© T.A. van Diest
De Auteur is verantwoordelijk voor de inhoud van het afstudeerverslag. Het
auteursrecht van het afstudeerverslag berust bij de auteur
Voorwoord
Deze scriptie vormt de afronding van mijn studie Bedrijfskunde en is het resultaat van mijn afstudeeronderzoek dat ik heb uitgevoerd bij ABN AMRO. Op deze plaats wil ik de mensen bedanken die mij de afgelopen maanden hebben geholpen.
Allereerst wil ik mijn begeleider bij ABN AMRO, Ringo Janssen, bedanken voor zijn begeleiding op inhoudelijke en persoonlijk vlak. Daarnaast wil ik ook Hetty Grooteman van ABN AMRO bedanken voor haar feedback. Tenslotte bedank ik Bernd Mintjes, Maryse Brand en Delano Maccow voor hun begeleiding vanuit de Faculteit Bedrijfskunde.
André van Diest
Amsterdam, juli 2005
Samenvatting
Dit verslag richt zich op allochtone ondernemers in Nederland en vooral op de potentie die zij hebben om een doelgroep te vormen voor ABN AMRO Bank NV. Hierbij ligt de nadruk op allochtone ondernemers afkomstig uit Turkije, Marokko, Suriname, China of Hongkong. Het doel van het verslag is inzicht te geven in deze ‘markt van allochtone ondernemers’ en in de bancaire knelpunten en behoeften van deze ondernemers. Daarnaast geeft het verslag aanbevelingen hoe ABN AMRO Bank NV op deze markt kan inspelen.
De probleemstelling van dit onderzoek luidt: “De afdeling Segment Midden- en Kleinbedrijf van ABN AMRO Bank NV, Consumer & Commercial Clients, Business Unit Nederland, inzicht geven in de markt van allochtone ondernemers en in de bancaire knelpunten en behoeften van allochtone ondernemers zodat ABN AMRO hierop kan inspelen teneinde de omzet en de winst te verhogen.”
Met als vraagstelling:
“Hoe groot is de markt van allochtone ondernemers voor ABN AMRO, wat zijn de knelpunten en hun behoeften op bancair gebied en hoe kan ABN AMRO hierop inspelen teneinde meer omzet en meer winst te behalen?”
De markt wordt gemeten in aantal klanten en omzet en omvat heel Nederland, in het bijzonder de vier grote steden. Op deze markt is vooral de Rabobank een belangrijke concurrent, net als Turkse banken in Nederland. In totaal hebben we het over 32200 ondernemers op 1 januari 2004, samen met de andere niet-westerse allochtone ondernemers 5,3% van het totale aantal ondernemers in Nederland. Deze ondernemers zijn vooral actief in de sectoren: horeca, detailhandel en facilitaire dienstverlening.
Dit onderzoek leidt tot de volgende aanbevelingen:
1. Beschouw allochtone ondernemers niet als één segment.
De groep ‘allochtone ondernemers’ kan niet als apart marketingsegment worden beschouwd.
Hoewel er sprake is van een zekere omvang en deze omvang lijkt toe te nemen is er geen sprake van een homogene groep die als groep verschilt van de autochtone ondernemers. De belangrijkste reden waarom allochtone ondernemers niet als apart segment kunnen worden beschouwd is omdat ze niet als aparte groep te identificeren zijn
2. Onderzoek allochtone ondernemersnetwerken.
Wil ABN AMRO zich apart richten op allochtone ondernemers dan zou dit kunnen door allochtone ondernemersnetwerken te steunen of zelf bijeenkomsten te organiseren voor deze groep ondernemers. Hiervoor lijkt belangstelling te bestaan.
3. Onderzoek bancaire wensen en behoeften van de startende allochtone ondernemers en de kleine allochtone ondernemers.
Dit onderzoek richt zich op allochtone ondernemers met een onderneming waarvan de omzet één miljoen euro of meer is. De verwachting is dat specifieke knelpunten en behoeften van allochtone ondernemers in deze groep in mindere mate te vinden zijn.
4. Breng de succesvolle allochtone ondernemer onder de aandacht.
Er zijn aanwijzingen voor cultuurverschillen tussen allochtone ondernemers en de bank. De
ondernemers lijken hiervan bewust en lijken hier goed mee om te kunnen gaan. Of dit ook
voor de medewerkers van ABN AMRO geldt, is niet onderzocht.
5. Ga niet Islamitisch Bankieren.
Uit dit onderzoek komt niet naar voren dat er veel belangstelling is voor Islamitisch bankieren
onder ondernemers van allochtone afkomst. Los daarvan is het Islamitisch bankieren niet heel
eenvoudig in te voeren. Veel moeite voor iets wat waarschijnlijk moeilijk in de organisatie is
in te passen.
