Metslawier, Master fan Loanstrjitte 9
(Gemeente Dongeradeel, Fr.)
Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek Steekproefrapport 2013-07/07Z
Metslawier, Master fan Loanstrjitte 9 (Gemeente Dongeradeel, Fr.)
Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek Een onderzoek in opdracht van de heer J. Sloot Steekproefrapport 2013-07/07Z definitieve versie ISSN 1871-269X
auteur: drs. J.M.G. Bongers (fysisch geograaf) autorisatie: dr. J. Jelsma (senior archeoloog)
De Steekproef bv werkt volgens de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie 3.2
Foto’s en tekeningen zijn gemaakt door de Steekproef bv, tenzij anders vermeld.
© De Steekproef bv, Zuidhorn, 16 augustus 2013 Niets uit deze uitgave mag worden
vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt zonder bronvermelding.
De Steekproef bv aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade
voortvloeiend uit de toepassing van de adviezen of het gebruik van de resultaten van dit onderzoek.
De Steekproef bv
Archeologisch Onderzoeks- en Adviesbureau
Inhoud
Samenvatting
1. Inleiding...1
1.1 Aanleiding en doel (KNA 3.2 LS01)...1
1.2 Locatiebeschrijving (KNA 3.2 LS02)...2
2. Bureauonderzoek...4
2.1 Bronnen...4
2.2 Fysische geografie (KNA 3.2 LS04)...4
2.3 Archeologie (KNA 3.2 LS04)...6
2.4 Historische geografie (KNA 3.2 LS03)...7
2.5 Archeologisch verwachtingsmodel (KNA 3.2 LS05)...8
3. Veldonderzoek...10
3.1 Aanpak veldonderzoek (KNA 3.2 VS01)...10
3.2 Resultaten veldonderzoek (KNA 3.2 VS02, VS03)...11
4. Conclusies en advies...14 Gebruikte bronnen
Appendix: - Archeologische periodes - Acheologische kaart - Boorstaten
- Laagbeschrijvingen boringen volgens Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode
Samenvatting
In verband met de geplande nieuwbouw van een garage/schuur is een inventariserend archeologisch veldonderzoek uitgevoerd aan de Master fan Loanstrjitte 9 te
Metslawier, gemeente Dongeradeel, provincie Fryslân. Het onderzoeksgebied staat op de archeologische monumentenkaart weergegeven binnen de dorpsterp van
Metslawier. Voor de plannen is graafwerk nodig dat een bedreiging vormt voor deze terp. Het doel van het onderzoek is om vast te stellen wat de staat van de terp is ter plaatse van het plangebied.
Het onderzoek bestaat uit een bureauonderzoek en een verkennend
veldonderzoek. Bij het bureauonderzoek zijn bronnen geraadpleegd op het gebied van fysische geografie, archeologie en historische geografie. Bij het veldonderzoek zijn zes boringen geplaatst om de opbouw en gaafheid van de bodem te bepalen en om te zoeken naar archeologische indicatoren.
Uit het bureauonderzoek blijkt dat Metslawier op een kwelderwal ligt. Het onderzoeksgebied ligt in het zuidwestelijke deel van de dorpsterp van Metslawier.
Mogelijk is de vroegste datering van de terp late ijzertijd, maar er zijn geen vondsten of onderzoeken bekend die dit bevestigen. Uit het veldonderzoek blijkt dat ter plaatse van het onderzoeksgebied een goed bewaarde terplaag ligt met vastgestelde diktes tussen 30 en 85 centimeter. Uit de terplaag zijn tien scherven middeleeuws
kogelpotaardewerk opgeboord en twee scherven roodbakkend geglazuurd aardewerk van jongere datum. Het onderzoeksgebied lijkt dus te liggen op een middeleeuwse uitbreiding van de terp. In en onder de terplaag kunnen bewoningsafval en sporen aanwezig zijn die informatie bevatten over het leven op de terp tijdens de
middeleeuwen en mogelijk ook ervoor of erna. Het advies luidt om geen bodemingrepen te ondernemen die dieper reiken dan 30 centimeter, zodat de terplaag niet wordt aangetast.
