Vraag nr. 419
van 19 september 2003
van de heer JAN VERFAILLIE
L u chthaven Oostende – Luch t w a a rdigheid vlieg-tuigen
Een Boeing 707 van African Lines met kennum-mer T L-ADJ vertrok om 31 december 2002 vanuit Southend Airport naar Mitiga in Ly b i ë . Het vlieg-tuig is 34 jaar oud en staat op naam van een private eigenaar uit de Centraal-Afrikaanse Republiek. Kort na het opstijgen uit het Verenigd Ko n i n k r i j k moest het gammele tuig een noodlanding maken op de Oostendse luchthaven. Na SAFA-i n s p e c t i e werd het vliegend wrak op 3 januari 2003 aan de ketting gelegd (SAFA : Safety Assessment of Fo-reign A i r c r a f t ) . Acht maanden later, op 4 augustus 2003 om 8.00 uur, kreeg het toestel groen licht om op te stijgen richting Lybië.
Om onbekende redenen bleef het toestel die dag toch aan de grond. Het toestel is uiteindelijk één dag later opgestegen om 11.06 uur. Hoewel er een oostenwind heerste, steeg het vliegtuig westwaarts op en zwenkte onmiddellijk noordwaarts af boven de zee, richting Middelkerke. Vermoedelijk wilde men risico's vermijden en opteerde men voor een opstijging boven zee, richting Middelkerke. N o c h-tans resideren daar in vol hoogseizoen honderden kamperende gezinnen aan het einde van deze lan-dingsbaan en bevindt er zich een drukbezocht s h o p p i n g c e n t e r. Tragisch is dat de A f r i k a a n s e Boeing enkele minuten later een noodlanding heeft moeten maken op de luchthaven van Reims in Frankrijk.
Het bewuste toestel mocht niet meer vliegen boven U S-grondgebied op basis van Amerikaanse richtlij-nen.
1. Is de minister hiervan op de hoogte ?
2. Is het niet totaal onverantwoord om gammele vliegtuigen te laten opstijgen boven drukbe-volkte woonzones, winkelcentra en recreatie-ruimtes ?
3. Moeten er niet dringend maatregelen worden genomen om dergelijke toestellen aan de grond te houden op de luchthaven van Oostende ? 4. Ziet de minister een mogelijkheid om deze
pro-blematiek aan te kaarten op Europees niveau ?
Antwoord
De bevoegdheid in verband met deze aangelegen-heid berust bij de Federale Overaangelegen-heidsdienst Mobi-liteit en Ve r v o e r, d i r e c t o r a a t-generaal Luchtvaart, dienst Bedrijfserkenning, en niet bij de luchthaven van Oostende. De luchtwaardigheidscertificaten worden immers verstrekt door de bevoegde autori-teiten van het land waar het vliegtuig geregistreerd wordt.
Wel heeft de luchthaven Oostende de Fe d e r a l e Overheidsdienst bevoegd voor de controle van de luchtwaardigheid van vliegtuigen, op de hoogte ge-bracht van haar vermoeden dat er een toestel op de luchthaven geland was met een defect, w a a r o p het inderdaad na inspectie aan de ketting werd ge-legd.
Na herstelling aan het vliegtuig heeft de Fe d e r a l e Overheidsdienst de nodige controles laten uitvoe-r e n . Het ceuitvoe-rtificatiebuuitvoe-reau Veuitvoe-ritas gaf een "appuitvoe-re- "appre-ciatie" aan het toestel en het Franse Air Logistique Technique Operationel (ALTO) uit het Fr a n s e Rungis gaf een "release tot service", wat betekent dat het mocht opstijgen.
Van deze mogelijkheid werd echter niet onmiddel-lijk gebruikgemaakt. In de zomer werd het vertrek echter verplicht omdat het luchtwaardigheidsattest van de Boeiing 707 van de Centraal-A f r i k a a n s e R e p u b l i e k , waar het toestel is ingeschreven, m a a r tot 6 augustus 2003 geldig was.
Op 25 juli 2003 ontving de luchthavendirectie vol-gend schrijven van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer :
Ik heb de eer u in bijlage de toelating te sturen ge-richt aan de luchtvaartmaatschappij Africa Lines voor het verrichten van een ferry flight (no return) met het vliegtuig B707 329C met de inschrijvings-kentekens T L-A D J. U wordt met aandrang ge-vraagd er op toe te zien dat de in de toelating ver-melde bepalingen en voorwaarden strikt worden nageleefd."