• No results found

Een marktgerichte focus op het Een marktgerichte focus op het Een marktgerichte focus op het Een marktgerichte focus op het notariaat notariaat notariaat notariaat

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Een marktgerichte focus op het Een marktgerichte focus op het Een marktgerichte focus op het Een marktgerichte focus op het notariaat notariaat notariaat notariaat"

Copied!
73
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Een marktgerichte focus op het

Een marktgerichte focus op het

Een marktgerichte focus op het

Een marktgerichte focus op het

notariaat

notariaat

notariaat

notariaat

Een nieuwe strategie voor Organisatie X en de

organisatorische gevolgen

Mei 2009 Anne Roepers

(2)

Een marktgerichte focus op het

notariaat

Een nieuwe strategie voor Organisatie X en de

organisatorische gevolgen

Mei 2009 Anne Roepers

Studentnummer: 1516663 Rijksuniversiteit Groningen

Faculteit Economie & Bedrijfskunde Master Business Development 1e Begeleider: Dr. K.R.E. Huizingh

2e Begeleider: Dr. W.G. Biemans

Organisatie X

(3)

Voorwoord

Voorwoord

Voorwoord

Voorwoord

Nu ik in de eindfase van mijn scriptie ben beland, moet ik toegeven dat ik heb uitgekeken naar het moment om mijn voorwoord te kunnen schrijven. Het klinkt misschien als een cliché, maar het is daarom niet minder waar. Het schrijven van een voorwoord betekent namelijk dat het afstudeerproject bijna is afgerond. Deze scriptie is geschreven ter afsluiting van mijn master Business Development aan de

Rijksuniversiteit Groningen.

De scriptie die voor u ligt is in opdracht van Organisatie X geschreven. Dit is een notariskantoor met vestigingen in Hardenberg en Ommen. Bij de notarissen van dit kantoor bestond het idee dat men te weinig op de hoogte was van de ontwikkelingen in de omgeving. In 1999 is namelijk de wet op het notarisambt gewijzigd, waardoor er voor het eerst sprake was van marktwerking in het notariaat. Sindsdien zijn er allerlei ontwikkelingen gaande in het notariaat. Eerst ontstond er aan het begin van deze eeuw een prijzenslag tussen de notariskantoren om klanten te trekken. Tevens werden er samenwerkingsverbanden tussen verschillende kantoren opgericht. De uitdaging in dit onderzoek lag vooral op het gebied van het in kaart brengen van deze ontwikkelingen en op welke wijze Organisatie X zich marktgerichter kan gaan organiseren om alle

informatie van buiten naar binnen te kunnen verwerken.

Toen ik vorig jaar de mogelijkheid kreeg een onderzoek te doen bij een notariskantoor, wist ik weinig af van het notariswezen. Er leefde bij mij het beeld dat een notaris een wat ‘stoffig’ imago heeft. Het heeft mij er niet van weerhouden om deze opdracht aan te nemen en het heeft mijn beeld van een notaris positief beïnvloed. Op een notariskantoor kom je een grote verscheidenheid aan mensen (klanten) tegen en iedereen komt eigenlijk wel een aantal keer in contact met een notariskantoor. Mede door dit gegeven liggen er zeker kansen voor het ondernemerschap binnen het notariaat.

Graag wil nog een aantal mensen bedanken. Mijn familie en vrienden wil ik bedanken voor de voortdurende steun die ik van hen heb gekregen. Dit ondanks alle strubbelingen die ik heb gehad. Daarnaast wil ik mijn begeleiders, meneer Huizingh en Biemans, bedanken voor hun adviezen en hun scherpe analyses. Het bespreken van de

verschillende concepten heeft weliswaar veel tijd gekost, maar heeft wel geleid tot een betere scriptie. Tot slot wil ik de medewerkers van Organisatie X bedanken voor hun geduld en medewerking aan het verslag. Graag wil ik Ronald Brinkman in het bijzonder bedanken voor de begeleiding van mijn onderzoek en het beschikbaar stellen van zijn tijd.

(4)

Managementsamenvatting

Managementsamenvatting

Managementsamenvatting

Managementsamenvatting

Organisatie X is een notariskantoor met vestigingen in Hardenberg en Ommen. Organisatie X biedt het complete dienstenpakket van een notaris aan, zoals dat hoort volgens de ‘ministerieplicht’. De specialisaties van Organisatie X zijn: estate planning, agrarisch recht, appartementensplitsing, mediation en ondernemingsrecht. De

aanleiding van het onderzoek gaat terug tot het jaar 1999. In dit jaar is de Wet op het Notarisambt gewijzigd. Door de invoering van deze nieuwe wet veranderden er

hoofdzakelijk twee dingen, namelijk het geleidelijk vrij laten van de tarieven en de vrije vestiging. De notaris is sindsdien meer dan voorheen een professionele dienstverlener geworden, waardoor de marktomgeving van steeds groter belang wordt. De

ontwikkelingen op de markt en in de omgeving worden dus steeds belangrijker voor Organisatie X. Bij Organisatie X leeft het idee dat het bewerken van de markt beter kan dan nu het geval is. Organisatie X wil de consument actiever gaan benaderen. Hiervoor is inzicht in de ontwikkelingen op de markt en omgeving van belang. Organisatie X heeft geen beeld van deze ontwikkelingen, waardoor men het idee heeft business mis te lopen. Het onderzoek richt zich op het marktpotentieel van de drie gemeenten waarin

Organisatie X actief is en/of wil zijn, namelijk Hardenberg, Ommen en Dalfsen. Het doel van het onderzoek is dan ook het voorstellen van een strategie waarmee Organisatie X de komende drie tot vijf jaar zich marktgerichter kan organiseren en profileren om proactief op de marktontwikkelingen te kunnen inspelen.

Om te komen tot een nieuwe strategie om de markt proactief te gaan bewerken zijn er een aantal onderzoekstappen uitgevoerd. Eerst zijn er een interviews afgenomen onder de (kandidaat-)notarissen afgenomen om te kijken of alle neuzen dezelfde kant op staan ten aanzien van het uit te voeren beleid. De vervolgstap bestond uit het in kaart brengen van de omgeving. Er is gekozen om hiervoor grotendeels het raamwerk van Alsem

(Strategische Marketingplanning) te gebruiken. Dit houdt in dat eerst een

marktafbakening is gemaakt. Vervolgens is er een analyse van de omgeving gemaakt, welke bestaat uit de afnemers, de omgevingsfactoren en de concurrenten.

afnemers gemaakt in de drie centraal staande gemeenten (Hardenberg, Ommen en Dalfsen). Hiervoor is er een analyse van de bevolkingssamenstelling, de onroerend goed markt, het bedrijfsleven en de agrarische markt gemaakt. De belangrijkste bevindingen zijn dat de bevolking relatief ‘traditioneel’ is. Ruim de helft van de bevolking is getrouwd en er zijn dan ook veel gezinnen, waardoor de bevolking minder ontgroent en vergrijst vergeleken met het landelijk gemiddelde. Voorlopig blijft dit beeld, maar geleidelijk aan zal dit veranderen naar kleinere huishoudens zoals eenpersoonshuishoudens. Qua onroerend goed zijn de drie gemeenten te veel ingericht op gezinnen, waardoor er nu meer gericht wordt ouderen, starters en de lage inkomens. De veel voorkomende

rechtspersoonlijkheidvormen zijn de Eenmanszaken, de Besloten Vennootschappen en in mindere mate de Vennootschap onder Firma. Daarnaast worden er veel stichtingen opgericht. Voor de agrarische praktijk is het duidelijk dat Organisatie X speciale aandacht moet schenken aan het beëindigen van bedrijven, aangezien het aantal agrarische bedrijven daalt. Binnen de omgevingsfactoren ligt vooral de nadruk op de verzakelijking van het notariaat en de digitalisering van de dienstverlening. Vooral op het gebied van internet zijn er veel ontwikkelingen. Een organisatie die hierop inspeelt is Diginotar. De belangrijkste concurrenten van Organisatie X zijn het

samenwerkingsverband van Notariskantoor Linde en notariskantoor Spruijt. De

afgelopen periode is er vooral geconcurreerd op prijs. Organisatie X is op het gebied van de ondernemingspraktijk duurder dan de concurrenten en op het gebied van de

(5)

Voor de organisatieanalyse is gebruik gemaakt van het model ‘Diagnosing

Organizations’ (Cummings en Worley ) op organisatieniveau. Daarnaast wordt aan de hand van het model van Miles & Snow en Porter de strategie van Organisatie X getypeerd en hoe dat het organisatieontwerp kan beïnvloeden. Uit de analyse van de organisatie komt naar voren dat Organisatie X een wat behoudende organisatie is. Er is geen duidelijk innovatiebeleid, geen marketingafdeling en geen informatiesysteem met belangrijke klantgegevens. Organisatie X is meer intern gericht op kwaliteit en

efficiency en minder. Daarnaast is er geen sprake van SMUR-doelstellingen.

In dit onderzoek is veel informatie over de omgeving in kaart gebracht voor Organisatie X, wat tot nieuwe inzichten kan leiden. Nu is er verder in het onderzoek naar voren gekomen dat Organisatie X geen actieve klantbenadering heeft en niet inzichtelijk heeft hoe haar klantenbestand eruit ziet. Het is voor Organisatie X van belang hiervoor een aanpak te ontwikkelen. Het advies dan aan Organisatie X wordt gegeven kan worden samengevat in drie hoofdpunten:

1. Het ontwikkelen van een marktoriëntatie door het ontwikkelen van customer pictures;

Een marktoriëntatie bestaat uit drie onderdelen. Het eerste onderdeel is de focus op de afnemer. In Organisatie X haar geval bestaat deze focus uit het ontwikkelen van customer pictures. Deze pictures moeten in verschillende stappen worden

ontwikkeld. Ten eerste door het toepassen van databasemarketing, wat zorgt voor de harde data over de (individuele klant). Deze informatie moet worden uitgebreid met eigen inzichten en assumpties en de inzichten vanuit het netwerk, om tot duidelijke beschrijvingen te komen. Wanneer deze informatie wordt gecombineerd kan

Organisatie X haar klanten met gerichte, persoonlijke acties benaderen, waardoor Organisatie X zich kan onderscheiden van haar concurrenten. Het laatste onderdeel is de focus op de interfunctionele coördinatie. Deze kan hoofdzakelijk worden

bewerkstelligd door scholing van de medewerkers op hun specialismen en het ontwikkelen van een marketingfunctie. De PR-commissie wordt een

marketingcommissie, waarvan de leden geschoold moeten worden in notariële marketing en waar een maatschaplid bij betrokken moet zijn.