1. Inleiding
1.1 Aanleiding en doel (KNA 3.2 LS01)
In opdracht van de heer J. Sloot is een inventariserend archeologisch veldonderzoek uitgevoerd aan de Master fan Loanstrjitte 9 te Metslawier (Fries: 'Mitselwier', gemeente Dongeradeel, provincie Fryslân (zie Figuur 1). De aanleiding voor het onderzoek is de geplande bouw van een schuur/garage. Hiervoor zullen circa twintig palen tot een meter in de grond worden gegraven. Het plangebied maakt volgens de
archeologische monumentenkaart deel uit van de dorpsterp van Metslawier. Het graafwerk voor de schuur/garage vormt een bedreiging voor de terp. Het doel van het onderzoek is om vast te stellen wat de staat van de terp op het terrein is en in welke mate de plannen de terp zullen aantasten.
Figuur 1: Metslawier op een uitsnede van de topografische kaart 1:25.000. Het plangebied aan de Master fan Loanstrjitte 9 is het rode vlak binnen de cirkel.
Het onderzoek bestaat uit een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek.
Bij het bureauonderzoek is een archeologisch verwachtingsmodel van het gebied gemaakt aan de hand van beschikbare fysisch-geografische, archeologische en historisch-geografische informatie. Tijdens het veldonderzoek is dit verwachtingsmodel getoetst. Daartoe is van de bodem bepaald wat de opbouw en gaafheid zijn
(verkennende fase) en is gezocht naar archeologische indicatoren (karterende fase).
1.2 Locatiebeschrijving (KNA 3.2 LS02)
De Master fan Loanstrjitte 9 ligt in de bebouwde kom van Metslawier op ruim vijftig meter ten zuidwesten van de Nederlands-hervormde kerk (zie Figuur 1). Het kadastrale perceel heeft een oppervlakte van circa 1650 m². Vooraan bij de weg staat een woning. Achter de woning staan twee schuren: op tien meter achter de woning staat een bruine schuur van circa zeven bij vier meter. Direct erachter ligt een grotere open kapschuur van veertien bij zeven meter (zie Figuur 2). Dit is de schuur die vervangen zal worden door nieuwbouw. Volgens de vorige eigenaar, de heer Meindersma, is de schuur circa vijftig jaar geleden gebouwd voor de opslag van kolen. Destijds was op dit adres een kolenhandel gevestigd.
Van het perceel is 500 m² onderzocht rondom de kapschuur (zie Figuur 7). Dit deel van het perceel zal in het rapport worden aangeduid als 'onderzoeksgebied'.
Volgens informatie van het Kabels en Leidingen InformatieCentrum (KLIC) liggen er geen leidingen door het onderzoeksgebied.
Tabel 1: Metslawier, Master fan Loanstrjitte 9: administratieve gegevens
provincie: Fryslân
gemeente: Dongeradeel
plaats: Metslawier
toponiem: Master fan Loanstrjitte 9 bevoegd gezag: Gemeente Dongeradeel,
geadviseerd door Provincie Fryslân opdrachtgever: de heer J. Sloot
oppervlakte: 0,05 hectare
hoogte: 1 meter + NAP
grenscoördinaten: noord: 200,280 / 597,246 west: 200,266 / 597,231 oost: 200,295 / 597,231 zuid: 200,281 / 597,215
kaartblad: 6E
onderzoeksmeldingsnr: 57791
uitvoeringsperiode: 8 augustus 2013 onderzoeksdiepte: 200 centimeter
fase onderzoek: bureauonderzoek en veldonderzoek verkennende en karterende fase status rapport: definitief
beheer documentatie: De Steekproef bv, E-depot RCE, Provincie Fryslân, Noordelijk Archeologisch Depot te Nuis, Koninklijke Bibliotheek en DANS
Figuur 2: Metslawier, Master fan Loanstrjitte 9: de bovenste foto is genomen in noordelijke richting, de onderste in zuidwestelijke richting. Op de bovenste foto staat rechts de woning. Op de onderste foto staat de kapschuur die vervangen zal worden door een nieuwe schuur.
2. Bureauonderzoek
2.1 Bronnen
De gebruikte bronnen voor dit onderzoek zijn opgenomen aan het einde van dit rapport. Voor de paragraaf over archeologie is ARCHIS geraadpleegd. Dit is het archeologisch registratie- en informatiesysteem van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Deze databank is toegankelijk voor organisaties die werkzaam zijn in de archeologie. Het bevat een GIS-systeem waarmee de archeologische kaart uit de appendix is gemaakt en waarin ook aardkundige kaarten geraadpleegd kunnen worden. Voor de paragraaf over de historische geografie is onder meer gebruik gemaakt van watwaswaar.nl. Hierop zijn historische kaarten in te zien.
