• No results found

Misrepresentaties, mensenhandel en media Een intersectionele framinganalyse van slachtoffers en daders in westerse mediaverhalen over Nigeriaanse mensenhandel

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Misrepresentaties, mensenhandel en media Een intersectionele framinganalyse van slachtoffers en daders in westerse mediaverhalen over Nigeriaanse mensenhandel"

Copied!
306
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Misrepresentaties, mensenhandel en media

Een intersectionele framinganalyse van slachtoffers en daders in westerse

mediaverhalen over Nigeriaanse mensenhandel

Amanda Hoekstra 3040585

Begeleider: dr. B. Hagedoorn

Tweede lezer: dr. A.M.L. Van Cauwenberge Master Mediastudies, programma Journalistiek 2 februari 2018

(2)

Abstract

Het doel van deze scriptie is om te analyseren hoe de kranten NRC Next, Telegraaf, The

Times, Daily Mail, Spits en Metro en de televisie-uitzendingen Lauren Verslaat en

Unreported World het probleem Nigeriaanse mensenhandel, daders en slachtoffers

representeerden in 2007 tot en met 2017. De analyse heeft tot doel om te ontdekken op welke

manieren Nigeriaanse mensenhandel, daders en slachtoffers worden geframed en welke

representaties daar uit voortkomen. De representaties in westerse media laten zien hoe

mediaverhalen over Nigeriaanse mensenhandel, daders en slachtoffers kunnen dienen om

negatieve stereotypen en de dichotomie "ons" tegenover "hun" te (re)produceren. Hierbij

speelt het aspect van voodoo in mediaverhalen over Nigeriaanse mensenhandel een rol.

Methodologisch maakt de studie gebruik van een kwalitatieve framinganalyse. Theoretisch is

het onderzoek gebaseerd op theorie over mediaframing en representaties, intersectionalteit en

literatuur over Nigeriaanse mensenhandel. De resultaten laten een aantal interessante

verschillen zien met betrekking tot eerder uitgevoerd onderzoek. Een belangrijke bevinding is

dat Nigeriaanse slachtoffers en daders uit de analyses in de geanalyseerde dataset voor deze

scriptie niet als ideale slachtoffers of daders worden gerepresenteerd. Vrouwen en meisjes

worden meestal geframed als slachtoffers. Daders en slachtoffers worden beide simplistisch

weergegeven en gedehumaniseerd. Bovendien toont het onderzoek aan dat het concept

intersectionaliteit nauwelijks terugkomt in het representeren van Nigeriaanse mensenhandel,

daders en slachtoffers. De populaire kranten en commerciële televisie-uitzending paste meer

sensationele berichtgeving toe dan de kwaliteitskranten. Bij de mediaproducten uit het

Engelse mediasysteem was in veel gevallen meer sprake van sensationele rapportage. In de

conclusie worden manieren geboden om het huidige onderzoek theoretisch en methodologisch

uit te breiden.

Kernwoorden

kwalitatieve framinganalyse, media representatie, intersectionaliteit, Nigeriaanse

mensenhandel, daders, slachtoffers, dehumanisatie, stereotypering.

Bronnen van afbeeldingen op het voorblad: screenshots uit Lauren Verslaat:

https://www.veronicatv.nl/programmas/lauren-verslaat/videos/kUh3puCCjZmp/2-vrouwenhandel-uit-nigeria/ en Unreported World: https://www.youtube.com/watch?v=pv6X1vo9wnM

(3)

Inhoudsopgave

Inleiding

De urgentie van het probleem 1

Case study Nigeriaanse mensenhandel en onderzoeksvragen 3

Onderzoeksperspectief 4

Westerse mediasystemen 5

Structuur van de scriptie 6

Dataset 6

1. Theoretisch kader 7

1.1. Intersectionaliteit 7 1.2 Intersectionalieit en machtsverhoudingen 7 1.3 Representaties, mediaframes en intersectionaliteit 9 1.4 De media en framing 10 1.5. Media en werkelijkheid 11 1.6. Media representaties en het 'ideale' slachtoffer 12 1.6.1 Kenmerken van slachtoffers 13 1.6.2 Kenmerken van mensenhandelaren 13 1.7 Dehumaniserende mediarepresentaties 13 1.8 Reflectie 14 2. Context van Nigeriaanse mensenhandel 16

2.1. Mythen over mensenhandel 16 2.2. Intersectionele framing van mensenhandel 16 2.3 Voodoo en Nigeriaanse mensenhandel 17 2.4 Verschillende rollen van westerse media 17 2.5 Verschillende mediasystemen 19 2.6 Tabloid cultuur in verschillende media 19 3. Hypotheses 3.1 Deelvraag 1 21 3.2 Deelvraag 2 21 3.3 Centrale onderzoeksvraag 22 4. Methode 23 4.1 Kwantitatief en kwalitatief framing onderzoek 23 4.2 Kwalitatieve framinganalyse 23 4.3 Stappenplan framinganalyse 24 4.4 Selectie keuzes 25 4.5 Media 25 4.6 Verschillende media 26 4.7 Tijdsperiode en mediaverzameling 26 4.8 Dataverwerking 26 5. Analyse en resultaten 27 5.1 Framing in populaire kranten 27 5.1.1 De Telegraaf 27 5.1.2 Daily Mail 28 5.1.3 De Telegraaf 28 5.1.4 Daily Mail 29 5.1.5 De Telegraaf 30 5.1.6 Daily Mail 30 5.1.8 De Telegraaf 31 5.1.9 Daily Mail 31

(4)

5.1.10 Tussenconclusie populaire kranten 32

5.2 Framing in gratis kranten 32

5.2.1 Spits 32 5.2.2. Metro 33 5.2.3. Metro in Engeland 33 5.2.4. Spits 34 5.2.5 Metro 34 5.2.6 Metro in Engeland 35 5.2.7 Spits 36 5.2.8 Metro 36 5.2.9 Metro in Engeland 36 5.2.10 Spits 37 5.2.11 Metro 37 5.2.12 Metro in Engeland 38

5.2.13 Tussenconclusie gratis kranten 38

5.3 Framing in Nederlandse en Engelse kwaliteitskranten 38

5.3.1 NRC Next 38 5.3.2 The Times 39 5.3.3 NRC Next 40 5.3.4 The Times 41 5.3.5 NRC Next 42 5.3.6 The Times 43 5.3.7 NRC Next 43 5.3.8 The Times 44 5.3.9 Tussenconclusie kwaliteitskranten 44 5.4 Framing in televisie-uitzendingen 45 5.4.1 Lauren Verslaat 45 5.4.2 Unreported World 46 5.4.3 Lauren Verslaat 46 5.4.4 Unreported World 47 5.4.5 Lauren Verslaat 48 5.4.6 Unreported World 48 5.4.7 Lauren Verslaat 49 5.4.8 Unreported World 49 5.4.9 Tussenconclusie televisie-uitzendingen 49 6. Conclusie en discussie 51

6.1 Representaties in Westerse media en framing 52

6.2 Wetenschappelijke en maatschappelijke discussie 54

6.3 Limitaties 56 6.4 Vervolgonderzoek 56 Noten 57 7. Literatuurlijst 68 8. Inhoudsopgave bijlagen 1

Bijlage A Transcripties televisie-uitzendingen 2

Bijlage B Uitgevoerde analyses per krantenartikel 20

Bijlage C Framinganalyse protocol en handleiding 103

(5)

Inleiding

“Not all victims of trafficking are poor, though. Some, like me, have college degrees. I have helped a doctor and a teacher from the Philippines. I have also helped men who were trafficked, not only

women, and one person who was 65 years old” 1

Dit is een citaat uit een interview van de BBC met Shandra Woworuntu, een voormalig slachtoffer van mensenhandel. Haar woorden hebben mijn belangstelling gewekt voor de manier waarop de media over het probleem van Nigeriaanse mensenhandel rapporteert. In deze scriptie staat een kwalitatieve framinganalyse centraal om te bestuderen hoe westerse media representaties vormen door het toepassen van frameconstructies.

De urgentie van het probleem

Mensenhandel is een urgent probleem, het is de snelst groeiende criminaliteit in de wereld.2 Er zijn

tegenwoordig meer slaven in de wereld dan ooit tevoren in de geschiedenis. Mensenhandel is regelmatig een verborgen misdrijf. Daardoor zijn nauwkeurige statistieken moeilijk te verkrijgen. Onderzoekers schatten dat meer dan 80% van de slachtoffers vrouwen zijn en 50% daarvan zijn kinderen. Bijna 80% van de mensenhandel betreft seksuele uitbuiting.3

Het probleem van mensenhandel neemt met de jaren toe. De International Labour Organization (ILO) stelt dat 4.5 miljoen (22%) mensen in 2012 gedwongen in de prostitutie zaten.4 Dit

aantal is de jaren daarna verder opgelopen, want volgens de meest recente cijfers is de schatting dat 4,8 miljoen slachtoffers vastzitten in gedwongen prostitutie.5 Het aantal potentiële slachtoffers van

mensenhandel dat over zee in Italië aankomt, is de afgelopen drie jaar enorm toegenomen. In Italië betreft het nagenoeg allemaal Nigeriaanse vrouwen. De toename van Nigeriaanse mensenhandel wordt goed duidelijk in de onderstaande afbeelding.