2. Concretiseren van de visie door gebruik te maken van de Balanced Scorecard Methodiek;

Organisatie X heeft een brede visie, maar de visie is niet onderscheidend en de doelstellingen voldoen niet aan de SMUR-criteria. Een hulpmiddel hiervoor is de Balanced Scorecard. Dit is een geïntegreerde evaluatiemethode om de implementatie van een strategie te beoordelen. Dit gebeurd op basis van vier onderdelen, namelijk: de financiële prestatie, het effect op klanten, de interne bedrijfsprocessen en het leervermogen van de onderneming. Daarnaast worden ook de ondernomen initiatieven opgenomen om de doelstellingen te bereiken.

3. Inspelen op internetdienstverlening.

Voor een klantgericht notariskantoor is het belangrijk om beter in te spelen op de ontwikkelingen van het gebruik van internet in het notariaat. Organisatie X zal hierop in moeten spelen door ook internetdiensten te gaan leveren. Hier zijn er kansen voor Organisatie X door zich aan te sluiten bij samenwerkingsverbanden als Diginotar, Escrow-notarissen en het Internetnotariaat.

(6)

Managementsamenvatting ManagementsamenvattingManagementsamenvatting

Managementsamenvatting ... 4444 Hoofdstuk 1 Inleiding & Onderzoeksopzet

Hoofdstuk 1 Inleiding & OnderzoeksopzetHoofdstuk 1 Inleiding & Onderzoeksopzet

Hoofdstuk 1 Inleiding & Onderzoeksopzet ... 8888

§ 1.1 Inleiding... 8

§ 1.2 Probleemstelling ... 9

§ 1.3 Methode van onderzoek... 9

§ 1.4 Conceptueel overzicht onderzoek ...11

Hoofdstuk 2 Marktafbakening Hoofdstuk 2 MarktafbakeningHoofdstuk 2 Marktafbakening Hoofdstuk 2 Marktafbakening ... 13...131313 § 2.1 De missie en visie van een organisatie ...13

§ 2.2 Waardestrategie ...14

§ 2.3 Marktafbakening ...15

Hoofdstuk 3: De Afnemersanalyse Hoofdstuk 3: De AfnemersanalyseHoofdstuk 3: De Afnemersanalyse Hoofdstuk 3: De Afnemersanalyse ... 16...161616 § 3.1 Familiepraktijk...16 § 3.1.1 Inwoners/huishoudens ...16 § 3.1.2 Geboortes...17 § 3.1.3 Huwelijken/samenwonen ...18 § 3.1.4 Echtscheidingen ...19 § 3.1.5 Overlijden ...20

§ 3.2 Onroerend Goed Praktijk ...21

§ 3.2.1 Hardenberg...21

§ 3.2.2 Ommen ...22

§ 3.2.3 Dalfsen...23

§ 3.3 Ondernemingspraktijk ...24

§ 3.3.1 Ondernemingen...25

§ 3.3.2 Stichtingen & Verenigingen...26

§ 3.4 Agrarische Praktijk ...26

Hoofdstuk 4 Koppeling markt en Hoofdstuk 4 Koppeling markt en Hoofdstuk 4 Koppeling markt en Hoofdstuk 4 Koppeling markt en Organisatie XOrganisatie XOrganisatie X ...Organisatie X... 28282828 § 4.1 Wie zijn de huidige en potentiële klanten van Organisatie X? ...28

§ 4.1.1 De huidige klanten ...28

§ 4.1.2 Potentieel aan klanten ...28

§ 4.1.3 Onroerend Goed klanten...30

§ 4.2 Wanneer nemen klanten notariële producten af?...31

§ 4.3 Waarom en hoe nemen klanten producten van Organisatie X af? ...31

§ 4.4 Waarom nemen potentiële klanten de producten van Organisatie X niet af? ...31

Hoofdstuk 5 De macro Hoofdstuk 5 De macroHoofdstuk 5 De macro Hoofdstuk 5 De macro----omgevingsfactorenomgevingsfactorenomgevingsfactorenomgevingsfactoren ... 32323232 § 5.1 Belangrijke ontwikkelingen na de verandering...32

§5.1.1 Vernieuwende organisatorische ontwikkelingen ...32

§ 5.1.2 Opkomst van digitale dienstverlening...33

§ 5.2 Marktomvang en –groei...34

§ 5.3 Bedrijfstakstructuurfactoren ...34

Hoofdstuk 6 Concurrentieanalyse Hoofdstuk 6 ConcurrentieanalyseHoofdstuk 6 Concurrentieanalyse Hoofdstuk 6 Concurrentieanalyse ... 37373737 § 6.1 De concurrentie...37

§ 6.2 Tariefvergelijkingen ...41

§ 6.2.1 Huis & hypotheek...41

§ 6.2.2 Personen & familie...41

§6.2.3 Stichting & bedrijf...42

§ 6.3 Belangengroepen ...42

Hoofdstuk 7 De organisatieanalyse Hoofdstuk 7 De organisatieanalyseHoofdstuk 7 De organisatieanalyse Hoofdstuk 7 De organisatieanalyse... 44...444444 § 7.1 Strategie...44

§ 7.2 Technologie ...45

(7)

§ 7.4 Meetsystemen ...47 § 7.5 HR-strategie...47 § 7.6 Cultuur...48 § 7.7 Innovatiebeleid ...49 § 7.8 Organisatieprestaties ...51 Hoofdstuk 8 De SWOT Hoofdstuk 8 De SWOTHoofdstuk 8 De SWOT Hoofdstuk 8 De SWOT----aaaanalysenalysenalysenalyse... 53535353 § 8.1 Kernpunten van de situatieanalyse ...53

§ 8.2 Visie op omgeving en kernprobleem...53

§ 8.3 Keuze waardestrategie ...54

§ 8.4 Innovatieve ontwikkeling van de strategie...54

§ 8.4.1 SWOT-matrix strategie...55

§ 8.4.2 Uitwerking van de strategische opties ...55

§ 8.5 Overweging opties en keus ...57

(8)

Hoofdstuk 1

Hoofdstuk 1

Hoofdstuk 1

Hoofdstuk 1 Inleiding & Onderzoeksopzet

Inleiding & Onderzoeksopzet

Inleiding & Onderzoeksopzet

Inleiding & Onderzoeksopzet

§ 1.1 Inleiding § 1.1 Inleiding§ 1.1 Inleiding § 1.1 Inleiding Bedrijf:

Organisatie X heeft een grote vestiging in Hardenberg en een kleine vestiging in Ommen. Er werken in totaal ongeveer 40 medewerkers. Er zijn vier notarissen, drie kandidaat-notarissen, één financieel controller, meerdere notarisklerken en notarieel medewerkers, één systeembeheerder en één boekhoudmedewerker, meerdere

secretaresses en algemeen medewerkers. De medewerkers zijn verdeeld over de volgende vakgroepen: balie, boekhouding, Onroerend Goed afdeling (vanaf nu OG afdeling),

ondernemingsrechtafdeling, personen- en familierechtafdeling en de boedelpraktijk. Per vakgroep zijn er één of twee vakgroepmanagers en minimaal één hiervan is een notaris. Ommen is niet verdeeld in vakgroepen. Organisatie X heeft op 10 september 2001 haar kantoor in Ommen geopend. In Ommen levert Organisatie X dezelfde dienstverlening op alle notariële gebieden. Enkele specialistische dossiers over agrarische praktijk,

splitsingen en ondernemingsrecht worden soms doorgespeeld naar Hardenberg.

Daarnaast biedt Organisatie X het complete dienstenpakket van een notaris aan, zoals dat hoort volgens de ‘ministerieplicht’. De specialisaties van Organisatie X zijn: estate planning, agrarisch recht, appartementensplitsing, mediation/scheidingsbemiddeling en ondernemingsrecht.

Aanleiding tot onderzoek:

Sinds 1999 is de Wet op het Notarisambt gewijzigd. Door de invoering van deze nieuwe wet veranderden er hoofdzakelijk twee dingen, namelijk het geleidelijk vrij laten van de tarieven en de vrije vestiging. Met andere woorden, het gaat hier om het doorvoeren van marktwerking in de wereld van notarissen. De notaris is sindsdien meer dan voorheen een professionele dienstverlener geworden, waardoor de marktomgeving van steeds groter belang wordt. Op de markt van notarissen vinden steeds meer ontwikkelingen plaats. Dat geldt ook voor het marktgebied waarin Organisatie X actief is. Hiertoe heeft Organisatie X zich tot doel gesteld om niet af te wachten tot klanten komen, maar de klant proactief te benaderen. Door middel van dit onderzoek wil Organisatie X inzicht krijgen in de ontwikkelingen in de lokale markt, zoals in welke levensfase Hardenberg en omgeving zit. Welke doelgroepen kan Organisatie X hieruit onderscheiden? En welke diensten kunnen verder doorontwikkeld worden om op deze ontwikkelingen in te kunnen spelen? Het onderzoek zal zich richten op prospects.

Probleemhebbersanalyse:

Binnen Organisatie X zijn de leidinggevenden (de notarissen) degenen die een

strategisch marktonderzoek willen initiëren. Men heeft bij Organisatie X het idee dat het bewerken van de markt beter kan dan nu het geval is. Enige tijd geleden heeft Organisatie X een bewustwordingstraject ingezet. Daarvoor is een extern adviesbureau ingehuurd. Het was geen veranderingstraject, er is meer sprake van het op papier stellen waar Organisatie X naar toe wil en het vastleggen van de gang van zaken binnen het kantoor. Organisatie X heeft zichzelf ten doel gesteld niet afwachtend te zijn, maar de consument proactief te benaderen. Om erachter te komen wat er speelt op de lokale markt, moet Organisatie X op de hoogte zijn van de ontwikkelingen. Organisatie X heeft geen beeld van deze ontwikkelingen, waardoor men het idee heeft business mis te lopen. Het onderzoek richt zich op het marktpotentieel van de drie gemeenten waarin

(9)

§ 1.2 Probleemstelling § 1.2 Probleemstelling§ 1.2 Probleemstelling § 1.2 Probleemstelling

Doelstelling:

Het voorstellen van een strategie waarmee Organisatie X de komende drie tot vijf jaar zich marktgerichter kan organiseren en profileren om proactief op de

marktontwikkelingen te kunnen inspelen. Onderzoeksvraag:

Hoe kan Organisatie X proactief inspelen op de lokale marktontwikkelingen om meer klantgericht te werken, te denken, te organiseren en zich naar buiten toe te profileren?