2.2 Fysische geografie (KNA 3.2 LS04)
Figuur 3: Metslawier, Master fan Loanstrjitte 9: Hoogtekaart gemaakt met behulp van het Actueel Hoogtebestand Nederland. Het plangebied wordt aangewezen door de pijl.
Metslawier ligt op een kwelderwal (geomorfologische kaart 3K31). Het plangebied aan de Master fan Loanstrjitte ligt op de zuidwestelijke rand van de dorpsterp van
Metslawier (zie Figuur 3). Op een paleogeografische reconstructie van het gebied van 2750 voor Christus reikt de zee al tot in het gebied (zie Figuur 4). Rond 1500 vC heeft zich een uitgestrekt veenmoeras ontwikkeld waar het plangebied deel van uitmaakt. Op volgende reconstructies van 500 vC en 100 nC heeft het moeras opnieuw plaats gemaakt voor getijdengebied van de zee. Volgens ARCHIS is de top van het pleistocene zand ter plaatse van Metslawier geërodeerd. Op de bodemkaart is het plangebied niet gekarteerd in verband met de ligging in de bebouwde kom. Buiten Metslawier vermeldt de bodemkaart een kalkrijke poldervaaggrond in lichte zavel (bMn15A). De gemiddeld hoogste grondwaterstand in het plangebied is 40 tot 80 centimeter beneden maaiveld.
De gemiddeld laagste stand is meer dan 120 centimeter (grondwatertrap VI).
Figuur 4: Metslawier, Master fan Loanstrjitte 9: uitsnedes van vier paleogeografische reconstructies uit De Atlas van Nederland in het Holoceen. Lichtroze staat voor dekzandgebied beneden NAP, geel is dekzandgebied boven NAP, bruin is veengebied, groen kleur is getijdengebied.
2.3 Archeologie (KNA 3.2 LS04)
Het plangebied maakt deel uit van de dorpsterp van Metslawier (AMK-terrein 9732).
De status hiervan is 'terrein van hoge archeologische waarde' (zie Appendix Archeologische Kaart). ARCHIS vermeldt dat de vroegste datering van de terp late ijzertijd is (zie Tabel 3). Echter ARCHIS verwijst hierbij niet naar bronnen en binnen het AMK-terrein zijn ook geen eerdere onderzoeksmeldingen geregistreerd. Wel liggen binnen het terrein twee waarnemingen: 300418 en 300419. De eerste is van een middeleeuwse zilveren munt en de tweede is van de Nederlands-hervormde kerk van Metslawier. Direkt ten noorden van de dorpsterp heeft het steenhuis / de stins Bosman gestaan (AMK-terrein 9812).
Tabel 3: Archeologische waarden in de omgeving van Metslawier, Master fan Loanstrjitte 9. Voor de ligging zie Appendix Archeologische Kaart. Voor dateringen zie Appendix Archeologische Periodes.
CMA / CAA RD-coördinaten Datering Omschrijving
monumenten
396 200,702 / 596,136 ijzertijd laat - middeleeuwen terp Jouswier
398 199,722 / 597,486 middeleeuwen laat huisterp
424 200,704 / 597,969 middeleeuwen laat - nieuwe tijd stins Fridhuistra 7585 199,039 / 597,692 ijzertijd laat - middeleeuwen dorpsterp Niawier 9732 200,378 / 597,252 ijzertijd laat - middeleeuwen dorpsterp Metslawier
middeleeuwen laat - nieuwe tijd beschermd dorpsgezicht 9806 201,524 / 597,274 middeleeuwen laat - nieuwe tijd huisterp
9812 200,417 / 597,391 middeleeuwen laat - nieuwe tijd stins Bosman 16086 200,627 / 597,977 middeleeuwen laat - nieuwe tijd stins Fridhuistra
waarnemingen
32528 199,720 / 597,500 middeleeuwen laat terp 300416 200,700 / 598,000 middeleeuwen laat A -
nieuwe tijd A stins met brede gracht 300418 200,480 / 597,180 middeleeuwen laat zilveren munt
300419 200,320 / 597,310 romeinse tijd (moet waarschijnlijk late middeleeuwen zijn)
- nieuwe tijd
NH-kerk Metslawier
2.4 Historische geografie (KNA 3.2 LS03)
De huidige woning aan de Master fan Loanstrjitte 9 is volgens de opdrachtgever gebouwd omstreeks 1870. Op de kadasterkaart van 1811-1832 staat een voorganger (zie Figuur 5). Ter plaatse van het plangebied bevond zich een tuin.
