• No results found

Vraag nr.8van 25 september 1996van mevrouw SONJA BECQ

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr.8van 25 september 1996van mevrouw SONJA BECQ"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 8

van 25 september 1996 van mevrouw SONJA BECQ

Vrouwenemancipatie – Vlaamse administratie In het Algemeen Voortgangsrapport inzake Eman-cipatie 1995 (waarin ook wordt verwezen naar de Agenda 21 van de UNO-conferentie van Rio over milieu en ontwikkeling) worden diverse aandachts-punten voor een accuraat emancipatiebeleid aan-gehaald.

– Zo blijkt dat het personeelsbestand van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap voor 36 % uit vrouwen bestaat.

Naar verluidt is er een lichte vooruitgang in het aantal vrouwen op niveau A. Vrouwelijke amb-tenaren werken vooral op de middenniveaus. – Wat de deelname van vrouwen aan de

beleids-organen in de Vlaamse administratie betreft, meldt het rapport geen vooruitgang. D a a r o m wordt voorgesteld het voorkeurbeleid bij gelijke bekwaamheid toe te passen.

– Vrouwen blijken ook ondervertegenwoordigd in de adviesorganen van de Vlaamse Gemeen-schap. Vandaar dat wordt aangedrongen op een snelle behandeling van het ontwerp van decreet. 1. Welke stappen werden reeds ondernomen met het oog op het bevorderen en beveiligen van de kansen van vrouwen, ook op de hogere niveaus binnen de Vlaamse ministeries ? Hoe kan de tewerkstelling van vrouwen nog worden aange-zwengeld, en dit op alle niveaus ?

2. Welke maatregelen werden reeds getroffen inzake een grotere vertegenwoordiging van vrouwen in de beleidsorganen van de V l a a m s e administratie ?

Antwoord

1. In het Algemeen Voortgangsrapport editie 1995 werden m.b.t. het bevorderen en beveiligen van kansen van vrouwen op hoger niveau de volgen-de acties voorgesteld :

– v o r m i n g s a a n b o d , zoals leidinggeven voor vrouwen, onderhandelen, werken aan je car-rière ;

– netwerk voor vrouwen op A1 en A 2 -niveau ;

– stages voor ingenieursstudentes.

Met betrekking tot de bevordering van de tewerkstelling van vrouwen op alle niveaus wer-den tot nu toe geen specifieke maatregelen gepland. Met uitzondering van het departement Leefmilieu en Infrastructuur zijn vrouwen in de meerderheid op de niveaus B, C, D en E. E e n positieve-actiebeleid naar het onderwijs toe ligt aan de basis van een evenredige tewerkstelling van vrouwen en mannen op alle niveaus.

2. De dienst Emancipatieaken heeft gepleit voor decretale maatregelen inzake de invoering van een evenwichtige vertegenwoordiging van vrou-wen en mannen in de adviesorganen. M i n i s t e r voor het Gelijke-Kansenbeleid Anne Van A s-broeck heeft daartoe een ontwerp van decreet ingediend.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De titularis-arts die wegens ziekte of verlof afwezig is, moet door het organiserend bestuur worden ver- vangen door een arts die ofwel in een ander erkend consultatiebureau's is

Vermits het overleg met de federale regering proble- men betreft die niet tot mijn bevoegdheid behoren – reglementering in verband met stempelcontrole, fiscaal en sociaal statuut –

Welke gemeenten maakten wel en welke gemeen- ten maakten geen gebruik van het beschikbare con- tingent voor de jaren 1993, 1994, 1995 (met opgave van het toegekende en het

Studietoelagen – Eenouder- en tweeoudergezinnen Voor de berekening en de toekenning van een studie- toelage wordt enerzijds rekening gehouden met het inkomen van de

Ingeval hun inkomen (waaraan het kadastraal inkomen dient te worden getoetst) geheel of gedeeltelijk is samengesteld uit het bestaansminimum, wordt de KI-test niet toege- past en

waaraan alle gemeenschappen en het federale niveau meewerken, onder andere ten behoeve van het Europees Drugsobservatorium in Lis- sabon.In 1992 en 1994 heeft

Door de Vlaamse overheid werd daarop geanti- cipeerd door een preventieproject goed te keu- ren dat zich specifiek richt op de problematiek van gezondheidsbevordering bij

Ik verzocht tevens in deze nota om een nieuwe Interminis- teriële Conferentie te willen samenroepen nadat de genoemde parlementaire werkgroep zijn conclusies zou