Deelvragen:

1. Op welke markt is Organisatie X momenteel actief?

2. Wie zijn de afnemers van Organisatie X en wat zijn hun behoeften? 3. Wie zijn de concurrenten van Organisatie X en wat doen ze?

4. Hoe verhouden de organisatorische kenmerken van Organisatie X zich tot haar omgeving?

5. Hoe kan Organisatie X inspelen op de bestaande ontwikkelingen?

6. Op welke gebieden wil Organisatie X concurreren en hoe kunnen zij zich naar buiten toe profileren?

Randvoorwaarden:

Productrandvoorwaarden:

• Het onderzoek dient volgens de voorschriften van de faculteit Economie en Bedrijfskunde van de Rijksuniversiteit Groningen uitgevoerd te worden.

• Het onderzoek richt zich op de vestigingen van Organisatie X in Hardenberg en in Ommen.

• Het onderzoek heeft betrekking op het marktgebied van de gemeenten Hardenberg, Ommen en Dalfsen.

Procesrandvoorwaarden:

• In het verslag worden geen gegevens/identiteit van klanten bekend gemaakt.

• Tijdens het onderzoek zullen er op periodieke basis terugkoppelingen plaatsvinden met de begeleidende personen vanuit Organisatie X en de Rijksuniversiteit Groningen.

§ 1.3 Methode van onderzoek § 1.3 Methode van onderzoek§ 1.3 Methode van onderzoek § 1.3 Methode van onderzoek

De deelvragen zijn gericht op het gestructureerd verkrijgen van informatie om uiteindelijk de onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden. Bij uitwerking van de

deelvragen wordt de literatuur als uitgangspunt genomen. Als uitgangspunt is het boek: ‘Strategische Marketingplanning’ van Karel Jan Alsem genomen. Dit boek levert

raamwerken voor het uitwerken van een strategisch marketingplan. Voor de interne analyse wordt gebruik gemaakt van andere literatuur en bronnen.

1. Op welke markt is Organisatie X momenteel actief?

Deze eerste deelvraag van het onderzoek behandelt een drietal onderdelen, namelijk de missie, de waardestrategie en de marktafbakening. De eerste stap om tot een

(10)

product-marktcombinaties in beeld gebracht en wordt de markt specifiek afgebakend, in termen van klantbehoeften.

2. Wie zijn de afnemers van Organisatie X en wat zijn hun behoeften?

De afnemersanalyse wordt uitgevoerd voor het hele dienstenportfolio van Organisatie X en voor de marktgebieden waarin Organisatie X actief is en/of wil zijn. Organisatie X bestaat uit zes verschillende praktijken. Voor de verschillende praktijken zal telkens een afzonderlijke afnemersanalyse uitgevoerd worden. Specifieke doelstellingen van de afnemersanalyse zijn: het verkrijgen van inzichten in de kenmerken van (potentiële) afnemers en hun behoeften. Hierdoor kunnen duidelijke ‘customer pictures’ worden gemaakt. Dit wordt onderzocht door middel van bureauonderzoek en het bezoeken van gemeentehuizen in de centraal staande gemeenten.

Aangezien er binnen de afnemersanalyse al wordt ingegaan op enkele

belangrijke/relevante onderdelen van de bedrijfstakanalyse, wordt deze hierin opgenomen. Er wordt onderzoek gedaan naar macro-omgevingsfactoren (politieke ontwikkelingen), marktomvang en marktgroei, en bedrijfstakstructuurfactoren. De belangengroepen en concurrenten worden in de volgende stap meegenomen.

3. Wie zijn de concurrenten van Organisatie X en wat doen ze?

Deze deelvraag behandelt zowel de concurrentieanalyse als de distributie- en

leveranciersanalyse. Het doel van de concurrentieanalyse is het verkrijgen van inzicht in het toekomstige gedrag en de sterkten en zwakten van de concurrenten. Dit is van belang om de eigen relatieve sterkten en zwakten te kunnen formuleren. Door middel van bureauonderzoek wordt het hele assortiment van de concurrenten geanalyseerd. Tevens wordt gezocht naar inzichten in de huidige strategieën (marketingstrategie en de hantering van de marktinstrumenten), de prijsstrategie, de specialisaties en de grootte van deze kantoren.

Op basis van deze gegevens kunnen de succesbepalende factoren worden bepaald in het marktsegment, wat inzicht geeft in de sterkten en zwakten van de concurrenten. Er wordt naar concurrenten gezocht in de centraal staande gemeenten en de daaromheen liggende gemeenten waarvan de werkgebieden elkaar overlappen. De betreffende gemeenten zijn: Hellendoorn, Twenterand, Raalte, Zwolle, Staphorst en Coevorden. In deze gemeenten worden alleen de notariskantoren met een website meegenomen. Daarnaast is het van belang om andere partijen in de bedrijfstak onder de loep te nemen. In het geval van Organisatie X zullen dit belangengroepen zijn. Hier wordt gericht op het in kaart brengen van de relaties van Organisatie X met deze

belangengroepen. Vooral de intensiteit van en de soorten relaties zullen centraal staan en de manier waarop Organisatie X invulling hieraan geeft. Hiervoor worden interne organisatiebronnen en internet geraadpleegd.

4. Hoe verhouden de organisatorische kenmerken van Organisatie X zich met haar omgeving?

(11)

11 Voor het beoordelen van de efficiency van Organisatie X wordt gebruik gemaakt van een model van Cummings en Worley, namelijk het ‘Diagnosing Organizations’ op

organisatieniveau. De organisatie wordt beschreven aan de hand van de

designcomponenten: Strategie, Technologie, Structuur, Meetsystemen, HR-systemen en Cultuur. Daarbij wordt gekeken in hoeverre Organisatie X in staat is zich aan te passen om in te spelen op de veranderende omstandigheden en kansen op de markt.

Onder effectiviteit wordt verstaan het succes dat de onderneming heeft met het gevoerde beleid op de markt. Om de effectiviteit van Organisatie X te analyseren, wordt het raamwerk voor het selecteren van een strategie en ontwerp en het ‘Integrated Effectiveness Model’ (waarin de organisatiefocus wordt afgezet tegen de structuur) gebruikt, zoals deze door Daft wordt beschreven. Hier wordt aan de hand van Miles & Snow en Porter de strategie van Organisatie X getypeerd en hoe dat het

organisatieontwerp kan beïnvloeden. Achterliggende gedachte is inzicht te krijgen hoe de huidige strategie Organisatie X doeltreffend op haar omgeving afstemt.

5. Hoe kan Organisatie X inspelen op deze ontwikkelingen?

Bovenstaande deelvragen leveren inzichten op in interne sterkten en zwakten en externe kansen en bedreigingen van Organisatie X. Dit mondt uit in een SWOT-analyse. Hierin wordt nagedacht over de waardestrategie (keuzes maken over de wijze van concurreren) en de marketingstrategie (doelgroep en merkpositionering). Uit de SWOT-analyse worden overkoepelende alternatieven bedacht, om tot meer samenhangende opties te komen. Volgens Alsem bestaat de SWOT-analyse uit de volgende fasen:

• Kernpunten situatieanalyse

• Keuze waardestrategie

• Innovatieve marketingstrategieontwikkeling

• Selectiecriteria per alternatief (opties).

6. Op welke gebieden wil Organisatie X concurreren en hoe kunnen zij zich naar buiten toe profileren?

Eerst wordt gekeken naar de missie en worden de ondernemingsdoelstellingen

vastgelegd. Op basis hiervan wordt een ondernemingsstrategie gekozen. Dit gebeurt op één niveau (onderneming), aangezien Organisatie X een relatief kleine organisatie is. Aangezien de ondernemingsdoelstellingen van Organisatie X recent zijn geformuleerd, wordt gekeken of deze aangepast moeten worden. Op basis van deze

ondernemingsdoelstellingen kunnen marketingstrategieën geformuleerd worden. Dit behelst de keuze en segmentatie van doelgroepen en gewenste positionering van Organisatie X. Deze marketingstrategieën worden vertaald in een marketingtactiek, waarbij beslissingen worden genomen over de marktinstrumenten: product, prijs, plaats en promotie. Aandachtspunten bij de uitwerking van de marktinstrumenten zijn hoe Organisatie X haar doelgroepen kan benaderen en wat de mogelijkheden zijn voor het aanbieden van nieuwe diensten.

(12)

Het uiteindelijke doel van het onderzoek is om tot een strategie (voor de lange termijn) te komen hoe Organisatie X klantgericht op de lokale marktontwikkelingen kan inspelen en hoe ze hier haar organisatie op kan afstemmen. Daartoe wordt een situatieanalyse gemaakt, welke bestaat uit een intern en extern gedeelte. De interne analyse geeft inzicht in de huidige strategie en organisatie, terwijl de externe analyse informatie verschaft over de afnemers, de concurrentie en de bedrijfstak. Dit zal de huidige strategie, organisatie en het dienstenportfolio beïnvloeden. Op basis van deze nieuwe inzichten wordt een nieuwe strategie geformuleerd.

(13)

Hoofdstuk 2 Marktafbakening

Hoofdstuk 2 Marktafbakening

Hoofdstuk 2 Marktafbakening

Hoofdstuk 2 Marktafbakening

Bij een marktafbakening gaat het om het vaststellen van de markt waarop een onderneming momenteel actief is. Hierbij speelt de missie van de onderneming een belangrijke rol, aangezien daarin meestal wordt aangegeven op welke markt(en) een onderneming actief is/wil zijn. Dit is van belang om uiteindelijke het marktaandeel te kunnen berekenen. Vervolgens wordt de waardestrategie besproken. De waardestrategie geeft inzicht in hoe de onderneming zich positioneert. Dit is een belangrijk onderdeel van de te volgen marketingstrategie. Tot slot worden in § 2.3 de product-marktcombinaties geïdentificeerd, zodat aan de hand van de klantbehoeften een specifieke

marktafbakening gemaakt kan worden. § 2.1 De missie en visie van een organisatie § 2.1 De missie en visie van een organisatie§ 2.1 De missie en visie van een organisatie § 2.1 De missie en visie van een organisatie

Een missie is wat de onderneming nu is en doet, een visie is wat de onderneming in de toekomst wenst te bereiken (Klemm e.a., 1991). Eerst wordt de missie besproken en gedefinieerd, aangezien Organisatie X van hieruit aan kan geven wat in de toekomst bereikt dient te worden. Alsem onderscheidt vier soorten missies:

• De pure missie: weergave van langetermijndoelstellingen van de onderneming, gebaseerd op de filosofieën van het topmanagement.