Metslawier breidt zich vanaf de jaren '50 van de 20e eeuw zuidwestwaarts van het plangebied uit (niet afgebeeld).
Figuur 5: Metslawier, Master fan Loanstrjitte 9: interpretatie van de kadastrale kaart uit 1811-1832 van www.hisgis.nl. Het plangebied is rood omlijnd. De paarse kleur staat voor tuin.
2.5 Archeologisch verwachtingsmodel (KNA 3.2 LS05)
Op de Friese Archeologische MonumentenKaart Extra (FAMKE) wordt voor de periode steentijd - bronstijd geen archeologisch onderzoek geadviseerd. Voor de periode ijzertijd - middeleeuwen adviseert de FAMKE 'streven naar behoud' in verband met de ligging binnen AMK-terrein 9732 (zie Figuur 6). Hiervoor adviseert de FAMKE om geen ingrepen te ondernemen die het bodemarchief kunnen schaden.
Figuur 6: Metslawier, Master fan Loanstrjitte 9: uitsnede van de Friese Archeologische Monumenten Kaart Extra (FAMKE), advies ijzertijd - middeleeuwen. Het plangebied is zwart omlijnd.
Het onderzoeksgebied ligt op de zuidwestelijke flank van de dorpsterp van Metslawier.
Als vroegste datering staat geregistreerd late ijzertijd. Dit lijkt echter niet te zijn
gebaseerd op onderzoek aan de terp of op vondsten. De top van het pleistocene zand in de ondergrond is geërodeerd.
Eventuele archeologische resten uit de steentijd zullen door erosie verloren zijn gegaan. De vroegst mogelijke datering voor archeologische resten zal ijzertijd zijn.
Mogelijk zijn in het onderzoeksgebied intacte terplagen aanwezig. Gezien de ligging nabij de rand van de terp, ligt het voor de hand dat deze lagen van laat-
middeleeuwse uitbreidingen zijn. Onder de terplagen kunnen wel vroegere sporen
bot en dergelijke. Eventuele archeologische grondsporen kunnen zijn aangetast door het gebruik als tuin en door de aanleg van schuren.
Tabel 3: Metslawier, Master van Loanstrjitte 9: specificatie archeologische verwachting.
datering: ijzertijd - middeleeuwen
complex: nederzetting
omvang: onbekend
diepteligging: onder de geroerde bovenlaag
locatie: hele terrein
prospectiekenmerken: terplaag, aardewerk, puin, bot mogelijke verstoringen: gebruik als tuin, aanleg schuur
3. Veldonderzoek
3.1 Aanpak veldonderzoek (KNA 3.2 VS01)
Het veldonderzoek is uitgevoerd op 8 augustus 2013. Er zijn zes boringen verricht (zie Figuur 7). De gemiddelde boordichtheid bedraagt 120 boringen per hectare.
Boringen 2 en 6 zijn gedaan in de bestaande kapschuur. Boringen 1, 3 en 4 zijn gedaan op het bestrate deel naast de schuur. Boring 5 is gedaan op het grasveld vlak achter de schuur.
De boringen zijn in de bovengrond gedaan met een edelmanboor van zeven centimeter doorsnede. Gebruik van een guts zou de kans op vondsten sterk
verminderen. De natuurlijke ondergrond is wel geboord met een guts van drie centimeter. De boringen reiken tot twee meter diepte.
Figuur 7: Metslawier, Master fan Loanstrjitte 9: boorpuntenkaart. De genummerde zes punten zijn de locaties van de boringen. Boringen 2 en 6 zijn uitgevoerd in de
De opgeboorde monsters zijn onderzocht door ze in de boorkop en de guts laagsgewijs af te snijden. De boringen zijn beschreven volgens de Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode. De resultaten van de boringen staan in de Appendix in de vorm van boorstaten en laagbeschrijvingen. Van de boringen zijn de RD-coördinaten bepaald met behulp van GPS. De hoogtes van de boringen zijn gemeten met een waterpas en gerelateerd aan het NAP met behulp van het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN). In het plangebied was geen veldkartering mogelijk in verband met de bestrating (zie Figuur 2).
