• No results found

informatiecentrum tel.

(070) 373 8393

uw kenmerk bijlage(n)

1

betreft

Monitor gemeentelijke watertaken 2016

ons kenmerk

ECFD/U201601467 Lbr. 16/084

datum

22 november 2016

Geacht college en gemeenteraad,

In het bestuursakkoord water (2011) is afgesproken dat de gemeenten, waterschappen en drinkwaterbedrijven elke drie jaar een bedrijfsvergelijking uitvoeren. In 2010 en 2013 is dan ook een benchmark rioleringszorg georganiseerd. Dit jaar heeft een monitor gemeentelijke watertaken plaatsgevonden. Het verschil tussen deze twee is dat de monitor gericht is op het laten zien van de prestaties voor de samenleving, terwijl de benchmark zich richtte op het vergelijken van gemeenten.

De publicatie “Het nut van stedelijk waterbeheer, Monitor gemeentelijke watertaken 2016” geeft een beeld hoe gemeenten de watertaken invullen en in hoeverre de maatschappelijke doelen - volksgezondheid droge voeten en milieubescherming - worden gehaald. Op 3 november 2016 werd de publicatie tijdens het Deltacongres aangeboden het ministerie van Infrastructuur en Milieu, VNG, UvW, IPO en Vewin. Namens VNG nam Ina Adema, voorzitter van de subcommissie water de monitor in ontvangst.

Het nut van stedelijk waterbeheer is bedoeld voor iedereen die geïnteresseerd is in de uitvoering van de gemeentelijke watertaken. Indien gewenst is de publicatie te downloaden als PDF en bij te bestellen via www.riool.net.

Op verzoek van gemeenten is een beperkte hoeveelheid gegevens gevraagd, voor een beperkte periode. De nadruk ligt op het afleggen van verantwoording aan de samenleving, niet op leren van elkaar. Anders dan in 2010 en 2013, is er nu geen rapport waarin gemeenten met elkaar worden vergeleken.

onderwerp Monitor gemeentelijke watertaken 2016 datum 22 november 2016 02/02 Er zijn veel gegevens verzameld, waarmee u een actueel beeld krijgt hoe u ervoor staat. U kunt

gebruik maken van de benchmarkdatabase die is aangevuld met de gegevens van de monitor 2016. U kunt daarin alle ingevoerde data uit de benchmarks van 2010 en 2013, het

regenwateronderzoek 2015 en de monitor 2016 raadplegen. Vergelijk uw gemeente met andere gemeenten in tabellen en ook in kaarten die u met één klik genereert in de online database. Als gemeente heeft u toegang tot de gegevens in het besloten deel van de website

www.benchmarkrioleringszorg.nl.

De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is verantwoordelijk voor de monitor gemeentelijke watertaken. Zij heeft Stichting RIONED gevraagd de voorbereidingen en de uitvoering te verzorgen. Bij vragen kunt u contact opnemen met Oscar Kunst van Stichting RIONED via benchmark@rioned.org en 0318-631111 of Bert van Vijfeijken van VNG via informatiecentrum@vng.nl en 070-3738393.

Hoogachtend,

Vereniging van Nederlandse Gemeenten

J. Kriens

Voorzitter directieraad

Deze ledenbrief staat ook op www.vng.nl onder brieven.

Provincie Noord-Brabant G E P v C E N T E A S T E N

inoekcrTien

15 DEC 2016

\fd.

Gemeente Asten

College von Burgemeester en Wethouders Postbus 2 9 0

5 7 2 0 A G ASTEN

Brabantlaan 1 Postbus 9 0 1 5 1

5 2 0 0 M C 's-Hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 6 1 4 11 15 info@brabantnl www.brabant.nl

IBAN N L 8 6 I N G B 0 6 7 4 5 6 0 0 4 3

III

O n d e r w e r p

Rapport 'Onderzoek borging externe veiligheid in gemeentelijke bestemmingsplannen'

Datum

1 3 december 2 0 1 6 Ons k e n m e r k C 2 1 9 1 3 0 1 / 4 0 5 8 9 9 8 U w k e n m e r k

Geacht college,

In 2 0 1 4 en 2 0 1 5 hebben wij bij alle Brabantse gemeenten steekproefsgewijs onderzocht in hoeverre het aspect externe veiligheid is geborgd in

bestemmingsplannen. Het onderzoek komt voort uit de wettelijke taak die de provincie heeft als interbestuurlijk toezichthouder omgevingsrecht. Externe veiligheid in bestemmingsplannen is één van de risicothema's in het provinciale 'Beleidsplan Interbestuurlijk toezicht 2013-2015'. Hierbij treft u de samenvatting aan van het rapport 'Onderzoek borging externe veiligheid in gemeentelijke bestemmingsplannen'. Het volledige rapport kunt u inzien via

v\^ww. brabant.nl/EVinbestemminasplannen

Contactpersoon N . van Rooij Beleidsmedewerker Externe Veiligheid Telefoon ( 0 7 3 ) 6 8 1 2 7 5 5 Email

nvrooii@brabant.nl Bijlage(n)

