• No results found

Vraag nr. 225van 3 juni 1996van de heer ANDRE DENYS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 225van 3 juni 1996van de heer ANDRE DENYS"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 225 van 3 juni 1996

van de heer ANDRE DENYS

Calverhagebrug Melle – Stand van zaken

In een brief van 23 februari 1993 werd door het minis-terie van de Vlaamse Gemeenschap, administratie Wegeninfrastructuur en Verkeer, aan het college van burgemeester en schepenen van Melle gevraagd een zo concreet en objectief mogelijk advies te willen geven omtrent het al dan niet behouden van de E40-Calver-hagebrug (Proefhoevestraat).

Het college van burgemeester en schepenen adviseerde op 25 maart 1993 tegen afbraak en voor behoud van de bestaande brug. Het college nam deze beslissing op grond van de talrijke reacties die het had ontvangen op de enquête die het hierover had georganiseerd.

Sindsdien werd er door het gemeentebestuur van Melle niets meer vernomen over de plannen met de brug. Desalniettemin duiken er geregeld geruchten op dat er toch een nieuwe brug zou worden aangelegd.

1. Wat is de huidige stand van zaken in verband met de E40-Calverhagebrug ? Klopt het dat er een beslissing is genomen om een nieuwe brug te bou-wen? Zoniet, is er al beslist wat er dan concreet zal gebeuren met de bestaande brug?

2. Indien de beslissing is genomen tot de bouw van een nieuwe brug, hoe komt het dan dat het gemeen-tebestuur van Melle hiervan nog niet op de hoogte is ? Waarom werd er geen openbaar onderzoek gedaan naar de noodzaak van een nieuwe brug? 3. Indien de oude brug dringend moet worden

afge-broken om veiligheidsredenen, op basis van welke argumenten is de bouw van een nieuwe brug dan zeer dringend ?

4. Indien er een nieuwe brug komt, wordt ze dan op dezelfde plaats gebouwd als de huidige? Zo neen, waarom niet ?

5. Wat is de kostprijs van een nieuwe brug? Antwoord

1. Aangezien de bestaande brug in juli 1994 onherstel-baar beschadigd werd en aangezien reeds in 1993 door de gemeenten Melle, Merelbeke en Oosterzele principieel werd gevraagd om de overbrugging ter hoogte van Calverhage te behouden, werd beslist een nieuwe brug te bouwen. Uiteraard wordt de bestaande brug afgebroken.

2. Het gemeentebestuur van Melle werd mondeling op de hoogte gebracht (schepen van Openbare Wer-ken) en ging ermee akkoord (mede wegens de aan-wezigheid van toeristische wandel- en fietsroutes). 3. De brug voldoet aan een aantal behoeften:

– landbouwverkeer; – scholieren; – toerisme.

4. De nieuwe brug wordt gebouwd op ongeveer 50 m van de bestaande, richting Wetteren. Die verschui-ving is een gevolg van het feit dat door een hogere vrije hoogte de opritten langer worden. Om niet tot onteigening van huizen te moeten overgaan, werd de bouwplaats opgeschoven.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De mededeling van 15 juli 1997 waarnaar de Vlaamse volksvertegenwoordiger verwijst, had tot doel de leersecretarissen in te lichten over de infor- matiseringsplannen die

Inzake de andere verplichtingen van het milieu- convenant beschikt het Vlaams Gewest niet over de nodige gegevens om na te gaan of ge- meenten die het milieuconvenant

Zo neen, is het niet nodig dat in de toekomst bij de verkoop van een stuk natuurgebied door de Vlaamse overheid een dergelijke clausule wordt

Waarom kan het OCMW zelf geen contract afslui- ten voor het verkrijgen van abonnementen voor s t e u n g e n i e t e r s, zodat de procedure minder omslachtig

De Vlaamse overheid legt niet de verplichting op dat elk natuurgebied waarvan de verwerving werd g e s u b s i d i e e r d , wordt opengesteld voor het publiek. Indien deze

In het besluit van de Vlaamse regering van 5 maart 1996 werden richtlijnen opgenomen voor de betrokken besturen van de Vlaamse Gemeenschap inzake toekenning van een

Het besluit van de Vlaamse regering van 4 februari 1997 houdende erkenningsvoorwaarden voor een Vlaams Promotiecentrum voor Agro- en Visserij- marketing stelt in artikel 3, § 1 dat

Worden bij- voorbeeld de mandaten en de middelen die worden toegekend door het FWO-Vlaanderen (Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek), het IWT (Vlaams Instituut voor de Bevordering