• No results found

Vraag nr. 81 van 15 januari 1996 van de heer ETIENNE VAN VAERENBERGH

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 81 van 15 januari 1996 van de heer ETIENNE VAN VAERENBERGH"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 81 van 15 januari 1996

van de heer ETIENNE VAN VAERENBERGH Verkeersdrukte – Plannen en voorstellen

Op 6 december 1995 heeft de minister in Leuven ervoor gepleit om een tol in te voeren voor de schakels van het hoofdwegennet die door de verkeersgroei het meest worden bedreigd. Op die manier wil de minister de automobilisten stimuleren om naar een andere ver-voerswijze over te schakelen. De huidige groei van de verkeersdrukte is nefast voor de leefbaarheid en toe-gankelijkheid van steden en economische centra in Vlaanderen.

Tegelijk hield de minister een pleidooi om te investe-ren in de uitbouw van de alternatieven voor het weg-verkeer. Hij stelde dat het afremmen van de groei van het autoverkeer en het realiseren van een verschuiving in de richting van langzaam verkeer, binnenvaart, spoor en openbaar vervoer, een noodzaak is.

1. Heeft de minister reeds concrete plannen uitge-werkt met betrekking tot het invoeren van een wegentol ? Zo ja, graag een gedetailleerd overzicht. 2. De minister hield een pleidooi om te investeren in

de uitbouw van de alternatieven voor het wegver-keer. Wat zijn zijn concrete voorstellen ter zake ? Antwoord

De kern van het mobiliteitsbeleid bestaat uit het opti-maliseren van de bestaande verkeersinfrastructuur én het bevorderen van verkeersmodi andere dan de weg, zodat er een efficiënt personenverkeer en goederenver-voer kan plaatsvinden. Doelstellingen van dit beleid zijn een vermindering van de verkeersoverlast (conges-tie), vergroten van de verkeersveiligheid, verhogen van de omgevingsleefbaarheid en het creëren van een milieuvriendelijk en energiezuinig transportsysteem. Een belangrijk onderdeel van het pakket maatregelen bestaat uit het invoeren van een congestieregulerende tol (CRT), dit is een vorm van "road pricing", die zich in eerste instantie richt op het internationaal vrachtver-keer en het woonwerkvervrachtver-keer in de meest door conges-tie gehinderde gebieden. Reeds jaren zijn economen het erover eens dat "road pricing" of rekeningrijden het meest doeltreffende instrument is om files en ver-keersopstoppingen te voorkomen. De kilometerprijs wordt dan zo berekend dat de maatschappelijke kosten niet opwegen tegen de baten : het verdwijnen van opstoppingen en files.

Vorig jaar werden nog een aantal technische proefpro-jecten uitgevoerd in Duitsland, waarvan de resultaten thans bekend zijn : technisch blijken er nog te veel hia-ten te zijn. Op Europees vlak ligt het in de bedoeling in 1998 duidelijkheid te hebben omtrent de invoering van road pricing ; dan zou een stelsel van normen en afspra-ken afgerond moeten zijn. Nederland heeft onlangs een concrete tijdsplanning uitgewerkt voor de invoering van road pricing. Indien de technische problemen kun-nen weggewerkt worden, is de invoering gepland tegen het einde van deze eeuw (1999). Groot-Brittannië zou

eveneens rond de eeuwwisseling met de eerste projec-ten van start gaan.

1. De concrete plannen met betrekking tot het invoe-ren van een wegentol in Vlaandeinvoe-ren

Momenteel zijn er geen plannen om in Vlaanderen op korte termijn (binnen de regeerperiode) over te gaan tot de invoering van een wegentol. Wel wor-den de nodige voorbereidingen getroffen die het mogelijk maken om rond de eeuwwisseling over te gaan tot de invoering van rekeningrijden, geïnte-greerd in een globaal verkeersbeheerssysteem. Het nog deels te ontwikkelen systeem dat hierbij gehan-teerd dient te worden, zal geïntegreerd moeten wor-den in een Europese benaderingswijze.

