• No results found

Vraag nr. 4 van 23 augustus 1999 van de heer JAN LOONES

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 4 van 23 augustus 1999 van de heer JAN LOONES"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 4

van 23 augustus 1999 van de heer JAN LOONES

N34 Kustweg – Oversteekplaatsen voor voetgangers Op de N34 ("Koninklijke Baan" of "Ku s t b a a n " ) werden meerdere oversteekplaatsen voor auto's geschrapt in het kader van het veilig tramverkeer. Sommige werden vervangen door oversteekplaat-sen voor voetgangers.

Daarnaast blijft er, op deze bij uitstek toeristische w e g, grote behoefte aan oversteekplaatsen voor voetgangers, al dan niet met een zebrapad.

Naar verluidt worden de diverse voetgangersover-steekplaatsen thans gescreend. Er zouden dienstor-ders bestaan die bepaalde normen vooropstellen, met de mogelijkheid dat er nog bepaalde over-steekplaatsen zouden verdwijnen.

1. Is het niet aangewezen dat de Koninklijke Baan praktisch over de gehele lengte moet kunnen worden overgestoken door voetgangers, g e z i e n het intens toeristisch gebruik ?

2. Welke normen bestaan er voor het aanleggen van een zebrapad langs de N34 ? Welke normen bestaan er voor de aanleg van een oversteek-plaats over de tramsporen ?

3. Kan de minister vice-president bevestigen dat de diverse oversteekplaatsen thans worden "gescreend" ? Wat houden de bestaande dienst-orders terzake in ? Aan welke criteria moet een v o e t g a n g e r s o v e r s t e e k p l a a t s, respectievelijk ze-brapad voldoen om te blijven bestaan ? Klopt het dat bepaalde voetgangersoversteekplaatsen nog zouden verdwijnen ?

Antwoord

1. Er dient een onderscheid te worden gemaakt tussen de zones met tram in eigen bedding en met tram op de rijweg.

In het eerste geval heeft de werkgroep N34 met betrekking tot de kusttram steeds vooropge-steld dat het beter is de voetgangers te kanalise-ren naar zorgvuldig uitgekozen plaatsen, die de voetganger een maximum aan bescherming bie-den en waar de tramzone verhard is. Met de tram op de rijweg, wat meestal het geval is bin-nen de bebouwde kom, kan de rijbaan overal worden gedwarst door de voetgangers. Hiervoor

zijn niet overal gemarkeerde voetgangersover-steken nodig.

2. De aanleg van een voetgangersoversteekplaats langs gewestwegen, zoals voor de gewestweg N 3 4 , wordt geregeld door dienstorder AW V 98/5 van 18 juni 1998.

Het dienstorder werd door de afdeling We g e n en Verkeer West-Vlaanderen van de administra-tie Wegen en Verkeer doorgestuurd aan alle ge-meentebesturen van de provincie We s t - V l a a n-deren. Dit dienstorder legt voor niet door drie-kleurige verkeerslichten beschermde voetgan-gersoversteekplaatsen een aantal kwantitatieve en kwalitatieve criteria op.

De kwantitatieve criteria zijn verschillend voor voetgangersoversteekplaatsen binnen en buiten de bebouwde kom. Die criteria omvatten een aantal vereisten in verband met het aantal dwarsende voetgangers op het spitsuur en hun verhouding tot de verkeersintensiteit op de weg, de toegelaten snelheid, o v e r s t e e k l e n g t e, l a n g s-helling van de weg, zichtbaarheids- en inplan-tingsafstand.

Voor voetgangersoversteekplaatsen buiten de bebouwde kom geldt als algemeen principe dat de aanleg van geïsoleerde voetgangersover-steekplaatsen moet worden vermeden en dat veeleer gekozen moet worden voor de integra-tie van voetgangersoversteekplaatsen in kruis-p u n t s i t u a t i e s. Daarnaast mag de maximaal toe-gelaten snelheid hier niet meer dan 70 km/u be-dragen.

Ten aanzien van wegen met tramsporen in eigen bedding geldt een speciale regeling. Hier mag een voetgangersoversteekplaats slechts worden aangebracht als er bermen zijn tussen tramzone en rijbaan waar de dwarsende voetganger kan w a c h t e n . De markering van de voetgangers-oversteekplaats mag niet doorlopen in de tram-zone zelf. De voetganger heeft geen voorrang ten opzichte van de tram.

Deze criteria worden nu reeds toegepast voor nieuwe oversteekplaatsen.

3. Alle bestaande gemarkeerde voetgangersover-steekplaatsen zullen worden gescreend.

(2)

dienstor-der. Dit houdt onder meer in dat gedurende het spitsuur minimum 40 voetgangers dienen te dwarsen of 25 voetgangers gedurende vier spits -uren.

Ook de verkeersintensiteit wordt in rekening gebracht. Voor de kust wordt met de seizoensi-tuatie rekening gehouden.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Vlaams minister van Werkgelegenheid en Toerisme

Dit decreet maakt het wel mogelijk om onder bepaalde voorwaarden mu- ziek-educatieve initiatieven te ondersteunen die qua opzet aanvullend zijn aan het bestaande mu- ziekonderwijs

[r]

Voorwaarde om in aanmerking te komen voor subsidiëring is evenwel dat het instituut of pro- ject zich situeert binnen het hoger kunstonder- wijs en past binnen de

R e d e n e n hiervoor zijn enerzijds het ontbreken van door de SERV opgestelde beroepsprofielen (waar- van het modulair onderwijs immers vertrekt) voor onderhavige sector

De vraag of de bevolking rond de Oostendse lucht- haven gezondheidsrisico's loopt, moet worden gesi- tueerd in het ruimer kader van klachten wegens onder andere

Welk gevolg heeft de minister gegeven aan de aanbeveling vanuit de Raad van Europa om mensen die beroepshalve met toerisme bezig zijn een milieueducatie en -opleiding

Dit zegelrecht, dat wordt geheven ten voordele van de federale fiscus, is alleen toepasselijk op de afgifte aan particulieren van de in het We t- boek der Zegelrechten bedoelde