• Strategische doelstellingen: globale weergave van de gewenste richting en posities.

• Gekwantificeerde planningsdoelstellingen: concrete doelstellingen voor een bepaalde periode.

• Definitie van de markt: afbakening van de breedte en activiteiten van een onderneming.(Klemm e.a., 1991)

Het formuleren van een missie heeft verschillende doelen. Het dwingt de organisatie tot een bezinning over haar activiteiten (What business are we in?), het vormt een

hulpmiddel bij het motiveren van het personeel en het creëert een bepaald imago naar buiten. Dit komt overeen met de definitie van Calfee, die beschrijft dat een missie de visie van een organisatie, haar gedeelde waarden en de reden voor bestaan is (Calfee, 1993). Cummings & Worley beschrijven de missie als een lange termijnsdoelstelling met daarin inbegrepen de aangeboden producten of services en welke markten bediend worden (Cummings & Worley, 2001).

De missie en doelstellingen van Organisatie X

Organisatie X stellen zich ten doel het op rendabele en professionele wijze exploiteren van de notariële praktijk in Hardenberg en Ommen. Het kantoor wil hoogwaardige notariële diensten verlenen op de volgende gebieden:

• Onroerend Goed Praktijk.

• Ondernemingsrecht / rechtpersonenrecht. • Agrarisch recht. • Personen- en familierecht. • Mediation / echtscheiding. • Boedelpraktijk. • Estateplanning.

(14)

Visie van Organisatie X

De visie van Organisatie X bestaat uit langetermijndoelen. Deze zijn als volgt geformuleerd:

• Kwalitatief hoogwaardige en professionele dienstverlening.

• Tevreden cliënten.

• Een continue relatie tussen cliënt en het kantoor.

• Continuïteit van het kantoor.

• Efficiënte bedrijfsvoering.

• Goed gekwalificeerde en gemotiveerde medewerkers. (Organisatie X, 2003)

De missie van Organisatie X is een combinatie van twee soorten missies, namelijk de strategische doelstellingen en een definitie van de markt. Er is sprake van een globale weergave van de gewenste richting en de breedte en activiteiten van de onderneming worden afgebakend. Organisatie X gaat niet in op eventuele nieuwe aanverwante dienstverlening, de afnemersgroepen en afnemersfuncties. De klantgroepen van Organisatie X zijn particulieren en bedrijven. Organisatie X ziet een notaris als een dienstverlener die er is voor de klant en niet als een noodzakelijk kwaad waar men niet omheen kan. Organisatie X wil aan haar omgeving het idee geven dat men langs kan komen als men problemen heeft op juridisch gebied. Organisatie X wil de klant meer bieden dan waar zij om vraagt, door het leveren van een totaaloplossing.

§ 2.2 Waardestrategie § 2.2 Waardestrategie§ 2.2 Waardestrategie § 2.2 Waardestrategie

Er zijn drie soorten waardestrategieën, namelijk: Product leadership, Operational excellence en Customer intimacy. Een onderneming moet eerst in alle drie strategieën een voldoende niveau te hebben, voordat uitgeblonken kan worden in één discipline. Aangezien Organisatie X van elke strategie onderdelen bevat, worden ze kort besproken. (Treacy & Wiersema, 1993)

Product leadership:

Dit houdt in dat een organisatie innovatieve, waarde toevoegende producten ontwikkelt. Deze organisatie richt zich hierbij op hoge kwaliteit, om zich te onderscheiden van (goedkopere) concurrenten.

Binnen het notariaat is geen sprake van continue innovatie, maar Organisatie X heeft zichzelf wel tot doel gesteld zich te onderscheiden op het gebied van kwaliteit. De

geboden kwaliteit moet blijken uit de tijd die Organisatie X voor haar klanten neemt, de brede aanwezige expertise en haar proactieve houding. Dit komt tot uiting door het aanbieden van een ‘one stop shopping’ mogelijkheid.

Operational excellence:

Zoals uit de naam blijkt blinkt deze strategie uit in het goed en efficiënt uitvoeren van alle bedrijfsprocessen. Dit heeft tot doel dat de klant zo min mogelijk kosten hoeft te maken, wat vaak gecombineerd wordt met een lage prijs. Kosten kunnen echter ook gedefinieerd worden als inspanningen om het product te kopen.

(15)

worden door de medewerkers. Door deze efficiënte bedrijfsprocessen houden de notarissen meer tijd over voor het bestuderen van de bijzonderheden in een casus. Customer intimacy:

Dit is een individuele klantbenadering, waarbij het verkrijgen van intieme relaties met de klant door het leveren van producten op maat en/of door een beleid dat helemaal is gericht op aandacht voor de individuele klant en klantentrouw voorop staat.

Organisatie X neemt tijd en aandacht voor haar klanten en is op zoek naar de dieper liggende problemen van haar klanten. Door het nemen van tijd voor de klant en het stellen van vragen, ontdekt Organisatie X waar de behoeften van de klant liggen. Verder zijn zaken vaak heel persoonlijk en verschillend per klant, waardoor er sprake is van het leveren van maatwerk. Tevens wordt er met de specifiekere, grote klanten het nodige gedaan aan relatiemanagement. Deze relaties worden gekenmerkt door duurzaamheid, kwaliteit en betrouwbaarheid. Kosten komen niet ter sprake. De customer intimacy benadering komt het meest overeen met wat Organisatie X wil bereiken.

§ 2.3 Marktafbakening § 2.3 Marktafbakening§ 2.3 Marktafbakening § 2.3 Marktafbakening

Bij de marktafbakening speelt de ministerieplicht een belangrijke rol. Dit houdt in dat Organisatie X in alle notariële diensten voorziet. Aangezien Organisatie X een kleine tot middelgrote onderneming is, is gekozen voor het uitvoeren van de marktafbakening op product/merkniveau. De marktafbakening bestaat uit een opsomming van de geleverde diensten/producten (tabel 2.1), de onderscheidden doelgroepen (tabel 2.2) en de product- en doelgroepcombinaties (bijlage 2.1).

Tabel 2.1 Omschrijving producten

1. Familiepraktijk: 1. Familiepraktijk:1. Familiepraktijk:

1. Familiepraktijk: 2. Onroerend Goed praktijk:2. Onroerend Goed praktijk:2. Onroerend Goed praktijk:2. Onroerend Goed praktijk: 1.1 Huwelijksvoorwaarden 2.1 Akte van levering 1.2 Samenlevingscontract 2.2 Hypotheek-/ leningsakten 1.3 Testament 2.3 Appartementensplitsing 1.4 Schenking 2.4 Recreatieparken 1.5 Flitsscheiding 1.6 Verdelingen 1.7 Meerderjarigenbewind/ curatele 3. Ondernemingspraktijk: 3. Ondernemingspraktijk:3. Ondernemingspraktijk:

3. Ondernemingspraktijk: 4. Boedelpraktijk:4. Boedelpraktijk:4. Boedelpraktijk:4. Boedelpraktijk:

3.1 Oprichting 4.1 Verklaring van erfrecht 3.2 Statutenwijziging 4.2 Verdelingen

3.3 Aandelenlevering 4.3 Successieaangifte 5. Agrarische praktijk:

5. Agrarische praktijk:5. Agrarische praktijk:

5. Agrarische praktijk: 4.4 Volledige afwikkelingen 5.1 Ontbinding maatschap

5.2 Opstellen contracten 5.3 Overdracht + hypotheek 5.4 Kavelruil

Tabel 2.2 Omschrijving doelgroepen

A. Partic A. ParticA. Partic

A. Particulierenulierenulierenulieren B. BedrijvenB. BedrijvenB. BedrijvenB. Bedrijven

A1. Particulieren B1. Woningbouwcorporaties A2. Vermogende particulieren B2. MKB-ondernemingen C. Agrariërs

C. AgrariërsC. Agrariërs

(16)

Hoofdstuk 3: De Afnemersanalyse

Hoofdstuk 3: De Afnemersanalyse

Hoofdstuk 3: De Afnemersanalyse

Hoofdstuk 3: De Afnemersanalyse

In dit hoofdstuk wordt de verzamelde informatie over de omgeving van Organisatie X besproken. Voor elke praktijk van Organisatie X is gezocht naar informatie waarin wordt aangegeven hoe groot het potentieel is voor de specifieke markt. Hierdoor kan Organisatie X beter inschatten welke trends er zich in de omgeving voordoen en hoe de omgeving van Organisatie X er specifiek uitziet. Per paragraaf wordt er een praktijk besproken, zoals die in het vorige hoofdstuk zijn genoemd. Per paragraaf worden de drie centraal staande gemeenten/markten besproken. Eerst wordt de gemeente Hardenberg besproken, daarna de gemeente Ommen en vervolgens de gemeente Dalfsen.

§ 3.1 Familiepraktijk § 3.1 Familiepraktijk§ 3.1 Familiepraktijk § 3.1 Familiepraktijk

§ 3.1.1 Inwoners/huishoudens Hardenberg

Eind 2007 telde de gemeente Hardenberg 58.105 inwoners, wat tevens het eerste jaar was dat de 58.000 grens werd gepasseerd. Na een periode van matige groei zal in de toekomst het aantal inwoners echter gestaag afnemen. De meerpersoonshuishoudens met kinderen is de grootste groep met een aantal van 9652. Dit is ongeveer 45% van het totaal. De kleinste groep zijn de eenpersoonshuishoudens met een aantal van 5002. Dit is ongeveer 23% (bijlage 3.1) (CBS, 2008).

In bijlage 3.3 zijn twee tabellen opgenomen over de leeftijdsverdeling van de gemeente Hardenberg. Hierin valt af te lezen dat de groep jongeren tot en met 19 jaar naar verhouding iets groter is ten opzichte van Overijssel en heel Nederland. Daarnaast valt op dat de leeftijdsgroep 20 tot en met 39 naar verhouding juist kleiner is ten opzichte van heel Nederland. Daarnaast kan geconcludeerd worden dat bij zowel de mannen als de vrouwen de leeftijdsgroep 40 – 49 het grootst is. De groep 20 – 29 jarigen is relatief klein (CBS, 2007). Waarschijnlijk heeft dit te maken met jongeren die op zichzelf of op kamers gaan wonen en dit buiten de gemeente Hardenberg doen.

