• No results found

Hoofdstuk 5 De macroHoofdstuk 5 De macro

Hoofdstuk 5 De macro----omgevingsfactoren omgevingsfactoren omgevingsfactoren omgevingsfactoren

Dit hoofdstuk heeft tot doel om inzicht te geven in de macro-omgevingsfactoren. Er wordt onderscheid gemaakt in verschillende soorten factoren zoals de politieke ontwikkelingen, de marktomvang en marktgroei van het notariaat en de bedrijfstakstructuurfactoren.

§ 5.1 Belangrijke ontwikkelingen na de verandering § 5.1 Belangrijke ontwikkelingen na de verandering§ 5.1 Belangrijke ontwikkelingen na de verandering § 5.1 Belangrijke ontwikkelingen na de verandering

Door het invoeren van de nieuwe wet op het notariaat in 1999, hebben de afgelopen jaren zich een aantal ontwikkelingen voorgedaan. Deze ontwikkelingen kunnen grofweg

ingedeeld worden in twee hoofdontwikkelingen, namelijk vernieuwende organisatorische ontwikkelingen en de opkomst van de digitale dienstverlening.

§5.1.1 Vernieuwende organisatorische ontwikkelingen

Hieronder staan verschillende ontwikkelingen beschreven op organisatorisch gebied. - Meer open houding/flexibilisering van de kantoren zelf:

De sfeer op de notariskantoren wordt meer flexibel. Dit komt mede doordat het notariaat zich moet gaan richten op de nieuwe instroom. Een groot aantal babyboomers gaat het notariaat de komende jaren verlaten. Om het ambt meer aantrekkelijk te maken wordt er ook in het notariaat met meer flexibele werktijden (deeltijd) gewerkt. Deze

flexibilisering komt mede doordat er steeds meer vrouwen in het notariaat werken. Tevens wordt dankzij de instroom van een nieuwe generatie en de uitstroom van de oudere garde, de hiërarchie op de notariskantoren minder (Rabobank Cijfers & Trends, 2008).

Daarbij zal de komst van de notaris in dienstbetrekking (loondienst) ook bijdragen aan de meer open houding van het kantoor. Dit houdt in dat je als notaris niet een eigen kantoor hoeft op te richten of in de maatschap deelneemt. Het betreft een notaris in loondienst. Dit is een wetsvoorstel dat door het ministerie van Justitie is ingediend in de Tweede Kamer in 2005. Het biedt kandidaat-notarissen die het niet zien zitten om notaris te worden met alle managementtaken erbij, een betere carrièrekans. Als notaris in dienstbetrekking kan men wel een dossier in de eindfase afronden, omdat een notaris in dienstbetrekking wel zelfstandig een akte mag passeren. Daarnaast is het voor oudere notarissen aantrekkelijk om aan het eind van hun carrière te demoveren en zich meer op de inhoud van het vak te storten (Rechtennieuws, 2006). Het wetsvoorstel is door de Tweede Kamer aangenomen. Echter bij behandeling in de Eerste Kamer zijn er kritische vragen naar voren gekomen en is het afgeschoten. Het voorstel zoals het er tot nu toe ligt, geeft geen ruimte voor de IDS kantoren (advocaten, notarissen en

belastingadviseurs) om een notaris in dienstbetrekking aan te nemen. Het wetsvoorstel zal op bepaalde punten aangepast moet worden. Het lijkt er echter op de notaris in dienstbetrekking een feit zal worden (Notarisnet, 2007).

- Efficiënte kantoororganisatie:

Het ondernemerschap wordt voor de notaris steeds belangrijker (Rabobank Cijfers & Trends, 2008). Een belangrijk vereiste daarbij is een efficiënte kantoororganisatie. Om de bedrijfsvoering efficiënter te maken wordt georganiseerd op basis van kostprijs-volgsystemen en tijdsregistraties. Dit vraagt om een goed kwaliteitssysteem dat

efficiënte werkprocessen voorschrijft, een verdeling maakt van de verantwoordelijkheden en bevoegdheden en op kritieke punten voor controles zorgt zodat fouten worden

voorkomen en kwaliteit wordt gegarandeerd. Dit betekent dat er meer van de medewerkers wordt verlangd, waardoor zij meer eisen stellen aan een professioneel personeelsbeleid. Hierbij moet gedacht worden aan een systematiek met duidelijke richtlijnen voor functioneren en beoordelen, heldere verdeling van taken,

verantwoordelijkheden en bevoegdheden, opleiding en ontwikkeling (Ernst & Young, 2007). Daarnaast geeft de Rabobank aan dat een heldere profilering van het kantoor van belang is. Dit kan een notaris doen door de specialisaties onder de aandacht te brengen of zich aan te sluiten bij een samenwerkingsverband.

