• No results found

Vraag nr. 189 van 4 juli 2003 van de heer ANDRE MOREAU

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 189 van 4 juli 2003 van de heer ANDRE MOREAU"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 189 van 4 juli 2003

van de heer ANDRE MOREAU

Gehandicapten in overheidsdienst – Stand van zaken

Personen met een arbeidshandicap hebben het – algemeen gesproken – moeilijk om aan werk te geraken.

Wat de quotaregeling bij de overheid betreft en de eventuele maatregelen bij niet-naleving ervan, wens ik volgende vragen te stellen.

1. a) Hoeveel personen met een arbeidshandicap werken er momenteel bij de Vlaamse gewes-telijke overheden ?

b) Hoeveel bij de Vlaamse provinciale overhe-den ?

c) Hoeveel bij de Vlaamse lokale overheden ? 2. a) Welke maatregelen of sancties – financiële

of andere – werden er in 2002 genomen naar aanleiding van de niet-naleving van de quotaregeling bij de Vlaamse gewestelijke overheden ?

b) Bij de Vlaamse provinciale overheden ? c) Bij de Vlaamse lokale overheden ?

NB Deze vraag werd gesteld aan de ministers Byt-tebier (vraag nr. 228) en Van Grembergen (vraag nr. 189).

Antwoord

Situatieschets

De parlementaire vraag van de Vlaamse volksver-tegenwoordiger vraagt naar het aantal mensen met een handicap bij de diverse overheden en de sanc-ties bij het niet naleven van de quota.

De dienst Emancipatiezaken van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap (MVG) verzamelde de gegevens voor het gewestelijke niveau.

Bepalingen in het personeelsstatuut

Mensen met een handicap worden in de eerste plaats geworven zoals alle andere mensen. I n d i e n zij binnen de solicitatieprocedure nood hebben aan

het gebruik van hulpmiddelen, kunnen zij dit vra-gen en wordt bekeken hoe de werving aan hun si-tuatie kan worden aangepast.

Aanvullend is er een verplichte tewerkstelling van personen met een handicap. Deze vindt haar oor-sprong in artikel 21 van de wet van 16 april 1963 betreffende de sociale reclassering van de minder-validen (BS 23 april 1963), dat door artikel 73 van het decreet van 27 juni 1990 houdende oprichting van een Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap (hierna VFSIPH) in stand gehouden wordt.

Er wordt een quotum van 2 % van het aantal be-trekkingen binnen niveau D prioritair gereserveerd binnen het Ministerie van de Vlaamse Gemeen-s c h a p, de VlaamGemeen-se openbare inGemeen-stellingen en de Vlaamse wetenschappelijke instellingen (niveau D is een samenvoeging van de vroegere niveaus E en D.)

Deze personen zijn vrijgesteld van een vergelij-kend wervingsexamen, naar analogie van de vroe-gere federale regeling (KB 11/8/1972) die in afwij-kingen voorzag inzake aanwerving, stage en loop-baan ten opzichte van het statutair personeel. Ook hier is geen vergelijkend aanwervingsexamen v o o r g e s c h r e v e n . De tussenkomst van Selor is geen echte selectie, maar enkel een mogelijke toetsing van beroepsgeschiktheid (Selor : Selectiebureau van

de Federale Overheid – red.).

Er zijn geen sancties bepaald indien de quota niet gehaald worden. Er worden/werden dan ook geen sancties genomen.

Het nieuwe ontwerppersoneelsstatuut dat goedge-keurd werd door de Vlaamse regering op 4 j u l i 2003 vervangt de quota door streefcijfers en voor-ziet ook niet in sancties wanneer deze niet gehaald worden.

Een beleid van positieve acties

(2)

Ter illustratie enkele recente initiatieven specifiek gericht op de tewerkstellingskansen van personen met een handicap.

– Een onderzoek omtrent de positie van personen met een handicap in het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.

– De oprichting van een centraal budget voor ar-beidspostaanpassingen voor het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.

– Opname van extra aandachtspunten in het sys-teem van Plannen en Evalueren van de werkne-mer.

– Een arbeidsmarktcampagne om de doelgroep te informeren omtrent de tewerkstellingsmogelijk-heden.

– Een onderzoek omtrent het gebruik van aan-passingen in de wervingstesten.

– Er werd een registratiesysteem uitgewerkt voor de telling van het aantal personen met een han-dicap (en andere kansengroepen), afgestemd op de Vesocdefinities (Vlaams Economisch en So

-ciaal Overlegcomité – red.). Dit systeem moet

in werking treden in 2004.

Sinds 2001 wordt vanwege de minister aan de lei-dende ambtenaren ook een diversiteitsdoelstelling o p g e l e g d . Meer en meer gaat hierbij ook de aan-dacht uit naar personen met een handicap.