Case study Nigeriaanse mensenhandel en onderzoeksvragen

Hoewel er meerdere vormen van mensenhandel zijn, omschrijft Kara seksuele mensenhandel als de meest barbaarse en meest winstgevende variant.6Siddharth Kara is adjunct-universitair docent en een

(6)

expert op het gebied van hedendaagse slavernij. 7 De United Nations (UN) liet onlangs in The

Guardian weten dat het aantal verhandelde Nigeriaanse vrouwen dat in Italië in de gedwongen

prostitutie terechtkomt een crisisniveau heeft bereikt.8

Uit de volgende citaten blijkt dat de toename aan Nigeriaanse mensenhandel in Engeland als een verontrustende ontwikkeling wordt beschouwd. “Het bestrijden van de toename aan het aantal Nigerianen dat naar Engeland worden verhandeld, is een topprioriteit”, zegt Kevin Hyland, (anti-slavernij-commissaris). Daarbij gaat het bij Nigeriaanse mensenhandel om een complex type mensenhandel. “Omdat Nigerianen in voodoo geloven, durven de slachtoffers zich niet uit te spreken tegen daders. Hierdoor hebben politie en andere autoriteiten dringend meer onderwijs nodig om deze complexiteiten te begrijpen”, stelt stelt Tatiana Jardan, (directeur van the Human Trafficking Foundation). 9 Om deze redenen richt deze scriptie zich specifiek op de case study van Nigeriaanse

mensenhandel.

De media kan een rol spelen in het aanbieden van informatie over Nigeriaanse mensenhandel door verhalen over dit onderwerp te produceren. Uit eerder onderzoek blijkt dat bepaalde aspecten worden besproken en weggelaten in mediaverhalen over mensenhandel. Raymond stelt in haar onderzoek dat de mannelijke klanten van (gedwongen) prostituees onzichtbaar blijven in het mediadiscours. Weinig onderzoek naar mensenhandel heeft zich geconcentreerd op de klant als oorzaak van mensenhandel en seksuele uitbuiting. En nog minder wetgeving heeft de mannelijke klant wettelijk gestraft, waarbij het recht om vrouwen en kinderen te kopen voor prostitutieactiviteiten onbesproken blijft.10 Uit eerder onderzoek blijkt dat vrouwen in krantenverhalen meestal als

slachtoffers worden gerepresenteerd, terwijl mannelijke slachtoffers zelden worden genoemd. Met betrekking tot slachtoffers bleek de focus vooral op vrouwelijke minderjarige slachtoffers te liggen.11

In deze scriptie wordt onderzocht tot op welke hoogte door framingmythes en stereotypering misrepresentaties worden gecreëerd. Dit wordt nader besproken in het context hoofdstuk.

Christie bespreekt de constructie van het ‘ideale’ slachtoffer.12 Het ‘ideale’ slachtoffer is ‘een

persoon of categorie van personen die wanneer ze door criminaliteit worden getroffen, de volledige en legitieme status krijgen als slachtoffer’. Met andere woorden, er zijn sommige individuen die meer worden beschouwd als volwaardiger slachtoffer dan anderen worden erkend.13 In de media bestaat ook

een constructie van de ‘ideale’ dader. De daders worden door de ideale constructies voorgesteld als gevaarlijke mannen die uit verre landen afkomstig zijn. Met de focus op deze scriptie kunnen ook vrouwelijke daders voorkomen die in de rol van ‘madam’ als handelaar deelnemen aan Nigeriaanse mensenhandel. Dikwijls zijn deze vrouwen zelf eerst slachtoffer geweest en worden daarom ook wel slachtoffermadams genoemd.14Daarom is het belangrijk om te analyseren of deze informatie

terugkomt in de representaties die tot stand komen door framingconstructies in de media.

Onderzoek naar discoursen over mensenhandel laat zien dat de constructie van het ideale slachtoffer fictief en problematisch is. Blume beweert dat discoursen over mensenhandel meestal de figuur van het vrouwelijke ‘ideale’ slachtoffer centraal stellen. Dit wijst op een gevaarlijk essentialisme op basis van sekse waarbij weinig ruimte wordt gelaten voor mannen (of vrouwen) die niet aan deze vrouwelijke constructie voldoen van het passieve en onschuldige ideale slachtoffer dat niet overeenkomt met de verschillende slachtoffertypen die er in werkelijkheid kunnen zijn.15

Ander onderzoek stelt dat representaties van mensenhandel, daders en slachtoffers in romans meer accuraat de werkelijkheid weergeven dan de representaties in de wetgeving van het Palermo protocol.16 In deze scriptie verwijst de betekenis van het Palermo protocol naar het opgestelde protocol

ter voorkoming, onderdrukking en bestraffing van mensenhandel, met name vrouwen en kinderen, ter aanvulling van het Verdrag van de Verenigde Naties tegen grensoverschrijdende georganiseerde misdaad.17 Gerelateerd onderzoek concludeert dat het discours in enkele geanalyseerde media en in het

verdrag rondom mensenhandel te beperkt is om mensenhandel op een betekenisvolle manier onder de aandacht te brengen.18 Deze bevindingen tonen aan dat de media in de verslaggeving over

(7)

mensenhandel de nadruk op specifieke aspecten heeft gelegd. De manier waarop Nigeriaanse mensenhandel door framing in de media wordt gerepresenteerd, zorgt er niet alleen voor hoe het probleem begrepen kan worden. Toegepaste framingtechnieken zorgen er ook voor hoe representaties van Nigeriaanse mensen die als slachtoffer en dader voorkomen in mediaverhalen kunnen worden begrepen. Rodríguez-López wijst erop dat stereotye ideeën, gebaseerd op het bestaan van een ‘ideaal slachtoffer’, de complexiteit van mensenhandel te eenvoudig versimpelt en potentiële slachtoffers onbeschermd laat. 19 Daarom kunnen frameconstruties de consequentie hebben dat Nigeriaanse

slachtoffers en daders niet als zodanig erkend worden.

Blume’s onderzoek is gebaseerd op een analyse van het Amerikaanse jaarverslag ‘Trafficking in Persons’ (TIP) in het tijdsframe van 2001 tot en met 2011.20 Sindsdien hebben verschillende

mediaproducties ervoor gezorgd dat meer kennis over mensenhandel beschikbaar is gekomen. Dit komt omdat het probleem meer aandacht heeft gekregen in de publieke sfeer, zoals door het boek van Renate van der Zee “De waarheid achter de Wallen” (2013), de documentaire “Jojanneke in de

prostitutie” (2015), en de film “Caged no more" (2016). Hierdoor is het mogelijk dat mensen de

afgelopen jaren een meer accuraat beeld van mensenhandel hebben kunnen krijgen.

In deze scriptie is het het doel de volgende centrale onderzoeksvraag te beantwoorden: Hoe zijn frame constructies in krantenartikelen (The Times, Daily Mail, NRC Next, de Telegraaf, Spits en

Metro) en televisie-uitzendingen (Unreported World: Sex, Lies and Black Magic; hierna Unreported World) en Lauren Verslaat: Nigeriaanse vrouwenhandel; hierna Lauren Verslaat) toegepast om

slachtoffers en daders in mediaverhalen over Nigeriaanse mensenhandel te representeren? Deze onderzoeksvraag is verder te specificeren in de volgende deelvragen:

 Hoe zijn frameconstructies in krantenartikelen (The Times, Daily Mail, NRC Next, de

Telegraaf, Spits en Metro) en televisie-uitzendingen (Unreported World en Lauren Verslaat) toegepast?

 Wat is de rol van intersectionele machtsverhoudingen bij de representaties van slachtoffers en daders in mediaverhalen over Nigeriaanse mensenhandel die voortkomen uit de toegepaste frames?