Inhoudsopgave
Samenvatting ... 3
Inhoudsopgave... 5
Inleiding... 6
Hoofdstuk 1 Aanleiding van het onderzoek ... 8
1.1 ABN AMRO Bank NV ... 8
1.2 Situatiebeschrijving ... 9
Hoofdstuk 2 Onderzoeksopzet ... 10
2.1 Probleemstelling... 10
2.2 Afbakening ... 11
2.3 Methoden van dataverzameling ... 11
2.4 Selectie van de respondenten ... 12
2.5 De opzet van het vervolg van het rapport ... 13
Hoofdstuk 3 De markt van allochtone ondernemers ... 14
3.1 Definitie van ‘de markt van allochtone ondernemers’ ... 14
3.2 Het in kaart brengen van de markt van etnische ondernemers... 15
3.3 De grootte en demografische kenmerken van de markt ... 15
3.4 Penetratie van ‘Banking Services’ onder de markt voor allochtone ondernemers en het aandeel dat ABN AMRO hierin heeft ... 17
3.5 Huidige en toekomstige waarde van de allochtone markt... 17
3.6 Conclusie... 18
Hoofdstuk 4 Allochtoon ondernemerschap in de literatuur... 20
4.1 Belangrijkste benaderingen van allochtoon ondernemerschap ... 20
4.2 Raamwerk voor het beschrijven van ondernemen ... 22
Hoofdstuk 5 Knelpunten en behoeften op bancair gebied... 24
5.1 De ondernemer ... 24
5.2 De omgeving waarin de onderneming opereert ... 24
5.3 Het proces van ondernemen ... 26
5.4 Organisatie van de onderneming... 26
5.5 Conclusie... 27
Hoofdstuk 6 Bevindingen... 28
6.1 De ondernemer ... 28
6.2 De omgeving waarin de onderneming opereert ... 30
6.3 Het proces van ondernemen ... 33
6.4 Organisatie van de onderneming... 34
6.5 Conclusie... 34
Conclusie en aanbevelingen... 36
Conclusie... 36
Aanbevelingen... 37
Reflectie ... 39
Bibliografie... 40
Bijlagen:
Bijlage I Interviewschema
Bijlage II Tabellen bij Hoofdstuk 3 Bijlage III Islamitisch Bankieren Bijlage IV Stellingen ondernemers Bijlage V Allochtone Netwerken Bijlage VI Ondervraagde ondernemers
Inleiding
“Het ondernemerschap van allochtonen nam de laatste vijf jaar scherp toe. Het aantal bedrijven van autochtonen steeg met 2 procent, bij allochtonen was dat 44 procent. Sinds 1998 kwamen er in Nederland 63.000 bedrijven bij. Een kwart daarvan was te danken aan allochtonen, hoewel ze slechts 9 procent uitmaken van de werkenden in Nederland. (in: NRC Handelsblad, 10 juli 2004). De toenemende ontwikkeling van het ondernemerschap onder allochtonen is iets wat niet alleen beleidsmakers en onderzoekers bezighoudt, het is ook een ontwikkeling die door steeds meer bedrijven in de gaten wordt gehouden. Allochtone
ondernemers vormen wellicht een nieuwe interessante doelgroep, een nieuwe markt voor het afzetten van diensten en producten. Deze interesse geldt ook voor de opdrachtgever van dit onderzoek, ABN AMRO Bank NV.
Dit verslag heeft als doel inzicht te geven in deze ‘markt van allochtone ondernemers’ en de bancaire knelpunten en behoeften van deze ondernemers. Daarnaast geeft het verslag
aanbevelingen aan de opdrachtgever hoe zij op deze markt kan inspelen. De probleemstelling van dit verslag luidt:
“De afdeling Segment Midden- en Kleinbedrijf van ABN AMRO Bank NV, Consumer &
Commercial Clients, Business Unit Nederland, inzicht geven in de markt van allochtone ondernemers en in de bancaire knelpunten en behoeften van allochtone ondernemers zodat ABN AMRO hierop kan inspelen teneinde de omzet en de winst te verhogen.”
Met als vraagstelling:
“Hoe groot is de markt van allochtone ondernemers voor ABN AMRO, wat zijn de knelpunten en hun behoeften op bancair gebied en hoe kan ABN AMRO hierop inspelen teneinde meer omzet en meer winst te behalen?”
Met behulp van cijfers van het Centraal Bureau van de Statistiek, de Vereniging van Kamers van Koophandel en het EIM wordt inzicht gegeven in de totale omvang van de markt van allochtone ondernemers. Gekozen is om dit onderzoek te richten op ondernemers afkomstig uit Turkije, Marokko, Suriname, China en Hongkong. Bij het vaststellen of er sprake is van een markt of een apart segment moet naast omvang worden voldaan aan de voorwaarden:
homogeniteit, bereikbaarheid en meetbaarheid. Op basis van interviews met 16 ondernemers worden indicaties gegeven over homogeniteit en bereikbaarheid van de groep of markt van allochtone ondernemers.
Op basis van literatuur zijn een aantal mogelijke bancaire knelpunten en behoeften van
allochtone ondernemers in kaart gebracht. Met de interviews is onderzocht of deze knelpunten en behoeften ook aanwezig zijn bij de ondervraagde ondernemers.
Met de interviews zijn naast indicaties over homogeniteit en bereikbaarheid ook indicaties gegeven over de bancaire knelpunten en behoeften van de allochtone ondernemers.
Het eerste hoofdstuk geeft aan wat de aanleiding voor dit onderzoek is. Ook wordt er een
korte beschrijving van de organisatie van de opdrachtgever gegeven. In het tweede hoofdstuk
wordt de opzet van het onderzoek uiteengezet. De ‘markt van allochtone ondernemers’ is
beschreven in het derde hoofdstuk. Het vierde hoofdstuk behandeld de vraag de literatuur
over allochtoon ondernemerschap. Ook wordt een raamwerk geïntroduceerd om
ondernemerschap te beschrijven.: ‘Wat zijn de knelpunten en behoeften op bancair gebied van allochtone ondernemers?’ is de tweede deelvraag, deze wordt in hoofdstuk 5 met behulp van literatuur over dit onderwerp beantwoord. De bevindingen uit de interviews met zestien ondernemers zijn te vinden in het zesde hoofdstuk. Hierna volgen de conclusies en de
aanbevelingen waarin antwoord wordt gegeven op de vraag wat ABN AMRO kan doen om in
te spelen op de bancaire behoeften van allochtone ondernemers.