Voor elke gemeente zijn minimaal 2 plannen bekeken. De bevindingen zijn per gemeente in de vorm van een memo teruggekoppeld en (indien gewenst) besproken. Daarnaast ontving iedere gemeente een officieel inspectierapport met daarin de bevindingen en afspraken met termijnen waarbinnen eventuele tekortkomingen moeten worden opgelost. Ten slotte is deze Brabant brede rapportage opgesteld, met een totaaloverzicht van bevindingen, conclusies en aanbevelingen.

Belangrijkste algemene conclusies

Externe veiligheid komt in alle onderzochte bestemmingsplannen aan de orde. Er is dus zeker aandacht voor het thema. M a a r door de diversiteit aan besluiten en de complexiteit van het onderwerp wordt de wet- en regelgeving niet altijd volledig en goed toegepast in de bestemmingsplannen. Met name de verantwoording van het groepsrisico komt niet of onvolledig aan de orde.

Bij het onderzoeksrapport is een tabel gevoegd met een overzicht van alle beoordeelde bestemmingsplannen met de meest relevante bevindingen en de

Bereikbaarheid met openbaarvervoer: zie www.brabant.nl/busentaxi

Provincie Noord-Brabant

naam van de betreffende gemeente. Dit in tegenstelling tot eerdere berichten, waarin wij aangaven dat gemeenten niet bij naam genoemd zouden worden.

Reden daarvoor is dat er een reële mogelijkheid bestaat dat wij na

openbaarmaking van het rapport door de pers worden benaderd. Er kunnen vragen komen over de veiligheidsrisico's die spelen als er sprake is van een (urgente) saneringssituatie. O p basis van de Wet openbaarheid zijn wij verplicht om gevraagde informatie te verstrekken. In het geval van persvragen op

gemeenteniveau, verwijzen wij door naar de betreffende gemeente. Deze beschikt als bevoegd gezag voor bestemmingsplannen over de meest actuele informatie.

Datum

1 3 december 2 0 1 6 Ons k e n m e r k

C2191301/4058998

Wij verzoeken u om te bezien welke conclusies en verbeterpunten voor u van belang zijn om op te pakken en uitvoering aan te geven. Tevens vragen wij u om het rapport ter info aan uw raad aan te bieden.

Wij vertrouwen erop dat de uitkomsten van ons onderzoek er toe bijdragen dat saneringssituaties worden opgelost en/of worden voorkomen en dat

organisatorisch wordt geborgd dat het aspect externe veiligheid voldoende wordt meegewogen bij het ontwikkelen en opstellen van ruimtelijke plannen.

Gelet op het belang van de uitkomsten van ons onderzoek voor andere betrokken partijen op het gebied van externe veiligheid, informeren wij ook de veiligheidsregio's in Brabant, het Ministerie van l & M in het kader van het nieuwe beleid ten aanzien van omgevingsveiligheid en het Ministerie van BZK als stelselverantwoordelijke.

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, namens deze.

mw. drs. E. Breeboort,

afdelingshoofd Interbestuurlijk Toezicht

In verband met geautomatiseerd verwerken is dit document digitaal ondertekend.

2 / 2

Samenvatting

In een dichtbevolkt land als Nederland heb je bij het ontwikkelen von ruimtelijke plannen ol gouw te maken met risico's vanuit activiteiten met gevaarlijke stoffen. Externe veiligheid is het vakgebied dot zich bezighoudt met risico's die ontstaan voor de omgeving bij de opslag, de productie, het gebruik en het vervoer van gevaarlijke stoffen en de risico's von vliegverkeer in de omgeving van luchthavens.

Bij het maken von ruimtelijke plannen moet het bevoegd gezag rekening houden met de

risicocontouren rondom bedrijven, transportroutes en luchthavens. Binnen deze contouren mogen geen kwetsbare objecten (huizen, scholen, zorginstellingen) worden gebouwd.

Bestemmingsplannen vormen bij uitstek het instrument om het aspect externe veiligheid juridisch te verankeren en zo ongewenste situaties in de toekomst te voorkomen. Het is van belang dat het bevoegd gezag aangeeft waarom zij ondanks de risico's akkoord gaat met een ruimtelijke ontwikkeling en wat gedaan is om het risico zo laag mogelijk te houden. Bevoegd gezag voor ruimtelijke plannen is over het algemeen de gemeente.

