• No results found

Vraag nr. 99 van 25 april 2003 van de heer ANDRE MOREAU

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 99 van 25 april 2003 van de heer ANDRE MOREAU"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 99 van 25 april 2003

van de heer ANDRE MOREAU

Ondersteunend schoolpersoneel – Loon- en bevor-deringssituatie

De oorspronkelijke tekst in verband met de moge-lijkheid tot bevorderingen bij de personeelsgroep "ondersteunend personeel" werd uit de definitieve tekst van voorontwerp van Onderwijsdecreet XIV geschrapt.

1. Is het al dan niet juist dat dit gebeurde onder druk van de vertegenwoordigers van het perso-neel (de syndicale organisaties) ? Indien ja, welke was de reden ?

2. In het vroegere normenstelsel van het konink-lijk besluit (KB) van 15 april 1977 bekleedden deze personeelsleden het selectieambt van di-rectiesecretaris of opvoeder-huismeester. Om welke reden(en) werden deze selectieamb-ten binnen deze personeelscategorie zonder slag of stoot herleid tot het wervingsambt van op-voeder ?

3. Gaat de Onderwijsminister ervan uit dat de taakbelasting van deze personeelsleden inder-daad niet vergelijkbaar is met deze van hun col-lega's opvoeders ?

4. De loonstudie die in opdracht van de minister werd besteld, geeft aan dat de verloning van het ondersteunend personeel laag scoort.

Gaat de Onderwijsminister ervan uit dat de op-voeders – over het algemeen gesproken – zich terecht niet meer geroepen voelen om een veel grotere taakbelasting en verantwoordelijkheid op zich nemen zonder hiervoor enige financiële compensatie te krijgen ?

5. Naar ik heb kunnen vernemen, is de Commissie voor Onderwijs, Vorming en We t e n s c h a p s b e l e i d van oordeel dat de hele problematiek van de betrokken personeelsgroep opgelost dient te w o r d e n . Men zou op zoek zijn naar de meest paste haalbare oplossing. Er wordt naar ge-streefd om alles af te ronden eind 2003 in het kader van CAO 7 (collectieve arbeidsovereen-komst).

Welk is op dit ogenblik de stand van zaken in dit dossier in het kader van de CAO 7-o n d e r-handelingen ? Is de echte wil aanwezig om hier

tot een daadwerkelijke, concrete oplossing te komen ?

Kan de Onderwijsminister garanderen dat dit hangend onderwijsprobleem van "bevordering van het ondersteunend personeel" uiteindelijk opgelost zal geraken in het kader van CAO 7 ? 6. Wat indien dat probleem niet wordt opgelost in

het kader van CAO 7 ? De vrees bestaat im-mers dat dit probleem onvoldoende steun zal krijgen bij sommige onderhandelingspartners. Kan de Onderwijsminister (de Vlaamse rege-ring) na een eventuele mislukking in het kader van de CAO 7 nog voor een aanvaardbare op-lossing zorgen ?

Antwoord

1. De mogelijkheid tot bevordering van een perso-neelslid van het ondersteunend personeel werd gedeeltelijk in aanmerking genomen tijdens de onderhandelingen die werden gevoerd naar aanleiding van Onderwijsdecreet IXV. Meer be-paald het tekstvoorstel dat stelde dat de bevor-dering van een personeelslid tot een hogere weddenschaal mogelijk zou zijn los van het di-p l o m a n i v e a u , werd niet in aanmerking geno-men.

Deze bepaling werd door de onderhandelings-partners beschouwd als discriminerend ten aan-zien van de andere personeelscategorieën en werd eveneens beschouwd als een "voorafna-me" of een vooruitlopen op de conclusies van de tweede fase van de loonstudie.

Tijdens de onderhandelingen werd dan ook be-slist om de ingediende tekst niet in aanmerking te nemen en om de discussie met betrekking tot een bevordering los van het diplomaniveau te bespreken in het kader van een nieuw verlo-ningsbeleid.

(2)

op normen, maar wel op punten. Elk schooljaar wordt aan de scholengemeenschap een punten-enveloppe toegekend die enerzijds gebaseerd is op het aantal leerlingen van alle scholen van de scholengemeenschap en anderzijds op de toege-kende uren-leraar van deze scholen.