Hoofdstuk 1 Aanleiding van het onderzoek
Om dit onderzoek goed te kunnen plaatsen zal eerst kort de organisatie worden beschreven.
Vervolgens zal in de situatie beschrijving aangegeven worden wat het kader van dit onderzoek is.
1.1 ABN AMRO Bank NV
ABN AMRO Bank NV is een internationale bank met een geschiedenis die teruggaat tot 1824. De bank richt zich op consumer banking, commercial banking en wholesale banking.
Haar doelstelling is: “Maximale waarde creëren voor al onze klanten en tegelijk ook voor onze aandeelhouders als het ultieme bewijs van en voorwaarden voor succes” (uit: jaarverslag 2003) ABN AMRO heeft drie strategische Business Units: Wholesale clients (voor grote internationaal opererende ondernemingen en financiële instellingen), Private Clients & Asset Management (voor particulieren en institutionele beleggers), en Consumer & Commercial Clients (particulieren en midden- en kleinbedrijf). Dit onderzoek richt zich op de laatste Strategische Business Unit.
1Corporate Centre Group Shared Services
WCS PCAM
BU Brazil BU NL BU US C&CC
RvB
Figuur 1.1: organigram ABN AMRO Bank NV
De Strategische Business Unit C&CC bedient ongeveer 16 miljoen klanten en is
onderverdeeld in drie Business Units, Brazil, United States en Nederland. De Business Unit Nederland bedient 4,6 miljoen particulieren, 300.000 MKB bedrijven en 3000 grote
bedrijven. De klanten worden bediend via advieskantoren (80), bankshops (580) en Corporate Client Units (5). Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van geldautomaten, callcentra en
internetkanalen. In Nederland werken 21.417 (fte) medewerkers binnen C&CC
2.
Binnen de Business Unit Nederland zijn drie Value Centers (profit centers). In dit onderzoek richt ik mij op het Value Center Advies en dan met name op de afdeling Segment Midden- en Kleinbedrijf. Deze afdeling (voorheen marketing afdeling MKB) is grof gezegd
verantwoordelijk voor het uitzetten en monitoren van het beleid ten aanzien van bedrijven in het Midden- en kleinbedrijf. Zij is ook de opdrachtgever van dit onderzoek.
1 Bron: www.abnamro.nl
2 Uit: Jaarverslag ABN AMRO Bank NV. 2003
1.2 Situatiebeschrijving
De laatste jaren wordt er regelmatig onderzoek gedaan naar allochtoon ondernemerschap. Dit heeft verschillende redenen. Ten eerste gaat het om een steeds groter wordende groep. Het EIM (2004: 9) becijferd dat 1 op de 8 ondernemers van allochtone afkomst is. Ook laten bepaalde bevolkingsgroepen een spectaculaire toename zien van het aantal ondernemers. Het EIM onderzoek spreekt zelfs van een groei van 321 % onder de niet-westerse allochtone ondernemers voor de periode 1989-2002. Ten tweede lijkt allochtoon ondernemerschap bij te dragen aan het oplossen van tal van problemen in de samenleving. Hierdoor mag het thema
‘Allochtoon ondernemerschap’ zich al een aantal jaren verzekerd weten van de aandacht van beleidsmakers, overheden en subsidieverstrekkers. Naar aanleiding van het advies van de Sociaal-Economische Raad in 1998 over Etnisch ondernemerschap, heeft het kabinet gesteld dat het ondernemerschap onder etnische minderheden verder dient te worden gestimuleerd.
De meeste grote gemeenten, maar ook een aantal provincies besteden aandacht aan dit
onderwerp. Het stimuleren van ondernemerschap onder allochtonen zou kunnen bijdragen aan het oplossen van problemen op het gebied van integratie van minderheden, langdurige
werkloosheid en de leefbaarheid in probleemwijken.
Beide redenen kunnen aanleiding zijn voor een bank als ABN AMRO om zich te verdiepen in het onderwerp ‘allochtoon ondernemen’. Wat aantallen betreft gaat het misschien om een interessante doelgroep. Maar ook wat het ‘allochtoon ondernemerschap’ als maatschappelijke oplossing betreft kan het interessant zijn voor een bank die zich wil profileren op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen.
De afdeling Segment MKB heeft een eerste stap genomen door het organiseren van een congres over dit onderwerp. Dit gebeurde op initiatief van en in samenwerking met de werkgeversorganisatie VNO-NCW. Dit congres dat in september 2004 plaatsvond ziet ABN AMRO ook als aanleiding om zich te verdiepen in de groeiende groep allochtone
ondernemers. Deze aanleiding vormt het begin van mijn onderzoek.
Tot nu toe heeft ABN AMRO, op enkele initiatieven in de regio na, geen onderscheid gemaakt tussen autochtone of allochtone cliënten. In feite is ook niet bekend hoeveel van de cliënten allochtoon zijn. Over allochtone ondernemers is dan ook weinig bekend. ABN AMRO wil de huisbank zijn voor alle ambitieuze, succesvolle ondernemers, autochtoon of allochtoon. Een vraag die ABN AMRO zich stelt is of ze met de huidige strategie succesvolle allochtone ondernemers wel voldoende bereikt, of dat een gerichte strategie noodzakelijk is.