3.2 Resultaten veldonderzoek (KNA 3.2 VS02, VS03) sedimentologie en bodem
In de ondergrond van onderzoeksgebied Master fan Loanstrjitte 9 ligt sterk zandige klei, ook wel 'wadzand' genoemd. Het is afgezet in de open waddenzee waar zowel de werking van getij als van golven voor dynamische condities zorgen. De top van de sterk zandige klei ligt op circa -0,55 meter NAP. Hierop ligt zware klei met zandlagen (zie Appendix Boorstaten). Dat er sedimentatie van zware klei mogelijk werd, betekent dat het gebied op een meer beschutte plek kwam te liggen. Doorgaans heersten rustige omstandigheden waarin de zee tijdens de vloed voor aanvoer van slib zorgde.
Tijdens (noordwester) stormen werd het zeewater opgestuwd en konden golven doordringen tot in het gebied. Het zeer troebele zeewater voerde onder die omstandigheden zand aan. De opslibbing verliep relatief snel, waardoor de gelaagdheid van zware klei met zandlagen bewaard gebleven is. Naarmate het gebied hoger opgeslibd raakte, namen de overstromingsfrequentie en de sedimentatie af. Daardoor werd het afgezette sediment steeds sterker gebioturbeerd door
schelpdieren, wormen, krabben en dergelijke. In deze laag is geen gelaagdheid meer herkenbaar.
Op de natuurlijke klei ligt een pakket opgeworpen klei, oftewel een terplaag.
Deze laag onderscheidt zich van de onderliggende natuurlijke laag, doordat hij nog homogener is als gevolg van langdurige vergraving door wormen en mollen.
Daarnaast bevat hij spikkels baksteen, spikkels houtskool, scherven aardewerk en stukken bot. De terplaag is aangetroffen bij boringen 1, 3, 4, 5 en 6. Hij heeft er diktes van respectievelijk: 60, 85, 75, 30 en 55 centimeter. De basis van de terplaag (terpzool) is vastgesteld op hoogtes van: 36, -4, -24, 35 en 12 centimeter ten opzichte van NAP. Op de terplaag ligt tot aan het maaiveld nog enkele decimeters subrecent geroerde grond en bestrating met diktes van respectievelijk: 15, 45, 40, 20 en 50 centimeter. Hierin zijn bij alle boringen steenkoolresten gevonden die zullen dateren uit de tijd van de steenkolenhandel. Bij boring 2 is een vergraving geweest tot 175
centimeter beneden maaiveld. Echter van 50 tot 175 centimeter diepte zijn geen subrecente materialen gevonden, waardoor de vergraving ook middeleeuws kan zijn.
Algemeen is de terplaag goed bewaard gebleven binnen het onderzoeksgebied.
archeologie
Tijdens het onderzoek zijn tien scherven middeleeuws kogelpotaardewerk opgeboord.
Daarnaast zijn nog twee scherven roodbakkend geglazuurd aardewerk verzameld en een spijker (zie Tabel 4 en Figuur 8). Het onderzoek heeft geen vondsten opgeleverd die eenduidig gedateerd kunnen worden in de ijzertijd of romeinse tijd. Het
onderzoeksgebied lijkt te liggen op een middeleeuwse uitbreiding van de dorpsterp van Metslawier.
Tabel 4: Metslawier, Master fan Loanstrjitte 9: Vondsttabel. Alle vermelde vondsten zijn van scherven aardewerk. Het kogelpot dateert uit de middeleeuwen, het roodbakkend lijkt uit de nieuwe tijd. De ouderdom van de spijker is onzeker.
De vondsten worden gedeponeerd bij het Noordelijk Archeologisch Depot te Nuis.
