• No results found

[Uitzending 68: Mattheüs 7:1 t/m 29]

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "[Uitzending 68: Mattheüs 7:1 t/m 29]"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Het onderwijs van de Here Jezus gaat in Mattheüs 7 verder. De Heiland ver- werpt het veroordelen en bekritiseren (in de zin van kwaadspreken) van een volksgenoot, een naaste. Mattheüs 7 vers 1 en 2:

Spreek geen oordeel uit, dan zal er over u ook geen oordeel uitsproken worden. Want God zal u op dezelfde manier beoordelen als waarop u an- deren beoordeelt.

De Here God alleen kent de motieven achter de woorden en daden van men- sen en daarom komt alleen aan Hem het oordeel toe. Daarentegen verwacht de Here Jezus van Zijn volgelingen dat zij vergevingsgezind en barmhartig zijn, opdat zij ook vergeving en barmhartigheid zullen ontvangen. Matth.7:3, Waarom maakt u zich druk over een splinter in het oog van uw broeder, terwijl u niet eens merkt dat in uw eigen oog een balk zit?

Met dit voorbeeld geeft de Here een reden aan waarom het oordelen voor een mens onmogelijk is. Onze onvolmaaktheid, met name het gebrek aan inzicht in eigen fouten, leidt tot een onbarmhartige beoordeling van het gedrag van anderen. Mattheüs 7 vers 4 en 5:

Hoe kunt u dan zeggen: Kom, ik zal die splinter even uit uw oog halen?

Met die balk in uw eigen oog ziet u immers niets? Hoe kunt u dan uw broeder helpen? Huichelaar! Zorg eerst dat die balk uit uw eigen oog weg is. Dan ziet u tenminste wat u doet, als u die splinter uit het oog van uw broeder haalt.

Een huichelaar is iemand die een masker draagt, een toneelspeler, die zijn ware aard verbergt of blind is voor eigen fouten. De Here Jezus verwoordt een sterke vermaning maar ook een belofte ‘Dan ziet u tenminste…’. Als de splin- ter uit het eigen oog weg is kunnen discipelen een ander helpen met diens fouten en gebreken. Wees zorgvuldig bij het hard oordelen van een mede- mens. Aan de andere kant moeten we zeggen dat de Heiland ook heeft ge- zegd dat we een mens kennen aan de vruchten die hij of zij voortbrengt.

Iemand heeft het eens zo verwoord: Ik ben geen rechter, maar inspecteer de vruchten.’

(2)

Mattheüs 7 vers 6:

Geef de dingen van God niet aan de vijanden van God. Geef wat heilig is niet aan de honden, want ze komen terug om u te verscheuren, en gooi geen parels voor de zwijnen, want ze zullen die vertrappen.

Het verbod anderen te oordelen mag niet leiden tot een kritiekloze houding.

Het heilige en de parels zijn beelden van de heiligheid en de kostbaarheid van het Evangelie, terwijl de hond en het zwijn mensen verbeelden, die vijandig staan tegenover het Evangelie.

Er zijn bepaalde tijden en plaatsen waar het niet de moeite waard is om een woord te zeggen. Wij mogen niet oordelen over een ander en ook niet kritiekloos zijn maar zwijgen bevredigd vaak ook niet Wat moeten we dan doen? Mattheüs 7 vers 7 en 8:

Bid en u zult ontvangen waarvoor u bidt. Zoek en u zult vinden wat u zoekt. Klop en de deur zal voor u worden opengedaan. Want ieder die bidt, ontvangt. Wie zoekt, vindt. En voor wie klopt, gaat de deur open.

Hoe zullen wij mensen die de Here God niet kennen tegemoet treden? Elke dag komen we in aanraking met prinsen en bedelaars, met nette mensen en schurken, met gelovigen die echt of onecht zijn. Sommigen hebben onze vriendschap en hulp nodig en anderen maken misbruik van de zorg en liefde waarmee ze worden omringd. Hoe ga je daar mee om?