Ommen

Het aantal inwoners is de laatste jaren gestaag gegroeid. Het is echter de verwachting dat in de toekomst het aantal inwoners gestaag zal dalen (bijlage 3.4) (CBS, 2008). In 2025 wonen er nog 15.718 inwoners (bijlage 3.5) (CBS, 2008). In 2006 waren er in totaal 6686 particuliere huishoudens met een gemiddelde huishoudensgrootte van 2,55. De grootste groep betreft hier de meerpersoonshuishoudens met kinderen. Dit is een aandeel van 41%. De kleinste groep zijn de eenpersoonshuishoudens, met ongeveer 25,9% (Vos e.a., 2004).

Uit bijlage 3.6 blijkt dat het aantal jongeren tot en met 19 jaar gestaag afneemt. In 2005 was deze groep nog goed voor 25,48%, in 2008 is deze 24,36%. Hieruit blijkt dat het totale aantal inwoners toeneemt, maar het aantal jongeren juist afneemt. De groep van 20 – 65 jaar is met afgerond 60% logischerwijs de grootste groep. Verhoudingsgewijs is deze groep even groot als in Overijssel en iets minder groot vergeleken met het landelijk gemiddelde. Binnen deze leeftijdscategorie is de groep van 40 – 54 jaar de grootste groep met ongeveer 23% van de totale bevolking. De groep met 65-plussers is

(17)

de toekomst groter wordt, zoals blijkt uit de voorspellingen van het woningmarktonderzoek.

Dalfsen

In de gemeente Dalfsen is sprake van een gestage groei qua bevolking (bijlage 3.7). In de toekomst zal de gemeente Dalfsen echter krimpen qua inwonertal (bijlage 3.8). Het aantal huishoudens stijgt echter. De groep meerpersoonshuishoudens met kinderen is het grootst en vertegenwoordigen 45,6% van de bevolking. De kleinste groep, de

eenpersoonshuishoudens, vertegenwoordigen 21,8% van de bevolking. Dit aandeel wordt echter wel steeds groter (CBS, 2008). Op basis van deze cijfers kan verwacht worden dat waarschijnlijk het aantal huishoudens blijft groeien, maar de gemiddelde huishoudens kleiner zullen zijn, vanwege het groeiende aantal eenpersoonshuishoudens (Driessen e.a., 2007).

Het aantal jongeren neemt ook in Dalfsen gestaag af. Wel is deze groep

verhoudingsgewijs relatief groot in vergelijking met Ommen, Overijssel en Nederland en vergelijkbaar met Hardenberg. De middengroep schommelt rond de 58%. Deze groep is qua aantallen wel gegroeid, maar in percentages licht gedaald. De groep 65-plussers is juist gestegen en maakt ongeveer 15% deel uit van de bevolking. Qua levensfase is de gemeente Dalfsen goed vergelijkbaar met de gemeente Hardenberg (CBS, 2008)

Al met al kan gesteld worden dat de bevolking de komende jaren relatief stabiel blijft en na verloop van tijd licht zal gaan dalen. Deze ontwikkeling is zichtbaar in alle drie de onderzochte gemeenten. Verder kan gesteld worden dat in alle drie de gemeenten de groep met meerpersoonshuishoudens met kinderen het grootst is. In alle drie de gemeenten schommelt deze groep rond de 45% van de totale bevolking. De gemeenten zullen in de toekomst gaan vergrijzen, met name in Ommen. Hardenberg en Dalfsen ontgroenen minder hard dan landelijk het geval is. Dit komt door de leeftijdsopbouw.

Bevolkingsontwikkeling tot 2025 0 10000 20000 30000 40000 50000 60000 70000 2007 2008 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 Tijd (in jaren)

In w o n e rs

Hardenberg Ommen Dalfsen

§ 3.1.2 Geboortes Hardenberg

(18)

Ommen

In Ommen is het beeld minder eenduidig. Per jaar schommelt het aantal geboortes. Het jaar 2005 was het meest vruchtbare jaar, terwijl 2006 juist weer een mager jaar was met 177 geboortes. Al met al kan gesteld worden dat het aantal geboortes in de gemeente Ommen rond de 200 per jaar ligt (bijlage 3.11) (CBS, 2008).

Dalfsen

Vanaf 2001 tot en met 2003 is er sprake van een lichte groei in het aantal geboortes. Daarna neemt het aantal geboortes af tot 307 in 2006. De geboortes per jaar schommelen tussen de 300 en de 350 (bijlage 3.12) (CBS, 2008).

Al met al is er sprake van een redelijk stabiel aantal geboortes. De trend is echter wel dat het aantal geboren kinderen gestaag zal afnemen in de toekomst.

Bevolkingsontwikkeling: Geboortes 0 200 400 600 800 1000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 Tijd in jaren G e b o o rt e s

Hardenberg Ommen Dalfsen

§ 3.1.3 Huwelijken/samenwonen

Onder huwen wordt verstaan de burgerlijke staat die ontstaat na sluiting van een huwelijk of het aangaan van een geregistreerd partnerschap. In de genoemde getallen zitten ook de mensen inbegrepen die gescheiden zijn van tafel en bed, aangezien zij formeel nog getrouwd zijn. Voor het gemak wordt gesproken over het aantal huwelijken. Hardenberg

De afgelopen periode is er een daling te zien in het aantal huwelijkssluitingen (bijlage 3.13 & 3.17). Verder blijkt dat bijna de helft (47%) van de bevolking getrouwd was in 2007. In de twee voorgaande jaren bleek dit 48% en 47% te zijn. Hieruit blijkt dat het aantal getrouwde/samenwonende paren constant is. Verder blijkt dat uit de groep van 20 tot 65 jaar dat ongeveer 2/3 getouwd is. Dit is een constant aantal. Ook de groep met 65-plussers laat een constant beeld zien, waarin ongeveer 62% getrouwd is (bijlage 3.14) (CBS, 2008).

Ommen

In de gemeente Ommen is er wat betreft huwelijkssluitingen een wat minder evenwichtig beeld de laatste jaren. Na een aantal jaren met een daling, gaat het de laatste jaren weer bergopwaarts (bijlage 3.15) (CBS, 2008).

(19)

65 jaar laat over de jaren 2005 tot en met 2007 een lichte daling zien. Het totale aantal gehuwden daalt van 66% naar 64%. De groep 65-plussers laat een constant beeld zien. Over de laatste drie jaar was er een minieme stijging van 60% naar 61% (CBS, 2008). Dalfsen

Het aantal huwelijkssluitingen in Dalfsen geeft een verschillend beeld. Het algemene beeld is echter dat het aantal huwelijkssluitingen de afgelopen jaren zijn gedaald. Zo werden er in 2002 nog 130 huwelijken gesloten. Sinds 2003 schommelt dit aantal rond de 120 (bijlage 3.16) (CBS, 2008).

In de gemeente Dalfsen is de helft van de bevolking getrouwd, namelijk 49% a 50%. Van de groep 20 tot 65 jaar is ongeveer 70% getrouwd. De groep van de 65-plussers laat de afgelopen jaren een constant beeld zien met 64% (CBS, 2008).

Het aantal huwelijken dat per jaar wordt afgesloten slinkt en verder blijkt ongeveer de helft van de totale bevolking in Hardenberg, Ommen en Dalfsen getrouwd te zijn. Dit blijkt tevens ook een stabiel aantal te zijn, al zit er wel een heel lichte dalende trend in.

Aantal huwelijken per jaar

0 50 100 150 200 250 300 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 Tijd in jaren H u w e li jk e n

Hardenberg Ommen Dalfsen

§ 3.1.4 Echtscheidingen

De genoemde getallen bij echtscheidingen gaan uit van het aantal mensen waarvan de burgerlijke staat die na ontbinding van een huwelijk door echtscheiding, of na de ontbinding van een geregistreerd partnerschap anders dan door het overlijden van de partner, ontstaat. Daarna wordt het aantal scheidende personen per jaar besproken. Een opvallend punt is dat vaak het aantal gescheiden mannen en vrouwen per jaar van elkaar verschilt. Dit komt doordat niet ieder paar, dat gaat scheiden, in Nederland woont. Een andere verklaring zou het homohuwelijk kunnen zijn.

Hardenberg

Het aantal gescheiden personen is de afgelopen 3 jaar qua aantal toegenomen. Het percentage ten opzichte van de totale bevolking is echter constant gebleven op 3%. In de groep van 20 tot 65 jaar is het aantal gescheiden personen toegenomen, al is het aantal scheidingen procentueel gezien constant, ongeveer 4% tot 5%. De groep 65-plussers laat een constant beeld zien, ongeveer 3% is gescheiden (bijlage 3.14). Vanaf het jaar 2001 was er een daling zichtbaar in het aantal gescheiden personen per jaar. Sinds 2005 is er echter weer sprake van een stijging. In totaal zijn er sinds 2001 766 personen

(20)

Ommen

In Ommen neemt het totale aantal gescheiden personen toe en dit komt per jaar neer op 3% van de totale bevolking. Bij de twee oudste bevolkingsgroepen stijgt het aantal gescheiden personen per jaar, maar procentueel blijft het gelijk. Van de 20 tot 65 jarigen is 5% gescheiden en van de 65-plussers is 3% gescheiden. Het aantal van echt scheidende mannen en vrouwen laat sinds 2000 een lichte stijging zien. In de jaren 2005 en 2006 is het aantal gescheiden mannen en vrouwen een stuk lager dan in de voorgaande jaren. In totaal zijn er sinds 2000 124 mannen gescheiden en 122 vrouwen. In totaal zijn dit 246 personen (CBS, 2008).

Dalfsen

Ook in Dalfsen neemt het aantal gescheiden personen toe. Zowel bij de groep 20 tot 65-jarigen en de 65-plussers neemt het aantal gescheiden personen gestaag toe. Bij beide groepen is het percentage gescheiden personen ongeveer 3%.Sinds 2001 is het aantal gescheiden personen per jaar redelijk constant. Het totaal per jaar ligt om en nabij de 55 personen. Sinds 2001 zijn er 165 mannen en 151 vrouwen. Dit betekend dat er 316 personen zijn gescheiden sinds 2001 (bijlage 3.16) (CBS, 2008).

Het algemene beeld dat naar voren komt is dat er sprake is van een lichte stijging in het aantal echtscheidingen per jaar in de gemeente Hardenberg. In Ommen en Dalfsen schommelen deze cijfers wat meer. Verder valt op dat het aantal gescheiden personen procentueel gezien stabiel blijft.

Aantal gescheiden personen per jaar

0 50 100 150 200 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 Tijd in jaren A a n ta l g e s c h e id e n p e rs o n e n

Hardenberg Ommen Dalfsen

§ 3.1.5 Overlijden Hardenberg

Het aantal sterfgevallen per jaar laat een stabiel beeld zien en schommelt tussen de 430 en 480 per jaar. In totaal zijn er sinds 2000 5657 personen gestorven, waarvan 2558 mannen en 2458 vrouwen. De verdeling van sterfgevallen over 2007 is op dit tijdstip niet bekend (bijlage 3.18) (CBS, 2008).

