Vraag nr. 79 van 6 maart 1996
van de heer ANDRE DENYS Pluimveemest – Afzetgebieden
De meeste Vlaamse pluimveebedrijven zijn in het nabije verleden overgeschakeld op droge pluimvee-mest, omdat dit de beste toekomstperspectieven bood voor mestafzet.
Veel bedrijven komen echter steeds meer in de proble-men omdat uitvoer naar Wallonië en Frankrijk onmo-gelijk is geworden. Nederlandse bedrijven daarentegen kunnen wel nog uitvoeren naar Wallonië.
1. Wat heeft de minister ondernomen om deze concur-rentievervalsing tegenover de Nederlandse bedrij-ven ongedaan te maken ?
2. Werd in het verleden op ministerieel niveau hier-omtrent onderhandeld met de Franse of Waalse overheden, of wordt dergelijk overleg binnenkort gehouden ?
N.B. : Deze vraag werd eveneens gesteld aan de heer Eric Van Rompuy, Vlaams minister van Econo-mie, KMO, Landbouw en Media.
Antwoord
Zoals het Vlaams parlementslid terecht opmerkt, werd er in de loop van het voorbije jaar inderdaad méér mest in Wallonië ingevoerd vanuit Nederland dan vanuit Vlaanderen ; althans indien men de verhandelde mest-hoeveelheden uitdrukt in kg P2O5.
Op 4 maart jongstleden heeft mijn kabinet daarover een overleg gehad met de kabinetten van de Vlaamse minister van Landbouw en de Waalse minister bevoegd voor Landbouw en Leefmilieu. Gelet op het feit dat Wallonië dierlijke mest als een afvalstof beschouwt, gebeurde dit overleg in het kader van het interregio-naal afvalstoffenakkoord. In dit ontwerpakkoord wordt gestipuleerd dat de Belgische regio's inzake afvaluitwis-selingen voorrang hebben op het buitenland ; wat de mestexport naar Wallonië betreft betekent dit dat, zodra de onderhandelingen zullen afgerond zijn, de Waalse overheid zich ertoe verbindt om – voor zover de Waalse plaatsingsruimte niet wordt overschreden – mestverhandelingen met Vlaanderen voorrang te geven op die met het buitenland.
Bij het overschrijden van de landgrens moet men reke-ning houden met de Europese regelgeving, en in het bijzonder met de zogenaamde "transportverordening" (verordening EEG Nr. 259/93). In Frankrijk zijn de departementen belast met de uitvoering van deze ver-ordening. In toepassing van de verordening kunnen de departementen de invoer van dierlijke mest toestaan, aan voorwaarden verbinden of weigeren.
In de loop van het voorbije jaar heeft de Mestbank in samenwerking met het provinciebestuur van West-Vlaanderen meermaals gesprekken aangeknoopt met de departementen die het dichtst bij Vlaanderen gele-gen zijn. Bij die gelegele-genheid werd van Vlaamse kant het wederzijds belang benadrukt van oordeelkundige mestuitwisselingen. Dankzij deze gesprekken is er meer
duidelijkheid gekomen inzake de voorwaarden voor export. Anderzijds is gebleken dat de Franse bevoegde autoriteiten zeer strenge sanitaire en milieukundige garanties eisen en daar onder geen beding van willen afzien.