Vraag nr. 68
van 16 november 1999 van de heer JAN PENRIS
Decreet zeehavenbeheer – Instellingen
Het decreet van 2 maart 1999 houdende het beleid en het beheer van de zeehavens, voorzag in de op-richting van een aantal instellingen.
1. Artikel 23 voorzag in de aanstelling van een ge-westelijk havencommissaris.
Werd hij reeds aangesteld ?
Beschikt hij over een eigen personeelsformatie ? 2. Artikel 25 voorzag in de ontwikkeling van het
promotiebeleid in samenwerking met de ha-vens.
Werden terzake al concrete stappen onderno-men ?
Werden er resultaten geboekt ?
3. Artikel 26 voorzag in de oprichting van een ha-vengeschillencommissie.
Werd ook zij reeds opgericht ?
Antwoord
Het decreet van 2 maart, houdende het beleid en het beheer van de zeehavens, voorziet in de uit-vaardiging van een aantal "uitvoeringsbesluiten". 1. De voorbereiding hiervan is aan de gang. E e n
uitvoeringsbesluit omtrent de gewestelijke ha-vencommissaris wordt voorbereid, evenals de p r o f i e l o m s c h r i j v i n g. In dit uitvoeringsbesluit wordt tevens gehandeld over de personeelsfor-matie die aan betrokkene bij voorrang kan wor-den ter beschikking gesteld.
2. Het havendecreet voorziet in artikel 25 dat de Vlaamse regering en de havenbedrijven initia-tieven ontwikkelen inzake een gemeenschappe-lijk promotiebeleid van het gehele Vlaamse ha-v e n p o t e n t i e e l . De Vlaamse regering wordt daar-toe gemachtigd om een gemeenschappelijke concertatiecommissie op te richten. In deze ge-meenschappelijke concertatiecommissie, w a a r i n zowel de regering als de havenbedrijven verte-genwoordigd zijn, wordt door de Vlaamse dien-sten bevoegd voor havenbeleid en voor externe
betrekkingen en door de havenbedrijven een v i j f j a a r l i j k s, op bedrijfseconomische leest ge-schoeid promotieplan opgesteld en uitgewerkt. Wat het opstellen van dit promotieplan betreft, wordt in de concertatiecommissie tevens een af-gevaardigde opgenomen van de representatieve verenigingen van de havengebruikers.
Een uitvoeringsbesluit omtrent de concertatie-commissie wordt voorbereid. Pas na het van kracht worden van dit besluit kan er sprake zijn van een invulling van het promotiebeleid. 3. De betwistingen tussen de havenbedrijven
on-derling inzake de exploitatie en in het bijzonder inzake de commerciële activiteiten van de v e n b e d r i j v e n , alsook de betwistingen van de ha-venbedrijven met één of meer havengebruikers, worden beslecht door een ad hoc havengeschil-l e n c o m m i s s i e, die werkt met arbitrage zoahavengeschil-ls be-paald in het Gerechtelijk Wetboek.