Onderzoeksperspectief

De dynamiek tussen representaties van daders en slachtoffers is voor het concept van intersectionaliteit interessant, omdat zij vaak op simplistische manieren worden gerepresenteerd. 21 Crenshaw wijst erop

dat sommige vrouwen onderdrukt kunnen worden op basis van meerdere menselijke eigenschappen tegelijkertijd, zoals klasse, fysieke vermogens, ras en geslacht.22 Het ontbrak in de media aan meer

accurate en intersectionele representaties. Hierdoor worden in de media ongelijkwaardige machtsverhouding ge(re)produceerd. Bovendien kunnen Nigeriaanse daders in meerdere of mindere mate tegelijkertijd ook slachtoffers zijn. Met als ander bijzonder aspect dat niet alleen mannen, maar juist steeds vaker vrouwelijke daders voorkomen.23 Daarom is er sprake van een unieke dynamiek

tussen slachtoffers en daders. Daarom is het belangrijk om in deze framinganalyse naar representaties van Nigeriaanse mensenhandel, slachtoffers en daders een intersectionaal perspectief toe te passen. In het theoretisch kader wordt het kernconcept intersectionaliteit in relatie gebracht met framing en representatie. Op dit moment zijn de onderzoeken die vanuit een intersecioneel perspectief media- representaties van daders en slachtoffers in verhalen over Nigeriaanse mensenhandel analyseren schaars. Dit onderzoek is een aanvulling op het onderzoek van Cheryl Nelson Butler waarin ze stelt dat ongelijke posities tussen vrouwen en mannen door ongelijkheid tussen rassen en door ongelijkheid tussen geslachten worden ge(re)produceerd.24 Het doel hierbij is in deze scriptie een

(8)

concreet voorbeeld te bieden op haar theorie, door de specifieke context van Nigeriaanse mensenhandel. Ook biedt deze scriptie een aanvulling op het onderzoek van Blume door onderzoek te doen naar Europese media, in tegenstelling tot Amerikaanse media.25 Tenslotte geeft dit onderzoek

ook een aanvulling op de theorie van Christie die de constructie van het ideale slachtoffer omschrijft.26 Vanuit deze inzichten wordt in deze scriptie onderzocht in hoeverre de constructies

van het ‘ideale’ slachtoffer en ‘ideale’ dader ook voorkomen in de representaties binnen mediaverhalen over Nigeriaanse mensenhandel. Deze uitgangspunten maken deze scriptie wetenschappelijk relevant.

Westerse mediasystemen

In deze scriptie wordt met westerse media, de massamedia van West-Europa en Noord-Amerika bedoeld.27 De omgeving waarin westerse massamedia zich bevinden kunnen beïnvloeden hoe

Nigeriaanse mensenhandel en de slachtoffers en daders daarvan worden gerepresenteerd. Volgens Chouliaraki hebben westerse normen invloed op de manier waarop mediaverhalen in westerse media worden geproduceerd. 28 Hoewel de mediaproducten uit Engeland en Nederland die de dataset vormen

voor deze scriptie, beiden onder westerse media vallen, hebben deze twee westerse landen verschillende mediasystemen.29 Daarom wordt in het context hoofdstuk verdiepende informatie

gegeven over westerse media.

Het publiek krijgt voor het grootste deel informatie over politieke kwesties en gebeurtenissen vanuit de media. Eerder onderzoek toont aan dat de media een belangrijke rol speelt bij het representeren van de werkelijkheid. Dit gebeurt door het verzamelen en weglaten van bepaalde informatie. Vervolgens worden in dit selectieproces frames gemaakt, die het publiek gebruikt bij het vormen van opinies en het begrijpen van fenomenen. De media is daarom een belangrijke informatiebron als het gaat om verhalen over Nigeriaanse mensenhandel. Om het probleem van Nigeriaanse mensenhandel, slachtoffers en daders zo goed mogelijk te begrijpen, is het nodig dat de media het publiek door framing zo accuraat mogelijke representaties aanbiedt.30

Blume stelt dat de media constructies van ‘ideale’ slachtoffers en daders produceert. Deze constructies hebben het effect dat bepaalde categorieën slachtoffers en daders niet worden erkend in de media, omdat zij in de media op een ongelijkwaardige manier door de toepassing van framing worden gerepresenteerd. Christie schetst het ‘ideale’ slachtoffer en dadertype. De ‘ideale’ daderconstructie omschrijft daders als gevaarlijk mannen uit verre landen.31

Bij de constructie van het ‘ideale’ slachtoffer, spelen kenmerken zoals leeftijd, geslacht en ras een rol. Kinderen en vrouwen zijn veel voorkomende slachtoffers in gedrukte media-artikelen in Amerika. Mediaverhalen focussen zich daarbij meer specifiek op witte vrouwelijke slachtoffers. De eerste anti-mensenhandel protestgroepen gebruikten jonge blanke Oost-Europese vrouwen als representaties van slachtoffers, omdat dit frame overeenkwam met culturele mythen in de Amerikaanse samenleving. Beide constructies komen niet overeen met de werkelijkheid.32

Bovendien blijft in het huidige mensenhandeldiscours de rol van de mannelijke klanten en de verantwoordelijkheid van de overheid bij mensenhandel buiten beschouwing, omdat vaak alleen op slachtoffers en daders wordt gefocust.33 Voor deze scriptie is het belangrijk om te onderzoeken of dat

ook gebeurt in de framing die is toegepast om slachtoffers, daders en Nigeriaanse mensenhandel te representeren.

Eerder onderzoek van Pajnik stelt dat westerse media mensenhandel op een verkeerde manier framen, weinig vertellen over de werkelijke ervaringen van slachtoffers en daders en simplistische representaties construeren. Het probleem van mensenhandel wordt hierbij alleen geframed binnen de thema’s criminalisering, nationalisatie, victimisatie of regularisatie. Al deze

(9)

frames zorgen voor simplistische representaties die de complexere werkelijkheid van mensenhandel buiten beschouwing laten.34

Dataset

Geografisch gezien bevinden westerse media zich ver van Nigeria, waar Nigeriaanse mensenhandel begint. Het is daarom belangrijk om te onderzoeken hoe de berichtgeving in de media vanuit een westers perspectief over een Afrikaans land zoals Nigeria wordt geframed.35 Door de lens van framing

theorie worden mediabeelden en krantenartikelen geanalyseerd uit twee verschillende landen: Nederland en Engeland. Deze landen zijn gekozen, omdat zij een verschillend mediasysteem hebben.36Daarom wordt onderzocht of de geselecteerde mediaproducties die tot verschillende

mediasystemen behoren ook andere onderzoeksresultaten opleveren. Meer specifiek worden de representaties in krantenartikelen van The Times (kwaliteit), Daily Mail (populair), NRC Next (kwaliteit) en de Telegraaf (populair) Spits (gratis) en Metro (gratis) geanalyseerd en in de televisie-uitzendingen Unreported World van een publieke omroep en Lauren Verslaat van een commerciële omroep onderzocht. Deze kranten zijn uitgekozen omdat ze de drie verschillende genres van kwaliteit, gratis en populaire media representeren. De televisie-uitzendingen zijn geselecteerd, omdat ze beide geproduceerd zijn door een commerciële zender. De representaties worden onderzocht door een framinganalyse van de geselecteerde Nederlandse en Engelse media. Het doel van deze framinganalyse is om te onderzoeken tot op welke hoogte verschillen en overeenkomsten te ontdekken zijn tussen gratis, populaire, commerciële en kwaliteitsmedia in twee Europese landen.

Structuur van de scriptie

Het eerste hoofdstuk biedt achtergrondinformatie bij de Nigeriaanse vrouwenhandel in Nederland en Engeland. In het theoretisch kader worden de kernconcepten ‘framing’, ‘representaties’ en 'intersectionaliteit’ toegelicht. Vervolgens worden de hypotheses en de methodologische benadering van de analyse uitgelegd en de resultaten gepresenteerd en besproken. De studie eindigt met een conclusie die de centrale resultaten samenvat en aanbeveling voor toekomstig onderzoek.

(10)

Hoofdstuk 1

Theoretisch kader

Dit hoofdstuk bevat literatuur over mediapresentaties van daders en slachtoffers in mediaverhalen over Nigeriaanse mensenhandel in kranten en televisie-programma's in Nederland en Engeland. De concepten intersectionaliteit, representatie en framing staan centraal in deze scriptie. Dit hoofdstuk is nodig om voor de analyses te kunnen bepalen op welke manier frames kunnen worden toegepast om slachtoffers en daders in mediaverhalen over Nigeriaanse mensenhandel te representeren. Dit hoofdstuk begint met een beschrijving van het concept intersectionaliteit. Daarna wordt verder ingegaan op de overige kernconcepten.

1.1. Intersectionaliteit

In haar werk over zwart feminisme en kritische racismetheorie benadrukt Crenshaw het belang van intersectionaliteit.37 38 Ze beweert dat vrouwen van het niet-witte ras worden onderworpen aan

verschillende gerelateerde beperkingen in de samenleving. Ze bekritiseert het falen van het wit feminisme en antiracisme discoursen in hun strijd tegen ongelijkheid, omdat ze niet alle vormen van discriminatie tegelijk adresseren. Ze wijst erop dat sommige vrouwen onderdrukt kunnen worden op basis van meerdere eigenschappen tegelijkertijd, zoals klasse, fysieke vermogens, ras en geslacht.39

Crenshaw stelt dat dominante discoursen ten onrechte het idee voorhouden dat ras en geslacht elkaar uitsluitende categorieën van ervaring en analyse zijn.40 Het idee dat ras en geslacht altijd los van

elkaar bestaan, versterkt de onderdrukking van mensen die worden getroffen door verschillende vormen van ongelijkheid.41 Daarom is het belangrijk om in de analyse naar representaties van

Nigeriaanse mensenhandel, slachtoffers en daders een intersectioneel perspectief toe te passen.

