• No results found

Vraag nr. 295 van 19 september 2003 van de heer JAN LOONES

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 295 van 19 september 2003 van de heer JAN LOONES"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 295

van 19 september 2003 van de heer JAN LOONES

Pleeggezinnen – Verlengingsattest langdurige plaat-sing

Wanneer kinderen langdurig geplaatst worden in een pleeggezin, wordt deze plaatsing jaarlijks ver-l e n g d , via een attest van het comité voor bijzonde-re jeugdzorg.

Naar verluidt loopt daar de laatste jaren een en ander mank : terwijl de pleegouders aanvankelijk automatisch dit verlengingsbewijs ontvingen, s c h i j-nen ze reeds verschillende jaren daar zelf om te moeten vragen.

Het is wel van belang dat pleegouders dit attest tij-dig krijgen, vooral met het oog op de aanvang van het schooljaar in september. De pleegouders moe-ten dit attest dan kunnen voorleggen aan het kin-derbijslagfonds.

1. Kan de minister meedelen hoe de procedure verloopt bij het toekennen van een verlengings-bewijs in geval van een langdurige plaatsing van kinderen in een pleeggezin ?

2. Ontvangen de pleeggezinnen dit attest automa-t i s c h , of moeautoma-ten ze diautoma-t automa-telkens opnieuw zelf aan-vragen ?

3. In het kader van de aanvang van het schooljaar, wanneer ontvangen ze dit attest ?

Antwoord

Het comité voor bijzondere jeugdzorg kan hulp bieden bij problematische opvoedingssituaties : a l s jongeren in een moeilijke situatie leven én als hulp voor de jongere en de ouders noodzakelijk is en een meerwaarde biedt. De hulpverlening wordt ge-organiseerd op vrijwillige basis : ouders én jongere (> 14 j.) moeten akkoord gaan.

Het bureau voor bijzondere jeugdbijstand behar-tigt de individuele hulpverlening en heeft tot taak door tussenkomst van de sociale dienst de indivi-duele hulpverlening in problematische opvoedings-situaties te verschaffen. De daadwerkelijke hulp wordt niet rechtstreeks door het bureau georgani-s e e r d , maar via de begeorgani-schikbare (erkende) voorzie-ningen of via hun sociale dienst.

De praktische uitvoering van de beslissingen van het comité voor bijzondere jeugdzorg betreffende de individuele hulpverlening ligt bij de sociale dienst voor bijzondere jeugdbijstand. Deze dienst is de draaischijf van dienst- en hulpverlening bin-nen de buitengerechtelijke jeugdbijstand. Hij orga-niseert de hulpverlening en werkt hulpverlenings-programma's uit. De uiteindelijke beslissingsbe-voegdheid over een hulpvraag met financiële ge-volgen ligt bij het bureau van het comité.

In het kader van de vrijwillige hulpverlening kun-nen minderjarigen voor ten hoogste één jaar toe-vertrouwd worden aan een pleeggezin, onder de begeleiding van een erkende voorziening (pleegge-zinnendienst) of bij uitzondering onder begeleiding van de sociale dienst van het comité voor bijzonde-re jeugdzorg.

De consulent van de sociale dienst kan voorstellen aan het bureau formuleren tot verlenging, w i j z i g i n g of intrekking van de beslissingen tot vrijwillige h u l p v e r l e n i n g. Ook hier ligt de uiteindelijke beslis-singsbevoegdheid bij het bureau.

Het besluit van de Vlaamse regering van 8 decem-ber 1998 betreffende de organisatie en werking van de comités voor bijzondere jeugdzorg vermeldt ex-pliciet :

"(...) De beslissingen waarbij het bureau bijstand en hulp organiseert door tussenkomst van een v o o r z i e n i n g, een persoon of gezin, of waarbij het een dergelijke bijstand en hulp beëindigt, w o r d e n onverwijld en schriftelijk meegedeeld aan die voor-ziening, die persoon of dat gezin. ( ... )"

(2)

Het informatiesysteem elektronisch dossier (Do-mino) vormt het sluitstuk van de ingezette veran-deringsprocessen en reorganisatie binnen de bij-zondere jeugdbijstand (PIP/PEP). Het zal in de loop van 2004 in fases in gebruik genomen worden. (PIP/PEP : p r o c e s i m p l e m e n t a t i e p l a n / p e r s o n e e l s -plan – red.) Het elektronisch dossier zal niet enkel een belangrijke plaats innemen m.b. t . de kwalita-tieve en kwantitakwalita-tieve opvolging van de individu-ele hulpverlening, maar zal tevens bijdragen tot een vereenvoudiging van de administratie. Met de volledige implementatie van het elektronisch dos-sier wordt redundante invoer van gegevens verme-d e n , kunnen alle basisverslagen voor bureau, j e u g d r e c h t e r, t e a m v e r g a d e r i n g, b e m i d d e l i n g s c o m-m i s s i e, voorziening en eventueel cliënt op een ge-standaardiseerde wijze gegenereerd worden en zul-len de vereiste administratieve afhandelingen op geïnformatiseerde wijze gegenereerd worden, b i j-voorbeeld het verwittigen van het kinderbijslag-fonds bij plaatsing, invoer van gegevens voor subsi-diëring van voorzieningen, enzovoort.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In de provincie We s t-Vlaanderen zijn momen- teel de volgende 10 carpoolparkings in gebruik (telkens met opgave van hun capaciteit) : – Beernem : N370 (kmp3. Er zijn momenteel

In het kader van een MER-onderzoek voor de nog uit te voeren lus voor het verkeer van de A10/A18 werd een verkeersanalyse uitgevoerd met betrekking tot het multimodaal verkeers-

Vanuit de verschillende ge- contacteerde diensten blijkt dat er pas op zijn vroegst in januari 2004 weer toestellen beschikbaar zouden zijn?. Klopt het dat in meerdere regio's

Verschillende stammen van de bacterie produceren evenwel verschillende types van het toxine en niet alle levende wezens zijn gevoelig voor hetzelfde type.. Zo zijn de types A , B, E

Heeft de provincie We s t-Vlaanderen al mogelij- ke locaties geselecteerd voor permanente omlo- pen met trainingsfaciliteiten voor gemotoriseer- de sporten?. Zo ja, hoeveel en waar

Ik denk hier in de eerste plaats aan de beheersovereenkom- sten voor de landbouw (vogelsoorten die ge- bonden zijn aan het agrarisch gebied blijken het hardst getroffen te

Kunnen de samenwerking en communicatie van en tussen natuur en landbouw met wederzijds respect voor elkaar niet verbeterd en bevorderd worden zodat beide sectoren perfect naast el-

Bovendien werden aan het stadsbestuur van Brug- ge bij een eventuele aankoop ruimtelijke compen- saties beloofd2. Wat is de stand van zaken in de