De woorden ‘vragen, zoeken en kloppen’ geven aan dat het allemaal niet zo- maar voor het grijpen ligt. Eén ding is zeker: de Here God is bereid te ant- woorden! Want ieder die bidt, ontvangt. Wie zoekt, vindt. En voor wie klopt, gaat de deur open. Is het in dit verband, niet interessant om – in Han- delingen 5 – te zien, dat Petrus wist dat Ananias en Saffira logen?

Moeten veel mensen niet toegeven dat ze vaak niet door hebben wanneer iemand liegt? Ik geloof dat het een gave van God is die Hij geeft aan wie Hij wil, tot de dienst in het Koninkrijk van God. Het is belangrijk om van het onder- scheiden van waarheid en leugen een gebedszaak te maken. Dat kan ver gaan. Ik noem een paar voorbeelden. Wanneer u nieuwe vrienden ontmoet, vraag de Here God dan om duidelijk te maken hoe u met hen mag omgaan.

(3)

of de keuze van de Here. Ik heb geleerd dat het meer dan een goed idee is om dit te doen. Mattheüs 7 vers 9 t/m 11:

Als uw zoon u om een brood vraagt, geeft u hem dan een steen? En als hij u om een vis vraagt, geeft u hem dan een slang? Natuurlijk niet! Al bent u slecht, u geeft uw kinderen wat goed is. Hoeveel te meer zal uw hemelse Vader het goede geven aan wie Hem erom vragen.

De Here God hoort altijd onze gebeden, maar verhoort deze op Zijn manier, met een volmaakte Vaderlijke liefde en wijsheid. Mattheüs 7 vers 12,

de Gouden Regel: Behandel anderen zoals u wilt dat zij u behandelen. Dat is in het kort wat Mozes en de profeten hebben gezegd.

De Here wil dat wij onze naaste liefhebben, afgezien van het feit hoe deze ons behandelt. Dat is een leefregel van het Koninkrijk van God en een zichtbaar teken van het kind van God zijn. De Gouden Regel is wel met het voorgaande verbonden. Dat wil zeggen, het vooronderstelt het gebed. Het komt alles sa- men in één geheel. Een mens kan de Gouden Regel niet isoleren van wat in het voorgaande wordt gezegd. Laten we goed begrijpen wat de Here God hier zegt. Alleen als we “bidden, kloppen en zoeken” zijn we in staat in het licht van de Gouden Regel uit Mattheüs 7 vers 12 te leven. Dat het niet gemakkelijk is om dat in praktijk te brengen komt nu aan de orde. Mattheüs 7 vers 13 en 14:

Ga door de smalle poort het Koninkrijk van de hemelen binnen. De weg naar de vernietiging is breed en komt uit bij een wijde poort. En wat gaan daar veel mensen door! Maar de poort naar het leven is nauw. En de weg erheen smal. Weinig mensen vinden hem.

De poort en de weg zijn synonieme voorstellingen. Het gaat om de poort met de weg, die toegang verschaft tot de stad. De wijde poort met de brede weg, waarop velen wandelen – beeldt de weg uit – die tot het verderf (het oor- deel) leidt. De enge poort en de smalle weg, waarop weinigen wandelen, is de weg ten leven (d.w.z. het eeuwige leven; Matth.19 en 25)

Eng en smal geeft aan dat het eeuwige leven moeilijk te verkrijgen is. De weg erheen vereist het offer van zelfverloochening en discipelschap.

(4)

Mattheüs 7 vers 15 en 16:

Pas op voor valse profeten. Zij komen naar u toe en doen zich voor als onschuldige schapen. Maar in werkelijkheid zijn het verscheurende wol- ven. Aan hun doen en laten kunt u zien wat zij zijn, zoals men een boom kan herkennen aan zijn vruchten. U hoeft aan doornstruiken geen drui- ven te zoeken en aan distels geen vijgen.