Er zijn drie verschillende dimensies van intersectionaliteit. Het is belangrijk op te merken dat er een overlap is tussen deze drie vormen van intersectionaliteit, omdat allen gebaseerd zijn op de relatie tussen ras en geslacht. De eerste variant is structurele intersectionaliteit. Verwezen wordt naar de manieren waarop vrouwen van het niet-witte ras last kunnen hebben van verschillende onderdrukkingen die de vorming van hun identiteit en leven vaak moeilijker maken dan blanke vrouwen in de Amerikaanse samenleving.42 Crenshaw beweert bijvoorbeeld dat vrouwen van het

niet-witte ras minder snel een baan vinden, omdat ze vanwege hun geslacht en huidskleur worden gediscrimineerd.43

De tweede vorm is politieke intersectionaliteit, die in de woorden van Crenshaw verwijst naar "het feit dat vrouwen van het niet-witte ras onderdeel uitmaken van ten minste twee verschillende groepen die vaak conflicterende politieke agenda’s nastreven”.44 Witte feministische verhandelingen

hebben zwarte vrouwen bijvoorbeeld vaak het zwijgen opgelegd omdat blanke feministen vreesden dat de specifieke strijd van zwarte vrouwen de aandacht zou afleiden van het vrouwenkiesrecht.45

De derde en belangrijkste vorm van intersectionaliteit voor deze scriptie is de representatieve intersectionaliteit. Crenshaw benadrukt dat de representatie van vrouwen van het niet-witte ras in de media ook de specifieke plaats voor vrouwen van minderheidsgroepen in de maatschappij kunnen bepalen en daardoor een nieuwe bron van intersectionele onderdrukking worden.46 Representationele

intersectionaliteit focust op de kracht van framing en de invloed die dit heeft op vrouwen van het niet-witte ras.

1.2 Intersectionalieit en machtsverhoudingen

Mensenhandel is een probleem waarbij discriminatie op meerdere manieren een rol speelt. Aangezien een overgrote meerderheid van de verhandelde personen vrouw is, wordt mensenhandel meestal als discriminatie op basis van sekse beschouwd. De link tussen mensenhandel en rassendiscriminatie wordt niet regelmatig in de media besproken.47 Uit onderstaande afbeelding blijkt dat uit rechtszaken

(11)

over mensenhandel in de Verenigde Staten veruit de meeste slachtoffers van het niet-witte ras afkomstig zijn.

48

Mary Robinson, VN-commissaris voor mensenrechten stelt dat mensenhandel altijd discriminerend is. In het geval van mensenhandel naar de wereldwijde seksindustrie, betreft het mannen uit rijke landen die betalen voor de seksuele diensten van voornamelijk vrouwen en meisjes uit arme landen. Naast arbeidsrechtenproblematiek is het ook een fundamenteel mensenrechtenprobleem, omdat sprake is van een massale en schadelijke vorm van discriminatie.49

Robinson zegt dat mensenhandel meestal wordt beschouwd als een probleem van discriminatie op basis van geslacht, omdat de meeste slachtoffers vrouwen en meisjes zijn. Wanneer er wordt gelet op welke vrouwen het grootste risico lopen om in de mensenhandel te belanden, wordt het verband tussen dit risico en hun raciale- en sociale marginalisering duidelijk. Racistische ideologie en discriminatie op grond van ras, etnische afstamming en geslacht kan een vraag naar aanbod in rijkere landen creëren, die kan bijdragen aan de handel in deze kwetsbare groepen vrouwen en meisjes.50

McGregor en McEwing concluderen dat er sprake is van een complex samenspel van sociale factoren die de handel in vrouwen en kinderen in Zuidoost-Azië mogelijk maakt. De interactie tussen armoede, geslacht, onderwijs, leeftijd en het ontbreken van relevant beleid hebben grote invloed op de kwetsbaarheid van vrouwen en kinderen voor mensenhandel. Een overweldigende meerderheid van eerdere slachtoffers van mensenhandel (92%) meldde dat sociale oorzaken achter hun mensenhandel schuilgaan. Hierbij kwamen ook verschillende vormen van discriminatie naar voren als de directe oorzaken die hen in de handen van mensenhandelaren hadden geduwd.51

Vrouwen worden eerder benadeeld door symbolisch geweld en structurele armoede. Ras en etniciteit dragen bij aan die structurele nadelen en als gevolg daarvan worden vrouwen die niet tot het witte ras behoren, geconfronteerd met extreme discriminatie, racisme en seksisme. Vanwege deze redenen lopen gediscrimineerde vrouwen meer risico om onderworpen te worden aan verdere uitbuiting door de georganiseerde misdaad van mensenhandel. Criminele organisaties weten dat deze vrouwen extra kwetsbaar zijn voor het gebruik van fysiek en psychologisch geweld en intimidatie.52

Onderzoek toont aan dat racisme voor Keniaanse vrouwen hun ervaring met seksueel geweld en uitbuiting beïnvloed heeft. Deze ervaringen zijn voor hen intersectioneel van aard..53

Mensenhandel moet worden besproken binnen een breder kader van sociaal-economische ongelijkheid. Deze ongelijkheid creëert een systeem van ongelijke machtsverhoudingen die het probleem van mensenhandel bevorderen.54 Uit onderzoek blijkt dat slachtoffers van mensenhandel op

racistische manieren als passieve, niet geëmancipeerde vrouwen uit de derde wereld worden gerepresenteerd. Deze framing zorgt voor de reproductie van raciale stereotypen en bekrachtigt de machtshiërarchie van Amerika en haar culturele imperialisme. 55

(12)

1.3 Representaties, mediaframes en intersectionaliteit

Representatie is een essentieel onderdeel van een proces waarbij betekenis wordt geproduceerd en uitgewisseld tussen leden van een cultuur. Representatie wordt omschreven als zowel een proces van voortdurende constructie van identiteiten in een bepaalde cultuur als een middel om stereotypes te creëren. De media maakt gebruikt van stereotypering door de sociale werkelijkheid van een bepaalde sociale groep te verdraaien in een mediabeeld.56Lippman ontwikkelde het concept van stereotypering

om uit te leggen hoe mensen betekenis geven aan mediaberichten. Zijn idee was dat stereotypen worden ontwikkeld om ons te helpen omgaan met de complexiteit van groepen en mensen. In die zin is een stereotype een neutraal classificatiesysteem. Onderzoek heeft daarentegen aangetoond dat negatieve beelden en stereotypen van minderheidsgroepen, zoals Afrikaanse Amerikanen en Latino's in Amerika kunnen leiden tot negatieve beeldvorming en discriminatie van deze groepen mensen. 57

De consequentie van stereotypering heeft reële effecten. Onderzoekers die de berichtgeving over minderheidsgroepen in de media bestudeerden, ontdekten dat deze groepen in de meeste gevallen negatief werden gerepresenteerd. Zulke berichtgeving impliceert dat de 'ander' een bedreiging voor de sociale orde vormt. Bovendien wordt impliciet in deze berichtgeving gecommuniceerd dat minderheden zelf verantwoordelijk zijn voor hun economische en sociale problemen. Vanuit dat perspectief worden problemen in relatie gebracht met een “ons” tegenover “hun” idee. De representatie van de 'ander' in de media, ongeacht of deze gebaseerd is op religieuze, nationale, etnische of andere verschillen, gaat in veel landen gepaard met het gebruik van generalisaties en stereotypen en negeert de achtergronden, oorzaken en sociaal-politieke context die hebben geleid tot de problemen en crises van minderheden.58

De media helpen ons bij het construeren van onze percepties over conflicten waarbij 'anderen' betrokken zijn. Het gebruik van het woord 'constructie' suggereert dat 'nieuws' in feite gecreëerde verhalen zijn. Het nieuws presenteert voortdurend afbeeldingen over verschillende groepen en sociale identiteiten en construeert zo voor de kijkers en lezers onze identificatie met een bepaalde groep, onze percepties over wie “wij” zijn en wie “zij” zijn. Het representatieproces wordt beïnvloed door de sociaal-politieke realiteit als de symbolische realiteit waarbinnen het proces bestaat.59

De symbolische realiteit, waarbinnen het representatieproces plaatsvindt, bestaat uit verschillende onderdelen, waaronder literatuur, kunst en media. Onder media valt ook het nieuws. Het nieuws is de centrale plaats waarbinnen politieke- sociale- en economische agenda’s worden geconstrueerd. De symbolische realiteit is in de volgende twee opzichten van belang. Diverse nieuwskanalen produceren een grote hoeveelheid aan afbeeldingen. En het proces waarmee het nieuws wordt geconstrueerd beïnvloedt het eindproduct. Inclusief mediaroutines- en processen voor informatieverwerking. Hoewel verschillende definities van framing bestaan, suggereren ze allemaal dat framing bterekking heeft op het selecteren van 'feiten' of onderdelen uit de 'realiteit'. Deze onderdelen worden vervolgens binnen frames geplaatst waarbij de geconstrueerde inhoud een morele verklaring of een aanbeveling voor een oplossing kan promoten.60