nr. boring en diepte coördinaten betreft 1 boring 1, 75 cm 200,282 / 597,232 1 kogelpot 2 boring 2, 125 cm 200,277 / 597,240 1 kogelpot 3 boring 3, 50 cm 200,286 / 597,236 1 kogelpot 4 boring 3, 80 cm 200,286 / 597,236 2 kogelpot 5 boring 3, 100 cm 200,286 / 597,236 1 kogelpot 6 boring 4, 35 cm 200,281 / 597,225 1 kogelpot 7 boring 4, 100 cm 200,281 / 597,225 1 kogelpot
8 boring 4, 110 cm 200,281 / 597,225 1 roodbakkend geglazuurd 9 boring 5, 30 cm 200,272 / 597,225 2 kogelpot
10 boring 5, 50 cm 200,272 / 597,225 1 spijker
11 boring 5, 60 cm 200,272 / 597,225 1 roodbakkend geglazuurd
Gezien de goede staat van de terplaag in het onderzoeksgebied, kunnen in de laag sporen bewaard gebleven zijn van middeleeuwse (en latere) bewoning. Bij boring 2 zijn op dieptes van 110 en 175 centimeter concentraties oranje baksteen en mortel gevonden. Mogelijk gaat het om funderingsrestanten van vroegere bebouwing. Bij boring 2 zijn dieper dan 50 centimeter geen eenduidig subrecente materialen aangetroffen. Op kaarten uit de 19e en 20e eeuw worden hier geen gebouwen (de schuren uitgezonderd) weergegeven. Op basis daarvan gaat het mogelijk om funderingsrestanten van voor de 19e eeuw. Ook in de rest van het onderzoeksgebied kunnen onder de terplaag sporen bewaard gebleven zijn, zoals van sloten uit de romeinse tijd of vroege middeleeuwen of van middeleeuwse waterputten. In de vulling van dergelijke sporen kunnen dumps aanwezig zijn van middeleeuws bewoningsafval zoals gebroken potten, schalen of slachtafval. Dergelijke vondsten vormen een bron van informatie over hoe men tijdens de middeleeuwen en mogelijk ook tijdens eerdere periodes op de terp leefde.
4. Conclusies en advies
belangrijkste resultaten
Metslawier ligt op een kwelderwal. Het onderzoeksgebied aan de Master fan
Loanstrjitte 9 ligt op de zuidwestelijke rand van de dorpsterp van Metslawier. Mogelijk is de vroegste datering van deze terp late ijzertijd. Maar er zijn geen vondsten of eerdere onderzoeken bekend die dit bevestigen.
In het onderzoeksgebied is een terplaag aanwezig waarvan diktes zijn
vastgesteld tussen 30 en 85 centimeter. De terplaag is goed bewaard gebleven. Uit de laag zijn tien scherven middeleeuws kogelpotaardewerk opgeboord en twee scherven roodbakkend geglazuurd aardewerk dat jonger is. Het plangebied lijkt te liggen op een middeleeuwse uitbreiding van de dorpsterp van Metslawier.
archeologisch verwachtingsmodel
Het archeologisch verwachtingsmodel zoals geformuleerd in Paragraaf 2.5 kan worden gehandhaafd. In de terplaag bevinden zich bewoningsafval en mogelijk ook sporen uit de middeleeuwen. Onder de terplaag kunnen ook oudere sporen aanwezig zijn zoals van sloten. Ze vormen een bron van informatie over hoe men tijdens de middeleeuwen en mogelijk ook daarvoor op de terp leefde.
advies
Gezien de goede staat van de terp ter plaatse van het onderzoeksgebied, adviseren wij om geen bodemingrepen te ondernemen die dieper reiken dan 30 centimeter. Dat betekent onder meer dat gezocht moet worden naar een ondiepe wijze van funderen van de nieuw te bouwen garage/schuur. Wel geldt dat als bij dit graafwerk toch archeologische grondsporen worden aangetroffen en/of vondsten worden gedaan, dat hiervan direct melding dient te worden gemaakt conform de Monumentenwet 1988, artikel 53. Wij adviseren dit te doen bij de gemeente Dongeradeel en bij de provinciaal archeoloog de heer G. de Langen 058-2925487.
Gebruikte bronnen
AHN-Viewer. www.AHN.nl. Actueel Hoogtebestand Nederland. Rijkswaterstaat, Adviesdienst Geo- informatie en ICT.
Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode. Archeologie Leidraad 3. J.H.A. Bosch, 7 maart 2005.
Atlas van Nederland in het Holoceen. Landschap en Bewoning vanaf de Laatste IJstijd tot nu.
P.C. Vos, J. Bazelmans, H.J.T. Weerts en M.J. van der Meulen. Amsterdam 2011.
Bodemkaart van Nederland 1:50.000. Blad 6 Leeuwarden Oost. Stichting voor Bodemkartering.
Wageningen, 1981.
Centraal Archeologisch Archief (CAA) en Centraal Monumenten Archief (CMA) van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) [ARCHIS].
Friese Archeologische MonumentenKaart Extra (FAMKE). www.fryslan.nl/famke Grote Historische Provincie Atlas 1:25.000. Friesland, 1853-1856. Wolters Noordhoff Atlasprodukties, 1992
www.hisgis.nl Historisch Geografisch Informatiesysteem. Fryske Akademy
Huguenin, de Atlas van. Militair-topografische kaarten van Noord-Nederland, 1819-1829.
