• No results found

1 Verloop van de procedure 1.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "1 Verloop van de procedure 1."

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BESLUIT

Nummer 6412/748

Betreft zaak: Zaak 6412 / Thuiszorg GVF

Openbaar

Nederlandse Mededingingsautoriteit

1

Openbaar

Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet, zoals dat luidde tot 1 juli 2009.

1

Verloop van de procedure

1. De Directie Mededinging van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: NMa) heeft op 25 april 2007 een onderzoek ingesteld naar een mogelijke overtreding van artikel 6, eerste lid, van de Mededingingswet (hierna: Mw) door ondernemingen actief op onder andere het gebied van de levering van thuiszorg. Het onderzoek concentreerde zich op de thuiszorgactiviteit ‘huishoudelijke verzorging thuis’ (hierna: HH), meer in het bijzonder op de gang van zaken omtrent het inschrijven op de eerste aanbesteding onder de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) in 2006 in diverse gemeenten in Zuid-Holland. Voorts zag het onderzoek op het concurrentieproces na gunning, op de markt.

2. Het betreft de volgende ondernemingen (hierna: de betrokken ondernemingen): - Stichting Vierstroomzorgring, (hierna: Vierstroom) thans Stichting Vierstroom1

; - Stichting Florence (hierna: Florence) met inbegrip van de met haar verbonden

rechtspersoon Stichting Zorggroep Florence2

, en

- Stichting Thuiszorg Groot Rijnland (hierna: Groot Rijnland), thans Stichting ActiVite (rechtsopvolger van Groot Rijnland).

3. Op 17, 18 en 19 juli 2007 respectievelijk 16, 17 en 18 oktober 2007 heeft onderzoek plaatsgevonden op bedrijfslocaties van Vierstroom, Florence en Groot Rijnland, waarbij

1 Per 4 januari 2010 is de naam van Stichting Vierstroomzorgring gewijzigd in Stichting Vierstroom.

2 In het Aanvullend rapport wordt de vermeende overtreding toegerekend aan Stichting Florence vanwege haar vermeende

(2)

Openbaar

2

Openbaar

inzage is gevorderd in schriftelijke gegevens en bescheiden. Voorts zijn daarbij digitale omgevingen ingezien.

4. Na afloop van het door de Directie Mededinging verrichte onderzoek bestond een redelijk vermoeden dat door de betrokken ondernemingen artikel 6, eerste lid, Mw was overtreden. In opdracht van de Raad van Bestuur van de NMa (hierna: de Raad) heeft de directeur van de Directie Mededinging (hierna: DM) vervolgens op 30 juni 2008 een rapport als bedoeld in artikel 59, eerste lid, Mw (hierna: het 1e

Rapport) opgemaakt.

5. Het rapport is op 30 juni 2008 aan de betrokken ondernemingen toegezonden. De behandeling van deze zaak is na het opmaken van het rapport overgedragen aan de Juridische Dienst van de NMa.

6. De betrokken ondernemingen hebben naar aanleiding van het rapport schriftelijke zienswijzen ingediend, welke zienswijze zij op een daartoe georganiseerde hoorzitting op 28 oktober 2008 mondeling hebben toegelicht.

7. De Raad heeft DM op 3 maart 2009 verzocht nader onderzoek te doen naar de context en de merkbaarheid van de in het rapport omschreven vermoedelijke overtreding. Bij brief van 2 april 2009 zijn de betrokken ondernemingen van deze beslissing in kennis gesteld. 8. De uitkomsten van het door DM verrichte aanvullend onderzoek zijn in opdracht van de

Raad neergelegd in het aanvullend dossier en in een aanvullend rapport (hierna: Aanvullend Rapport) dat geldt als correctie en als aanvulling op het rapport van 30 juni 2008. Dit Aanvullend Rapport is op 29 december 2009 opgemaakt en op 30 december 2009 aan de betrokken ondernemingen toegezonden. De behandeling van deze zaak is na het opmaken van het Aanvullend Rapport wederom overgedragen aan de Juridische Dienst van de NMa. 9. In het Aanvullend Rapport is het vermoeden neergelegd dat betrokken ondernemingen in de

periode van 1 februari 2006 tot en met 30 juni 2008 artikel 6, eerste lid, Mw hebben overtreden door deel te nemen aan een overeenkomst en/of onderling afgestemde feitelijke gedraging op grond waarvan zij niet met elkaar concurreren op de markt voor HH in de gemeenten Alkemade, Leiderdorp, Oegstgeest, Voorschoten, Zoeterwoude (tezamen de Leidse Regio) en Zoetermeer en derhalve deel hebben genomen aan een merkbare mededingingsbeperking in de zin van artikel 6 Mw.

10. De betrokken ondernemingen hebben naar aanleiding van het Aanvullend Rapport

(3)

Openbaar

3

Openbaar

2

Beoordeling door de Raad van Bestuur

(4)

Openbaar

4

Openbaar

BESLUIT

I. De Raad legt aan Stichting Vierstroom, statutair gevestigd te Gouda, geen boete op;

II. De Raad legt aan Stichting Florence, alsmede aan Stichting Zorggroep Florence, beiden statutair gevestigd te Rijswijk, geen boete op;

III. De Raad legt aan Stichting ActiVite in de hoedanigheid van rechtsopvolger van Stichting Thuiszorg Groot Rijnland, statutair gevestigd te Leiderdorp, geen boete op.

Datum: 21 april 2011

De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, namens deze,

Wg. Henk Don

Plv. voorzitter van de Raad van Bestuur

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na de dag van bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, Juridische Dienst, Postbus 16326, 2500 BH Den Haag.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op de bezwaren van de Vereniging voor Energie, Milieu en Water tegen het besluit tot weigering om de tarieven vast te stellen voor

Gelet op het voorgaande en onder verwijzing voorts naar zijn in randnummer 214 van het bestreden besluit weergegeven motivering, acht de Raad het hanteren van een ernstfactor van

een standstill-overeenkomst van belang is bij de vaststelling van de duur van de overtreding (randummer 14, supra). Henal en Pacton Groep wijzen erop, dat de overtreding bestaat uit

De d-g NMa merkt op dat met de gegeven opdrachten niet de aansluiting of de meter wordt gereguleerd, maar dat slechts wordt bewerkstelligd dat de netbeheerder technische

Voor zover het de reikwijdte van de bevoegdheid ex artikel 82 Gaswet betreft, wijst de d-g NMa erop dat met de gegeven opdracht niet de aansluiting wordt gereguleerd, doch slechts

Wat er ook zij van de positie die Achmea Zorggroep bij de inkoop van reizigersvaccinaties en -voorlichting inneemt, naar het oordeel van de Raad is niet gebleken dat de

Ten aanzien van de stelling van Sibco dat zij ervan uitgaat dat zij als verkoper niet wettelijk verplicht is de transactie te melden, merkt de Raad op dat Sibco door de onderhavige

De Raad concludeert dat de Sofiprotéol-groep op 23 december 2009 uitsluitende zeggenschap heeft verworven over Saipol, waardoor op die datum een concentratie in de zin van artikel