Journalisten gebruiken beschikbare framingmechanismen en sociaal-culturele codes om buitengewone gebeurtenissen om te zetten in begrijpelijke media-evenementen. Mediaorganisaties zijn constant betrokken in een veranderende sociaal-politieke omgeving, waardoor representatie een dynamisch proces wordt. In het framingproces beïnvloeden culturele vooronderstellingen en dominante normen en waarden van de samenleving de werkpatronen van journalisten, de productieprocessen van hun nieuwsberichten en het eindproduct.61 Journalisten rapporteren bij

voorkeur verhalen die cultureel aanvaardbaar zijn, gemakkelijk worden begrepen en professionele goedkeuring krijgen. Verder worden journalisten ook beïnvloed door de percepties die zij hebben over hun doelgroep. Zo kan het voorkomen dat ze geneigd zijn om te geloven dat hun publiek weinig belangstelling heeft in verhalen over Nigeriaanse mensenhandel, omdat het een minderheidsgroep

(13)

betreft. Het is ook mogelijk dat journalisten denken dat de meerderheidsgroep in een bepaald land wel interesse heeft in verhalen over minderheden op het moment dat een bepaalde gebeurtenis het leven van de meerderheidsgroep kan verstoren. In het geval van Nigeriaanse mensenhandel is het van belang dat de media zo accuraat mogelijke representaties produceert. Daarom dient rekening gehouden te worden met de verschillende identiteitsaspecten van slachtoffers en daders.62

1.4 De media en framing

Volgens Carey is communicatie een symbolisch proces, waarbij de werkelijkheid wordt geproduceerd, onderhouden, gerepareerd en getransformeerd.63 Onder onderzoekers bestaat een algemene opvatting

dat nieuws niet neutraal is en niet objectief de realiteit weerspiegelt, maar in plaats daarvan een bepaalde versie van de werkelijkheid construeert. Frames worden hierdoor beschouwd als de strategische hulpmiddelen die worden gebruikt om realiteiten te construeren. Nkosi Ndlela stelt dat het selecteren en vormgeven van nieuws leidt tot stereotype frames: mediabeelden reduceren, verkleinen, condenseren en selecteren en herhalen aspecten van ingewikkelde sociale relaties om ze te representeren alsof ze natuurlijk en waar zijn.64 De framingtheorie wordt dan ook gebruikt om te

onderzoeken hoe de westerse media door representaties van Nigeriaanse mensenhandel, slachtoffers en daders de realiteit rondom dit probleem construeert.

Schudson stelt dat elk verhaal van de realiteit noodzakelijkerwijs een aantal zaken wel of niet presenteert: bewust of onbewust maakt elk verhaal veronderstellingen over hoe de wereld werkt, wat belangrijk is, wat logisch is en wat logisch zou moeten zijn.65 Journalisten selecteren bij het

rapporteren bepaalde stukjes informatie en laten de andere weg, waardoor de aandacht van het publiek wordt afgeleid van andere perspectieven op fenomenen. Informatie wordt toegevoegd of verwijderd, afhankelijk van de boodschap die de media wil communiceren. De selectie wordt niet altijd bewust gemaakt, maar heeft wel een bepaald effect op de interpretatie van een bepaald probleem en de voorgestelde oplossingen. Kortom, frames worden niet alleen gedefinieerd door wat ze melden, maar ook door wat ze uitsluiten. Frames worden door de onderzoeker beschouwd als centraal in de rapportage over Nigeriaanse mensenhandel. Kinder en Sanders suggereren dat frames bedacht en gebruikt wrden door politieke elites, om hun eigen interesses of ideologieën te bekrachtigen.66

Volgens Callaghan en Schnell kunnen frames meningen en opinies veranderen door het belang te beïnvloeden dat mensen hechten aan issue-relevante overtuigingen.67 Dit betekent dat media door

bepaalde frames te promoten, de perceptie kunnen veranderen en de publieke opinie kunnen aanpassen. Neuman beschrijft dat mensen meningen vormen in overeenstemming met hun persoonlijke ervaring en door de “geïnterpreteerde selectie uit de massamedia”.68 Informatie wordt

eerder door het publiek onthouden wanneer deze overeenkomt met hun bestaande schema's. Schemata worden door Fiske en Taylor gedefinieerd als “cognitieve structuren die kennis vertegenwoordigen over een concept of attributen en de relaties tussen attributen”.69 Entman legt uit dat schema's nieuwe

informatie koppelen aan de bestaande hoeveelheid kennis die mensen hebben en helpt hen te begrijpen en beslissingen te nemen over hoe het nieuwe materiaal past binnen hun eigen inzicht in de wereld.70

Zoals Goffman het stelt: "frames zijn representaties die bedoeld zijn om personen te helpen de zaken die ze in de wereld tegenkomen waar te nemen, te identificeren en te labelen”.71 Tuchman voegt eraan

toe dat frames helpen om "de beschikbare politieke alternatieve opties te verkleinen".72

Het westerse publiek heeft over het algemeen geen persoonlijke ervaring met Nigeriaanse mensenhandel. Daarom vormen de media de publieke opinie over deze humanitaire crisis. Journalisten identificeren zich vaak met de nationale overheid bij het rapporteren over het buitenlandse fenomenen, waarbij zij zich richten op het positieve imago van “ons” tegenover “hun”.73 Galtung en Ruge stellen

dat het buitenlandse nieuws ongebruikelijk moet zijn, de aandacht moet grijpen, vereenvoudigd moet worden en dient aan te sluiten bij de vooroordelen die lezers hebben.74 Nigeriaanse mensenhandel is

(14)

een complex probleem. De westerse media zijn beschuldigd van het feit dat ze de complexe realiteiten van slachtoffer en daders niet accuraat hebben gepresenteerd door simplistische uitbeeldingen, om het fenomeen begrijpelijk te maken voor het westerse publiek. Het is daarom interessant om te onderzoeken hoe de westerse media in Nederland en Engeland het probleem, de slachtoffers en daders representeren en hoe deze passen bij westerse vooroordelen over onschuldig slachtofferschap, kwaadaardig daderschap en de morele superioriteit van het Westen in vergelijking met Afrika.

Framing bestaat uit een aantal theoretische perspectieven en concepten die betrekking hebben op hoe individuen, samenlevingen en groepen die realiteit waarnemen, organiseren en communiceren. Om deze reden gaat mediaframing over de sociale constructie van sociale verschijnselen door onder meer politieke leiders en sociale- of politieke bewegingen. Nieuwsberichten bevatten frames die suggesties aandragen over hoe het publiek een probleem of een gebeurtenis kan interpreteren. Deze frames kunnen een aanzienlijke invloed hebben op de standpunten, houdingen en gedrag van het publiek. Frames hebben het doel om berichten te ordenen of te structureren en ze kunnen beïnvloeden hoe mensen een bepaald gepresenteerd probleem begrijpen en interpreteren. Aangevoerd is dat een effectief frame geen accurate informatie nodig heeft om betekenis te geven aan het verhaal. De effecten van framing kunnen daarentegen uitsluitend gebaseerd zijn op cultuurgerelateerde betekenissen, normen en waarden.

De media weerspiegelen en dragen bij aan de manier waarop het publiek het discours over de Nigeriaanse mensenhandel kan begrijpen. De manier waarop de media argumenten aandraagt, speelt een belangrijke rol in de manier waarop de Nigeriaanse mensenhandel wordt gepresenteerd in het nationale debat en kan daardoor consequenties hebben op hoe mensen dit probleem begrijpen. Vorig onderzoek naar de vertegenwoordiging van mensenhandel verklaart dat de media een stereotype manier gebruikt om slachtoffers en daders uit te beelden.75 Framing kan worden beschouwd als een

nuttig paradigma bij het analyseren van de strategische constructie van verhalen gebruikt bij de weergave van een bepaald probleem, in dit geval de Nigeriaanse mensenhandel.

1.5. Media en werkelijkheid

Stromback, Shehata en Dimitrova stellen dat het nieuws nooit een weerspiegeling van de realiteit is, maar alleen een aanbod van verschillende versies van de realiteit waarbij de media maar een fractie van mogelijke perspectieven promoot.76 Manoff en Schudson wijzen erop dat er altijd interactie is

tussen wat de werkelijke realiteit in de wereld is en hoe het verhaal journalistiek wordt gerapporteerd. Journalistieke rapportering is onvermijdelijk een onderdeel van een dubbele realiteit, los van de wereld waar het verhalen over vertelt en tegelijkertijd ook een bestanddeel van die wereld en daarmee een element van het verhaal.77

Feitelijk werken journalisten, die de belangrijkste mediakunstenaars zijn, vanuit een professioneel interpretatiekader dat invloed heeft op de modus waarin ze informatie verkrijgen, verwerken en verspreiden. Journalisten als verhalenvertellers van de moderne samenleving beslissen de perceptie van mensen tegenover een wereld die buiten hun directe ervaring ligt. Om deze reden vormen ze het grootste deel van de beschikbaar kennis over gebeurtenissen in de werkelijke wereld en spelen ze een grote rol bij het vormen van de realiteit, met inbegrip van verhalen over Nigeriaanse mensenhandel. Maar wat belangrijk is en de moeite waard te onderzoeken, zijn de nieuwsberichten die door de journalisten worden verspreid, omdat het publiek op hetzelfde nieuws vertrouwt alsof het exact hetzelfde verhaal is als de oorspronkelijke realiteit.