De opdrachtgever van dit onderzoek, ABN AMRO Bank NV, Consumer & Commercial
Clients, Business Unit Nederland, Afdeling Segment Midden en Kleinbedrijf, heeft de
volgende opdracht voor dit onderzoek geformuleerd: “Kom met voorstellen om ons
marktaandeel/ onze cross-sell onder allochtone (startende) ondernemers te vergroten”.
Hoofdstuk 2 Onderzoeksopzet
In dit hoofdstuk wordt de opzet van het onderzoek behandeld. Allereerst wordt de probleemstelling van het onderzoek gegeven en wordt de vraagstelling uitgewerkt in
deelvragen. Dit gebeurd in paragraaf 2.1. In paragraaf 2.2 wordt het onderzoek afgebakend en in paragraaf 2.3 wordt de methode van dataverzameling uiteengezet. In paragraaf 2.4 wordt uitgelegd hoe de respondenten zijn geselecteerd en in de laatste paragraaf (2.5) tot slot, zal de opbouw van het verdere verslag worden weergegeven.
2.1 Probleemstelling
Het vorige hoofdstuk ben ik geëindigd met de opdracht die de opdrachtgever van dit onderzoek heeft meegegeven: ‘Kom met voorstellen om ons marktaandeel/ onze cross-sell onder allochtone (startende) ondernemers te vergroten.’ Dit is een vrij brede opdracht. Mede door gesprekken met de opdrachtgever is duidelijk geworden dat allochtone ondernemers gezien moeten worden als een mogelijk interessante doelgroep. Hierbij vervalt de optie om een onderzoek te houden naar de mogelijkheden die het onderwerp ‘allochtoon ondernemen’
biedt op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen. De opdrachtgever wil weten wat de omvang van deze doelgroep is, of er sprake van een interessante doelgroep is en of de groep allochtone ondernemers een aparte benadering vraagt. Dit leidt tot de volgende probleemstelling, bestaande uit doelstelling en vraagstelling:
Doelstelling
“De afdeling Segment Midden- en Kleinbedrijf van ABN AMRO Bank NV, Consumer &
Commercial Clients, Business Unit Nederland, inzicht geven in de markt van allochtone ondernemers en in de bancaire knelpunten en behoeften van allochtone ondernemers zodat ABN AMRO hierop kan inspelen teneinde de omzet en de winst te verhogen.”
Vraagstelling
“Hoe groot is de markt van allochtone ondernemers voor ABN AMRO, wat zijn de knelpunten en hun behoeften op bancair gebied en hoe kan ABN AMRO hierop inspelen teneinde meer omzet en meer winst te behalen?”
De bijbehorende deelvragen zijn:
1. Hoe ziet de markt van allochtone ondernemers eruit?
2. Wat zijn de knelpunten en behoeften op bancair gebied van allochtone ondernemers?
3. Wat kan ABN AMRO doen om in te spelen op de bancaire knelpunten en behoeften van allochtone ondernemers?
ABN AMRO wil naar aanleiding van dit onderzoek bepalen of zij een specifiek beleid moet
ontwikkelen voor allochtone ondernemers.
2.2 Afbakening
ABN AMRO wil de bank zijn voor succesvolle ondernemers. In dit onderzoek zijn dan ook voornamelijk ondernemers geïnterviewd die succesvol zijn te noemen. Aangezien ABN AMRO geen eenduidige definitie heeft voor ‘succesvolle ondernemer’ moet dit begrip worden afgebakend. Als afbakening van het begrip ‘succesvol’ heb ik gekozen voor de volgende definitie: ‘Een ondernemer is succesvol wanneer hij of zij een bedrijf heeft met een omzet van minimaal één miljoen Euro op jaarbasis.’ Dit sluit aan bij het MKB beleid van ABN AMRO waarin ondernemers met 1 miljoen of meer zijn een aparte aandachtsgroep is.
Ook het begrip ‘allochtoon’ is breed. Het CBS hanteert de volgende, voor Nederland de meest gangbare, definitie: “Allochtonen zijn personen die in Nederland woonachtig zijn en van wie ten minste één ouder in het buitenland is geboren”. (CBS: 2001) Deze definitie is echter te ruim voor dit onderzoek, want dit zou betekenen dat ook een ondernemer wiens moeder in voormalig Nederlands Indië is geboren tot de doelgroep behoord. Het EIM (2004) maakt onderscheid tussen westers allochtone ondernemers en niet-westers allochtone ondernemers.
Mijn eerste aanname is dat op dit moment voldaan wordt aan de specifieke behoeften van westers allochtone ondernemers. Over het algemeen gaat het hier om mensen die vanuit hun cultuur bekend zijn met bancaire instellingen. ABN AMRO is als internationale bank zeer toegankelijk voor Engelstaligen. Mijn tweede aanname is dat een groot deel van de westers allochtone ondernemers Engels als eerste of tweede taal beheerst. Mijn derde aanname is dat de culturele verschillen tussen het land van herkomst en Nederland voor de westers allochtone ondernemer zo klein zijn dat het op bancair gebied geen probleem vormt waaruit specifieke behoeften voortkomen.