De scholengemeenschap verdeelt deze punten over haar scholen, die er op hun beurt betrek-kingen in ambten van het ondersteunend perso-neel mee kunnen instandhouden of oprichten. De ambten van het ondersteunend personeel bestaan uit de wervingsambten van opvoeder en administratief medewerker. Aan ieder ambt zijn drie puntenwaarden verbonden die afhankelijk zijn van het diplomaniveau van het personeels-lid dat in de betrekking wordt aangesteld. H o e hoger het diplomaniveau van het personeelslid, hoe hoger de puntenwaarde van de betrekking. De omvorming van het opvoedend hulpperso-neel en administratief persohulpperso-neel naar het onder-steunend personeel houdt zeker niet in dat de selectieambten van opvoeder-huismeester en di-rectiesecretaris niet langer worden erkend of g e w a a r d e e r d . Het klopt dat de selectieambten van opvoeder-huismeester en directiesecretaris verdwijnen door de omvorming naar de nieuwe p e r s o n e e l s c a t e g o r i e. De invoering van het on-dersteunend personeel beoogt evenwel zeker niet de volledige gelijkschakeling van alle per-soneelsleden in deze categorie. De toekenning van een puntenenveloppe aan de school, g e k o p-peld aan het feit dat de puntenwaarde van een betrekking afhankelijk is van het diplomani-v e a u , laat immers net een diplomani-verregaande didiplomani-versifi- diversifi-catie toe binnen de categorie van het ondersteu-nend personeel. De inrichtende macht kan im-mers autonoom beslissen welk ambt ze wenst op te richten en welk profiel ze aan de betrek-king wenst toe te kennen.

Daarnaast bestaat binnen het ondersteunend personeel nog wel degelijk een principe van be-vordering tot de hogere weddeschaal 106. D e z e bevorderingsmogelijkheid steunt volledig op de vroegere selectieambten van opvoeder- h u i s-meester en directiesecretaris en is aldus in zeke-re zin bedoeld als vervanging van deze ambten. 3. Zie ook punt 2. Het bepalen van de

taakbelas-ting behoort tot de autonomie van de inrichten-de macht.

De aanwending van de puntenenveloppe laat de inrichtende macht immers toe om een even-wichtige personeelsformatie uit te bouwen,

waarbij zij de opvoedkundige en administratie-ve taken optimaal kan administratie-verdelen oadministratie-ver de administratie- ver-schillende personeelsleden.

4. De problematiek van de verloning van het on-dersteunend personeel zal in het globale kader van een nieuw verloningsbeleid moeten worden b e k e k e n . Daarnaast dienen scholen door een rationele taakverdeling ervoor te zorgen dat de taakbelasting op een gelijkwaardige manier wordt verdeeld over de personeelsleden van een bepaalde personeelscategorie.

Afspraken tussen scholen en in het kader van scholengemeenschappen en/of scholengroepen kunnen ook voor een meer gelijke spreiding van de uit te voeren taken zorgen.

5. In de Commissie werden, tijdens de bespreking van Onderwijsdecreet XIV, inderdaad een aan-tal amendementen over de mogelijkheid van bevordering van het ondersteunend personeel tot een hogere weddeschaal los van het diploma niet in aanmerking genomen.

De leden van de Commissie waren van oordeel dat deze problematiek in een breder kader thuishoorde en dat dit paste binnen de discussie over een nieuw verloningsbeleid.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze persoon of personen voeren de specifieke zorgtaken uit op de drie terreinen, namelijk als coördinator voor alle z o r g i n i a t i e v e n , als coach van de leerkrachten en

(3) koninklijk besluit van 23 december 1977 tot vaststel- ling van het aantal mindervaliden die door de provincies, de gemeenten, de verenigingen van gemeenten en de ag- glomeraties

In dezelfde periode heeft de Europese Commissie ook een procedure voor het Hof van Justitie opgestart tegen België m.b.. Deze procedure werd stopgezet door de

1. Uit de landbouwstudie opgemaakt door de Vlaamse Landmaatschappij in 1999 blijkt dat er toen in het Linkerscheldeoevergebied 19 land- bouwbedrijven waren met

Aanvullend op de strikt reglementaire verplichting wordt ook het totaalaantal personen met een han- dicap op niveau D vergeleken met het aantal men- sen in niveau D voor

In antwoord op zijn vragen met betrekking tot de gemeentelijke inkomsten en uitgaven met betrek- king tot deze voetbalclubs, deel ik de V l a a m s e volksvertegenwoordiger

Gezien het belang van de goede uitvoering van zowel de drinkwater- als de rioolaansluitingen worden opdrachten voor leidingwerken door de VMW veelal beperkt aanbesteed, op basis van

Verschillende maatregelen maken het mogelijk voor personen met een handicap om enerzijds in het normale economische circuit of anderzijds in het beschermde circuit tewerkgesteld