De Rijksoverheid' heeft geconstateerd dat er niet voldoende aandacht wordt besteed oon externe veiligheid bij ruimtelijke ontwikkelingen en de bestuurlijke verantwoording von risico's die

geaccepteerd worden. Daarom is 'Externe veiligheid in bestemmingsplannen' één von de

risicothema's in het provinciale 'Beleidsplan interbestuurlijk toezicht 2013-2015' die prioriteit heeft gekregen. Het maakt onderdeel uit van het uitvoeringsprogramma's interbestuurlijk toezicht 2 0 1 4 en 2 0 1 5 .

In 2 0 1 4 en 2015 heeft de provincie Noord-Brabant bij alle Brabantse gemeenten steekproefsgewijs onderzocht in hoeverre het aspect externe veiligheid is geborgd in bestemmingsplannen. Het onderzoek is gedaan op basis von de wettelijke vereisten die op het gebied van externe veiligheid gelden voor inrichtingen, buisleidingen en transportassen (weg, water, spoor). Voor situaties waarin niet wordt voldaan oon de gestelde veiligheidsnorm geldt een saneringsverplichting. Voor elke gemeente zijn tenminste 2 vastgestelde (actuele) bestemmingsplannen bekeken. In totaal zijn 1 80 bestemmingsplannen beoordeeld, waarbij gebruik is gemaakt van de informatie op de risicokaart en ruimtelijkeplannen.nl. Voor een eenduidige beoordeling is gebruik gemaakt von een checklist met zeven toets-onderdelen.

In dit rapport is per toets-onderdeel aangegeven of en op welke wijze externe veiligheid is

meegenomen. Daarnaast is eveneens per toets-onderdeel uitgewerkt wat mogelijke oorzaken zijn van de tekortkomingen. Tot slot wordt er een aantal aanbevelingen gedaan om een verbeterslag te bewerkstelligen voor de toekomst.

B e v i n d i n g e n

O p basis van de beoordelingen von de 1 8 0 vastgestelde plannen is geconstateerd dot:

bij 48 von de plannen externe veiligheid goed is opgenomen;

bij 12 van de beoordeelde plannen sprake is van een urgente saneringssituatie (kwetsbaar object aanwezig binnen de risicocontour);

bij 29 von de beoordeelde plannen sprake is von een of meerdere latente saneringssituaties (geen kwetsbaar object aanwezig binnen de risicocontour, maar het bestemmingsplan stoot dit wel toe);

Eindrapport evaluatie Verantwoordingsplicht groepsrisico d.d. 31 augustus 2010, ministerie van VROM

bij 110 van de beoordeelde plannen niet of maar deels voldaan wordt aan de

verantwoordingsplicht (afweging von acceptatie van een zeker risico tegen maatschappelijk nut en noodzaak). Bij deze verantwoordingsplicht dient het bevoegd g e z a g de Veiligheidsregio te betrekken;

bij 94 van de beoordeelde plannen niet zichtbaar advies is gevraagd aan de Veiligheidsregio;

bij 1 3 van de beoordeelde plannen waarbij advies is gevraagd aan de Veiligheidsregio het advies niet verwerkt is in het bestemmingsplan.

In bijlage 4 is een tabel opgenomen met de meest relevante bevindingen per bestemmingsplan.

De betreffende gemeenten zijn verzocht om de diverse saneringssituaties nader te onderzoeken.

O p basis van hun bevindingen ontstaat inzicht over de daadwerkelijke risico's en zijn oon de hand van de IBT-toezichtstrotegie nadere afspraken gemaakt om de saneringssituaties op te lossen.

Belangrijkste verbeterpunten en a a n b e v e l i n g e n voor g e m e e n t e n

Een analyse van de resultaten van de beoordeelde bestemmingsplannen levert de volgende aanbevelingen op:

zorg voor een volledige inventarisatie van risicobronnen door een specialist op het gebied van externe veiligheid;

zorg voor vroegtijdige afstemming en samenwerking tussen ruimtelijke planvormers en specialisten op het gebied van externe veiligheid en borg dit in het werkproces;

zorg voor vroegtijdige betrokkenheid van de Veiligheidsregio in het ruimtelijk ordeningsproces;

zorg voor verwerking van het advies van de Veiligheidsregio in het bestemmingsplan;

zorg voor afweging en acceptatie van risico's op bestuurlijk niveau.

Acties tot nu toe

Iedere gemeente heeft een terugkoppeling gehad van de door de provincie beoordeelde bestemmingsplannen. Daar waar het aspect externe veiligheid niet voldoende is verwerkt zijn of worden, afhankelijk van het risico, nadere afspraken gemaakt met de betreffende gemeente. Bij die plannen waar (mogelijk) sprake is van een saneringssituatie is direct actie ondernomen door de gemeente om de saneringssituatie op te lossen. Gemeenten zijn over het algemeen von goede wil om aanbevelingen en verbeterpunten op te pakken en door te voeren. De provincie blijft de voortgang von de verbeterpunten en de stond van zaken met betrekking tot het oplossen van de

saneringssituaties volgen aan de hand van de IBT-toezichtstrotegie (concrete afspraken over acties, termijnen en vervolg).