Aantal ambtenaren met 2001 (totaal 62) 2002 (totaal 68)

een doelstelling t.a.v. de doelgroep

Gender 63 % (39) 82 % (56)

Allochtonen 26 % (16) 49 % (33)

Personen met een handicap 16 % (10) 46 % (31)

Onbepaald 31 % (19) 18 % (12)

Tellen

Voor de telling deden zich volgende uiteenlopende situaties voor.

– Een aantal mensen zijn geworven in het kader van de verplichte aanwerving van personen met een handicap, maar zijn nu gesitueerd op een ander niveau.

– Een aantal mensen met een handicap zijn gewoon geworven, maar hebben wel een V F S I P H -inschrijving.

– Een aantal entiteiten maken ook melding van personen met een handicap die geen V F S I P H -inschrijving hebben.

– Een aantal entiteiten vragen bewust niet of mensen een VFSIPH-inschrijving hebben om de privacy van de mensen niet te schenden.

– Voor de wetenschappelijke instellingen en de openbare instellingen geldt het aandeel van 2 % voor de personeelsformatie. In de praktijk geven de meeste entiteiten het totaalaantal per-soneelsleden in dienst op. Voor het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap spreekt men over het aantal betrekkingen.

(3)

Aantal personen met een handicap in het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap

De cijfers voor 2002

Aantal personeelsleden met een handicap (PMH) niveau D in het MVG op 31/12/2002

Niveau Geslacht Aantal Totaal

D M 65 Abs. %

D V 28 93 4.297 2,16 %

Over alle niveaus 157 157 13.141 1,2 %

Het ministerie voldoet aan de quotaverplichting van 2 % op niveau D.

In de niveaus A tot C is het aantal personen met een handicap lager. 60 % van alle personeelsleden met een handicap is gesitueerd op niveau D. D i t kan echter ook gedeeltelijk te maken hebben met het feit dat men enkel belang heeft bij het noteren van een VFSIPH-inschrijving voor niveau D.

Aantal personen met een handicap in de V l a a m s e wetenschappelijke instellingen

Er zijn vijf Vlaamse wetenschappelijke instellingen waarvan de gegevens bekend zijn :

– het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen (KMSKA) ;

– het Centrum voor Bevolkings- en Gezinsstudie (CBGS) ;

– het Instituut voor Natuurbehoud (INB) ;

– het Instituut voor Bosbouw en Wi l d b e h e e r (IBW) ;

– het Instituut voor het Archeologisch Patrimoni-um (IAP).

Deze werden aangeschreven door de dienst Eman-cipatiezaken.

In het kader van het Lambermont-akkoord kwa-men er vanaf oktober 2002 twee wetenschappelijke instellingen bij, waarvan vooralsnog geen gegevens bekend zijn :

– het Centrum voor Landbouwkundig Onderzoek (CLO) ;

– het Centrum voor Landbouweconomie (CLE). Resultaten

Instelling PMH Totaal %

in niveau D niveau D aandeel

KMSKA 5 56 9 CBGS 0 ? 0 INB 0 ? 0 IBW 0 21 0 IAP 0 50 0 CLO 0 68 0 CLE 0 2 0 Totaal 5 197 Max. 2,5

Slechts één van de zeven wetenschappelijke instel-lingen voldoet aan de norm, en wel ruim. Het be-treft hier kleinere instellingen met hooggeschoold p e r s o n e e l . Van vijf instellingen kennen we het aan-tal personen op niveau D. Het relatief aanaan-tal men-sen met een handicap op niveau D voor alle instel-lingen samen bedraagt maximum 2,5 %.

Aantal personen met een handicap in de V l a a m s e openbare instellingen

Voor een aantal openbare instellingen is de ver-plichting niet van toepassing : De Lijn, GOM Lim-burg (GOM L), G O M Vlaams-Brabant (GOM B ) , UZ Gent, V RT, V l a b i n v e s t , Maatschappij van de Brugse Zeevaartinrichtingen (MBZ).

(4)

Een aantal openbare instellingen hebben een klein personeelsbestand : met een aantal mensen op ni-veau D kleiner dan 50. Hier kan de 2 % niet ge-haald worden. Deze worden in de tabel aangeduid met nvt (niet van toepassing – red.).

Aanvullend op de strikt reglementaire verplichting wordt ook het totaalaantal personen met een han-dicap op niveau D vergeleken met het aantal men-sen in niveau D voor alle instellingen samen.

