• No results found

Vraag nr. 34 van 24 november 2000 van de heer JOACHIM COENS CO

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 34 van 24 november 2000 van de heer JOACHIM COENS CO"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 34

van 24 november 2000

van de heer JOACHIM COENS CO2-emissies – Kyoto-norm

Op 24 november 2000 wordt het eindresultaat ver-wacht van de internationale klimaatconferentie in Den Haag. Dan wordt duidelijk of het Ky o t o-a k-koord ook in daden wordt omgezet. Volgens het Ky o t o-akkoord spraken de geïndustrialiseerde lan-den af om de uitstoot van broeikasgassen geduren-de geduren-de periogeduren-de 2008-2012 met gemidgeduren-deld 5,2 % terug te dringen. België zou 7,5 % minder CO2 -gassen (koolstofdioxide) moeten uitstoten.

Op 10 juli 1997 werd mijn voorstel van resolutie betreffende de verzoening van de behoeften aan energie en aan zuivere lucht in onze maatschappij, unaniem in de plenaire zitting van het Vlaams Par-lement goedgekeurd (Handelingen nr. 56 van 10

juli 1997, blz. 52-53 – red.).

De vele verbrandingsprocessen die we gebruiken om energie op te wekken, zijn de belangrijkste bronnen van luchtvervuiling. Daarom werd er in het voorstel onder meer gepleit voor een geïnte-greerd energiebeleid. Er werd gedacht aan bewust-making bij de gebruiker ; het opzetten van onder-z o e k s- en opleidingsprogramma's ; het stimuleren van de ontwikkeling van producten gebaseerd op energiebesparende concepten ; een nieuw tariefbe-leid inzake energie en het opzetten van een norme-ringsprogramma met een gestage verstrenging van de emissienormen voor ozon-, s m o g- en zuurpro-ducerende uitstoten.

Verder werd er gepleit voor een ruimer gebruik van openbaar vervoer en van alternatieve brand-s t o f f e n , een fibrand-scaal aanmoedigingbrand-sbrand-stelbrand-sel dat het ge-bruik van alternatieve brandstoffen bevordert, h e t ondersteunen van de ontwikkeling van auto's met een veel lager verbruik, een snelle invoering van strengere normen voor de uitlaatgassen van auto's, een striktere controle op de goede werking van ka-talysatoren, enzovoort.

Volgens de economisch directeur van het V B O ( Verbond van Belgische Ondernemingen) hebben de ondernemingen in België reeds honderden mil-jarden geïnvesteerd in een beter milieu, maar blij-ven de inspanningen van consumenten en overheid achterwege.

1. Welke maatregelen werden reeds genomen om de uitstoot van CO-gassen gedurende de perio-de 2008-2012 met 7,5 % te verminperio-deren ?

2. Welke voorstellen uit het voorstel van resolutie werden gerealiseerd ?

3. Welke maatregelen worden nog genomen om de Kyoto-norm te halen ?

4. Zal de Kyoto-norm effectief worden gehaald ?

Antwoord

1. Vlaanderen zal zo vlug mogelijk werk maken van het terugdringen van de broeikasgassen. Dat staat centraal in mijn nota, die mee werd ondertekend door minister-president Patrick Dewael en minister Steve Stevaert (beslissing Vlaamse regering van 8.12.00).

De Vlaamse regering zal in de eerste plaats vóór 30 juni 2001 werk maken van de ratificatie van het Ky o t o - p r o t o c o l . De Vlaamse regering zal ook maatregelen nemen om tot een verde-ling van de Belgische reductiedoelstelverde-ling van 7,5 % over de drie gewesten te komen.

Bovendien engageert de Vlaamse regering zich om alle hindernissen weg te nemen die nu een rationeel energiegebruik (REG) in de economie en de maatschappij belemmeren. Hierbij is het onder meer van belang dat de eindgebruikers maximaal bewust worden gemaakt van de brandstoffen- en milieuschaarste. Zo mag de energieprijs voor consumenten niet kunstmatig laag worden gehouden. Daarnaast moet de Vlaamse regering verplichtingen opleggen aan de energiebedrijven, waaronder de realisatie van energiebesparing.

De Vlaamse regering beklemtoont bovendien d a t , gelet op het mislukken van de klimaatcon-ferentie in Den Haag, België voor een grote in-ternationale uitdaging staat om in het kader van het EU-voorzitterschap een sturende rol te spelen op de volgende klimaatconferentie in Marrakech (EU : Europese Unie – red.).