- Mobilaris (samenwerkingsverband)

Mobilaris is een dienstverlener die alle documenten rondom het aan- en verkoopproces van een woning, de bijbehorende hypotheek en de daadwerkelijke eigendomsoverdracht van de betreffende woning. Mobilaris levert service voor de makelaar, intermediair en de notaris. Door middel van een efficiënte manier van werken wil Mobilaris voor alle

partijen besparingen bewerkstelligen en hanteert het een vaste prijs voor zowel de hypotheek als leveringsakte. Voor een notaris levert Mobilaris een back-office

ondersteuning voor het opstellen van de koop-, levering- en hypotheekakten. De andere dienst is een besparing in kosten en de meer business genereren zonder te acquireren. Daarnaast neemt Mobilaris ook contact op met de klant (de koper van een huis) om hem op de hoogte te houden van de voortgang. Landelijk gezien zijn er ongeveer 50

notariskantoren bij Mobilaris aangesloten (Mobilaris, 2008). Organisatie X is daar één van.

§ 5.1.2 Opkomst van digitale dienstverlening

Hieronder staan de ontwikkelingen beschreven die plaats vinden op het gebied van de digitale dienstverlening.

- DigiNotar:

Dit is een notariële samenwerkingsorganisatie van verschillende notariskantoren door heel Nederland. Alleen notariskantoren die voldoen aan specifieke eisen met betrekking tot de opleiding en kantoororganisatie kunnen een DigiNotar TTP notariskantoor zijn. De afkorting TTP staat voor Trusted Third Party. Dat is degene aan wie het vertrouwen wordt ontleend. Een DigiNotar notaris zorgt voor betrouwbaarheid op het internet. Om hiervoor te zorgen wordt binnen DigiNotar samengewerkt tussen notarissen en

informatietechnologen. DigiNotar heeft een breed productportfolio ontwikkeld dat moet zorgen voor vertrouwen op het internet. Het productportfolio is opgedeeld in vier

productgroepen: Certificaatdiensten, Authenticatie diensten, Trust diensten en Hosting diensten (Diginotar, 2008).

Daarnaast zijn er nog Escrow-notarissen. Dit zijn notarissen die broncode-deponering aanbieden, wat interessant kan zijn voor het bedrijfsleven en de overheid. Escrow-notarissen kunnen namelijk een bijdrage leveren aan het ongestoord werken van hun informatiesystemen. Een Escrow-notaris neemt broncodes van programmatuur in bewaring. Daarbij wordt vastgelegd bij wie het auteursrecht berust en wie in geval van calamiteiten toegang tot de broncode heeft. De broncodes die in bewaring worden genomen worden beoordeeld op deugdelijke werking door beëdigde

informaticadeskundigen (KNB, 2008).

Zowel de DigiNotar- als de Escrow-notarissen zijn aangesloten bij de Vereniging voor Notariaat en Informatietechnologie (VNI). Daarin zijn (kandidaat)notarissen verenigd die op enigerlei wijze diensten verlenen op het gebied van informatie- en

communicatietechnologie. De Vereniging voor Notariaat en Informatietechnologie is erkend door de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB, 2008). Op het gebied van broncode-deponering werkt het VNI samen met de Software Borg Stichting. - Digitalisering van de dienstverlening:

Er is sprake van een toename in de digitale dienstverlening van de notarissen volgens de Rabobank. Bij de toename van de digitalisering moet worden gedacht aan verificatie van de identiteit en bevoegdheid voor het via e-commerce afgesloten contracten door

personen. Een andere vorm van digitalisering is een extranet inrichten, waar de klant de voortgang van haar dossiers nauwkeurig kan bijhouden (Rabobank, 2008).De

organisatie die hiervoor verantwoordelijk is heet Internetnotariaat. Daarnaast is het sinds kort mogelijk voor de consument om via een internetveiling hun huis te verkopen onder leiding van een notaris. Het begeleiden en controleren van een onlineveiling is nieuw voor het notariaat. De bedenkers van deze onlineveiling (oprichters van onder andere Routemobiel) hebben een landelijke keten van notariskantoren benaderd om toezicht te gaan houden. Deze keten is Actus Notarissen (Financiële Telegraaf, 2008). § 5.2 Marktomvang en