Instelling PMH in niveau D Totaal niveau D % aandeel Voldoet

Bloso 7 184 3,8 ja DS 12 429 2,8 ja DIGO 0 14 0 nvt Exp. Vl. 0 34 0 nvt GO 2 104 1,9 nee GOM A 0 5 0 nvt GOM O 0 5 0 nvt GOM W 0 3 0 nvt IWT 0 12 0 nvt K&G 0 258 0 nee

OPZ Geel 1 134 0,8 nee

OPZ Rekem 1 76 2,6 ja OVAM 2 29 7 ja SERV 1 7 14 ja To Vl 1 11 10 ja VDAB 4 151 2,6 ja VFSIPH 6 46 13 ja VHM 4 50 8 ja VITO 0 0 0 nvt VLM 2 81 2,4 ja VLOR 0 4 0 nvt VMM 1 161 0,6 nee VMW 3 881 0,3 nee VREG 0 0 0 nvt NV Zeek 0 130 0 nee VIZO 0 9 0 nvt Totaal 47 2.818 1,7 nee

N.v.d.r. – Bloso : Commissariaat-Generaal voor de Bevorde-ring van de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Open-luchtrecreatie ; DS : Dienst voor de Scheepvaart ; DIGO : Dienst voor Infrastructuurwerken van het Gesubsidieerd On-derwijs ; Exp. Vl. : Export Vlaanderen ; GO : het Gemeen-schapsonderwijs ; IWT : Vlaams Instituut voor de Bevordering van het Wetenschappelijk Technologisch Onderzoek in de In-dustrie ; K&G : Kind en Gezin ; OPZ : openbaar psychiatrisch ziekenhuis ; OVAM : Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaams Gewest ; SERV : Sociaal-Economische Raad

(5)

Conclusies voor de openbare instellingen

– 10 van de 26 stellen geen personen met een

han-dicap tewerk in niveau D.

– 1 5 stellen wel personen met een handicap te-werk in niveau D : 10 voldoen aan de norm ; 7 niet en van 9 is het niet bekend.

– Het totaalaantal mensen op niveau D bedraagt 2 . 5 6 0 . Hiervan zijn er 47 personen met een han-d i c a p. Dit maakt een tewerkstellingspercentage van 1,7 %.

– 10 voldoen aan de norm = + 1/3.

– Alle Vlaamse openbare instellingen tezamen genomen voldoen niet aan de norm.

Conclusies

– Er is geen systematische opvolging van de ver-p l i c h t i n g. De beschikbare gegevens zijn disver-pa- dispa-r a a t . Edispa-r is geen bijstudispa-rings- of sanctionedispa-ringsme- sanctioneringsme-chanisme indien de normen niet gehaald wor-den.

– Het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap voldoet aan de verplichting.

– Uitgezonderd KMSKA voldoen de V l a a m s e wetenschappelijke instellingen niet aan de op-gelegde norm. Hun personeelsaantal is echter ook klein en is gesitueerd in de hogere niveaus. – De Vlaamse openbare instellingen vertonen een

heel wisselend beeld. Niet alle Vlaamse openba-re instellingen voldoen aan de norm. A l l e Vlaamse openbare instellingen samen voldoen niet aan de norm.

Aantal personen met een handicap bij de lokale en regionale besturen

Mijn administratie is momenteel bezig met een grondige bevraging met betrekking tot de tewerk-stelling van personen met een arbeidshandicap. Zodra ik de beschikking heb over de geanalyseer-de gegevens zal ik onverwijld geanalyseer-de Vlaamse volksver-tegenwoordiger op de hoogte brengen van de re-sultaten.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Wordt er in het kader van de liberalisering van de elektriciteits- en gasmarkt en de optimale ondersteuning van de (gemeenten en ) OCMW's dienaangaande, overleg gepleegd met

Deze persoon of personen voeren de specifieke zorgtaken uit op de drie terreinen, namelijk als coördinator voor alle z o r g i n i a t i e v e n , als coach van de leerkrachten en

Representatieve geluidsmetingen kunnen enkel ge- nomen worden onder gunstige weersomstandighe- d e n , dit wil zeggen droog weer, zwaar bewolkt en een wind die blaast van de

(3) koninklijk besluit van 23 december 1977 tot vaststel- ling van het aantal mindervaliden die door de provincies, de gemeenten, de verenigingen van gemeenten en de ag- glomeraties

In dezelfde periode heeft de Europese Commissie ook een procedure voor het Hof van Justitie opgestart tegen België m.b.. Deze procedure werd stopgezet door de

1. Uit de landbouwstudie opgemaakt door de Vlaamse Landmaatschappij in 1999 blijkt dat er toen in het Linkerscheldeoevergebied 19 land- bouwbedrijven waren met

In antwoord op zijn vragen met betrekking tot de gemeentelijke inkomsten en uitgaven met betrek- king tot deze voetbalclubs, deel ik de V l a a m s e volksvertegenwoordiger

Gezien het belang van de goede uitvoering van zowel de drinkwater- als de rioolaansluitingen worden opdrachten voor leidingwerken door de VMW veelal beperkt aanbesteed, op basis van