De belangrijkste maatregelen die momenteel worden genomen, staan beschreven in het MINA-plan 2, waaronder :

(2)

– opmaak en uitvoering van een actieplan voor de reductie van het CH4- e m i s s i e s. Een eerste

planvoorstel vanuit de administratie wordt in de loop van 2001 verwacht ;

– opmaak en uitvoering van een plan voor de beheersing van de emissies van N2O, h y d r

o-fluorkoolwaterstoffen en perfluorkoolwater-s t o f f e n . Een eerperfluorkoolwater-ste planvoorperfluorkoolwater-stel vanuit de administratie wordt in 2001 verwacht ; – uitwerking van een beleidsvisie voor de

fixa-tie van koolstof in reservoirs en materialen. Een eerste voorstel wordt in 2001 verwacht.

( M I NA-plan : Plan voor Preventie en Sanering inzake Milieu en Natuur ; C H4: methaan ; N2O : distikstofmonoxide – red.)

2. – Maatregelen gelinkt met energiebeleid ( R E G, e n e r g i e - e f f i c i ë n t i e, ...) vallen onder het exclusieve bevoegdheidsdomein van de Vlaamse minister van Mobiliteit, O p e n b a r e Werken en Energie.

– Voor de p e t r o l e u m r a f f i n a d e r i j e n zijn sinds 1 januari 1998 verstrengde emissiegrenswaar-den voor SO2en NOxvan kracht. Er werd een verdere afscherping vanaf 2002 goedge-k e u r d . ( S O2: z w a v e l oxide ; N Ox: s t i k s t o f ox i -de – red.)

De verplichting voor een damprecuperatie-systeem bij b e n z i n e s t a t i o n s werd door de Vlaamse regering principieel goedgekeurd. Sinds 1 januari 1999 zijn er verstrengde emis-siegrenswaarden voor SO2 en NOx v a n kracht geworden voor de meeste bestaande

industriële procesemissies. Voor de

kerami-sche sector geldt tot eind 2002 een over-gangsregeling.

In de Raad van Leefmilieuministers van de Europese Unie werd in juni 2000 een poli-tiek akkoord bereikt over het voorstel tot wijziging van de bestaande richtlijn inzake de beperking van de luchtverontreiniging door grote s t o o k i n s t a l l a t i e s. Deze richtlijn omvat strengere emissiegrenswaarden voor nieuwe grote stookinstallaties.

– Maatregelen gelinkt met het mobiliteits-vraagstuk vallen onder de exclusieve be-voegdheid van de Vlaamse minister van Mo-b i l i t e i t , OpenMo-bare Werken en Energie. D e milieu-impact van het ontwerp van V l a a m s

Mobiliteitsplan wordt bewaakt door de uit-werking van een strategisch milieueffectra-port van het ontwerpplan. De bevordering van het gebruik van milieuvriendelijke voer-tuigen en brandstoffen wordt momenteel be-studeerd door de V I TO (Vlaamse Instelling

voor Te ch n o l o g i s ch Onderzoek – red.). O p

basis van de resultaten zal in de loop van volgend jaar een concreet actieprogramma worden verwerkt.

3. Concrete aanvullende maatregelen om te komen tot een bijkomende CO2-reductie zullen worden beschreven in het derde Vlaams Milieu-beleidsplan (2002-2006), dat momenteel in volle voorbereiding is.

Deze maatregelen zullen afgestemd zijn op het Nationaal Klimaatsplan opgesteld door de fede-rale staatssecretaris voor Duurzame Ontwikke-ling en Energie.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor de stand van zaken van het onderzoek dat momenteel door de Internationale Zwincommissie wordt uitgevoerd over de problematiek van de ver- zanding van het Zwin, en de

Er kan bijgevolg worden besloten dat deze zaak grondig wordt onderzocht en dat naargelang de conclusies van het rapport zo nodig de gepaste maatregelen zullen

De vorige minister van Leefmilieu startte hierom in het kader van de ge- meentelijke milieuconvenants de actie "Vlaande- ren Proper" op.. Welke initiatieven zijn er nog

Teneinde tegemoet te komen aan de bepalingen en schikkingen van het Ruimtelijk Structuurplan V l a a n d e r e n , meer bepaald de bindende bepalingen in verband met de

Na de ad- viesverlening conform artikel 18 heeft het gemeen- tebestuur immers meerdere opties, namelijk het voorontwerp aanpassen met nieuwe adviesvraag, het voorontwerp

Daarbij moet de verlichting dermate geconcipieerd zijn dat niet-functionele lichto- verdracht naar de omgeving maximaal wordt beperkt.. Het begrip "functioneel" is in de

De nieuwe regelgeving inzake private arbeids- bemiddeling in het Vlaamse gewest in uitvoe- ring van het decreet van 13 april 1999 bepaalt echter uitdrukkelijk dat "bureaus

Wanneer ontbossing als beheersmaatregel voor specifieke percelen in het beheersplan van een natuurreservaat is opgenomen en dit beheers- plan naar aanleiding van de erkenning of