Zoals er 2 wegen zijn (vers 13 en 14) zijn, zo zijn er ook 2 soorten van wegwij- zers. Een ware profeet spreekt namens de Here God. Maar, een valse profeet spreekt in eigen kracht en eigen woorden. In het OT wordt Israël regelmatig gewaarschuwd voor valse profeten. In het NT geldt hetzelfde voor de gemeen- te en de kerk van Christus. We lezen van valse profeten (Matth.24), van valse broeders en valse apostelen (2 Cor.11), van valse leraars, getuigen en chris- tussen. Vaak komen ze in schaapskleren, Zij komen naar u toe en doen zich voor als onschuldige schapen. 2 Petr.2:1 zegt:

Maar zoals er vroeger mensen waren die niet echt namens God spraken, zo zullen er ook onder u mensen komen, die dingen leren die niet waar zijn. Op een heel slimme manier vertellen zij leugens over God; zij willen zelfs niets meer weten van hun Meester, Die hen heeft vrijgekocht. Maar daardoor hollen zij hun ondergang tegemoet. Hoe zijn ze te herkennen?

Let op hun leven en levenswandel. Wat vals is zullen we herkennen aan de vruchten. In de verzen 17 t/m 20 geeft de Heiland een voorbeeld.

Mattheüs 7 vers 21 t/m 23:

Niet alle mensen die ‘Here’ tegen Mij zeggen, komen in het hemelse Ko- ninkrijk. Want daar komt u alleen als u doet wat mijn hemelse Vader wil.

Op de dag van het grote oordeel zullen velen tegen Mij zeggen: ‘Here, wij hebben in Uw naam geprofeteerd. Here, wij hebben Uw naam gebruikt om duivelse geesten te verjagen en wonderen te doen.’ Maar Ik zal hun antwoorden: Ik heb u nooit gekend. Ga weg! U bent slecht en hebt alleen maar uw eigen zin gedaan.

Het is blijkbaar mogelijk dat een mens de naam van de Here Jezus gebruikt maar zijn of haar leven niet onder Zijn heerschappij stelt. Daarmee misleidt

(5)

profeten die zich – evenals de echte – beroepen op de naam van Jezus.

Door opzienbarende prestaties steken ze boven de massa uit. Maar de Hei- land heeft al eerder aangegeven dat het gaat om het doen van de wil van de Vader (Matth.5:13 t/m 7:12). Ook hier geeft de Heiland aan dat Hij in de toe- komst de Rechter van de wereld zal zijn. Op de dag van het grote oordeel, is namelijk de dag waarop de Here zal komen in heerlijkheid en er oordeel zal plaatsvinden. Dat geldt niet voor de ware gelovigen. Zij worden opgenomen om de Here in de lucht tegemoet te gaan. Niemand van hen zal de Here horen zeggen: Ik heb u nooit gekend. Ga weg!

Alleen het feit dat een mens de naam van Christus en woorden uit de Bijbel gebruikt, is nog geen bewijs dat hij of zij een echte gelovige is. Het is niet de uiterlijke belijdenis maar de innerlijke relatie met de gekruisigde Christus. Hij Die gestorven is en opgestaan. Hij Die leeft tot in alle eeuwigheid! Hem ken- nen als uw persoonlijke Heiland en Verlosser, dat is het belangrijkste!

Mattheüs 7 vers 24 en 25:

Wie naar Mij luistert en doet wat Ik zeg, is verstandig. Hij lijkt op een man die zijn huis op een rots bouwt. Het kan regenen, er kan een overstro- ming komen en het kan stormen. Maar het huis blijft staan, want het heeft een goede fundering.

