• No results found

Vraag nr.221 van 5 juni 1998 van de heer JOHAN MALCORPS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr.221 van 5 juni 1998 van de heer JOHAN MALCORPS"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 221 van 5 juni 1998

van de heer JOHAN MALCORPS ARGO – Asbestinventaris (2)

Kan de minister aansluitend op mijn schriftelijke vraag van 3 maart 1998 inzake de A R G O - a s b e s t i n-v e n t a r i s ( Autonome Raad n-voor het Gemeen-s c h a p Gemeen-s o n d e r w i j Gemeen-s, een antwoord verGemeen-strekken op vol-gende vragen (Bulletin van Vragen en A n t w o o rd e n nr. 13 van 12 mei 1998, blz. 1783 – red.).

1. In 67 % van de Lorgo's (lokale raad voor het g e m e e n s c h a p s o n d e r w i j s ) , DAB's (dienst met afzonderlijk beheer) en PMS-centra (psycho-medisch-sociaal centrum) is een asbestin-v ent a r is o p ge ma a kt, a ld u s de m in is t er. Slechts in 31 gevallen (amper 8 %) werd de asbestsanering gerealiseerd. In hoeveel van de ARGO-instellingen is een sanering noodzake-lijk en in hoeveel gevallen is deze sanering nog niet afgerond, maar wel al begonnen of gepland ? 2. 33 % van de Lorgo's, DAB's en PMS-centra hebben vooralsnog niet voldaan aan de wettelij-ke verplichting. Welwettelij-ke maatregelen heeft de minister terzake genomen ?

3. Heeft de minister enig zicht op de stand van de asbestinventarisatie in de andere onderwijsnet-ten ?

Antwoord

1. Het opmaken van een asbestinventaris impli-ceert niet dat er, ongeacht de aanwezigheid van asbesthoudende materialen, automatisch een asbestsanering plaatsvindt.

Aan de hand van volgende elementen wordt een risico-evaluatie gemaakt die, naargelang het geval, aanleiding kan geven tot een sanering : – de toepassing en het soort materiaal ;

– de oppervlakte van asbesthoudend materiaal ; – de toestand waarin het zich bevindt ;

– de afscherming van asbesthoudend materiaal ; – de plaats van het materiaal in de lokalisatie ; – de blootstellingsmogelijkheden ten opzichte

van personen en leerlingen.

Saneringswerken worden dan ook gepland op basis van deze risico-evaluatie.

In volgende onderwijsinstellingen worden asbestsaneringswerken gepland : K TA Hobo-ken, MS Aarschot, KA Asse.

2. Aangezien de asbestinventarisatie voor het gemeenschapsonderwijs nog niet volledig is b e ë i n d i g d , blijft de toekomstige planning van mogelijke saneringswerken een open vraag. De asbestinventarisatie wordt onverwijld voortge-z e t , doch kan wegens andere prioritaire opdrachten nog enige tijd in beslag nemen. 3. Ik heb geen zicht op de stand van

asbestinven-tarisatie in het gesubsidieerd onderwijs. I n r i c h-tende machten van het vrij, gemeentelijk en provinciaal onderwijs kunnen een beroep doen op de Dienst voor Infrastructuurwerken van het Gesubsidieerd Onderwijs voor de subsidiëring van asbestverwijdering.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Eind september, begin oktober 1997 werden bij de verbrandingsoven van de intercommunale IDM (Intercommunale voor Huisvuilverwerking Dur- me-Moervaart) in Lokeren

Het is me echter niet duidelijk of voor nieu- we woningen een septische put of gelijkwaardige individuele voorbehandelingsinstallatie volstaan voor de zuivering van het

op die plaatsen waar geen geluidwerende maat- regelen (kunnen) worden genomen of als alter- natief voor dure geluidwerende

Huisvuilverbrandingsinstallaties – Dioxine-uitstoot Op de hoorzitting in de Commissie voor Leefmi- lieu en Natuurbehoud met de commissie-Baeyens verklaarde de vertegenwoordiger

Luchtvervuiling vanuit Duinkerke – Metingen Uit het antwoord van de minister op mijn monde- linge vraag in de Commissie voor Leefmilieu en Natuurbehoud van 12 februari 1998 over

Ook kunnen overstorten een ernstig gevaar bete- kenen voor de gezondheid van het vee dat uit de vervuilde rivieren drinkt en zelfs voor de volksge- zondheid ; voorzover dit in

Houdt de minister vast aan een maximumter- mijn voor deze verdere onderzoeken, ook als blijkt dat dit wetenschappelijk niet te verant- woorden is?. Is de minister niet

3.4 of 3.6.3 zijn aangeduid, alsmede ingeval de milieuvergun- ningsaanvraag betrekking heeft op de directe of indirecte lozing in grondwater van gevaarlijke stof- fen als bedoeld