland.

Gemeenten hebben sinds 1990 ongeveer 5 miljard euro uitgegeven aan maatregelen tegen vervuiling vanuit de riolering.

Overstorten zijn ook nuttig

Een maatregel om milieuvervuiling vanuit de rio­

lering tegen te gaan, is het verwijderen van over­

storten: de nooduitlaten van de riolering. Bij hevi­

ge regen loost het riool via deze uitlaten overtol­

lig water in sloten en vijvers, waardoor dus ook verontreinigingen in het milieu terechtkomen.

In de loop van de jaren hebben gemeenten veel overstorten van de gemengde riolering (afval­ en regenwater door één buis) weggehaald. Maar ze kunnen niet zomaar overstorten verwijderen, want deze zijn nodig om bij hoosbuien waterover­

last te voorkomen. De gemeente moet het juiste evenwicht vinden tussen schade door regenwater, milieubescherming en kosten.

Afkoppelen

Gemeenten hebben ook een deel van de regen­

aanvoer van het gemengde stelsel afgekoppeld.

Hierdoor komt er minder regenwater bij de zuive­

ring, en komt er minder vuil water uit het riool via overstorten. Het scheiden van afval­ en regenwater door afkoppelen leidt echter niet altijd tot kwaliteitsverbetering. Dat komt doordat regenwater toch vaak licht verontreinigd is, bij­

voorbeeld door hondenpoep, vogelpoep en olie en slijtagedeeltjes van auto’s. Ook zijn er soms ver­

keerde aansluitingen, bijvoorbeeld als een was­

machine bedoeld of onbedoeld is aangesloten op het regenwaterriool.

Als gevolg van industrialisering en verstedelijking kwam er de twintigste eeuw steeds meer vuil in het

oppervlaktewater. Daardoor was de waterkwaliteit vaak slecht. Het aantal dier- en plantensoorten in veel rivieren en beken was extreem laag. Om de waterkwaliteit te verbeteren werden rioolwaterzuiveringen gebouwd,

verminderden industrie en landbouw hun uitstoot en werd het riool aangepast zodat het minder vuil loosde.

In welke mate belast afvalwater ons water? milieu

Bodem en grondwater

Oppervlaktewater

Rioolwaterzuivering

Slibverwerking

Bedrijven Huishoudens

Industrie Landbouw

Riolering

Vuilverwerking

87% van het fosfaat uit huishoudens gaat naar de riolering, de rest naar de vuilverwerking

99,9% van het fosfaat uit de riolering gaat naar de zuivering

Rioolwaterzuiveringen verwijderen 83% van het fosfaat dat ze ontvangen, de rest gaat naar oppervlaktewater

Rioolwaterzuiveringen vormen de bron van circa een derde van het fosfaat in oppervlaktewater Landbouw vormt via de bodem

en het grondwater de bron van circa twee derde van het fosfaat in oppervlaktewater.

Directe lozingen uit huishou- dens vormen ongeveer 0,4%

van de aanvoer naar oppervlaktewater

Directe lozingen uit riolering vormen ongeveer 0,1% van de aanvoer naar oppervlaktewater Beperkte uitstoot

Gemeenten hebben de uitstoot van vermestende stoffen en zware metalen uit de riolering sterk teruggedrongen. De fosfaatbijdrage vanuit riole­

ring en huishoudens als geheel is laag in vergelij­

king met andere bronnen. Zonder riolering en zuiveringen zouden huishoudens circa zes maal zoveel fosfaat in oppervlaktewater lozen als ze nu doen. Gemeenten geven aan dat er 1.600 locaties zijn met een knelpunt voor de waterkwaliteit. 500

Stofstromen vanuit menselijke bronnen van fosfaat naar oppervlaktewater 1, 2, 4, 12, 13

Een overmaat aan fosfaat verslechtert de waterkwaliteit. Het stroomschema geeft de omvang van fosfaatstromen uit menselijke bronnen op dit moment. Het RIVM werkt aan een actualisatie van de gegevens. Een gedetailleerd beeld van de waterkwaliteit is alleen mogelijk als alle stoffen in samenhang worden bekeken. Helaas ontbreken daartoe goede meetgegevens.

Verhouding kwaliteitsknelpunten en lozingspunten

Overstorten en uitlaten

Knelpunten (mede) door overstorten Knelpunten niet door overstorten

Voor de waterkwaliteit 336x

286x 45x

34x

Vanwege beleving Bedreiging van de volksgezondheid

Voor de bodemkwaliteit

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Met deze uitbreiding en verbreding wil de minister van VWS bereiken dat meer mensen kunnen sporten en bewegen in de buurt, dat sportverenigingen versterkt worden en dat er

- Aanhaken op en input halen uit diverse bestuurlijke trajecten: Integrale Strategie Ruimte (MRE), Ruimtelijke Agenda Peelgemeenten (Peel 5.1), Toekomstvisie Asten 2030 (Asten),

Naar het oordeel van de Afdeling heeft de raad in de stukken noch ter zitting voldoende draagkrachtig gemotiveerd waarom voor het antwoord op de vraag of er een actuele

Gezien de te verwachten loon- en prijsstijgingen zal dit tot een (geringe) tariefstijging leiden. o 1340 productieve uren per productieve medewerker. Hierbij dient in

De monitor werd aangeboden aan de directeur-generaal Ruimte en Water van het ministerie van Infrastructuur en Milieu en bestuurders van de VNG, UvW, IPO en Vewin.

onderwerp Monitor gemeentelijke watertaken 2016 datum 22 november 2016 02/02 Er zijn veel gegevens verzameld, waarmee u een actueel beeld krijgt hoe u ervoor staat.

Uit het akoestische onderzoek moet blijken of de ontwikkeling binnen de grenswaarden valt zoals deze voor diverse ontwikkelingen is vastgelegd in de Wet geluidhinder.. De

-Artikel 12a, derde lid, variant B: Ook bij deze ‘simpele’ variant moeten in ieder geval het facultatieve derde lid en de facultatieve zinsnede in het tweede lid overgenomen (en