Daarom dienen professionele journalisten hun persoonlijke meningen, houdingen en waarden opzij te zetten om de orignele werkelijkheid te representeren en daarmee de gebeurtenissen onvervalst voor te stellen. Dit is in principe de basis voor de methode van objectieve verslaggeving en speelt het een rol in het aanmoedigen van het publiek om de aangeboden representatie te accepteren als de meest

(15)

waarheidsgetrouwe realiteit.

Lim en Seo benadrukken dat de belangrijke invloed van de media en hun rol in het bieden van vensters op de wereld aan de bevolking noemenswaardige redenen zijn waarom uitgebreid onderzoek moet worden verricht naar de inhoud van media, inclusief de impliciete ideologieën en betekenissen van mediateksten.78

1.6. Media representaties en het 'ideale' slachtoffer

In verband met de representaties van slachtoffers van mensenhandel in de media wordt het concept van een slachtoffer van mensenhandel meestal besproken in verband met de constructie van het ‘ideale’ slachtoffer.79 Volgens Christie kan de media door de oprichting van een ‘ideaal’ slachtoffer

een slachtoffer construeren die erin slaagt collectieve actie te bevorderen, die sympathie van het publiek weet te ontvangen. De constructie van ideale slachtoffers van mensenhandel in de media geeft het slachtoffer een onschuldstatus.

Bijvoorbeeld in de filmanalyse van de films Taken (2008) en Trade (2007) werden de vrouwelijke hoofdpersonages afgebeeld als ontvoeringsslachtoffers die vervolgens door onbekenden in de mensenhandel werden gedwongen.80 De twee auteurs hebben ook de onschuld van de

slachtoffers uitgebeeld door te beweren dat ze maagden waren voordat ze gedwongen werden in mensenhandel. Het vertoonde beeld in deze twee films, benadrukt dat slachtoffers volkomen onschuldig moeten zijn. Daarbij zijn de representaties uit deze films minder effectief in verband met de psychologische vorm van misbruik, die andere slachtoffers ondergaan. Veel van de slachtoffers van Nigeriaanse mensenhandel hebben frequent te maken met psychologische dwang, bijvoorbeeld met dreiging van deportatie, geweld tegen hun familie of door te zinspelen op fictieve financiële schulden.81

Ook negeert het ontvoeringverhaal meestal het feit dat slachtoffers van mensenhandel meestal psychologisch verbonden zijn aan hun uitbuiters, specifiek in gevallen waar buitenlandse slachtoffers voor prostitutiewerk migreren, maar eenmaal in het werk worden uitgebuit.82 Meer diverse vormen

van slachtofferschap zijn doorgaans niet in de media vertegenwoordigd, hoofdzakelijk omdat die representatieconstructies crimineel gedrag aan slachtofferschap verbinden. Zodra de crimineel is verbonden met de prostituee kunnen de slachtoffers niet langer worden beschouwd als het ‘ideale’ slachtoffer en zijn ze niet meer sympathiewaardig.

Echter, veel eigenschappen van het ‘ideale’ slachtoffer worden door de media meestal niet als prostitutieslachtoffers gepresenteerd. Slachtoffers werken vaak zelf mee aan begin van hun illegale of legale migratie naar bijvoorbeeld Europa.83 Sommige slachtoffers nemen ook zelfstandig deel aan

prostitutie, drugsgebruik, en weglopen.84 85 Opgemerkt wordt dat het publiek in Europa en Amerika

minder sympathie heeft voor betrokkenen bij sekshandel en prostitutie dan in geval van slachtoffers van mensenhandel die aan de ideale kenmerken voldoen 86.

1.6.1 Kenmerken van slachtoffers

Slachtofferkenmerken zijn gerelateerd aan geslacht en ras en spelen meestal een belangrijke rol bij het opbouwen van het ideale slachtoffer. Vrouwen en kinderen worden frequent voorgesteld als ideale slachtoffers. Vooral in de gedrukte media.87 88 Hoewel mannen en vrouwen beiden kunnen worden

getraumatiseerd, bevatten de tijdschriften en krantenartikelen zelden verhalen mannelijke slachtoffers als de ideale mensenhandelslachtoffers.89

Duidelijk is dat de media sterk afgaat op witte vrouwen en kinderen als slachtoffers. Bijvoorbeeld toen mensenhandel voor het eerst als een probleem werd beschouwd, gebruikten de anti-mensenhandel groeperingen hoofdzakelijk jonge witte vrouwen uit Oost-Europa in de beeldvorming om het ‘ideale’ slachtoffer te omschrijven. Dit frame resoneerde met de culturele mythologieën in de

(16)

samenleving.90 Aangezien dit frame voornamelijk cultureel bekend was, toonden films, media en

televisieprogramma's voortdurend het ontvoeringverhaal van overwegend jonge en onschuldige witte vrouwelijke slachtoffers.91 Om deze reden richt de huidige studie zich op de vertegenwoordiging van

vrouwelijke slachtoffers die uit één van de minderheidsgroepen komen, specifiek uit de Nigeriaanse mensenhandel en beoogt op deze manier de bestaande kloof te sluiten.

In The Purity Myth book worden de termen onschuldig en puur gewoonlijk gebruikt om witte vrouwen te beschrijven, waardoor witte vrouwen worden gerepresenteerd als enige slachtoffers die bescherming of sympathie waard zijn.92 Aan de andere kant schetst het boek minderheden als schuldig,

alleen vanwege hun illegale minderheidsstatus.93 In de werkelijkheid worden zwarte vrouwen in

verhalen ook aangetroffen als slachtoffers en in het algemeen kunnen vrouwen ook daders zijn in de mensenhandel. Dit is het uitgangspunt dat in deze scriptie wordt aangenomen. Vrouwen kunnen zelf vrouwenhandelaar zijn, een belangrijke rol spelen bij de werving van potentiële prostituees en het regelen van de migratie.94 De stereotype representaties over witte vrouwen zijn onjuist, omdat de

meeste slachtoffers van mensenhandel niet uitsluitend en niet in de meerderheid een witte oorsprong hebben. Mensenhandel lijkt meer op het misbruik van een kwetsbare minderheidsbevolkingsgroep, waaronder immigranten. Het enige verschil is dat deze groep niet als volwaardig erkende slachtoffers in de media wordt gerepresenteerd.95

1.6.2 Kenmerken van mensenhandelaren

Mensenhandelaren worden meestal gerepresenteerd als mannen die banden hebben met georganiseerde misdaad. In verhalen over ontvoerde slachtoffers wordt de dader regelmatig gerepresenteerd als een onbekende. Daarbij worden daders vaak als extreem kwaadaardig gerepresenteerd. Klanten worden anderzijds meestal in een immoreel frame geplaatst, als seksuele roofdieren of als op seks beluste mannen.96 97 98 Door klanten en daders te framen als criminelen,

worden ze als volksduivels gerepresenteerd. 99 In deze context worden voornamelijk volksduivels als

frames gebruikt om de schuld op mensen te plaatsen, in plaats van maatschappelijke structuren van armoede, de status van vrouwen en ook van rassen.

In werkelijkheid wordt een groot aantal slachtoffers misbruikt door de familie, vrienden en kennissen. Nigeriaanse vrouwen zijn dikwijls zelf ook daders van vrouwenhandel. Dit frame zien we weinig in de media vertegenwoordigd. In wezen hebben huidige of voormalige prostituees een goede kennis over de werkelijkheid van mensenhandel. Dat vergemakkelijkt de oprichting van controle en de werving van nieuwe prostituees.100 Bovendien kunnen het delen van dezelfde etnische, nationaliteit en

religieuze achtergrond ook de banden tussen daders en slachtoffers versterken, waardoor er sneller een vertrouwensband kan ontstaan. 101

1.7 Dehumaniserende mediarepresentaties

Er is veel onderzoeken uitgevoerd naar hoe de media het onderwerp misdaad representeert. Aangetoond werd dat dramatische criminele verhalen meestal bestaan uit de volgende ingrediënten: een kwaadwillende dader, een onschuldig slachtoffer en een gewelddadige misdaad.102 Het doel van

deze scriptie is om te analysen of dit ook het geval is in verhalen over Nigeriaanse mensenhandel. Intersectionele analyses over misdaadverhalen in de media onthullen hoe media verschillende discoursen gebruikt om 'ideale' en onwaardige slachtoffers te construeren. Deze constructies hangen samen met discoursen over ras, klasse en zijn in overeenstemming met normen over sekse. Het 'ideale' slachtoffer van de media past het beste bij heersende opvattingen in de maatschappij en geniet privileges tegenover minderheidsgroepen. Dit betekent dat het slachtoffer blank is, economisch succesvol, heteroseksueel en vrouwelijk. Daarentegen worden ‘ideale’ daders met een bevoorrechte positie in nieuwsverhalen vaak gerechtvaardigd tegenover daders van minderheidsgroepen die worden

(17)

belasterd.103

Kelman stelt dat in misdaadverhalen de daders en slachtoffers allebei gedehumaniseerd worden. Om de processen van dehumanisatie te begrijpen is het nodig om te begrijpen wat het betekent om een persoon met een andere culturele achtergrond als volwaardig mens waar te nemen. Om een ander als mens te beschouwen, moeten hem identiteit en gemeenschap worden toegekend. Daarbij kan men hem waarnemen als een individu, onafhankelijk en te onderscheiden van anderen. Deze persoon heeft daarbij het recht om zijn eigen leven te leven op basis van zijn eigen doelen en waarden. Een persoon in een gemeenschap respecteren, betekent hem waarnemen als onderdeel van een onderling verbonden netwerk van individuen die voor elkaar zorgen, die elkaars individualiteit erkennen en die elkaars rechten respecteren.

