Vraag nr. 293
van 19 september 2003 van de heer JAN LOONES Botulisme – Preventie
Als gevolg van de hete zomer heerste er in V l a a n-deren de laatste weken een ernstige botulisme-e p i-demie.
B o t u l i s m e, een vorm van voedselvergiftiging, v e r-oorzaakt door een bacterie die bijzonder goed ge-dijt in de hitte, treft vooral de watervogelpopulatie. Vogelbescherming Vlaanderen waarschuwt even-wel voor het gevaar dat ook voor de mens dreigt (De Morgen 1 september 2003).
Er zouden volgens de vereniging in sommige kada-vers van watervogels twee types van botulisme zijn aangetroffen waarvoor ook de mens gevoelig zou zijn.
1. Werd de minister op de hoogte gebracht van het mogelijke gevaar van botulisme voor mensen ? 2. Zo ja, zijn er maatregelen genomen om het
ge-vaar van botulisme voor de mens zoveel moge-lijk te beperken ? Welke ?
Antwoord
Het bestaan van botulisme bij watervogels en de ri-sico's op een verhoogde incidentie daarvan tijdens de zomermaanden is mij bekend. Om verschillende redenen is er voor de mens evenwel nauwelijks een gevaar.
Botulisme is inderdaad ook bij de mens bekend als een ernstige voedselvergiftiging met een sterke neurologische symptomatologie. Het is de bacterie Clostridium botulinum die het verantwoordelijke toxine of gif produceert. Verschillende stammen van de bacterie produceren evenwel verschillende types van het toxine en niet alle levende wezens zijn gevoelig voor hetzelfde type. Zo zijn de types A , B, E en zelden F verantwoordelijk voor uitbra-ken van botulisme bij de mens en vinden we het type C bij watervogels overleden aan botulisme. Zwemmers – ik ga ervan uit dat de vraag van de Vlaamse volksvertegenwoordiger op die potentiële risicogroep betrekking heeft – lopen hier dus niet echt een belangrijk gevaar.
De bacterie Clostridium botulinum is verder ook aangewezen op een zuurstofloze omgeving om te
o v e r l e v e n , een toestand die alvast niet eigen is aan zwemwater.
Ongewenste toestanden kunnen voor zwemmers wel ontstaan wanneer rottende vogellijken in wa-terpartijen aanwezig zouden blijven. Er is ook op dat moment, zoals reeds gesteld, niet zozeer een gevaar voor vergiftiging of voor besmetting met c l o s t r i d i a , maar mogelijk wel voor besmetting met andere darmbacteriën of -virussen.