Vraag nr. 9
van 8 oktober 1999
van de heer JAN LOONES
Kerosinevervuiling luchthaven Oostende – Vo l k s-gezondheid
De milieuproblemen rond de Oostendse luchtha-ven blijken zich hoe langer hoe meer te manifeste-r e n . Zo zou, naamanifeste-r vemanifeste-rluidt, de kemanifeste-rosine-u i t s t o o t door de zware cargovliegtuigen erger zijn dan ver-moed en zware gevolgen hebben voor de gezond-heid van de omwonenden.
Volgens de overheid zouden er geen statistische bewijzen zijn voor de verontreiniging en het nade-lig effect daarvan op de omwonenden. N o c h t a n s stelt een neus-, k e e l-, en oorspecialist wonende in de omgeving van de Oostendse luchthaven, in zijn praktijk een verontrustende toename vast van luchtwegeninfecties en zeldzame tumoren (De Zeewacht van 1 oktober 1999). De arts staat trou-wens niet alleen met zijn bevindingen ; alle genees-heren in zijn domein stellen een sterke toename van allergieën vast.
De toxische kerosineconcentraties zijn bij piekmo-m e n t e n , zoals na het warpiekmo-mdraaien en opstijgen van de zware cargovliegtuigen, zeer hoog en worden, naargelang de klimatologische omstandigheden, soms tot diep in de binnenstad waargenomen. Meer dan de helft van de Oostendse bevolking on-dervindt aldus hinder van de kerosine-u i t s t o o t . Daarbij komt dat door de aanwezigheid van een groot aantal scholen nabij de luchthaven vooral jonge kinderen, waarvan bekend is dat hun im-muunsysteem vaak nog onrijp is en door herhaalde luchtwegeninfecties soms ook verzwakt, een extra kwetsbare groep vormen.
De nadelige effecten op de gezondheid van lange blootstelling aan kerosinebestanddelen (kerosine-mengsels bevatten stoffen die, volgens medische li-t e r a li-t u u r, kankerverwekkende eigenschappen bezili-t- bezit-ten) nopen dan ook tot uiterste voorzichtigheid en maatregelen terzake, temeer daar er geen alterna-tief is voor de lucht die men inademt en de bevol-king zich dus amper kan wapenen tegen dit pro-bleem.
1. Is de minister op de hoogte van de ernstige ge-zondheidsproblemen die reeds werden waarge-nomen bij de omwonenden van de Oostendse l u c h t h a v e n , als gevolg van de kerosineverontrei-niging ?
2. Is de minister op de hoogte van het feit dat dit probleem zich verder dreigt uit te breiden, t o t zelfs voor de Oostendse bevolking die ver van de luchthaven woont ?
3. Werd er door de overheid reeds een onderzoek verricht naar de invloed van kerosineuitstoot op de volksgezondheid ?
4. Werden er ooit metingen uitgevoerd in verband met de kerosine-uitstoot ? Op welke tijdstip-pen ? Met welke resultaten ?
5. Wat heeft de minister eventueel reeds onderno-men om ervoor te zorgen dat er maatregelen worden genomen ter bescherming van de ge-zondheid van de mensen die in de omgeving van de Oostendse luchthaven en zelfs ver daar-buiten wonen ?
Antwoord
De vraag of de bevolking rond de Oostendse lucht-haven gezondheidsrisico's loopt, moet worden gesi-tueerd in het ruimer kader van klachten wegens onder andere geluidsoverlast, stankhinder door " k e r o s i n e " , beschadiging van eigendommen door laagvliegende toestellen met wegrukken van dak-p a n n e n , gevoel van onveiligheid met onderhuidse vrees voor vliegtuigcrashes.
Aan deze milieuproblematiek, die ruimer is dan de loutere gezondheidsaspecten, wordt ruimschoots aandacht geschonken door het stadsbestuur, d e provinciale overheid en de Vlaamse overheid. Deze omvattende problematiek heeft ook aanlei-ding gegeven tot de oprichting, enkele jaren gele-d e n , van het actiecomité Wiloo (Werkgroep Info Luchthaven Oostende en Omgeving), dat de klach-ten van de omwonenden bundelt en hun belangen wil verdedigen. Een belangrijke spreekbuis van de werkgroep is een neus-, keel- en oorarts die in de omgeving van de luchthaven woont.
Hoewel de betrokken arts volgens de vraag en vol-gens een artikel in De Zeewacht van 1 oktober 1999 in zijn praktijk een verontrustende toename van luchtweginfecties en zeldzame tumoren vast-s t e l t , wordt hij hierin niet bijgetreden door zijn col-lega's.
a g e n t e n , l u c h t h a v e n i n s p e c t i e, o n d e r h o u d s p e r s o-neel en elektriciens werkzaam op de luchthaven, alsook voor het personeel van Belgavia. De V l a a m-se gezondheidsinspecteur voor We s t - V l a a n d e r e n heeft de arbeidsgeneesheren ondervraagd over de resultaten van deze jaarlijkse onderzoekingen en hieruit blijkt dat noch het klinisch onderzoek, n o c h het jaarlijks bloedonderzoek bij al deze mensen enig teken van ziekte of intoxicatie aan het licht brengt.
Teneinde een duidelijker beeld te krijgen van de mening van het medisch korps over de eventuele gezondheidsrisico's bij de bevolking rond de lucht-h a v e n , werd in oktober 1999 door de Vlaamse Ge-zondheidsinspectie telefonisch via een vragenlijst de mening gevraagd van elf huisartsen en elf spe-cialisten in Oostende en de wijk Mariakerke. Bij de specialisten waren er drie neus-, keel- en oorartsen en vier longartsen-internisten. Er was één huisarts bij uit Middelkerke.
De 22 geraadpleegde artsen vinden dat er wel uit-gesproken hinder is uitgaande van de luchthaven, vooral geluidshinder. De kerosinegeurhinder wordt door acht artsen vermeld. Geen van de artsen ver-meldde fysische gezondheidsrisico's door kerosine. Deze toetsing van het milieuziekte-clustersignaal suggereert dat geluids- en geurhinder reëel zijn rond de Oostendse luchthaven, doch dat de ge-zondheidsrisico's globaal veel minder alarmerend zijn dan door het persartikel wordt gesuggereerd. De piekemissie van zogenaamde kerosine – in feite gaat het niet om kerosine, maar om de ver-brandingsproducten ervan – die bij het starten van vliegtuigen soms als een wolk door de omge-vende woonwijk trekt, vormt een bron van de k l a c h t e n . Het zou nuttig zijn de resulterende im-missies te bepalen op hun potentieel toxische com-p o n e n t e n . Ik draag mijn diensten ocom-p om in samen-spraak met de bevoegde technische diensten, m e t name de Vlaamse Milieumaatschappij en de Mi-l i e u - i n s p e c t i e, na te gaan in hoeverre dergeMi-lijke luchtanalyses kunnen worden uitgevoerd.
