Vraag nr. 168 van 4 april 2003
van mevrouw PATRICIA CEYSENS
Voedselingrediënten en gezondheid – Informatie Op voedselverpakkingen staan verplicht de ingre-diënten vermeld. Evenwel begrijpen de meesten onder ons de codes niet die gehanteerd worden. Slechts weinigen kunnen inschatten welk voedsel-bestanddeel of welke toevoeging gevaarlijk is of n i e t . In de hele bewustmaking van de consument en de aansporing om gezond te eten, is dit een be-langrijk feit.
1. Heeft het Vlaams Instituut voor Gezondheids-promotie (VIG) – dat als opdracht heeft me-thodieken uit te werken voor het realiseren van veranderingsprocessen die moeten leiden tot een betere gezondheid in het algemeen – al een brochure uitgebracht met informatie over de betekenis van elke code en de voedselingre-diënten die gevaarlijk of te mijden zijn ?
2. Zo ja, hoe maakt het die kenbaar aan de gezin-nen en het grote publiek ?
3. Zo neen, is het niet wenselijk dat hiervan werk wordt gemaakt en dat deze informatie wordt meegedeeld aan het grote publiek ?
Antwoord
1. Levensmiddelenadditieven en -ingrediënten be-horen niet tot de bevoegdheid van de V l a a m s e G e m e e n s c h a p, maar tot de bevoegdheid van de federale overheid.
De uitgebreide lijst levensmiddelenadditieven kan de Vlaamse volksvertegenwoordiger vinden in de warenwetgeving van 1990. Die houdt de reglementering van de toevoegsels, aroma's en technologische hulpstoffen in. Deze lijst kan z i j verkrijgen via het departement Vo l k s g e z o n d-heid op federaal niveau. Dit kan zij bereiken op volgend adres :
Volksgezondheid
Veiligheid, voedselketen en leefmilieu PG Dier Plant Voeding
Afdeling Voedingsmiddelen en Andere Con-sumptieproducten
T.a.v Paul Vandenmeerssche RAC – Arcadegebouw 1010 Brussel
02-210 48 43
paul.vandenmeerssche@health.fgov.be
Toch wil ik, samen met de Vlaamse volksverte-genwoordiger streven naar een gezond leven. Weten wat we eten, is daar een belangrijk on-derdeel van. Alleen zo kunnen we een verant-woorde keuze maken. Gezonde voeding staat centraal in het preventieve beleid van de Vlaamse overheid. In Vlaanderen werden in 1997 door het Vlaams Parlement vijf V l a a m s e gezondheidsdoelstellingen goedgekeurd. E é n daarvan betreft de daling van de consumptie van vetrijke voeding ten voordele van vetarme en vezelrijke voeding.
Om tegemoet te komen aan de onduidelijkhe-den van de burger in verband met voedselingre-d i ë n t e n , bracht het VIG in 2000 een hanvoedselingre-dleivoedselingre-ding uit voor diëtisten rond de supermarktoefening. Deze supermarktdemonstraties werden in Ne-derland al sinds geruime tijd georganiseerd. D e handleiding voor diëtisten volgt het Nederland-se concept. De structuur van de map werd over-g e n o m e n , maar herschreven naar Vlaamse situ-a t i e s, dit wil zeggen : het productengsitu-ammsitu-a in Nederland en België is anders.
De handleiding is onderverdeeld in drie delen. Men gaat eerst in op wat meer achtergrondin-formatie over voedingsvoorlichting, v e r v o l g e n s wordt de supermarktdemonstratie uitgelegd en het derde deel bestaat uit bijlagen en praktische oefeningen.
In het tweede deel wordt ingegaan op de op-bouw van de voedingsdriehoek, zichtbare en verborgen vetten, v o e d i n g s v e z e l s, uitleg over de negen voedingsmiddelengroepen en het lezen van de etiketten van voedingsmiddelen. A l s extra informatie wordt de basiskennis meegege-ven van de lemeegege-vensmiddelenadditiemeegege-ven, s t r e e p j e s-codes en labels.
Bij het vermelden van de voedingsdriehoek wordt duidelijk ingegaan op het "evenwichtige gebruik" van alle stoffen. Wanneer dit niet ge-b e u r t , wordt dit als ongezond ge-beschouwd en dient dit bijgevolg vermeden te worden.
Voedingsadditieven worden als ingrediënt be-schouwd en moeten dus worden opgenomen i n de ingrediëntenlijst (richtlijn 79/112/EEG van 18 december 1978) die verplicht op het etiket aanwezig is. Het feit dat een additief opgeno-men is in de ingrediëntenlijst en dus ook ver-meld staat op het etiket, betekent dan ook dat het betrokken additief geen bedreiging is voor de gezondheid en dus als niet-gevaarlijk kan worden beschouwd. Toezicht hierop gebeurt door de federale overheid.
2. Het VIG werkt als instituut niet rechtstreeks naar het algemene publiek. Het organiseert vor-mingen voor intermediairen (diëtisten in het geval van de supermarktdemonstraties). D e z e intermediairen kunnen worden aangesproken door een organisatie om een supermarktdemon-stratie te geven.
De LOGO's ( l o c o-regionaal gezondheidsover-leg) spelen hierin een belangrijke rol. Zij wer-ken de methodiewer-ken, van onder andere het V I G, uit in acties. De LOGO's vormen een net-werk bestaande uit partners die actief zijn in ge-zondheidspromotie en/of ziektepreventie. L O-GO's kunnen naast hun taak om de gezond-heidsdoelstellingen mee te helpen uitvoeren, ook lokale doelstellingen opnemen.
In bijna alle LOGO's werden de supermarktd e-monstraties al als actie geïmplementeerd. H e t exacte totale aantal van reeds gepresteerde de-monstraties is moeilijk in te schatten, o m d a t sommige LOGO's hiermee al jaren bezig zijn, andere zijn nog maar net begonnen.
Het grote publiek kan uiteraard ook via de website van het VIG informatie verkrijgen over gezonde voeding en de s u p e r m a r k t d e m o n s t r a-t i e s. Hiervoor kan de Vlaamse volksvera-tegen- volksvertegen-woordiger terecht op www.vig.be.