§ 5.2 Marktomvang en § 5.2 Marktomvang en

§ 5.2 Marktomvang en ––––groeigroeigroeigroei

Volgens het onderzoek de ‘Stand van het Notariaat 2005’ was er qua aantal notarissen in 2004 sprake van een daling van 0,3%. In het jaar ervoor bedroeg de groei nog 0,5%. In de voorgaande jaren was er telkens sprake van een wisselende groei. In 2004 kreeg het notariaat voor het eerst te maken met een daling. Het aantal notarissen bedroeg 1420 op 1 januari 2005. Het aantal kandidaat-notarissen daalde ten opzichte van het voorgaande jaar met 4,4%. In 2004 hadden elf kantoren een positief groeicijfer.

Over het afgelopen jaar kan worden vermeld dat het notariaat heeft geprofiteerd van de aantrekkende economie. De ondernemingspraktijk heeft dan ook een groei doorgemaakt. Ook de familiepraktijk kreeg te maken met een stijgende vraag. De

registergoederenpraktijk echter heeft een daling genoteerd van 3,5%. Ondanks dat de economie in 2008 minder zal groeien dan in 2007 wordt er voor het notariaat een lichte omzetgroei verwacht.

Blijkens de ‘Stand van het Notariaat 2007’ zijn er in 2007 13 zelfstandige

notariskantoren bijgekomen. Verder is het aantal notarissen licht gestegen en is het aantal kandidaat-notarissen met 4,7% gedaald. De verwachting is echter dat er een tekort gaat optreden aangezien er ongeveer 150 notariële studenten per jaar afstuderen, wat onvoldoende is om de grote groep van uittredende babyboomers op te vangen. De verwachting is dat de marktwerking hierdoor zal worden getemperd.

Al met al kan gesteld worden dat de omzet van het notariaat per jaar licht stijgt, maar dat er vanwege de krapte op de arbeidsmarkt zorgen zijn voor de toekomst. Er worden hier maatregelen tegen genomen zoals de notaris in dienstbetrekking.

§ 5.3 Bedrijfstakstructuurfactoren § 5.3 Bedrijfstakstructuurfactoren§ 5.3 Bedrijfstakstructuurfactoren § 5.3 Bedrijfstakstructuurfactoren

Onder de bedrijfstaktstructuurfactoren worden de competitieve krachten van Porter verstaan. Porter vindt dat er vijf factoren zijn die de concurrentiestructuur in een bedrijfstak beïnvloeden. Deze vijf factoren zijn:

• De dreiging van nieuwe aanbieders

• De dreiging van substituutproducten

• De macht van leveranciers c.q. afnemers

De macht van leveranciers is op het notariaat niet van toepassing en zal daarom ook niet worden besproken.

- Dreiging van nieuwe aanbieders

Volgens de theorie van Porter is de dreiging van nieuwe aanbieders sterk, wanneer er sprake is van:

• Lage toetredingsdrempels;

• Beperkte productdifferentiatie;

• Gemakkelijke toegang tot distributiekanalen.

Zoals eerder is gemeld is er sinds de nieuwe wet op het notarisambt in 1999 het nodige veranderd. De markt is bijna helemaal vrijgegeven, wat ook inhoudt dat er in beginsel nieuwe kantoren geopend kunnen worden. In de vorige paragraaf bleek dat er in het afgelopen jaar (2007) 13 zelfstandige notariskantoren bij zijn gekomen in Nederland. Daarnaast hoeft de plaatselijke bevolking niet meer per sé naar de plaatselijke notaris. Een ander gevolg van de nieuwe wet is dat de tarieven van een notaris nu bijna

helemaal vrij zijn. Deze maatregelen zijn juist genomen om de marktwerking, en dus de onderlinge concurrentie, te bevorderen in het notariaat.

Daarnaast zijn er samenwerkingsverbanden tussen verschillende kleine tot middelgrote notariskantoren, zoals Netwerk Notarissen en Formaat Notarissen. Deze

samenwerkingsvormen vinden echter ook op kleinere schaal plaats en in de omgeving van Organisatie X. Dit wordt in de concurrentieanalyse besproken bij het notariskantoor Linde. Deze samenwerkingsverbanden leveren een aantal voordelen op die in de eerste paragraaf zijn besproken en in het volgende hoofdstuk nog worden besproken. Om een notariskantoor te starten en/of te onderhouden moet veel geïnvesteerd worden. Een startende notaris moet ongeveer 60 uur per week werken en €350.000,- investeren, wil de notaris na drie jaar een winstgevend kantoor hebben. Een samenwerkingsverband kan deze toetredingsdrempel aanzienlijk verlagen (VNO-NCW midden, 2008).