Als een mens tot Christus is gekomen, is Hij het fundament - “Want een an- dere fundering dan Jezus Christus mag niemand leggen.” (1Cor. 3:11). Er is ook een andere mogelijkheid. Een ander soort gebouw, Matth.7 vs.26 en 27 Maar wie hoort wat Ik zeg en zich er niets van aantrekt, die is dom. Hij lijkt op een man die zijn huis op zand bouwt. Als dat huis te lijden krijgt van regen, overstroming en storm, stort het met donderend lawaai in.

Wat is een huis op het zand? Dat is een huis zonder fundering. Gebouwd op menselijke goedheid en inspanning. Maar je hebt wat beters nodig.

Mattheüs 7 vers 28 en 29:

Jezus zweeg. Ieder die Hem had gehoord, stond perplex. Want Hij sprak zo heel anders dan de Bijbelgeleerden. Hij wist waar Hij het over had en

(6)

De Here Jezus was anders dan de Bijbelgeleerden – Hij onderwees met ge- zag. Hij haalde niet aan wat anderen hadden gezegd of iets wat Hij had gele- zen. Jezus sprak niet over waarheden – op gezag van de tradities – maar trad op als dé autoriteit met een directe goddelijke volmacht.

De Bergrede is een prachtig gedeelte in de Bijbel. Ga er niet aan voorbij. Als een mens het op de juiste wijze leest, zal het brengen naar de Here Jezus Christus. Het zal tonen hoe een mens – voor God – te kort komt en niet kan voldoen aan Zijn volmaakte wil. Het zal tonen dat u en ik zwakke en schuldige mensen zijn. De woorden van Jezus – uit de Bergrede – doen een mens roe- pen om genade en brengen een verloren zondaar voor redding bij de persoon van Christus. Wanneer u – luisteraar – de Here Jezus Christus als Redder aanneemt, zal Hij u de Heilige Geest geven die u in staat zal stellen volgens Zijn hoge norm te leven. +++++

Nu we klaar zijn met de Bergrede, meen ik dat we nog even een stap terug moeten zetten om het geheel in een juist perspectief te zien. De Bergrede heeft door de eeuwen heen vaak een bijzondere plaats ingenomen. Het heeft allerlei mensen geprikkeld en opgeroepen tot bezinning. Bezinning op de kloof tussen arm en rijk. Bezinning op welvaart en een nieuwe levensstijl. Bezinning op bewapening en duurzame vrede enzovoort. Daardoor menen velen dat er in de Bergrede staat hoe gelovigen vandaag moeten leven.

Maar, als we een stap terug zetten en naar het Woord van God als geheel kijken, dan zien we dat de Here God in verschillende tijden, verschillende din- gen geeft of instelt waardoor Hij de mensheid regeert en bestuurt.

Het eerste dat de Here God geeft is de Wet (Thora). Daarvóór moest de Here tot de conclusie komen dat Hij de hele mensheid moest vernietigen vanwege hun geweld, en omdat ‘Hij zag dat van al hun voornemens de opzet boos was’ (Gen. 6:5).

De mensen hadden God verlaten. Het oordeel moest volgen. Van de aarde kon de Here maar één man en zijn gezin redden. Uit hún nageslacht riep God

(7)

God gaf hen een land. Hij maakte hen tot een groot volk.

Hij stelde hen tot een zegen voor de wereld. Via het volk Israël stak de Here God Zijn hand uit naar de wereld. Hij gaf hen door Mozes Zijn wetten die wer- den gekenmerkt door de offers. Het Bijbelboek Exodus geeft de bijzonderhe- den. Een belangrijke plaats werd ingenomen door het brandofferaltaar. Dat al- taar wijst naar het kruis van de Here Jezus. Toén vergaf de Here God alleen een zonde als er een offer was gebracht. Het houden van de wet kon de mens niet redden. De Wet liet alleen zien dat een mens een overtreder, een zondaar was. Door de brandoffers verwees het hele OT naar de komst van de Here Jezus Christus. Hij kwam en offerde Zichzelf als de Koning om de profetieën van het OT te vervullen. Maar, Zijn volk verwierp Hem.