Ommen

(21)

Dalfsen

In de gemeente Dalfsen is het aantal sterfgevallen de laatste jaren toegenomen. Tot 2003 schommelde het aantal sterfgevallen rond de 180, hierna is dit rond de 200 sterfgevallen per jaar. In de periode vanaf 2001 zijn er in totaal 1304 personen overleden, waarvan 641 mannen en 498 vrouwen. Ook hier is de verdeling van de sterfgevallen over 2007 nog niet bekend (bijlage 3.20) (CBS, 2008).

Ondanks dat het aantal sterfgevallen per jaar nogal kan fluctueren, zijn er geen echt grote uitschieters. Wel kan worden geconstateerd dat er een licht stijgende lijn zit in het aantal sterfgevallen per jaar.

Bevolkingsontwikkeling: Overledenen 0 100 200 300 400 500 600 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 Tijd in jaren O v e rl e d e n e n

Hardenberg Ommen Dalfsen

§ 3.2 Onroerend Goed Praktijk § 3.2 Onroerend Goed Praktijk§ 3.2 Onroerend Goed Praktijk § 3.2 Onroerend Goed Praktijk

In deze paragraaf wordt ingegaan op het terrein van de onroerend goed praktijk. Belangrijke ontwikkeling voor de onroerend goed praktijk zijn de nieuw te bouwen huizen. Hoeveel worden er per gemeente gebouwd en welk deel daarvan worden koopwoningen? Daarnaast wordt gekeken welke doelgroepen de gemeenten voor ogen hebben bij het bouwen. Centraal in de paragraaf staat wat het potentieel voor

Organisatie X voor de nabije toekomst is in de gemeenten Hardenberg, Ommen en Dalfsen.

§ 3.2.1 Hardenberg

Woningvoorraad periode 2003 – 2007

De woningvoorraad van de gemeente Hardenberg is gericht op gezinnen en heeft starters, senioren en alleenstaanden weinig te bieden. Dit blijkt uit de vele vrijstaande woningen. Daarnaast blijkt uit het woningmarktonderzoek dat er een tekort was aan woningen in de periode 2003 – 2007. Er was een vraagoverschot naar woningen van 56%, wat neer komt op 2134 woningen (bijlage 3.21). Dit betekent dat er per jaar 427

woningen bijgebouwd moesten worden. De vraagdruk is het grootst bij senioren- en koopwoningen boven de €400.000, tussen de €225.00 en de €300.000 en onder de €175.000. De woningbehoefte wordt steeds belangrijker aangezien de gemeente haar woningbeleid wil afstemmen op het marktprincipe van vraag en aanbod.

(22)

draagkrachtigen vooral geïnteresseerd zijn in huurwoningen (Gemeente Hardenberg, 2004).

Inmiddels zijn er 1.063 woningen gerealiseerd (bijlage 3.22). Met het aantal dat in 2008 volgens het nieuwbouwprogramma bijgebouwd zal worden, komt men over het begrootte aantal woningen heen (bijlage 3.23). Dit betekent dat de gemeente Hardenberg de achterstand in de woningproductie heeft weggewerkt.

Toekomstig woonplan

De gemeente wil zich nu meer toeleggen op de programmering en segmentering van de toekomstige woningbouwopgave. Daarbij vind de gemeente het belangrijk dat

woningzoekenden meer keuzevrijheid wordt geboden in de vorm van vrije kavels en (collectief) particulier opdrachtgeverschap. Voor het nieuwbouwprogramma kiest de gemeente voor een programma van 300 woningen per jaar. Dit betreft het bouwen voor de gezinsverdunning (gemiddeld ongeveer 150 woningen per jaar), vervanging

(gemiddeld ongeveer 50 woningen per jaar) en de ambitie (gemiddeld ongeveer 100 woningen per jaar) in Hardenberg. Dit om een vestigingsoverschot te creëren. Voor de looptijd van het huidige woonplan (2008 tot en met 2012) gaat het om 1.500 woningen. In bijlage 3.24 is een tabel opgenomen met daarin het jaarlijkse nieuwbouwprogramma. Hieruit blijkt dat ruim 1/3e van alle nieuwe woningen een huurwoning zal zijn

(Gemeente Hardenberg, 2008). Visie op woonbeleid

De gemeente Hardenberg vindt dat de aanbieders en vragers de eerste

verantwoordelijkheid hebben op de woningmarkt. Het beleid van de gemeente richt zich alleen op verbetering van de werking van de lokale woonmarkt, waar dat nodig mocht zijn. Hierbij wordt vooral gericht op hulpbehoevenden, starters op de woningmarkt en de minder draagkrachtigen. Verder heeft de gemeente in oktober 2004 een ‘Platform

Wonen’ opgericht, om een breder draagvlak te creëren en meer helderheid over de gemeentelijke keuzes te krijgen. De gemeente streeft naar goede relaties met deze beleidspartners (Gemeente Hardenberg, 2008). De belangrijkste partners zijn de

woningcorporaties Beter Wonen Vechtdal en de Veste. Beiden bezitten het grootste deel van de huurvoorraad in de gemeente. De andere deelnemers zijn opgenomen in bijlage 3.25. Het is een gemiste kans dat Organisatie X geen zitting heeft in dit platform.

Uitgangspunten voor de toekomst zijn dat de woningbouw zich concentreert in de kernen Hardenberg en Dedemsvaart, de gemeente meer jongeren naar Hardenberg wil trekken, ouderen langer zelfstandig moeten kunnen wonen en mensen met hogere inkomens wil binden in Hardenberg.

§ 3.2.2 Ommen

Van de gemeente Ommen zijn alleen cijfers over de afgelopen periode (2003 – 2007). Tijdens het schrijven van dit document zijn waren er nog geen cijfers over de toekomst. Woningmarktonderzoek

In mei/juni 2003 is er in de gemeente Ommen een woningmarktonderzoek gehouden. Dit onderzoek is gehouden door het SGBO, Onderzoeks- en Adviesbureau van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Dit omdat de gemeente Ommen een nieuwe

(23)

Uit het woningmarktonderzoek bleek dat de vraag naar woningen 33% groter is in de periode 2003 – 2007 dan het aanbod. Dit betekent dat er een woningtekort is van 370, wat neerkomt op ongeveer 75 woningen per jaar. De tekorten zijn het grootst bij de etagewoningen, seniorenwoningen en vrijstaande woningen (bijlage 3.27). Verder is het vraagoverschot in de huursector iets groter dan in de koopsector. De verhuisgeneigdheid van de afgelopen 5 jaar was 13%. De grote meerderheid(85%) van deze doorstromers wilde binnen de gemeente Ommen blijven wonen.

Uit het woningmarktonderzoek is gebleken dat de gemeente Ommen de volgende doelgroepen kan onderscheiden waar zij rekening mee moet houden:

• De seniorenhuishoudens, vanaf 55 jaar.

• De startende huishoudens, meestal 1 of 2 persoonshuishouden met relatief laag inkomen.

• De minder draagkrachtigen. Deze groep is in Ommen 31% groot. Dit zijn vaak 55-plussers en eenoudergezinnen.

Woonbeleid

Over de periode 2003 – 2004 moeten nog 230 woningen gebouwd mochten worden (bijlage 3.28), aangezien er in de periode ervoor minder is gebouwd dan was toegestaan door de provincie Overijssel. Voor 2005 – 2009 is er een contingent van 250 woningen, wat neer komt op 50 woningen per jaar. Tot 2007 mogen er dus 380 woningen

bijgebouwd worden. In bijlage 3.29 staan de nieuwbouwplannen voor de periode 2003 – 2007 vermeld. Het betreft hier woningen die al in ontwikkeling zijn.

Wanneer wordt gekeken naar de tabel uit bijlage 3.29 blijkt dat, als het voorziene bouwprogramma daadwerkelijk wordt gerealiseerd, er sprake is van een overschot aan twee-onder-een-kapwoningen en rijtjeswoningen. Dat terwijl het berekende grote tekort aan etagewoningen en seniorenwoningen nauwelijks tot niet wordt teruggebracht. De gemeente wil naar aanleiding van deze cijfers de bouwplannen in Alteveer wijzigen, door zoveel mogelijk vrijstaande woningen en twee-onder-een-kapwoningen te vervangen door vooral etagewoningen voor starters, huishoudens met een laag inkomen en

alleenstaanden.

Na het realiseren van de 294 woningen, resteert er voor de periode 2003 – 2007 nog een contingent van 86 woningen (380 – 294). Dit contingent is voor de gemeente niet groot genoeg om het vraagoverschot weg te nemen. De gemeente zal bij de provincie pleiten voor extra contingent. Er is een contingent van 40 woningen nodig, aangezien het vraagoverschot 126 bedraagt (bijlage 3.30).

§ 3.2.3 Dalfsen

In Dalfsen is er sinds 2002 weinig bijgebouwd, waardoor de woningvoorraad bijna gelijk is gebleven (9560 woningen). Het overgrote deel van de woningen bestaat uit grote, grondgebonden woningen, wat neerkomt op 93% van het totale aantal woningen. Slechts 2% van de woningen bestaat uit gestapelde bouw. De overige woningen zijn senioren- en aanleunwoningen. Volgens een onderzoek van de NVM uit november 2002 ziet de

(24)

Woonwensen

Daarnaast zijn de woonwensen van de verschillende doelgroepen onderzocht. De

verhuisneiging is de afgelopen jaren gelijk gebleven met 14%, waarvan de meerderheid binnen de gemeente wil blijven wonen. Het blijkt dat over de periode 2002 tot en met 2006, sprake is van een vraagoverschot in de woningmarkt. Er is sprake van een aanvullende woningbehoefte van meer dan 120 woningen per jaar. Er is vooral vraag naar koopwoningen tot €300.000, goedkopere huurwoningen (tot €368), etagewoningen, twee-onder-een-kap, en seniorenwoningen. In het bijzonder voor starters en senioren heeft de woningmarkt weinig te bieden.

Verder valt op dat onder de woningzoekenden veel ouderen zijn. Een kwart van hen is uit de leeftijdscategorie 66 tot en met 75 jaar. Vooral 75-plussers willen snel verhuizen, terwijl de verhuisgeneigdheid onder de ‘jongere ouderen’ (vanaf 56 jaar) veel minder groot is. Daarbij hebben zij een voorkeur voor seniorenwoningen, zowel in een appartementencomplex als met een kleine voortuin. Naarmate de leeftijd toeneemt, neemt ook de voorkeur toe voor een huurhuis. Voor 40 tot 50% van de 56-plussers is €500 de bovengrens en voor 10 tot 20% is €750 de maximale huurprijs.