Al met al zijn veel maatregelen genomen en ontwikkelingen gaande die de

toetredingsdrempels voor nieuwe kantoren verlaagd hebben. De andere kant is dat het voor startende notarissen, gezien de ministerieplicht, moeilijk is. De maatschappij wordt ingewikkelder en verder staan de tarieven onder druk en de kantoor- en medewerker-kosten steeds verder stijgen. Mede daardoor worden er samenwerkingsverbanden gesloten om kleine en startende kantoren te beschermen. De ‘Commissie van

deskundigen notariaat’ (Cvdn) heeft in haar jaarverslag over 2007 echter geconcludeerd dat de marktwerking is mislukt. Dit blijkt uit de zeer beperkte toename van het aantal startende solitaire notaris-kantoren. De KNB en het CPB concluderen ook beide dat de doelstellingen van de marktwerking deels zijn mislukt.

- De dreiging van substituutproducten

De dreiging van substituutproducten lijkt nog niet aan de orde binnen het notariaat. Er is door het SEO, een economisch onderzoeksinstituut dat gelieerd is aan de UvA,

onderzoek gedaan naar het afschaffen van het domeinmonopolie dat het notariaat heeft. Andere dienstverleners zouden bijvoorbeeld ook akten kunnen passeren, zoals

advocaten. Het SEO heeft ook aanbevolen het domeinmonopolie voor de familiepraktijk op te heffen. Er zitten echter te veel haken en ogen aan, aangezien dergelijke zakelijke dienstverleners aan dezelfde voorwaarden zouden moeten voldoen als notarissen. Daarnaast is het domeinmonopolie vanwege de rechtszekerheid ingesteld. (Michel Knapen, 2005)

- De macht van de afnemers

De macht van de afnemers is de laatste jaren toegenomen. Dit is mede gekomen door het internet. Steeds meer notariskantoren hebben een internetsite. Daarnaast is er ook de opkomst van vergelijkingsites, waarvan www.degoedkoopstenotaris.nl de bekendste is. Klanten kunnen dankzij het internet zich beter voorbereiden op het bezoeken van een notaris en kunnen zich inlezen. Het geleverde product en de dienstverlening zijn voor een klant echter moeilijk te beoordelen. Daardoor ontstaat er een tendens om op internet naar de goedkoopste notaris te zoeken. Binnen het notariaat wordt daarom vooral op prijs geconcurreerd. Dit is met name het geval in de onroerendgoedpraktijk. Deze praktijk is voor veel notariskantoren de belangrijkste en de meeste zijn daarvan

afhankelijk. Dit zou kunnen leiden tot afhankelijkheid van grote klanten als makelaars en dergelijke.

- Concurrentie tussen bestaande aanbieders

Aangezien er een domeinmonopolie is voor notariële werkzaamheden, zijn de concurrerende aanbieders andere notariskantoren. Deze concurrenten worden geïdentificeerd en besproken in het volgende hoofdstuk. Daaruit zal blijken dat er ongeveer 19 notariskantoren in de regio Zwolle aanwezig zijn. In de gemeenten

Hardenberg, Ommen en Dalfsen zijn vier concurrenten actief. De directe concurrenten van Organisatie X zijn Notariskantoor Linde en Notariskantoor Spruijt. Deze kantoren zijn gevestigd in dezelfde gemeenten als Organisatie X. Notariskantoor Linde heeft het grootste kantoor van deze twee. Uit de interviews met de notarissen van Organisatie X blijkt dat er vooral sprake is geweest van prijsconcurrentie met Notariskantoor Linde. Organisatie X is daar een tijd lang in meegegaan, maar is uit deze prijzenslag gestapt. Organisatie X wil zich meer toeleggen op het leveren van service aan haar klanten. Geconcludeerd kan worden dat in de gemeenten Hardenberg, Ommen en Dalfsen niet heel veel concurrentie is, maar door de hoeveelheid kantoren in de omliggende

gemeenten, die in hetzelfde servicegebied opereren, er wel degelijk sprake is van concurrentiedruk.