Ik richt mij dan ook op de niet-westers allochtone ondernemers. Deze groep ondernemers bestaat uit heel veel groepen en groepjes met verschillende nationaliteiten. Een van de voorwaarden waaraan voldaan moet zijn om te kunnen spreken van een aparte markt (een apart segment) is voldoende omvang (Van Alsem:2001: 93). Om de groep of groepen enige omvang te geven richt ik mij op de vier van de vijf grootste groepen niet-westers allochtonen, afkomstig uit: Turkije, Marokko, Suriname, China/ Hong Kong
3. Omdat zowel het
ondernemerschap als de groei van het aantal ondernemers laag is onder de vijfde groep, ondernemers afkomstig uit de Nederlandse Antillen en Aruba, laat ik deze buiten
beschouwing. Waar in dit verslag ‘allochtone ondernemer’ wordt gebruikt moet dan ook gelezen worden: ‘een in Nederland gevestigde ondernemer die geboren is of van wie tenminste één ouder geboren is in Turkije, Marokko, Suriname, China of Hongkong’, tenzij anders vermeld.
Daar waar in de verder tekst ABN AMRO gebruikt wordt, bedoel ik ABN AMRO Bank NV, Consumer & Commercial Clients, Business Unit Nederland.
2.3 Methoden van dataverzameling
In dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van deskresearch en een aantal mondelinge interviews. Bij het deskresearch is gebruik gemaakt van Nederlandse onderzoeken van
3 Bron: Statline van het CBS op www.cbs.nl
instanties als de Vereniging van Kamers van Koophandel (VVK) en het Economisch Instituut voor Midden- en Kleinbedrijf (EIM). Hiermee kon ‘de markt van allochtone ondernemers’ in kaart worden gebracht. Ook is er een aantal auteurs dat geschreven heeft over dit onderwerp geraadpleegd om te komen tot een goed inzicht in de mogelijke bancaire knelpunten en behoeften van allochtone ondernemers. Met dit inzicht is een vragenlijst samengesteld die de basis vormde voor de mondelinge semi-gestructureerde interviews
4. Er is gekozen voor mondelinge interviews omdat schriftelijke interviews wellicht eerder zouden stuiten op
taalbarrières. Met mondelinge interviews kan meer informatie worden vergaard. Er is gekozen voor een semi-gestructureerd interview omdat de reacties van de respondenten moeilijk waren in te schatten. Het ging om een heterogene groep zowel qua etnische achtergrond, als branche en mate van taalbeheersing. Het werken met gestructureerde interviews zou betekenen dat een aantal interviews mogelijk niet bruikbaar zijn, bijvoorbeeld omdat de respondent een aantal vragen niet begrijpt en ze niet beantwoord. Daarnaast kan er met semi-gestructureerde
interviews meer informatie naar voren komen, informatie die op basis van de literatuur niet te verwachten was.
In een aantal gevallen is gebruik gemaakt van geluidsopname apparatuur, in de meeste gevallen niet. Dit had te maken met het niet geschikt zijn van de ruimte voor geluidsopname (te veel lawaai)of de slechte beheersing van de Nederlandse taal.
Aan het eind van de interviews is aan alle ondervraagde ondernemers een aantal stellingen voorgelegd welke zij moesten scoren van 1 (helemaal mee eens tot 5 (helemaal niet mee eens).
5De onderwerpen uit de vragenlijst kwamen hierin terug zodat kon worden vastgesteld of de antwoorden afweken van de scores bij de stellingen.
2.4 Selectie van de respondenten
Masurel e.a. (In: Risseeuw e.a., 2003: 216) stellen dat inhoudelijk onderzoek onder allochtone ondernemers vaak moeizaam verloopt Zij wijzen op de moeilijkheid om aselecte steekproeven onder allochtone ondernemers te trekken. Als onderzoeker ben je aangewezen op bronnen als de Gouden gids, willekeurig ondernemers (bijvoorbeeld winkeliers) benaderen of
doorverwijzing. Gezien het criterium ‘bedrijf met omzet van 1 miljoen euro of meer op jaarbasis’ is gekozen voor doorverwijzing. Op basis van de andere twee methodes is het moeilijk om de omzet van een bedrijf te schatten. De respondenten benaderen via een relatie biedt een grotere kans om ondernemers met een omzet van één miljoen euro of meer te treffen, aangezien degene die doorverwijst daar een inschatting van kan maken. Daarnaast spreek je ondernemers aan op hun ‘allochtoon-zijn’. Het is te verwachten dat dit niet altijd gewaardeerd wordt. Een introductie via een relatie van de ondernemer kan dit ondervangen.
De groep ondernemers die in dit onderzoek centraal staat is als volgt samengesteld: 39% is Turks, 25% is Surinaams, 20% is Chinees en 16 % is Marokkaans
6. De ondervraagde groep ondernemers vormt wat samenstelling betreft, geen afspiegeling van deze groep. Dit komt door de manier van benaderen. Voor het onderzoek was geen bestand van allochtone ondernemers beschikbaar. Het streven was om zowel klanten als niet-klanten van ABN AMRO in de selectie te hebben. Daarnaast moesten alle vier de nationaliteiten zijn vertegenwoordigd.
4 Zie bijlage I
5 Zie bijlage IV
6 Berekend op basis van gegevens van het EIM: 2004.
De ondernemers die zijn benaderd zijn klanten van ABN AMRO (9), relaties van de heer Yagmur
7van VNO-NCW (4) of relaties van de heer Larouz
8van MON-Amsterdam, netwerk voor Marokkaanse ondernemers (2). Aan de accountmanagers van ABN AMRO in
Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht is gevraagd of zij relaties hadden van Turkse, Marokkaanse, Surinaamse of Chinese afkomst die ik mocht benaderen voor het onderzoek.