H.J. Versfelt en M. Schroor. Heveskes Uitgevers. Groningen/Veendam, 2005.
Kadata via www.kadaster.nl. Topografische Kaart 1:25.000 van Topografische Dienst Kadaster, Emmen 2013.
Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie 3.2. www.SIKB.nl. Centraal College van Deskundigen Archeologie, mei 2010.
Www.WatWasWaar.nl
Appendix
Metslawier, Master fan Loanstrjitte 9
- Archeologische periodes - Archeologische kaart - Boorstaten
- Laagbeschrijvingen boringen volgens
Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode
Archeologische periodes
paleolithicum:
paleolithicum vroeg: tot 300.000 BP paleolithicum midden: 300.000 - 35.000 BP paleolithicum laat: 35.000 BP - 8.800 vC paleolithicum laat A: 35.000 - 18.000 BP paleolithicum laat B: 18.000 BP - 8.800 vC mesolithicum:
mesolithicum vroeg: 8.800 - 7.100 vC mesolithicum midden: 7.100 - 6.450 vC mesolithicum laat: 6.450 - 4.900 vC neolithicum:
neolithicum vroeg: 5.300 - 4.200 vC neolithicum vroeg A: 5.300 - 4.900 vC neolithicum vroeg B: 4.900 - 4.200 vC neolithicum midden: 4.200 - 2.850 vC neolithicum midden A: 4.200 - 3.400 vC neolithicum midden B: 3.400 - 2.850 vC neolithicum laat: 2.850 - 2.000 vC neolithicum laat A: 2.850 - 2.450 vC neolithicum laat B: 2.450 - 2.000 vC bronstijd:
bronstijd vroeg: 2.000 - 1.800 vC bronstijd midden: 1.800 - 1.100 vC bronstijd midden A: 1.800 - 1.500 vC bronstijd midden B: 1.500 - 1.100 vC bronstijd laat: 1.100 - 800 vC
ijzertijd:
ijzertijd vroeg: 800 - 500 vC ijzertijd midden: 500 - 250 vC ijzertijd laat: 250 - 12 vC romeinse tijd:
romeinse tijd vroeg: 12 vC - 70 nC romeinse tijd vroeg A: 12 vC - 25 nC romeinse tijd vroeg B: 25 - 70 nC romeinse tijd midden: 70 - 270 nC romeinse tijd midden A: 70 - 150 nC romeinse tijd midden B: 150 - 270 nC romeinse tijd laat: 270 - 450 nC romeinse tijd laat A: 270 - 350 nC romeinse tijd laat B: 350 - 450 nC middeleeuwen:
middeleeuwen vroeg: 450 - 1.050 nC middeleeuwen vroeg A: 450 - 525 nC middeleeuwen vroeg B: 525 - 725 nC middeleeuwen vroeg C: 725 - 900 nC middeleeuwen vroeg D: 900 - 1.050 nC middeleeuwen laat: 1.050 - 1.500 nC middeleeuwen laat A: 1.050 - 1.250 nC middeleeuwen laat B: 1.250 - 1.500 nC nieuwe tijd:
nieuwe tijd A: 1.500 - 1.650 nC nieuwe tijd B: 1.650 - 1.850 nC nieuwe tijd C: 1.850 – heden
201541 / 598290
16086 424
9732 398
9812 32528
300419
300418
300416
Appendix Metslawier, Master fan Loanstrjitte 9: Archeologische Kaart
Bekende archeologische waarden volgens ARCHIS
Legenda
TOP10 ((c)TDN)
ONDERZOEKSMELDINGEN
VONDSTMELDINGEN
WAARNEMINGEN
HUIZEN
MONUMENTEN
archeologische waarde hoge archeologische waarde zeer hoge archeologische waarde zeer hoge arch waarde, beschermd
0 500 m
ONDERZOEKSGEBIED
9806 34409
7585
Appendix Metslawier, Master fan Loanstrjitte 9: Boorstaten
(cm)
100
50
0
-50
-100
(cm)
100
50
0
-50
-100
01
02
03
04
05
06
KGPBOT
BOT
BOT
KGP 2 KGP, BOT
KGP
BST, MORTEL
BST, MORTEL
?
?