Dehumanisatie wordt mogelijk doordat bepaalde groepen mensen van hun identiteit en gemeenschap worden beroofd. Het is moeilijker om compassie te hebben voor mensen die identiteit missen en die zijn uitgesloten van de gemeenschap. Dehumanisatie van de dader is een veelvoorkomend verschijnsel. Mensen kunnen een dader vrezen en haten. In relatie tot het omschreven onderscheid tussen identiteit en gemeenschap wordt geconcludeerd dat de dader zowel zijn gevoel voor persoonlijke identiteit als zijn gemeenschapsgevoel verliest.104 Uit onderzoek naar representaties

in de media over misdaad blijkt vooral gericht op de representaties van daders. Het is even belangrijk om de representaties van slachtoffers te onderzoeken. Het geven van onjuiste informatie over beide groepen mensen kan bij het publiek de denkwijze en beeldvorming vervormen. Bovendien kan een onnauwkeurige weergave van daders leiden tot angst voor bepaalde sociale en etnische groepen. Op dezelfde manier kan de onjuiste representatie van slachtoffers angst vergroten en mythen over slachtofferschap creëren of versterken.105

1.8 Reflectie

Crenshaw stelt dat media, muziek en literatuur vrouwen van het niet-witte ras kunnen vertegenwoordigen op een manier die schadelijk is voor hen. 106 Haar theorie over intersectioneel

feminisme geeft aan dat mensen zich kunnen identificeren met meer dan één identiteitsstructuur. Dit wordt duidelijker bij de analyse van de representaties van slachtoffer en daders van Nigeriaanse mensenhandel die de media construeert door de eerder besproken professionele framing technieken. Eerder onderzoek toonde aan dat sommige mediaconstructies zorgen voor de representatie van ‘ideale’ slachtoffers en daders. Hierdoor worden slachtoffers en daders die niet aan de ‘ideale’ kenmerken voldoen op andere manieren gerepresenteerd. Daarom wordt in deze scriptie onderzocht of de ‘ideale’ slachtoffer- en daderconstructies ook terugkomen in mediaverhalen over Nigeriaanse mensenhandel.

Nauwkeurige representaties zouden de complexiteit van intersectionele machtsverhoudingen in verband met Nigeriaanse mensenhandel moeten weergeven. Daarom is het belangrijk te onderzoeken op welke manier intersectionele machtsverhoudingen in de dataset voor deze scriptie voorkomen. Accurate representaties kunnen tot stand komen door frameconstructies. Daarom worden de frames die voorkomen in de geselecteerde media voor deze scriptie geanalyseerd. Eerder onderzoek naar framing geeft aan dat de representaties die over mensenhandel worden gepromoot in de media een idee vormen over wat mensenhandel inhoudt en over de slachtoffers en daders hiervan. Uit de geraadpleegde literatuur blijkt dat de meeste mediaframing veelal niet op basis van de werkelijkheid worden gecreëerd, maar eerder op ideeën die aansluiten op bekende overtuigingen bij het publiek. Een voorbeeld hiervan is het idee dat witte vrouwen slachtoffers zijn en dat criminaliteit voorkomt bij afwijkende personen. Dit soort onjuiste representaties maken het voor het publiek, de politiek en politiemedewerkers moeilijk om Nigeriaanse mensenhandel goed te begrijpen en aan te pakken.

(18)

Hoofdstuk 2

Context van Nigeriaanse mensenhandel

Dit hoofdstuk behandelt culturele, sociaal-politieke en economische factoren en context in relatie tot de analyses over slachtoffers en daders in mediaverhalen over Nigeriaanse mensenhandel. Eerst volgt een overzicht van mythes over mensenhandel. Dan komen de structurele ongelijkheidfactoren, oorzaken en gevolgen van mensenhandel aan de orde, waarbij het belang van voodoo voor Nigeriaanse mensenhandel en de misrepresentatie hiervan wordt besproken. Daarna worden de verschillende mediasystemen van Nederland en Engeland toegelicht. Tenslotte worden de verschillen in krantenvormen, die van belang zijn voor de analyses in deze scriptie, nader uitgelegd.

2.1. Mythen over mensenhandel

Er zijn verschillende mythen over mensenhandel. In deze scripte wordt de volgende definitie van mythe aanghehouden. Een mythe is een wijdverbreid maar onjuist geloof of idee.107 Er bestaat

bijvoorbeeld een mythe die stelt dat mensenhandel alleen vrouwen en kinderen treft. In werkelijkheid komt het ook voor dat mannen worden uitgebuit.108 Een andere mythe is dat mensenhandel een

grensoverschrijdend fenomeen is. Interne mensenhandel is vooral in Afrika een veel voorkomend fenomeen.109 Zo komt interne mensenhandel ook voor in India, waar 89% van de bordeelsmokkel

intern plaatsvindt. Binnenlandse interne mensenhandel komt ook voor in westerse landen zoals Nederland.110

Dat de instanties die zich bezighouden met mensenhandel zeer georganiseerd zijn, is ook een mythe.111 Er zijn echter weinig aanwijzingen dat deze organisaties voornamelijk bestaan uit

georganiseerde misdaadnetwerken. In de werkelijkheid zijn mensenhandelnetwerken losjes georganiseerd, zoals ondernemersnetwerken die samenwerken om hun winst te vergroten, door de interactie tussen partners die verschillende diensten aanbieden. Er zijn drie niveaus en soorten mensenhandelaren, individuen en kleine groepen van georganiseerde misdadigers en meer gestructureerde criminele ondernemingen.

Als laatste bestaat de mythe dat mensenhandelaren overwegend mannen zijn die vrouwelijke slachtoffers met valse beloften lokken tot arbeid.112 In werkelijkheid kunnen vrouwen ook

mensenhandelaren zijn, vooral in Nigeriaanse mensenhandel in de rol van madam.

2.2. Intersectionele framing van mensenhandel

Nigeriaanse vrouwen die naar Europa worden verhandeld, worden beschouwd als slachtoffers van mensenhandel, omdat structurele ongelijkheidfactoren zoals slechte en ongelijke arbeidsmogelijkheden, armoede en werkloosheid mensen motiveren om te emigreren in de hoop naar een beter leven. De linker afbeelding113 laat zien dat Nigeria één van de armste

Afrikaanse landen is in tegenstelling tot de rijkere westerse landen zoals Nederland en Engeland. Bestaand onderzoek over framing in de media toont aan dat zes kwaliteitskranten in de Verenigde Staten, Engeland en Canada tussen 2000 en 2005 mensenhandel slechts op een beperkte manier representeerden. De berichtgeving was vooral gericht op mensenhandel en suggereerde dat criminaliteit de voornaamste oorzaak is voor

(19)

mensenhandel. Volgens de media is de belangrijkste manier om mensenhandel te bestrijden om voort te bouwen op het huidige beleid. Hierbij werden alternatieve standpunten en kritiek op het overheidsbeleid gemarginaliseerd.114 In een ander perspectief op mensenhandel ligt de focus op de

schending van mensenrechten.115 Er spelen meer factoren een rol bij het probleem van Nigeriaanse

mensenhandel. Interessant om te ontdekken is de vraag of de media in de dataset voor deze scriptie overwegend één of meerdere aspecten belichten in hun representaties.

