• No results found

Vraag nr. 62 van 12 december 2003 van de heer CARL DECALUWE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 62 van 12 december 2003 van de heer CARL DECALUWE"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 62

van 12 december 2003

van de heer CARL DECALUWE Waterzuivering – Europese normen

Om de Europese normen inzake waterzuivering in 2009 te halen, dient Vlaanderen nog 7,5 miljard euro te investeren vooraleer alle woningen aange-sloten zijn op een waterzuiveringsinstallatie. Uit de becijfering van de geplande Vlaamse investeringen blijkt echter dat er tot aan de einddatum jaarlijks ruim 400 miljoen euro te kort is om te voldoen aan de Europese eisen.

Blijkbaar heeft het Vlaams Gewest voor het jaar 2003 reeds 100 miljoen euro te kort voor zijn riole-rings- en afkoppelingsbeleid.

Het resultaat hiervan is dat verschillende projecten vooruit worden geschoven in het investeringspro-gramma.

1. Hoe zal de minister de Europese engagementen betreffende waterzuivering invullen als de eigen financiële middelen daartoe ontbreken ?

2. Gaat de minister ervan uit dat het nog steeds haalbaar is om tegen 2009 aan de Europese nor-men inzake waterzuivering te voldoen ?

Wat is de stand van zaken ?

Wat is het realiteitsgehalte van de geplande in-vesteringen ?

3. In welke mate kan de minister garanderen dat het niet de gemeenten zullen zijn die onder Eu-ropese druk verplicht zullen worden de afkop-pelingen en gescheiden rioolsystemen te realise-ren in plaats van het Vlaams Gewest ?

Antwoord

1. Op 30 juni 2000 besliste de Vlaamse regering om de beheersovereenkomst tussen de NV Aquafin en het Vlaams Gewest op te zeggen en deze te heronderhandelen.

In het kader van de voorbereiding van deze her-onderhandeling met de NV Aquafin wordt de financiering van het waterzuiveringsbeleid be-keken en worden verschillende opties afgewo-g e n . Ter uitvoerinafgewo-g van de van toepassinafgewo-g zijnde richtlijnen heb ik steeds gewezen op de verant-woordelijkheden van het Gewest en die van de

andere besturen. Wat het Gewest betreft heb ik steeds gewezen op de noodzakelijke middelen om de richtlijnen te kunnen uitvoeren.

De keuze van de inzet voor de middelen is dus geen keuze van mij alleen, maar van de voltalli-ge Vlaamse revoltalli-gering, rekening houdende met de beschikbare middelen, de maatschappelijke be-hoeften en de keuzes uit het verleden.

2. Europese normen inzake waterzuivering speci-fiek tegen 2009 zijn er niet. De richtlijn stedelijk afvalwater bepaalt een aantal data en voor-waarden die moeten worden gehaald inzake w a t e r z u i v e r i n g. In dit antwoord wordt dan ook verwezen naar de stand van zaken m.b. t .u i t v o e-ring van de richtlijn stedelijk afvalwater (RL 91/271/EEG).

Volgens deze richtlijn diende voor alle agglome-raties groter dan 10.000 IE de uitbouw van col-lectering en zuivering voltooid te zijn op 31 de-cember 1998; voor agglomeraties van 2.000 tot 10.000 IE dient dit het geval te zijn op 31 de-cember 2005.

Een agglomeratie wordt berekend op basis van de inwoners en bedrijven lozend in een zuive-ringszone A of B. Voor de agglomeraties in de kuststreek wordt de agglomeratie uitgebreid op basis van het aantal beschikbare bedden in ho-t e l s, v a k a n ho-t i e c e n ho-t r a , . . . Binnen Vlaanderen wor-den 197 agglomeraties groter dan 2.000 IE afge-b a k e n d , waarvan 115 groter dan 10.000 IE. Deze richtlijn verplicht er ons geenszins toe alle woningen aan te sluiten op een waterzuiverings-installatie en dus evenmin tot de bijkomende vermelde investering van 7,5 miljard euro (IE : inwonersequivalent – red.).

De uitvoering van de richtlijn valt uiteen in twee delen, namelijk de bouw van waterzuive-ringsinstallaties en collectoren, wat een gewes-telijke taak is, en de bouw van rioleringen, w a t een gemeentelijke taak is.

(2)

ver-scheidene factoren (financieel, M E R-s t u d i e s, verzet tegen het voorgestelde tracé en/of de lo-c a t i e, . . . ) , waardoor de deadline van eind 2005 wellicht zal worden overschreden. Er moet ech-ter worden vastgesteld dat vooral gemeenten in gebreke blijven wat de aanleg van rioleringen betreft (MER : milieueffectrapport – red.). Indien bepaalde geplande investeringen in fase uitvoering moeilijk haalbaar blijken, gezien bij-voorbeeld technisch onuitvoerbaar, te hoge k o s t p r i j s, . . . , dan biedt de richtlijn via artikel 3 de volgende mogelijkheid : "wanneer de aanleg van opvangsystemen niet verantwoord is omdat het vanuit milieuoogpunt geen voordeel zou op-leveren of omdat het buitensporig duur zou zijn, dan kan gebruikgemaakt worden van afzonder-lijke of andere passende systemen waarmee deze graad van milieubescherming wordt be-reikt".

3. Afkoppelingen en aanleg van gescheiden riool-systemen dienen in het gemeentelijk patrimoni-um gerealiseerd te worden door de gemeente én in het gewestelijk patrimonium door het V l a a m s Gewest.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Of er nog onteigeningen zullen gebeuren, h a n g t af van het type dwarsprofielen dat voor de se- cundaire en voor de lokale wegen zal worden opgelegd en van de streefbeelden die

Op basis van de bevindingen opgedaan binnen de ambtelijke werkgroep grondoverschotten onder het voorzitterschap van de secretaris-ge- neraal van het departement LIN, en meer

Begin 2004 zullen de voorontwerpen van gewes- telijke RUP's voor de afbakening van het groot- stedelijk gebied Gent en het regionaalstedelijk gebied Oostende in procedure worden

Aangezien de gegevens over een periode van acht jaar handelen, kan hier objectief besloten worden dat er dus geen enkel element aanwezig is om in de huidige omstandigheden en binnen

Op het Kanaal Dessel-Tu r n h o u t-Schoten zullen door de Dienst voor de Scheepvaart in 2004 verde- re herstellingswerken worden uitgevoerd aan de verharding van het jaagpad

Tevens blijkt uit het antwoord dat er werd bepaald dat TV3V belast werd met de screening en voor- studie van alle gevaarlijke punten (Bulletin van Vragen en Antwoorden

Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenhe- den, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken.

De afdeling Woonbeleid bij de administratie Ruim- telijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen (Arohm) heeft een enquête gedaan bij alle gemeentebesturen inzake