KGP, BOT
KGP
BOT
KGP, BOT ROOD, BST
SPIJKER ROOD KGP 2
LEGENDA:
KGP = kogelpotaardewerk, KGP 2 = twee scherven terplaag zware klei met zandlagen basis moderne verstoring
Appendix Metslawier, Master fan Loanstrjitte 9: Laagbeschrijvingen
01 X-coordinaat (m) : 200282
Y-coordinaat (m) : 597232
Maaiveld (cm) : 111
Diepte (cm)
Grondsoort
Omschrijving 0 - 5 stenen
5 - 15 zand zwak siltig, 2,5y5/3, Opm.: Bestratingszand
15 - 75 klei zwak zandig, 5y3/1, Schelpen: spoor schelpmateriaal, homogeen, Opm.: Enige steenkoolresten bovenin
75 - 100 klei zwak zandig, 5gy4/1, Opm.: Natuurlijke laag 100 - 165 klei matig siltig, 5gy5/1, zandlagen
165 - 200 klei sterk zandig, 5gy5/1, Opm.: Wadzand
02 X-coordinaat (m) : 200277
Y-coordinaat (m) : 597240
Maaiveld (cm) : 146
Diepte (cm)
Grondsoort
Omschrijving 0 - 5 stenen
5 - 50 klei zwak zandig, 2,5y3/2, Schelpen: weinig schelpmateriaal, Opm.: Bovenin veel steenkoolresten 50 - 125 klei zwak zandig, 2,5y4/1, Schelpen: spoor schelpmateriaal, homogeen, Opm.: Concentratie oranje
baksteen op 110 cm,Enige steenkoolresten hele laag door,Stukken bot op 50 en 85 cm 125 - 175 klei zwak zandig, 2,5y4/1, homogeen, Opm.: Heel enkele spikkel baksteen en houtskool door de
laag,Concentratie oranje baksteen en mortel op 175 cm
175 - 200 klei zwak zandig, 5y5/2, spoor fosfaatconcreties, Opm.: Natuurlijke laag
03 X-coordinaat (m) : 200286
Y-coordinaat (m) : 597236
Maaiveld (cm) : 126
Diepte (cm)
Grondsoort
Omschrijving 0 - 5 stenen
5 - 45 klei zwak zandig, 5y3/1, vergraven, Opm.: Enige mortel
45 - 55 klei zwak zandig, 10y4/1, Schelpen: spoor schelpmateriaal, homogeen, Opm.: Enig bot
55 - 130 klei zwak zandig, 5gy4/1, Schelpen: spoor schelpmateriaal, homogeen, Opm.: Stuk bot op 80 cm 130 - 175 klei matig siltig, 5gy5/1, zandlagen
175 - 200 klei sterk zandig, 5gy5/1, Opm.: Wadzand
04 X-coordinaat (m) : 200281
Y-coordinaat (m) : 597225
Maaiveld (cm) : 91
Diepte (cm)
Grondsoort
Omschrijving 0 - 5 stenen
5 - 10 zand zwak siltig, 2,5y5/3, Opm.: Bestratingszand 10 - 30 zand zwak siltig, N2/0, Opm.: Veel steenkoolresten 30 - 40 klei zwak zandig, 2,5y3/2, vergraven
Appendix Metslawier, Master fan Loanstrjitte 9: Laagbeschrijvingen
05 X-coordinaat (m) : 200272
Y-coordinaat (m) : 597225
Maaiveld (cm) : 85
Diepte (cm)
Grondsoort
Omschrijving
0 - 20 zand zwak siltig, N2/0, Opm.: Veel steenkoolresten 20 - 50 klei zwak zandig, 2,5y3/2
50 - 90 klei zwak zandig, 5y4/2
90 - 140 klei matig siltig, 5gy5/1, zandlagen
140 - 200 klei sterk zandig, 5gy5/1, spoor fosfaatconcreties, Opm.: Wadzand
06 X-coordinaat (m) : 200272
Y-coordinaat (m) : 597234
Maaiveld (cm) : 117
Diepte (cm)
Grondsoort
Omschrijving 0 - 5 stenen
5 - 50 klei zwak zandig, 2,5y3/2, Schelpen: spoor schelpmateriaal, Opm.: Scherf modern glas op 50 cm 50 - 105 klei zwak zandig, 5y4/2, Schelpen: weinig schelpmateriaal, homogeen
105 - 125 klei zwak zandig, 5y5/2, Opm.: Natuurlijk 125 - 165 klei matig siltig, 5y5/2, zandlagen
165 - 200 klei sterk zandig, 5gy5/2, Opm.: Wadzand