Gemeenteraad Asten Postbus 290

5720 AG ASTEN

Brabantlaan 1 Postbus 90151

5200 MC ’s-Hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 www.brabant.nl

IBAN NL86INGB0674560043

Bereikbaarheid

openbaar vervoer en fiets:

www.brabant.nl/route

Datum

21 november 2016 Ons kenmerk C2198324/4110598 Uw kenmerk --

Contactpersoon J.M.H. (Han) Mulders Telefoon

(073) 680 84 80 Email

jmulders@brabant.nl Bijlage(n)

-Onderwerp

Zienswijze ontwerp-bestemmingsplan ‘Veegplan Asten 2016-2’

Geachte raad,

Het ontwerp-bestemmingsplan ‘Veegplan Asten 2016-2‘ ligt tot en met

15 december 2016 ter inzage. Op grond van artikel 3.8, van de Wet ruimtelijke ordening, dienen wij hierbij zienswijzen in tegen dit bestemmingsplan.

Planbeschrijving

Het ontwerp-bestemmingsplan voorziet in twee extra woningen en de opname van aanduiding “riool” binnen bestaand stedelijk gebied. Daarnaast voorziet dit ontwerp-bestemmingsplan in twee ruimte-voor-ruimte woningen, de omzetting van een woonbestemming naar een bedrijfsbestemming en de vergroting van een bouwvlak in het landelijk gebied.

Vooroverleg

Bij brief van 18 augustus 2016, kenmerk C2194626/4054096, heeft ons Cluster Ruimte gereageerd op het voorontwerp. Deze brief en uw reactie hierop liggen mede aan onze zienswijze ten grondslag.

Provinciaal beleidskader

Provinciale Staten hebben de hoofdlijnen van het provinciaal ruimtelijk beleid vastgelegd in de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening en de te beschermen provinciaal ruimtelijke belangen in de Verordening ruimte 2014 (hierna:

Verordening). Voor de inhoudelijke afweging of het plan voldoende rekening houdt met de provinciale belangen, baseren wij ons op deze documenten.

Provinciale belangen

In de Verordening zijn voorschriften opgenomen voor de borging en bescherming van de provinciale belangen. Deze provinciale belangen zijn

Datum

21 november 2016 Ons kenmerk C2198324/4110598

2/2 onderverdeeld in algemene regels, structuren, aanduidingen en rechtstreeks

werkende regels.

Ten aanzien van één onderdeel zijn wij van mening dat het plan nog in strijd is met de Verordening. In deze zienswijze gaan wij hier nader op in.

Wonen buiten bestaand stedelijk gebied

De Verordening bevat regels voor wonen in het buitengebied. Uitgangspunt is dat er geen burgerwoningen mogen worden toegevoegd in het buitengebied. In een aantal in de Verordening omschreven situaties wordt een uitzondering gemaakt op dit principe, zoals om (onder voorwaarden) een woning te realiseren op grond van artikel 7.8 van de Verordening en de ‘Beleidsregel ruimte-voor-ruimte 2006’.

Onderhavig plan voorziet in twee ruimte-voor-ruimte woningen op de locaties Laarbroek 9 en Laarbroek 20. De locaties als zodanig zijn aanvaardbaar voor de bouw van ruimte-voor-ruimte woningen.

Wij constateren echter dat het plan geen bewijsstukken bevat op grond van voornoemde beleidsregel waarmee de aanvaardbaarheid van de ruimte-voor-ruimte woningen wordt onderbouwd. Gelet hierop is het plan niet in

overeenstemming met artikel 7.8 van de Verordening.

Conclusie

Wij achten het bestemmingsplan, zoals dit nu in ontwerp voorligt, op

bovengenoemde punten strijdig met de Verordening. Wij dringen er op aan om het ontwerp op die delen gewijzigd vast te stellen.

Wij gaan er van uit dat onze zienswijzen voldoende duidelijk uiteengezet zijn.

Indien er van uw zijde nog onduidelijkheden of vragen zijn, dan willen wij deze graag nader toelichten.

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, namens deze,

P.M.A. van Beek,

afdelingshoofd Cluster Ruimte

In verband met geautomatiseerd verwerken is dit document digitaal ondertekend.

 

 

Kamer van Koophandel  51045354      Rabobank NL93RABO00145372766   

 

GERELATEERDE DOCUMENTEN