2.3 Voodoo en Nigeriaanse mensenhandel

Het hanteren van religieuze voodoorituelen om slachtoffers te binden aan hun mensenhandelaren is gebruikelijk in de context van de Nigeriaanse mensenhandel.116 Als slachtoffers het contract

verbreken, wordt hen door voodoopriesters wijsgemaakt dat er voodoovloeken de kracht hebben om de slachtoffers en hun familieleden te treffen. De slachtoffers geloven in de voodoogebruiken en zijn bang voor de consequenties die het kan hebben. Daarom is het gebruik van voodoo een succesvol middel is om de slachtoffers van Nigeriaanse mensenhandel zonder al te veel moeite te beheersen en manipuleren.117

Nigeriaanse mensenhandelaren maken op die manier misbruik van traditionele Afrikaanse culturele en religieuze overtuigingen en voodoo gebruiken. In de literatuur wordt voodoo als religie omschreven.118 In deze context blijkt voodoo een effectief mechanisme om slachtoffers psychologisch

te manipuleren om vervolgens in Europa, in het bijzonder Italië in gedwongen prostitutie terecht te komen. In 2016 werden meer dan 11.000 Nigeriaanse vrouwen in Sicilië verhandeld. Voordat ze vertrekken, hebben ze angstaanjagende en gecompliceerde traditionele voodooceremonies ondergaan, gekenmerkt als rituelen waarbij de vrouwen door hun kleding, haar en bloed af te staan worden gebonden aan de macht van de handelaar en aan eventuele fictieve financiële schulden die ze krijgen aangepraat.

Nigeriaanse criminele bendes in Sicilië staan in contact met traditionele voodoopriesters die deze ceremonies uitvoeren en de mensenhandelaars van informatie en middelen voorzien die nodig zijn om de slachtoffers te beheersen.119 Het is duidelijk dat de Nigeriaanse vrouwenhandel een giftige

mix is van valse beloftes op legitiem werk en traditionele voodooceremonies die gebruikt worden bij de werving van slachtoffers en het uitoefenen van psychologische macht over hen. Zoals Kelly en Tondo formuleren, komt de controle en macht over slachtoffers voort uit het geloof dat er iets beangstigends gebeurt als ze de vloek verbreken, financiële schulden niet nakomen en vervolgens worden ze gedwongen tot prostitutie.

De afwijzende houding over voodoo heeft een geschiedenis van misrepresentatie in de Amerikaanse journalistiek en de populaire cultuur. Volgens Diane Winston, is voodoo voor Amerikanen een onbekend exotisch fenomeen dat vreemde culturele en religieuze gebruiken heeft. Bovendien kan de perceptie op voodoo een kwestie van achterliggend racisme zijn, omdat het gebruik oorspronkelijk Afrikaans en Caraïbisch is, of omdat voodoo verschilt van het christendom, waardoor een beeld ontstaat van “ons” tegenover “hun”.120

2.4Verschillende rollen van westerse media

Uit de inleiding is duidelijk geworden dat het in deze scriptie bij westerse media om massamedia gaat. De traditionele rol van massamedia is het informeren, onderwijzen, vermaken en overtuigen.121 De

volgende mediafuncties zijn het meest relevant voor deze scriptie: informeren, onderwijzen, vermaken en het creëren van politiek bewustzijn. Deze functies zullen hieronder kort toegelicht worden. 122

Massamedia beschikken over informatie die mensen in het dagelijks leven gebruiken. Volgens de literatuur heeft een professionele nieuwsvoorziening, objectieve en volledige informatie nodig.

(20)

De entertainment functie van de media dient onder andere om ontspanning en balans te brengen ten opzichte van de meer serieuze nieuwsonderwerpen, waarbij mensen zich zorgen kunnen maken. Tenslotte kan de media ook functioneren om politiek bewustzijn te creëren. Dit kan ontstaan doordat journalisten in hun berichtgeving bijvoorbeeld het onderwerp mensenhandel kritisch en accuraat aan de orde stellen. De massamedia kunnen bij deze functie een sleutelrol innemen bij het bepalen van de politieke agenda en beleidsvorming door bepaalde kwesties te benadrukken en de anderen te vermijden.123 Volgens Hague worden kranten tegenwoordig veel gebruikt om informatie,

feiten en overtuigingen te manipuleren.124 Andere onderzoekers stellen dat massamedia de neiging

heeft om morele paniek te versterken door zich selectief te focussen op specifieke incidenten en selectieve aspecten van gebeurtenissen.125

Nederland en Engeland hebben beide publieke omroepen, daarnaast kenmerkt het medialandschap van beide landen zich ook door meer sensationele berichtgeving van commerciële omroepen. Vergelijkende onderzoeken suggereren dat de kwaliteit van de nieuwsmedia een grote invloed heeft op hoe goed burgers geïnformeerd zijn over politieke onderwerpen.126 Engeland

kenmerkt zich door een paternalistisch mediasysteem. Het paternalisme wordt omschreven als een systeem waarin de overheid bepaalt welke informatie belangrijk is voor haar burgers.127 Dit komt in

het Engelse mediasysteem terug in de rol van de publieke omroep, wat duidelijk wordt in de volgende citaten: “The BBC is the origin and cornerstone of public service broadcasting in the UK. It is a key part of our culture and our public realm and it plays an important role in making our democracy function.” The mission: “to enrich people's lives with programmes and services that inform, educate and entertain” and to be “independent, impartial and honest.” 128

Terwijl de publieke televisie een reputatie heeft voor het maken van een reeks aan serieuze actualiteitenrubrieken en het uitzenden van dagelijkse nieuwsprogramma’s waarin politiek nieuws vaak voorkomt, biedt de commerciële televisie aanzienlijk meer entertainment programmering tijdens prime time. Globaal gezien verschaft de commerciële televisie weinig politieke berichtgeving in het nieuws, in vergelijking met het nieuws op de publieke televisie. Niettemin is er sprake van variatie tussen de commerciële zenders in de hoeveelheid aandacht die ze besteden aan de politiek in hun dagelijkse nieuwsprogramma’s. Doordat de balans van de berichtgeving gewoonlijk meer informatief is op de publieke televisie en meer entertainment georiënteerd op de commerciële televisie-sensatie.129

Het Nederlandse medialandschap heeft een andere geschiedenis. De achtergrond van de publieke omroep in Nederland stamt uit de jaren 1920. Van de Nederlandse samenleving werd gezegd dat ze 'verzuild' was. Deze verzuiling kwam terug in het mediasysteem, waar verschillende radio-omroepen de verschillende ideologische of sociaal-economische groepen vertegenwoordigden.130

Daarnaast kent Nederland tegenwoordig ook commerciële omroepen.

Westerse mediaverhalen worden als invloedrijk beschouwd vanwege de politieke en economische macht van de landen waarin ze worden geproduceerd, de grote doelgroepen en door de westerse dominantie van nieuwsrapportage en distributie. De meeste westerlingen leren eerder via de massamedia over bepaalde wereldgebeurtenissen dan op andere manieren.131 McCombs merkt op dat

de media feiten en meningen aanbiedt die perspectieven promoten over hoe de onderwerpen die worden besproken in de media begrepen kunnen worden.132 De massamedia kan bij de berichtgeving

aan een groot publiek gebruik maken van bepaalde frames waardoor de aandacht op bepaalde aspecten van een verhaal komt te liggen. Hierdoor wordt een bepaalde versie van de werkelijkheid geconstrueerd.

Zoals in het theoretisch hoofdstuk duidelijk werd, is framing in de media een proces waarbij de focus op bepaalde aspecten van de realiteit wordt gelegd. Op die manier kan de media ook de percepties van het publiek ten opzichte van Nigeriaanse slachtoffers en daders in verhalen over Nigeriaanse mensenhandel sturen en beïnvloeden. Dit kan het bijkomende gevolg hebben dat door het toepassen van frames in de berichtgeving angst bij een onderwerp zoals mensenhandel wordt

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De stippellijnen geven aan dat de betrokken getallen niet per se betrekking hoeven te hebben op slachtoffers die in 2006 zijn gesignaleerd of bij de Stichting Tegen

The key figures are collected by analysing data from existing registration systems from the Police, the Prosecution Service (OM), the Immigration and Naturalisation Service (IND),

In tegenstelling tot België bestaat er geen recht op voortgezet verblijf voor slachtoffers wier mensenhandelaar is vervolgd op basis van hun medewerking aan de procedure (maar wel

NIET VRIJWILLIGE TERUGKEER Als de politie niet verder gaat met het onderzoek en je hebt via je advocaat geen beklag ingediend of geen andere verblijfsvergunning aangevraagd, dan

Terre des Hommes stelt bijvoorbeeld dat door de coronacrisis meer kinderen in Nederland risico lopen om slachtoffer te worden van seksuele uitbuiting, omdat zij zich veel vaker

Zonder al te zeer op de zaken vooruit te lopen, schrijft het normatieve rechtsbelangenconcept niet alleen voor dat met strafbaarstelling van gedrag een rechtsbelang moet

Door de gemeente wordt dit signaal van mensenhandel ingebracht bij de ketenregisseur, deze vraagt bij Politie en zorg of zij aanvullende informatie hebben op de aangeleverde

Wij wijzen u erop dat een aanvraag alleen in behandeling wordt genomen als alle relevante verklaringen zijn aangekruist, de gevraagde bijlagen zijn toegevoegd en het formulier