Van de bij de woningbouwvereniging ‘Vechthorst’ ingeschreven woningzoekenden is 17% jonger dan 25 jaar. Daarvan wil 38% binnen een jaar verhuizen. Van de overige inwoners is de groep jonger dan 25 jaar de grootste groep met een verhuiswens, namelijk 15% wil binnen een jaar verhuizen en 19% tussen de twee en drie jaar. Daarvan heeft 75% de voorkeur voor een koophuis tussen de €160.000 en €200.000. Voor jongeren die vanuit het ouderlijk huis willen verhuizen naar een eigen woning, is er te weinig keus. Tevens geld dat er te weinig kleinere woningen zijn voor alleenstaanden. Van de jonge gezinnen die bij Vechthorst ingeschreven staan, wil 41% binnen een jaar verhuizen, waarbij ze een voorkeur hebben voor een huurwoning. Bij de overige respondenten (niet ingeschrevenen bij Vechthorst) tussen de 26 en 35 jaar wil het overgrote deel een koopwoning tussen de €160.000 en de €320.000.

In 2005 heeft de gemeente Dalfsen prestatieafspraken gemaakt met de provincie Overijssel, welke zijn ogenomen in het regionaal convenant Versnelling Woningbouw 2005 tot en met 2009. Dit komt naast het reguliere programma voor Dalfsen, wat betekent dat de aantallen te bouwen woningen die in de vorige programma’s niet zijn gerealiseerd worden meegenomen voor de volgende periode. In totaal zullen er in de periode 2005 tot en met 2009 965 woningen worden gerealiseerd. De versnelling van de woningbouw zal worden gerealiseerd in de plaatsen Lemelerveld en Nieuwleusen. In 2007 tot en met 2009 worden er nog 465 woningen gebouwd.

Al met al kan gesteld worden dat er in de drie gemeenten bouwplannen en –projecten zijn. Tevens zijn de drie gemeenten te veel ingericht op gezinnen, waardoor er nu meer gericht wordt ouderen, starters en de lage inkomens. Met name de ouderen en de lage inkomens zullen geïnteresseerd zijn in huurwoningen. In Ommen zijn mede hierdoor bouwplannen gewijzigd. De vraag naar huurwoningen zal waarschijnlijk gaan stijgen, wat nadelig is voor Organisatie X. Echter, zoals uit de tabellen in de bijlagen blijkt, wordt er nog steeds veel koopwoningen gebouwd (Driessen e.a., 2007).

§ 3.3 Ondernemingspraktijk § 3.3 Ondernemingspraktijk§ 3.3 Ondernemingspraktijk § 3.3 Ondernemingspraktijk

(25)

zijn in opkomst qua populariteit en verder om een indicatie te geven hoeveel

ondernemingen er in het werkgebied van Organisatie X zijn. Hierdoor kan het potentieel aan bedrijven inzichtelijk worden gemaakt. De cijfers worden in het volgende hoofdstuk naast het aantal oprichtingen van Organisatie X gelegd.

§ 3.3.1 Ondernemingen

Er zijn nogal wat verschillende cijfers van verschillende bronnen over het aantal gevestigde bedrijven in de gemeenten Hardenberg, Ommen en Dalfsen. Het is op basis daarvan dan ook niet met zekerheid te zeggen hoeveel bedrijven er exact zijn. Wel kan er een goede indicatie worden gegeven.

Hardenberg

Volgens de ‘Gemeente op Maat’ zijn er in Hardenberg 3100 bedrijfsvestigingen. Bijna 1/3 deel van deze vestigingen behoren bij de landbouwsector. Onder winning en nijverheid wordt delfstoffenwinning, industrie, openbare voorzieningsbedrijven en bouwnijverheid verstaan. De niet commerciële dienstverlening bestaat uit onderwijs, openbaar bestuur & sociale verzekeringen, gezondheidszorg en cultuur, recreatie en overige

dienstverlening (bijlage 3.31). De Kamer van Koophandel geeft een verschillend beeld van het aantal ondernemingsvestigingen. Volgens deze cijfers telt de gemeente

Hardenberg 5050 ondernemingen, verenigingen en stichtingen, waarvan er 4213 ondernemingen zijn en 837 verenigingen en stichtingen zijn (bijlage 3.32). Dit verschil kan gedeeltelijk verklaard worden doordat voor het rapport van de ‘Gemeente op Maat’ gebruik is gemaakt van cijfers uit het jaar 2006 en de cijfers van de Kamer van

Koophandel uit het jaar 2008 komen. Het blijft echter een groot verschil. Aangezien de cijfers van de Kamer van Koophandel het meest recent zijn, wordt verder met deze cijfers gewerkt.

Volgens de informatie van de Kamer van Koophandel blijkt dat er drie

rechtspersoonlijkheidvormen veelvoorkomend zijn. Het meest voorkomend is de Eenmanszaak, op de voet gevolgd door de Besloten Vennootschap en op enige afstand gevolgd door de Vennootschap onder Firma. Tevens blijkt dat deze ondernemingsvormen ook de afgelopen periode, vanaf 2000 tot en met 2007, het meest opgericht worden

(bijlage 3.33). De afgelopen jaren heeft zich op dit gebied dus geen verandering voorgedaan. Daarnaast valt op dat alle Naamloze Vennootschappen en bijna alle Commanditaire Vennootschappen in de periode na 2000 zijn opgericht (KvK, 2008). Ommen

Volgens de cijfers van ‘Gemeente op Maat’ zijn er in Ommen in totaal 1175

bedrijfsvestigingen. Hier blijken de commerciële dienstverlening en de landbouw de grootste sectoren te zijn (bijlage 3.34). Volgens de verkregen informatie van de Kamer van Koophandel zijn er in april 2008 1826 ondernemingen, stichtingen en verenigingen. Hiervan zijn er 1493 ondernemingen en 334 stichtingen en verenigingen (bijlage 3.35). De Besloten Vennootschap is de meest voorkomende ondernemingsvorm te zijn gevolgd door de eenmanszaak en op enige afstand gevolgd door de Vennootschap onder Firma. De afgelopen jaren was de Eenmanszaak de meest voorkomende ondernemingsvorm. Deze is de laatste jaren dus ingelopen op de Besloten Vennootschap (bijlage 3.36) (KvK, 2008).

(26)

Ook hier is er sprake van verschillende cijfers over het aantal gevestigde

ondernemingen. Landbouw en commerciële dienstverlening zijn de grootste sectoren en vertegenwoordigen samen ¾ van alle gevestigde bedrijven (bijlage 3.37). In Dalfsen is er een zelfde beeld als in Ommen als je kijkt naar de ondernemingvormen. Ook hier is de Besloten Vennootschap de meest populaire ondernemingsvorm, gevolgd door de

Eenmanszaak en de Vennootschap onder Firma (bijlage 3.38). Dit beeld trekt zich ook door naar de nieuw opgerichte ondernemingsvormen van de afgelopen periode (bijlage 3.39). Verhoudingsgewijs groeien de eenmanszaken echter het snelst (KvK, 2008).

§ 3.3.2 Stichtingen & Verenigingen

Er is tevens gezocht naar het aantal stichtingen en verenigingen. Deze worden hieronder per gemeente besproken.

Hardenberg

In de gemeente Hardenberg zijn er in totaal 384 stichtingen, 388 verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid en 65 verenigingen met beperkte rechtsbevoegdheid. In de periode 2000 – 2007 zijn er 204 nieuwe stichtingen ingeschreven, 91 verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid en 52 verenigingen met beperkte rechtsbevoegdheid (KvK, 2008). Gemiddeld zijn dit 25 stichtingen, 11 verenigingen met volledige en 7 met beperkte rechtsbevoegdheid per jaar. Dit betekent dat vooral het aantal opgerichte stichtingen de laatste jaren explosief is gestegen.

Ommen

In de gemeente Ommen zijn er in totaal 161 stichtingen, 155 verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid en 17 verenigingen met beperkte rechtsbevoegdheid. In de periode 2000 – 2007 zijn er 84 nieuwe stichtingen ingeschreven, 31 verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid en 10 verenigingen met beperkte rechtsbevoegdheid (KvK, 2008). Gemiddeld per jaar zijn dat er 10, 3 en 1. Ook hier blijkt weer dat het aantal stichtingen de afgelopen periode sterk is toegenomen en sneller groeit dan het aantal verenigingen. Dalfsen

In de gemeente Dalfsen zijn er in totaal 212 stichtingen, 203 verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid en 27 verenigingen met beperkte rechtsbevoegdheid. In de periode 2000 – 2007 zijn er 107 stichtingen, 42 verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid en 19 verenigingen met beperkte rechtsbevoegdheid ingeschreven (KvK, 2008). Gemiddeld per jaar zijn dit er 13, 5 en 2. Er kan gesteld worden dat het aantal stichtingen sterk is gegroeid de afgelopen periode. Verder is het opvallend dat er van de 27 verenigingen met beperkte rechtsbevoegdheid er de afgelopen periode 19 zijn opgericht.

§ 3.4 Agrarische Praktijk § 3.4 Agrarische Praktijk§ 3.4 Agrarische Praktijk § 3.4 Agrarische Praktijk

Ook voor de agrarische praktijk is het van belang in te schatten hoe groot het potentieel is aan agrarische bedrijven. Bij deze agrarische bedrijven kan worden gedacht aan akkerbouw, melkrundvee, (landbouw)loonbedrijven, varkensfokkerijen,

varkensmesterijen enzovoort. Interessant is hoe groot deze markt is en wat er nog voor Organisatie X binnen valt te halen. Er is voor het vinden van informatie gebruik gemaakt van verschillende bronnen. Deze bronnen geven echter verschillende

informatie, zodat er niet een eenduidig beeld ontstaat over de grootte van de agrarische sector in de centraal staande marktgebieden. Verder wordt ook in deze paragraaf een indeling gemaakt voor Hardenberg, Ommen en Dalfsen.