Aan de heer Yagmur van VNO-NCW is dezelfde vraag voorgelegd. Aangezien de reacties geen ondernemers van Marokkaanse afkomst opleverden is aan de heer Larouz gevraagd of hij nog een aantal ondernemers van Marokkaanse afkomst kon noemen die ik voor het onderzoek kon benaderen. Van de 16 geïnterviewde ondernemers hadden er vier een bedrijf waarvan de omzet minder was dan één miljoen euro per jaar. De ondernemers waren
(oorspronkelijk) afkomstig uit Turkije (11), Marokko (2), China (2) en Suriname (1). In de tabel 2.1 is weergegeven om welke ondernemers het gaat. Het getal achter de naam geeft weer of de respondent via de accountmanagers van ABN AMRO is benaderd (A), via de heer Yagmur van VNO-NCW (B), of via de heer Larouz van MON-Amsterdam (C).
Naam Bedrijf plaats Her.
dhr. Cakmak (A) cafés restaurants* Amsterdam T
dhr. Pinar (A) internetreisbureau* Amsterdam T
dhr. Yurtsever (A) horecagroothandel* Amsterdam T
dhr. Tastin (A) o.a. horeca* Zaandam T
dhr. Aluç (A) Restaurant* Rotterdam T
familie Lau (A) Bamifabriek* Den Haag C
dhr. Yavri (A) schoonmaakbedrijf* Den Haag T
dhr. Yavas (A) groothandel kleding* Amsterdam T
mevr. Lau (A) Restaurant / import* Amsterdam C
Dhr. Jiham (B) Restaurant* Den Haag T
mevr. Senol (B) restaurant Delft T
dhr. Aihan (B)
autobanden en
velgen Den Haag T
dhr. Gangapersadsing (B) Maatkleding Den Haag S
mevr. Tekin (B) Administratiekantoor Den Haag T
dhr. Ghamen (C) cateringbedrijf* Amsterdam M
dhr. Amrinou (C) groothandel kleding* Utrecht M
Tabel 2.1: ondervraagde ondernemers
* Omzet 1 miljoen Euro of meer
(T = Turkije, M = Marokko, C = China, S = Suriname)
2.5 De opzet van het vervolg van het rapport
Voordat ik kom tot de resultaten uit de interviews en conclusies en aanbevelingen zal ik eerst inzicht geven in de markt voor allochtone ondernemers (hoofdstuk 3) en de bancaire
knelpunten en behoeften van allochtone ondernemers (hoofdstuk 4 en 5).
7 De heer Yagmur is secretaris Etnisch Ondernemerschap van werkgeversorganisatie VNO-NCW.
8 De heer Larouz is directeur van adviesbureau Mex-it. Hij is initiatiefnemer van het Marokkaans Ondernemers Netwerk, www.monamsterdam.nl .
Hoofdstuk 3 De markt van allochtone ondernemers
In dit hoofdstuk staat de eerste deelvraag centraal: Hoe ziet de markt van allochtone
ondernemers eruit? De markt zal beschreven worden aan de hand van kwantitatieve gegevens die door middel van deskresearch zijn verzameld. Het voert te ver om in dit verslag een uitgebreid segmentatie onderzoek uit te voeren (waarvoor ook een vragenlijst moet worden uitgezet onder een grote groep respondenten) (Van Alsem, 2001:93) maar beantwoording van deze deelvraag geeft wel een eerste indicatie of er sprake is van een apart segment. In dit hoofdstuk komen de kwantitatieve kenmerken van deze markt aan bod. In paragraaf 3.1 wordt allereerst een definitie gegeven van wat in dit verslag onder de ‘markt van allochtone
ondernemers’ wordt verstaan. In paragraaf 3.2 wordt weergegeven hoe de markt in kaart wordt gebracht en welke data beschikbaar zijn. In paragraaf 3.3 tot en met 3.5 wordt vervolgens aan de hand van deze data een beeld geschetst van de markt van allochtone ondernemers, gevolgd door een conclusie (3.6).
Het is niet altijd mogelijk om precies van de groepen die in dit verslag centraal staan
(ondernemers van Turkse, Marokkaanse, Surinaamse en Chinese afkomst) een goed beeld te geven. Niet altijd zijn alle cijfers voor handen. In die gevallen wordt gebruik gemaakt van het materiaal dat wel voorhanden is, om toch een beeld te kunnen schetsen. Daarnaast moet worden opgemerkt dat de Vereniging van Kamers van Koophandel (verder: VKK) het geboorteland van de ondernemers registreert. Allochtone ondernemers van de tweede generatie blijven hierbij buiten beschouwing.
3.1 Definitie van ‘de markt van allochtone ondernemers’
In dit verslag is al meerdere malen de term ‘markt van allochtone ondernemers’ gebruikt. In paragraaf 2.2 is al uiteengezet wat ik in dit verslag versta onder ‘allochtone ondernemer’. Nu is het van belang om de term ‘markt’ in dit verband uiteen te zetten. Voor wie is het een markt en hoe is deze markt afgebakend? Leeflang (1995:103) geeft aan dat om de vraag en dus de markt te definiëren vijf elementen moeten worden gespecificeerd.
1. De producten die worden gevraagd. Het gaat hierbij om de vraag naar bancaire producten zoals betaalrekeningen, verzekeringen, leningen enz.
