Vraag nr. 79 van 6 maart 2001
van de heer JOHAN MALCORPS
Gemeentelijke kapreglementen – Geldigheid Er is enige onduidelijkheid gerezen over het sta-tuut van gemeentelijke kapreglementen. Dit naar aanleiding van het besluit van de Vlaamse regering van 14 april 2000 tot bepaling van de vergunning-plichtige functiewijzigingen en van de werken, h a n-delingen en wijzigingen waarvoor geen steden-bouwkundige vergunning nodig is.
Artikel 3, 14° van dit besluit bepaalt immers dat geen stedenbouwkundige vergunning nodig is voor het vellen van hoogstammige bomen, mits aan een reeks van vereisten is voldaan : ze mogen geen deel uitmaken van een bos, ze moeten gelegen zijn in w o o n- of industriegebied, ze bevinden zich op huis-kavels en binnen een straal van 15 meter van een vergunde woning of bedrijfsgebouw. B o v e n d i e n mogen de bomen geen acuut gevaar opleveren en mogen ze niet op openbaar domein staan of op percelen waarvoor een beheersplan bestaat.
Overeenkomstig artikel 99, §3 van het decreet hou-dende de organisatie van de ruimtelijke ordening, kunnen de vergunningplichtige werken, h a n d e l i n-gen en wijziginn-gen worden aangevuld door ge-meentelijke stedenbouwkundige verordeningen. Deze verordeningen kunnen ook voor de van ver-gunning vrijgestelde werken en handelingen de ste-denbouwkundige vergunningplicht invoeren. De vraag is echter wat nu het statuut is van oude gemeentelijke kapreglementen uitgevaardigd bij wijze van politieverordening die, wat bijvoorbeeld de bescherming van hoogstammige bomen betreft, verder gaan dan de uitzonderingsregels opgeno-men in artikel 3, 14° van het besluit van 14 april 2000.
Zijn deze kapreglementen nog geldig ?
Kunnen alle hoogstammige bomen die voldoen aan voormelde uitzonderingsbepalingen, nu zonder meer worden gekapt, ook als dit ingaat tegen be-staande gemeentelijke kapreglementen ?
Wordt van de gemeentebesturen verwacht dat ze hun oude kapreglementen onverwijld omzetten in gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen ?
Zo ja, zijn de gemeentebesturen daarover voldoen-de geïnformeerd ?
En wat gebeurt er intussen ? Is dan alles toegela-ten ?
Antwoord
Vele gemeenten beschikken over kapreglementen die als politieverordening zijn geconcipieerd. H e t lijkt mij duidelijk te zijn dat ook onder de vroegere wetgeving (het decreet betreffende de ruimtelijke o r d e n i n g, gecoördineerd op 22 oktober 1996) kap-reglementen eigenlijk als bouwverordening (thans stedenbouwkundige verordening genoemd) moes-ten worden beschouwd. Ze moesmoes-ten dan ook door de minister bevoegd voor de Ruimtelijke Ordening worden goedgekeurd.
Over de geldigheid van de enkele kapreglementen – politieverordeningen wens ik mij niet in absolute termen uit te spreken. Zoals hierboven uiteenge-zet, kan die sterk in twijfel worden getrokken. Inzake de gemeentelijke stedenbouwkundige be-plantingsverordeningen is de situatie duidelijker. Deze blijven mijns inziens gelden, ook al zijn ze strenger dan de gewestelijke regeling inzake de v e r g u n n i n g p l i c h t . Het kan wel aangewezen zijn dat de gemeenten de relevantie van deze verordenin-gen onderzoeken. Indien ze geen belangrijke aan-vullingen van de (verstrengde) Vlaamse reglemen-tering bevatten, kunnen ze best gewoon worden opgeheven.