Vraag nr. 81
van 17 oktober 1996
van de heer ETIENNE VAN VAERENBERGH Herziening gewestplan Halle-Vi l v o o rde-Asse – BPA Hoog Jezus-Eik
Het BPA nr. 44 – Hoog Jezus-Eik (bijzonder plan van aanleg), goedgekeurd bij ministerieel besluit van 14 april 1989, geeft dit gebied de bestemming n a t u u r g e b i e d . Heel wat inwoners van Overijse en Jezus-Eik vinden dat deze bestemming moet behouden blijven.
Het gebied omsluit drie straten (Wi t h e r e n d r e e f, R o z e n l a a n , Leeuwerikenlaan) en is in wezen een verlengstuk van het Zoniënwoud, met inheemse boomsoorten (loofhoutbos) aansluitend op dit Zoniënwoud.
De gedeeltelijke herziening van het gewestplan H a l l e - Vilvoorde-Asse botst met het algemeen b e l a n g, is in strijd met het provinciaal structuurplan Vlaams-Brabant (wet van 29 maart 1962), is tegen de logica van de ruimtelijke ordening, strookt niet met het gemeentelijk ontwikkelingsplan en is in strijd met het Ruimtelijk Structuurplan V l a a n d e-r e n , omdat Jezus-Eik tot een "woongemeente" behoort en niet tot een stedelijke gemeente.
1. Wat is de beleidsreactie van de minister ter-zake ?
2. Bestaat het gevaar niet dat, door van dit natuur-gebied een woonpark (residentieel) te maken, zoals in het verleden heel wat kapitaalkrachtige Franstaligen en EU-ambtenaren zich in deze streek komen vestigen ?
3. De Vlaamse regering heeft een actieplan voor de Vlaamse rand rond Brussel goedgekeurd. Is de goedkeuring van dit BPA niet strijdig met de beleidsintenties van de Vlaamse regering in de rand rond Brussel ?
Antwoord
Bij de vaststelling van het ontwerpgewestplan tot wijziging van het gewestplan Halle-Vi l v o o r d e - A s s e voor het gebied Wi t h e r e n d r e e f, heeft de V l a a m s e regering de opportuniteit van de voorgestelde wij-ziging getoetst aan haar beleid ten aanzien van de Vlaamse rand rond Brussel en het groene-gordel-beleid.
Thans is de periode van openbaar onderzoek reeds voorbij en loopt de periode van advisering door gemeenten en bestendige deputatie. Na een advies hierover door de regionale commissie van advies, zal het dossier mij opnieuw worden voorgelegd. Pas aan de hand van het volledige dossier zal de Vlaamse regering dan een definitieve beslissing n e m e n . Hierbij dienen alle adviezen te worden aanvaard, of gemotiveerd te worden weerlegd.