Het evangelie naar Mattheüs stelt de Here Jezus voor als Koning. Hij is als Koning geboren, leefde als Koning, stierf als Koning. Hij stond – als Koning – weer op uit de dood, Hij besteeg de troon aan de rechterhand van de Vader en Hij komt als Koning terug naar de aarde.

In de Bergrede heeft de Here laten zien wat de traditie van de woorden van de wet had gemaakt en wat de Here God er eigenlijk mee bedoelde. Samenvat- tingen van de Bergrede vinden we ook in de andere evangeliën, maar in Mat- theüs vinden we de meest uitgebreide versie. Al ben ik er zeker van dat het ook een verkorte vorm is. Het bewijs daarvoor is dat de Here maar twee ge- boden uit de wet nam om te laten zien dat – wat God vraagt – verder gaat dan de uitleg van de Farizeeën en de Joodse Bijbelgeleerden.

De Bergrede brengt de Wet naar Gods bedoeling. Iemand zal vragen: “Moet ik nu daarnaar leven?” Zou ú het kunnen? Wij mensen lopen stuk op de gebro- kenheid van deze wereld en van onszelf. Wij kunnen in deze bedeling niet le- ven naar de Bergrede. Daarom is de Bergrede bedoeld voor het Koninkrijk dat op aarde komt. Het is de wet van het Koninkrijk in het Rijk dat Christus in de toekomst zal oprichten. Ja maar, hoe moet een mens dan nu leven?

Luisteraar, u en ik leven in de tijd – wat de bedeling van genade of de tijd van de Heilige Geest wordt genoemd. Het evangelie, dat redt is: Christus is voor

(8)

ven en is op de derde dag weer levend gemaakt, wat ook in de boeken stond (1 Cor.15:3 en 4).

Een mens wordt niet gered door het houden van de Tien Geboden of de Bergrede. Het zijn spiegels die een mens duidelijk maken: u hebt een Redder nodig! Zonder Hem bent u reddeloos verloren! Veel mensen proberen netjes te leven. Mogelijk dat veel mensen in uw omgeving bevestigen dat u hoort bij de categorie mensen die ‘netjes leven en iedereen het zijne geven’. Prachtig!

Maar, in het licht van de Bijbel, in het licht van de Tien Geboden en de Bergrede is het voor de Here God niet netjes genoeg! Een mens kan vanuit zichzelf niet volgens de Bergrede leven. Het hart van de mens moet veranderd worden. Er is niets verkeerd met de Tien Geboden en de Bergrede. Maar, er is iets grondig verkeerd met ons mensen. Als wij mensen het hoge niveau van de normen en waarden niet halen dan zijn we geneigd om het niveau te gaan verlagen, totdat we het wel halen. Maar dat doet God niet!

Luister naar de woorden van de Here Jezus in het evangelie naar Mattheüs;

Hij vertelt waar het probleem ligt. Hij zegt: “Maar wat een mens zegt, komt van binnenuit¸ uit zijn hart. Daardoor wordt een mens onrein. Want uit het innerlijk komen slechte gedachten, moord, overspel, ontucht, dief- stal, leugen en roddel voort. Daardoor wordt de mens onrein en niet door te eten zonder de handen te hebben gewassen.” (Matt. 15:18 t/m 20).

De Here Jezus Christus alleen kan het hart van een mens veranderen. Door een wonder: hij of zij moet opnieuw geboren worden. Als de Here Jezus spreekt over wat er uit het hart komt, praatte Hij niet over het hart van Jan- Piet-en Klaas maar over uw, jouw en mijn hart. De apostel Paulus zei over dit punt: Het is duidelijk wat de zondige natuur voortbrengt: overspel, on- tucht, vuiligheid en losbandigheid; afgoderij en spiritisme; haat, ruzie, nijd, drift, rivaliteit, onenigheid, sektarisme, jaloezie, dronkenschap, on- matigheid en meer van dergelijke dingen (Gal. 5:19 t/m 21).

