Vraag nr. 151 van 15 mei 1996
van de heer JOHAN DE ROO Stort Maldegem – Vergunningsdossier
Op 6 november 1995 werd door de NV De Burkel een vergunning aangevraagd om een terrein langs de Groot-Burkelkalseide in Maldegem om te zetten in een kleigroeve ten behoeve van de keramische nijverheid en in een stortplaats voor huisvuilverbranding. Dit betekent concreet dat 13 hectare landbouwgrond en 1 hectare waardevol natuurgebied verloren dreigen te gaan. Op hetzelfde ogenblik werd door de Meetjesland-se Intercommunale voor Huisvuilverwerking een ver-gunning aangevraagd om de ontstane kleigroeven vol te storten met verbrandingsresten van de verbrandings-oven in Balgerhoeke (Eeklo).
1. Is deze stortplaats reeds vergund ? Zo ja, wanneer is dit beslist, door wie, voor welke termijn en voor welke afvalstoffen ? Zo neen, wat is de stand van zaken in dit dossier ?
2. Welke inspecties van het grondwater vonden plaats op het huidige stort, met welke frequenties ? Wat zijn de resultaten en de beoordeling ervan ?
3. Indien de aangevraagde vergunning om de ontstane kleigroeven vol te storten met resten van de ver-brandingsoven in Balgerhoeke wordt goedgekeurd, dient dan een chemische analyse van de verbran-dingsas te gebeuren ? Of wordt de eventuele aanwe-zigheid van zware metalen toegelaten ?
4. Wat is de lange-termijnvisie van de minister op het afvalbeleid voor het arrondissement Gent-Eeklo ? 5. Welke maatregelen zijn er opgelegd om eventuele
hinder tegen te gaan (aanleg van windschermen, verregaande compartimentering, voortdurend nat houden van het gestorte materiaal, stortdiepte) ? Antwoord
1, 3 en 5 : Deze vragen hebben betrekking op de milieuvergunningsaanvragen van de NV De Burkel en de CV Intercommunale voor het Meetjesland (IVM) om op de terrreinen gelegen aan de Groot-Burkelkalseide Maldegem eerst klei te ontginnen (de NV De Burkel) en dan een stortplaats voor bodemassen te exploiteren (IVM).
Deze aanvragen werden op 6 november 1995 volle-dig en ontvankelijk verklaard. De NV De Burkel en IVM hebben respectievelijk op 28 februari 1996 en 29 februari 1996 hun aanvraag ingetrokken. De kleiwinning en de stortplaats zijn dus niet vergund. Algemeen kan worden gesteld dat de vergunnings-voorwaarden voor het uitbaten van hinderlijke inrichtingen bepaald zijn in titel II van het Vlarem. Ook voor stortplaatsen zijn specifieke voorwaar-den opgenomen. Deze omvatten onder meer aan-vaardbaarheidscriteria waaraan afvalstoffen moe-ten voldoen om te mogen worden gestort. Deze cri-teria hebben ook betrekking op de uitloogbaarheid van zware metalen. Naast de voorwaarden
opgeno-men in de Vlarem-regleopgeno-mentering, beschikt de ver-gunningverlenende overheid ook over de mogelijk-heid om bijzondere voorwaarden op te leggen. 2. Deze vraag heeft betrekking op de oude
kleigroe-ve, die paalt aan het terrein waarvoor de NV De Burkel de milieuvergunning heeft aangevraagd en naderhand heeft ingetrokken. Deze kleigroeve werd sinds midden 1983 in exploitatie genomen als stortplaats, eerst door de gemeente Maldegem voor het storten van huishoudelijk afval en vervolgens door IVM voor het storten van de assen van de huisvuilverbrandingsoven. Aanvankelijk werden er door IVM zowel vliegassen als bodemassen gestort. Naderhand (vanaf 1986) werd het storten van vlieg-assen verboden, wegens het hoge gehalte zware metalen in de vliegassen.
De meest recente grondwateranalysen (peilputana-lysen) dateren van de maand mei 1990. Deze analy-sen werden uitgevoerd tijdens een hydrogeologi-sche studie, opgelegd door artikel 6 §1 van het besluit van de bestendige deputatie van de provin-cie Oost-Vlaanderen van 13 april 1989 tot de her-vergunning van de stortplaats, en bevestigd bij ministerieel besluit van 30 oktober 1989. Tussen 1985 en 1990 werden de peilputten jaarlijks bemon-sterd.
Uit de hydrogeologische studie blijkt een veront-reiniging van de watervoerende Ledo-paniseliaan-laag, vooral in de peilputten stroomafwaarts van de stortplaats. Een verhoogde geleidbaarheid en ver-hoogde concentraties aan chloriden, sulfaten, natri-um, calcium en een aantal zware metalen (As, Cd, Ni, Pb, Hg) werden vastgesteld.
De hydrogeologische studie toonde eveneens aan dat beschermende maatregelen nodig waren om verdere verontreiniging van het grondwater te voorkomen. In plaats van de beschermingsmaatre-gelen uit te voeren vooraleer verder te starten, heeft IVM de exploitatie van de stortplaats stopge-zet en werden er ook geen grondwateranalysen meer uitgevoerd.
4. Het Vlaams afvalstoffenbeleid heeft zijn doelstel-lingen duidelijk vastgelegd. Overeenkomstig de hiërarchie van de wijzen van verwerking van afval, is dit beleid in eerste instantie gericht op preventie en moet voor verwerking van afvalstoffen in volg-orde van afnemende prioriteit de voorkeur wvolg-orden gegeven aan : hergebruik, recyclage, verbranding met energierecuperatie. Tot storten mag alleen worden overgegaan indien de afvalstoffen niet anders kunnen worden verwijderd.
Concreet zijn voor het arrondissement Gent-Eeklo m.b.t. de recuperatie van huishoudelijke afvalstof-fen reeds volgende recuperatiemaatregelen getrof-fen : in het gebied van IVM wordt door Fost Plus de selectieve inzameling van papier, glas en de PMD-fractie (plastiek, metaal en drankkartons) georganiseerd. In het gebied van de Ivago (Inter-communale Vereniging voor Afvalbeheer in Gent en Omstreken) wordt papier en glas ingezameld. De restfractie wordt verbrand in de twee verbran-dingsovens van de respectieve intercommunales. De oven van IVM heeft rookgaswassing. Voor de
oven van Ivago zijn uitbreidings- en vernieuwings-werken (rookgaswassing) lopende. In de nabije toekomst zal ook de GFT-fractie (groente-, fruit-en tuinafval) of efruit-en deel ervan selectief wordfruit-en opgehaald. Ivago kan in 1996 5.000 ton GFT-fractie afvoeren naar de composteringsinstallatie van de CV Intercommunale Maatschappij Dender Durme Schelde (DDS). Er zijn besprekingen lopende om voor IVM en Ivago samen één composteringsin-stallatie op te richten. Het afvalstoffenbeleid voor de toekomst zal verder worden uitgetekend in het milieubeleidsplan dat op dit ogenblik in de fase van openbaar onderzoek zit, en de sectorale uitvoe-ringsbesluiten die in uitvoering van dit plan zullen worden opgesteld.