Met betrekking tot rekeningrijden participeert Vlaanderen in een drietal Europese onderzoekspro-jecten, waarin verschillende resterende problemen voor invoering van een volledig geautomatiseerd elektronisch rekeningrijden worden uitgediept, met als doel tegen 2000 gestandaardiseerde operationale systemen te realiseren (CARDME, MOVE-IT en TRENEN-STRAN).

Binnen het departement Leefmilieu en Infrastruc-tuur werd een werkgroep opgericht die alle te onderzoeken aspecten in verband met de voorberei-ding van invoering van rekeningrijden, gestructu-reerd binnen een haalbaar tijdschema (invoering rond 2000), moet bepalen. Doel van de studieop-dracht is een zo breed mogelijk haalbaarheidson-derzoek voor de invoering van rekeningrijden. Eindresultaat van deze opdracht is een gedetail-leerd draaiboek voor projectrealisatie met een omstandige omschrijving en timing van de te reali-seren deeltaken. Ook moet inzicht worden geleverd in de noodzakelijke middelen en in de organisatie-structuur. Verder moet worden aangegeven wat de te verwachten gevolgen zullen zijn op het vlak van de gewijzigde verkeerssituatie en wat de financiële gevolgen zullen zijn van de invoering van rekening-rijden.

Met het federale niveau moet parallel met de studie de discussie worden gevoerd over wie de ontvang-sten toekomen : het Vlaams Gewest beschouwt road pricing als een gebruiksrecht dat integraal toe-komt aan de eigenaar en beheerder van de infra-structuur, in casu het Vlaams Gewest.

2. De uitbouw van alternatieven voor het wegverkeer Het invoeren van congestieregulerende tol is slechts mogelijk als aan een aantal voorafgaande voorwaar-den, onder meer de uitbouw van alternatieven voor het wegverkeer, wordt voldaan.

Momenteel wordt de laatste hand gelegd aan de mobiliteitsconvenant. Deze overeenkomsten, die met gemeenten worden afgesloten, voorzien onder meer in een luik met als doel de alternatieven voor het autoverkeer te ondersteunen. Budgettair werd hiervoor reeds voor 1996 360 miljoen frank vrijge-maakt.

Verder wordt het actieplan Bedrijfsvervoersplannen verder ontwikkeld. Dit actieplan heeft als

(2)

doelstel-ling alternatieven uit te werken voor het autosolis-me in het woon-werkverkeer.

Met behulp van 50 % Europese subsidie werd voor het goederenverkeer de haalbaarheidstudie voor de aanleg van de IJzeren Rijn gestart op 15 januari 1996.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Maar heel wat gemeentebesturen lappen dit verbod aan hun laars, met als gevolg dat de privé-automarkten gewoon doorgaan1. Dat betekent dus dat de automarkten die meestal wor-

Calewaert, is de Vlaamse minister van Onderwijs bevoegd voor het administratief beheer en de minister van Onderwijs van de Franse Gemeenschap voor de pedagogische aangelegenheden,

Voor het aanwerven van contractuele personeelsle- den kan worden teruggevallen op de organieke regeling voor het in dienst nemen van contractueel personeel (artikel XIV 2 van

De provincie Vlaams-Brabant heeft in haar Versterkt Actieprogramma Rand van 20 september 1995 gesteld dat zij een budget van anderhalf miljoen heeft uitge- trokken om

De werken voor de tweede fase van de N208, vak Lie- dekerke (Stationsstraat) – Affligem (autosnelwegen- complex Al0/N208), zijn reeds volop aan de gang?. Welke ongemakken mogen de

De erkende labo's die voor Vlaams-Brabantse bedrijven debietmetingen hebben uitgevoerd en analyses hebben gedaan op afvalwater, met opgave van het aantal campagnes en

Rekening houdende met het feit dat onderwijs, jeugd en jeugdwerk, welzijn en gezin, sport en vrijetijdsbeste- ding zeer bruikbare integratiekanalen vormen, pleit de bestendige

Het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk klaagt over voortdurend nieuwe opdrachten (opvang van slacht- offers van de mensenhandel, opvang van drugsverslaaf- den ... ) zonder dat