God gaf de Tien Geboden om de oude natuur in toom te houden. Maar ze hielden de oude natuur niet in toom omdat het volk waaraan God ze gaf, Hem verliet en niet in staat was er aan te voldoen. Een mens moet niet in eigen kracht leven. Gal.5: “Maar de Heilige Geest brengt ons tot betere dingen:

(9)

trouw en zelfbeheersing. Er is geen wet die zulke dingen veroordeelt.”

Hoe kunnen wij mensen deze prachtige vrucht van liefde, vriendelijkheid, mildheid en al die andere dingen voortbrengen? Dat kunnen we niet in eigen kracht. Ga terug naar de Bergrede, Matt. 5 vers 5: Gelukkig zijn de zacht- moedigen, want de aarde is voor hen.

Zeker, de zachtmoedigen gaan de aarde beërven - maar niet voordat de Ko- ning komt! Hij, die de zachtmoedigste Mens was die ooit op deze aarde rond- liep. Hij zal in grote macht en glorie komen, en Hij zal aan de ongerechtigheid op deze aarde een einde maken en er Zijn Koninkrijk vestigen. Als Hij dat doet, zal de Bergrede de wet van het Koninkrijk zijn. Maar nu, moeten we le- ven door de kracht van de Geest. De Heilige Geest is Degene die vrucht in ons leven voortbrengt: liefde, vreugde, vrede.

Hoe staat het met vrede in uw eigen hart? Heeft u vrede met God?

Vandaag moeten wij met de Heilige Geest gevuld zijn. Alleen, vervuld van de Heilige Geest is een mens in staat voor de Here God te leven. Dat zal in ons leven vrucht voortbrengen. Dat zal ons in staat stellen God te dienen. Dit is de hoogte waartoe een discipel van de Here Jezus wordt geroepen.

Het is mijn hoop dat u zó de Bergrede in zijn ware perspectief mag zien.

Nu zijn we klaar om met de Here Jezus van de berg af te komen. Met Hem mee te gaan – in Mattheüs 8 – om te zien hoe de krachten van het koninkrijk openbaar worden. Daarover meer in de volgende uitzending.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het dier wordt niet beschreven naar zijn uiterlijk, maar alleen zijn kenmerken worden genoemd.. Het dier heeft beestachtige eigenschappen, zoals ze perfect passen bij een persoon

Zie, Hij staat achter onze muur, kijkend door de vensters, speurend door de spijlen.’ Deze verzen geven een dynami- sche beschrijving van de bruid, dat haar geliefde komt..

Totdat je, steeds opnieuw, bij Hem uitkomt die deze indringende woorden spreekt en uiteindelijk zelf volbrengt en juist daardoor een bron van inspiratie en kracht is voor jou, om

Hij zegt tegen Salomo: Als Mijn volk zich vernedert en bidt, Mij weer zoekt en breekt met zijn zondige praktijken, dan zal Ik vanuit de hemel luisteren, zijn zonden vergeven en

Nu is de HERE Zijn belofte nagekomen, ik ben mijn vader opgevolgd als koning van Israël en nu is deze tempel gebouwd voor de HERE, de God van Israël. In de volgende verzen volgt

Wanneer Mattheüs in zijn tijd dit woord van Jezus verwerkt in zijn compositie van de gelijkenis-rede, kan hij dit woord natuurlijk ook als aansporing bedoeld hebben voor de

Dan zal blijken (laat het uw troost zijn, gravers, zoekers, eenzame worstelaars, bidders, armen, treurenden over uw zonden, die zonder God en Christus niet leven kunt!), dan zal

Koning Josafat en alle inwoners van Juda en Jeruzalem buigen zich eerbiedig neer voor de HERE om Hem te aanbidden.. De Kehatieten en de Korachieten (de Levitische tempelzangers)