2. de belangengroepen die dit vragen. Dat zijn in eerste instantie de allochtone
ondernemers zoals deze zijn gedefinieerd in paragraaf 2.2. Hun vraag, hun behoeften naar bancaire producten staat centraal. Een tweede belangengroep is de overheid in de vorm van het ministerie van Economische zaken die zich actief bemoeit met
kredietverlening voor allochtone ondernemers.
3. Eenheden waarin de vraag wordt gemeten. De vraag wordt gemeten in personen (aantal klanten) en in geld (waarde en omvang van hun krediet en / of vermogen).
4. Geografische grenzen. Het gaat om de Nederlandse markt aangezien de opdrachtgever alleen zaken doet in Nederland (ABN AMRO, Consumer en Commercial Clients, Business Unit Nederland). Het is niet uitgesloten dat ervaringen uit Nederland gebruikt kunnen worden voor het buitenland.
5. Tijdselement waarover wordt gemeten. Dat is van op zijn vroegst 1989 (zie paragraaf
1.2) tot 1 januari 2004. Latere gegevens zijn nog niet beschikbaar. Op basis hiervan
moet inzicht ontstaan over de huidige en toekomstige markt van allochtone ondernemers.
Bij het beschrijven van de markt is tevens van belang om aan te geven wat de concurrentie in de markt is. Dat zijn in eerste instantie alle instanties die bancaire producten aanbieden in Nederland. Er is een aantal instanties dat zich specifiek lijken te richten op allochtonen en allochtone ondernemers. Dit zijn Turkse banken die actief zijn in Nederland zoals de DH- bank en de Ak-bank. De Rabobank ziet de allochtone ondernemersmarkt als serieuze doelgroep (Vissers, 2004). ING en Fortis, die niets op dit gebied doen.
Met deze specificatie van de markt kan worden overgegaan tot een beschrijving van de markt.
3.2 Het in kaart brengen van de markt van etnische ondernemers
In Nederland is de aandacht voor allochtone ondernemers als potentiële markt vrij nieuw (paragraaf 1.2), in het Verenigd Koninkrijk bestaat deze aandacht al langer. Dhaliwal e.a.
(2003) beschrijven hoe banken in het Verenigd Koninkrijk de ‘etnische markt’ benaderen.
Dhaliwal e.a. (2003) geven een aantal punten die naar hun idee nodig zijn om een ‘etnische markt’ (in dit geval de markt van allochtone ondernemers) in kaart te brengen.
1. De grootte en demografische karakteristieken van de locale allochtone markten.
2. De penetratie van bancaire service en welke typen klanten goed of slecht worden bediend.
3.Het aandeel dat de bank heeft in de gepenetreerde markt en welke banken het goed doen in deze markt.
4. De toegankelijkheid van bankkantoren en andere kanalen voor locale etnische markten.
5. De waarschijnlijke toekomstige waarde van de huidige en potentiële klanten. Met andere woorden, hoe gaat deze markt zich naar verwachting ontwikkelen?
6. De neiging van de verschillende typen etnische klanten om zaken te doen met banken en deze bank in het bijzonder.
Aan de hand van de eerste vijf punten zal de markt van allochtone ondernemers in kaart worden gebracht. Punt zes laat ik buiten beschouwing, daar hoop ik met dit onderzoek meer licht op te werpen.
3.3 De grootte en demografische kenmerken van de markt
In deze paragraaf zal een idee gegeven worden van de grootte van de markt. Wat de demografische kenmerken betreft, aan de hand van onderzoeken van de VKK en het EIM zullen uitspraken worden gedaan over demografische segmentvariabelen zoals Van Alsem die onderscheid voor business markten: Bedrijfstak, bedrijfsomvang en locatie (2001:93).
Op 1 januari 2004 telt Nederland 16,4 miljoen inwoners waarvan 1,4 miljoen niet-westers allochtoon is (website CBS). Er zijn bijna 100.000 ondernemers van niet-westerse afkomst.
Opvallend bij deze ondernemers is het hoge aantal Turkse starters en de hoge
ondernemersquote bij Chinezen.
Tabel 3.1: Niet-westers allochtonen in Nederland: aantal inwoners, ondernemers, startende ondernemers en de ondernemersquote.
Land van herkomst Inwoners* Ondernemers** Starters** ondernemersquote***
Totaal 16, 4 mln 873000 88
Autochtoon 13,3 mln 773300 5,5 96
Allochtoon 3,1 mln 99700 Onbekend Onbekend Westers Allochtoon 1,4 mln 45300 Onbekend Onbekend Niet-westers
allochtoon 1,7 mln 54400 Onbekend 42
Waarvan:
o
Turks 351.648 12500 8,5 48
o
Marokkaans 325.281 5000 5,5 22
o
Surinaams 139.755 8200 4,9 34
o
Chinees 100.000 6500 Onbekend 171
* Bron: website CBS, aantal inwoners Nederland per 1 januari 2004.
**Bron: VKK, ondernemersprofiel 2004. Aantal actieve ondernemers (pensioenbv’s en dergelijke zijn buiten beschouwing gelaten) per 1 januari 2004. Aantal startende ondernemers per 1000 personen van de beroepsbevolking in 2003 per bevolkingsgroep.
*** Bron: EIM, Monitor Etnisch Ondernemerschap. Het aantal ondernemers per 1000 personen van de beroepsbevolking in 2002.
Van alle bedrijven in Nederland is op 1 januari 2003 5,3 % aan te merken als niet-westers allochtoon (EIM,2004).