(27)

Zoals blijkt uit bijlage 3.31 waren er in 2006 920 ondernemingen actief in de gemeente Hardenberg. Hieronder vallen echter ook bedrijven in de bosbouw en visserij. Volgens andere cijfers (ook van het CBS) waren er in 2004 en 2005 respectievelijk 856 en 854 ondernemingen in de agrarische sector actief. Dit zou betekenen dat er in één jaar tijd 66 ondernemingen bij zouden zijn gekomen. Volgens gegevens van de gemeente zelf echter zijn er op dit moment in de agrarische sector 973 ondernemingen actief. Volgens de gemeente Hardenberg is er sprake van een stabiel aantal en veranderd er qua aantallen bedrijven niet veel. Er komen er per jaar een aantal bij en er gaan er ook weer een aantal af. Er kan hier dus geen eenduidig beeld over gegeven worden.

Ommen

In Ommen is een duidelijk beeld dat het aantal agrarische ondernemingen aan het dalen is. Sinds 1994 is het aantal bedrijven dat actief was in de agrarische sector met 214 bedrijven gedaald. Dit komt neer op ongeveer 18 bedrijven per jaar (bijlage 3.40). Volgens de cijfers van ‘Gemeente Op Maat 2006’ waren er 430 bedrijven actief in de agrarische sector. Zoals eerder vermeld worden hier echter ook bedrijven die actief zijn in de bosbouw en visserij in meegenomen.

Dalfsen

Ook hier blijkt dat het aantal bedrijven in de agrarische sector daalt (bijlage 3.41). Het feit dat er in 2001 ineens een hoger aantal bedrijven staat, komt vanwege de

gemeentelijke herindeling dat jaar. In dat jaar is de gemeente Nieuwleusen opgegaan in de gemeente Dalfsen. In de periode voor 2001 daalde het aantal bedrijven met ongeveer 9 per jaar. Na het jaar 2001 daalt het aantal bedrijven met gemiddeld 26 per jaar. Deze daling is dus sterker geworden na de gemeentelijke herindeling. In 2006 waren er

(28)

Hoofdstuk 4 Koppeling markt en

Hoofdstuk 4 Koppeling markt en

Hoofdstuk 4 Koppeling markt en

Hoofdstuk 4 Koppeling markt en Organisatie X

Organisatie X

Organisatie X

Organisatie X

Dit hoofdstuk heeft tot doel om meer informatie over klanten te achterhalen. Er zal een vergelijking worden gemaakt met de gevonden informatie die is gepresenteerd in het derde hoofdstuk en met de verkoopgegevens van Organisatie X en met gegevens van het Kadaster. Dit zal voornamelijk worden besproken in de eerste paragraaf. Vervolgens wordt onderzocht welke behoeften Organisatie X wil en kan afdekken en wat er binnen Organisatie X bekend is van haar klanten. Deze informatie wordt verdeeld over vier paragrafen.

§ 4.1 Wie zijn de huidige en potentiële klanten van § 4.1 Wie zijn de huidige en potentiële klanten van § 4.1 Wie zijn de huidige en potentiële klanten van

§ 4.1 Wie zijn de huidige en potentiële klanten van Organisatie XOrganisatie XOrganisatie XOrganisatie X????

Deze paragraaf is opgedeeld in subparagrafen. Eerst worden de huidige klantgroepen van Organisatie X besproken. Vervolgens wordt er getracht een beeld te geven van de potentiële klanten. Er wordt hierbij vooral gekeken naar hoe aantrekkelijk bepaalde klantsegmenten zijn. Tot slot wordt gekeken naar de ontwikkeling van de Onroerend Goed Praktijk in Hardenberg vanaf het jaar 2004.

§ 4.1.1 De huidige klanten

De huidige klanten van Organisatie X bestaan uit particulieren en bedrijven. Voor de familie- en de onroerend goed praktijk zijn particulieren de centraal staande klanten. Bij particulieren wordt onderscheidt gemaakt tussen ‘gewone’ en vermogende particulieren. Organisatie X heeft hiervoor echter geen grens vastgesteld. Het onderscheid dat

gemaakt wordt is meer nattevingerwerk. Uiteraard worden er ook voor bedrijven akten gepasseerd. Voor de agrarische praktijk en de ondernemingspraktijk staan bedrijven, mkb, stichtingen, verenigingen, woningbouwcorporaties, (semi)overheidsinstellingen en boerenbedrijven centraal (Organisatie X, 2007).

Bijna 90% van alle particuliere klanten is afkomstig uit de gemeenten Hardenberg, Ommen en Dalfsen (bijlage 4.1 en 4.2). Het blijkt dat de geografische spreiding van klanten er weliswaar is, maar dat Organisatie X vooral afhankelijk is van de gemeente Hardenberg. Het overgrote deel van de klanten komt namelijk uit de directe omgeving. Bij de zakelijke klanten is dit minder het geval. Hoewel bijna 60% van de zakelijke klanten uit de gemeente Hardenberg komt.

§ 4.1.2 Potentieel aan klanten

(29)

vorige hoofdstuk ook uit deze periode zijn. Deze cijfers kunnen vergeleken worden met de ontwikkelingen uit de omgeving en geven een indicatie van het marktaandeel en het potentieel van Organisatie X van de afgelopen jaren.

Tabel 4.1De hoeveelheid akten van Organisatie X

Notaris NotarisNotaris

Notaris TestaTestaTestaTesta---- menten mentenmenten menten Huwelijks Huwelijks Huwelijks Huwelijks---- Voorwaarden Voorwaarden Voorwaarden Voorwaarden Samen SamenSamen Samen----levings levings levings levings---- contracten contractencontracten contracten VVE’s VVE’sVVE’s VVE’s HypoHypoHypo----Hypo

theek theek theek theek Leveringen Leveringen Leveringen

Leveringen FlitsFlits----/EchtFlitsFlits/Echt/Echt---- /Echt scheidingen scheidingen scheidingen scheidingen Opgerichte OpgerichteOpgerichte Opgerichte Onder OnderOnder Onder----nemingen nemingennemingen nemingen Brinkman 381 20 38 116 349 240 4/ 5 66 Keijzer 669 39 112 89 1498 867 76/ 45 50 v/d Berg 819 32 102 175 1259 823 1/ 0 47 Bulthuis 1929 81 185 408 1769 1170 0/ 0 55 Post 1862 75 296 121 2380 2022 6/ 13 85 Gelling 1975 93 277 711 3654 1862 0/ 1 238 Totaal TotaalTotaal Totaal 763576357635 7635 340340340340 1010 101010101010 1620162016201620 10909 109091090910909 6984698469846984 87/ 64 87/ 6487/ 6487/ 64 545454541111 Scheidingen:

Het valt op dat er relatief weinig scheidingszaken worden behandeld door Organisatie X. Vergeleken met de cijfers uit de bijlage 3.17, blijkt dat in de periode van 2000 – 2006 944 personen zijn gescheiden in de gemeente Hardenberg. Organisatie X heeft in totaal 151 van deze zaken gehad. Dit is een groot verschil, waardoor er op dit gebied potentieel voor Organisatie X is. Een mogelijke oorzaak voor dit verschil zou te maken kunnen hebben met het feit dat het afhandelen van een echtscheiding een relatief nieuwe

dienstverlening is voor een notaris. Huwlijken:

De cijfers over de huwelijksvoorwaarden en samenlevingscontracten zijn moeilijk te vergelijken met de cijfers uit de bijlagen 3.13, 3.15 en 3.16. Zoals reeds is vermeld in § 3.1.3, worden in de cijfers van het Centraal Bureau Statistiek het aantal huwelijken en samenwoners inbegrepen. Tevens is natuurlijk niet bij elk afgesloten huwelijk sprake van huwelijksvoorwaarden. Daarnaast kunnen huwelijksvoorwaarden zowel

voorafgaand als tijdens een huwelijk worden afgesloten. Hierdoor kan er geen betrouwbare vergelijking worden gemaakt.

Verklaring van erfrecht:

De verklaring van erfrecht heeft te maken met het aantal overledenen. Zoals uit de bijlagen 3.18 tot 3.20 blijkt overlijden er in de gemeenten Hardenberg, Ommen en Dalfsen elk jaar gemiddeld 454, 149 en 186 personen. Dit zijn gemiddeld 263 overledenen per jaar. Uit de gegevens van Organisatie X blijkt dat er de afgelopen periode 1620 verklaringen van erfrecht zijn toegepast. Met een gemiddelde van 202,5 verklaringen van erfrecht per jaar heeft Organisatie X een groot aandeel (77%) op dit gebied. Aantekening hierbij is niet bekend is wat de geografische spreiding van de klanten is. Echter aangezien ongeveer 90% van alle klanten uit de centraal staande gemeenten komt, kan met redelijke zekerheid, gesteld worden dat Organisatie X op dit gebied een groot aandeel heeft.

Oprichtingen ondernemingen:

Uit de bijlagen 3.33, 3.36 en 3.39 blijkt dat in Hardenberg, Ommen en Dalfsen in de periode 2000 tot en met 2007 er 1453, 516 en 752 nieuwe ondernemingen zijn opgericht. Ten opzichte van cijfers uit deze bijlagen zijn de Eenmanszaken eruit gehaald, aangezien die niet bij een notaris opgericht hoeven te worden. Dit is nadelig aangezien de

Eenmanszaak de populairste ondernemingsvorm is. Volgens de gegevens zijn bij

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Daarnaast moet de opdeling in modules ook goed overdacht worden om ervoor te zorgen dat componenten die een nauwe relatie met elkaar hebben in één module zitten en de

Na de hierboven beschreven gevallen van notarieel handelen in de onroerendgoedpraktijk die allen door tucht- en/of civiele rechters als onrechtmatig zijn bestempeld, kom ik nu aan

Notarissen otarissen otarissen otarissen Ommen Ommen Ommen Ommen Marktaandeel Marktaandeel Marktaandeel Marktaandeel Notaris Notaris Notaris Notaris---- kantoor

Op 19 oktober 2017 heeft de heer [ZZ], verbonden aan AON (hierna ook: de verzekeraar), telefonisch contact opgenomen met de gemachtigde van klagers, waarbij hij heeft meegedeeld dat

Wij zijn het met hem eens, als zijne bedoeling is dat in het eerste meer practisch nut is, dan bij de den notarissen opgedragen „bedelarij" voor de „roomsche kerk als

De titelpagina van de masterproef bevat de volgende gegevens: de naam van de faculteit; de naam van de gevolgde opleiding en het type masterproef (met of zonder stage);

1 Aan het eind van de Middeleeuwen treffen wij in gewesten als het stift Utrecht en de landsheerlijkheden Brabant, Vlaanderen en Holland tal van openbare notarissen aan, meestal

Heeft hij vragen dan kan hij altijd bij de notaris terecht.” Uit deze brief kan de kamer echter niet opmaken dat de notaris gezegd zou hebben dat broer [b] geen informatie meer