Vraag nr. 227 van 27 juni 2003
van de heer ANDRE MOREAU
We l z i j n s- en gezondheidssector – Investeringssub-sidies
In de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector heeft men momenteel heel wat financiële kopzor-g e n . Enerzijds zijn er de werkinkopzor-gstekorten omdat de overheidssubsidies meestal niet aansluiten bij de reële kostenevolutie(s). Anderzijds zijn er de in-vesteringstekorten.
Wat investeringen in gebouwen betreft (=investe-ringsprojecten en werkingskosten), kunnen de voorzieningen in de Vlaamse welzijns- en gezond-heidssector een tegemoetkoming tot 60 % (op het bouwplafond) van het V I PA (Vlaams Infrastruc-tuurfonds voor Persoonsgebonden A a n g e l e g e n h e-den) ontvangen, indien het project aan bepaalde voorwaarden voldoet.
Vanuit de Nationale Loterij kan er nog een tege-moetkoming zijn van 20 % op het bedrag toege-kend door V I PA en daarnaast kunnen voorzienin-gen eventueel een beroep doen op een subsidie vanuit de provincies of gemeenten.
Kan de minister, respectievelijk voor de jaren 2000, 2001 en 2002, een antwoord geven op volgende vragen.
1. Hoeveel voorzieningen binnen de welzijns- e n gezondheidssector kregen inzake investerings-projecten van het V I PA een tegemoetkoming tot 60 % (op het bouwplafond) ?
2. Hoeveel voorzieningen van de Nationale Lote-rij kregen een tegemoetkoming van 20 % op het bedrag toegekend door VIPA ?
3. Hoeveel voorzieningen kregen een subsidie van de provincie(s) ?
4. Hoeveel voorzieningen kregen een subsidie van de gemeente(n) ?
Antwoord
1. Bijgevoegde tabel geeft een overzicht van het aantal voorzieningen in de welzijns- en
gezond-heidssector die investeringssubsidies ontvangen voor bouwprojecten.
2. In de Bijzondere Wet van 13 juli 2001 tot herfi-nanciering van de gemeenschappen en uitbrei-ding van de fiscale bevoegdheden van de gewes-ten wordt een nieuwe financieringsregel inge-schreven.
Artikel 41 :
In de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de fi-nanciering van de gemeenschappen en de gewesten, gewij-zigd bij de bijzondere wet van 16 juni 1993 tot de vervolle-diging van de straatsstructuur wordt een artikel 62bis inge-voegd, luidend als volgt :
"Art. 62bis. Vanaf het begrotingsjaar 2002 wordt jaarlijks een bedrag bepaald dat overeenstemt met 27,44 % van de te verdelen winst van de Nationale Loterij, zoals bepaald bij een Koninklijk Besluit vastgelegd na overleg in de Mi-nisterraad.
Het met toepassing van het eerste lid verkregen bedrag wordt jaarlijks verminderd met een bedrag dat overeen-stemt met 0,8428 % van het in het eerste lid verkregen be-drag.
Het met toepassing van het tweede lid verkregen bedrag wordt jaarlijks over de Vlaamse Gemeenschap en de Fran-se Gemeenschap verdeeld volgens het aandeel van elke ge-meenschap in het totaal van de toepassing van artikel 36, 1° en 2° voor beide gemeenschappen samen verkregen be-drag.
De voormelde bedragen worden gestort bij middel van voorschotten die op 30 juni en 31 december van het betrok-ken boekjaar niet hoger mogen zijn dan respectievelijk 50% en 80 % van de voorlopige winstverdeling van de Na-tionale Loterij zoals in Ministerraad bepaald."
Concreet betekent dit dat met het goedkeuren van het Lambertmontakkoord vanaf 2002 een gedeelte van de winsten van de Nationale Lote-rij ten gunste van de Vlaamse Gemeenschap k o m e n . In de bijgevoegde tabel vindt de V l a a m-se volksvertegenwoordiger de informatie voor het jaar 2002.
In 2000 en 2001 werden de tegemoetkomingen uitbetaald door de Nationale Loterij. H i e r v a n hebben wij geen informatie.
2000 2001 2002
1 Aantal voorzieningen VIPA tegemoetkoming VIPA 45 33 44
van 60% Vlaams Fonds (1) 28 44 32
Kind en Gezin (2) 6 11 14
Totaal 79 88 90
2. Aantal voorzieningen Nationale Loterij Departement WVC (3) 24
tegemoetkoming van 20 % Vlaams Fonds (4) 55
Totaal 79
(1) Het aantal subsidiebeloften tegen 60 % bedroeg in respectievelijk 2000, 2001 en 2002 : 33, 50 en 43.
(2) Verduidelijking over de melding van de formulering "tegemoetkoming tot 60 % (op het bouwplafond)" : de opgeven aan-tallen bevatten naast die waarvan de tegemoetkoming tot 60 % is beperkt (dit zijn de "verbouwingswerken" en "uitrusting en meubilering"), ook die projecten waarvan de tegemoetkoming forfaitair wordt bepaald. In dat laatste geval gaat het om nieuwbouw of uitbreidingswerken en wordt een subsidiebedrag per bruto bebouwde m2toegekend.
(3) Het betreft hier een raming van het ingediende aantal aanvragen.