Qua bedrijfstak lijken de meeste allochtone ondernemers te kiezen voor bedrijfstakken met een relatief lage instapdrempel. In de branches detailhandel, horeca en facilitaire
dienstverlening liggen de percentages ondernemers veel hoger voor ondernemers van grote migrantengroepen dan voor alle ondernemers in Nederland
9. De cijfers van het EIM (2004) laten een soortgelijk beeld zien, hoewel ze de branches anders indelen. Deze cijfers laten ook zien dat het aandeel van horeca en handel licht is afgenomen in de periode 1999-2002 en dat het aandeel bedrijven in de zakelijke dienstverlening is toegenomen.
Het EIM heeft ook onderzoek gedaan naar de bedrijfsomvang van allochtone ondernemers.
Helaas is er geen informatie voorhanden over de omzet van de bedrijven, voor dit onderzoek de meest interessante manier om bedrijfsomvang aan te geven. Om toch een beeld te geven wordt de bedrijfsomvang in aantal medewerkers gegeven. Deze cijfers zijn weergegeven in tabel 3 van bijlage II. Opvallend is het kleine aantal Chinese eenmanszaken.
De meeste ondernemers van allochtone afkomst (en dus ook die van de doelgroep die in deze scriptie centraal staat) zijn gevestigd in de vier grote steden, Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht (Wils, e.a.,2002). De ondernemers van Niet-westerse allochtone afkomst zijn vooral te vinden in het Westen van Nederland, in 2002 is 69% van de niet-westers allochtone ondernemers hier gevestigd (EIM, 2004:11). Het beeld dat de meeste allochtone ondernemers te vinden zijn in de randstad wordt onderschreven door Wils e.a. (2002) die stellen dat in 2000 bijna de helft van de allochtone ondernemers is gevestigd in Rotterdam, Amsterdam,
9 zie tabel 1 in bijlage II
Den Haag en Utrecht (het gaat hier om alle allochtone bedrijven, ook van westers-allochtone ondernemers).
3.4 Penetratie van ‘Banking Services’ onder de markt voor allochtone ondernemers en het aandeel dat ABN AMRO hierin heeft
Naast algemene gegevens over de bevolking en de ondernemers is het ook interessant om te weten hoe de penetratie van de bancaire dienstverlening (en in het bijzonder die van ABN AMRO) is. Dit is echter moeilijk weer te geven aangezien hier nauwelijks onderzoek naar is gedaan. De enige mogelijkheid om te bepalen hoeveel allochtone ondernemers bankieren bij ABN AMRO is om een koppeling te maken tussen de gegevens van de VVK en ABN
AMRO. De VVK weet welke ondernemers er (eerste generatie) allochtoon zijn. Door de kvk- inschrijfnummers te matchen met het klantenbestand van ABN AMRO zou bepaald kunnen worden hoeveel klanten van ABN AMRO van allochtone afkomst zijn. Ook zouden deze cijfers afgezet kunnen worden tegen het totale aantal allochtone ondernemers om uitspraken te kunnen doen over het marktaandeel van ABN AMRO onder deze groepen. Het is echter niet mogelijk om bij de VVK een selectie te maken op ‘geboorteland’ of ‘geboorteland ouders’. Wat penetratie van de markt betreft is alleen een onderzoek uit 2000 onder
particulieren voorhanden, waarvan de relevante tabel is weergegeven in de bijlage
10. Hoewel het hier particulieren betreft en geen ondernemers heb ik het toch weergegeven omdat dit, voorzover bekend, het enige onderzoek op dit gebied is. Hierbij valt op dat het bezit van een spaarrekening vooral bij Turken en Marokkanen lager is dan bij Nederlanders. Dit geldt ook voor het bezit van een creditcard.
Mijn aanname is dat de kantorendichtheid van ABN AMRO goed is. Met name in de grote steden zijn veel filialen van de bank te vinden.
3.5 Huidige en toekomstige waarde van de allochtone markt
Zoals gezegd in paragraaf 1.2 lijken beleidsmakers en ook instanties als het EIM en de SER positief gestemd over de huidige en toekomstige waarde van de allochtone markt. Hoewel de totale omvang van het aantal niet-westers allochtone ondernemers beperkt is (paragraaf 3.2.1), is de groei fors (zie paragraaf 1.2). Jansen e.a. (2003) becijferen dat tussen 1986 en 2000, het percentage ondernemers van de allochtone bevolking harder is gegroeid dan het percentage ondernemers van de autochtone bevolking. Dit komt overeen met de cijfers van het EIM, die hiervoor ook een verklaring heeft. Niet alleen is de beroepsbevolking onder niet-westers allochtonen relatief harder gegroeid dan onder de niet-westerse bevolking, ook de
ondernemersquote is toegenomen. Mocht de ondernemersquote voor niet-westers allochtone bevolkingsgroepen gelijk blijven of toenemen, dan zal dit waarschijnlijk betekenen dat het aantal ondernemers van niet-westers allochtone afkomst stijgt. Voor deze bewering baseer ik mij op de demografische voorspellingen van Hogeboom e.a. (2002) voor Nederland. Zij stellen dat:
¾
Voor Europa wordt een omslag voorspeld, van bevolkingsgroei naar
bevolkingsafname. Voor Nederland is dit omslagpunt in 2025 te verwachten.
10 zie tabel 3 in bijlage II
¾
Tussen 2000 en 2015 komt het punt dat de bevolkingsgroei volledig uit allochtonen zal bestaan.
¾
Het aantal in Nederland geboren allochtonen groeit (2
egeneratie) groeit van 0,5 miljoen in 2002 naar 0,8 miljoen in 2010.
¾