• No results found

Vraag nr. 168 van 27 april 2001 van mevrouw PATRICIA CEYSENS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 168 van 27 april 2001 van mevrouw PATRICIA CEYSENS"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 168 van 27 april 2001

van mevrouw PATRICIA CEYSENS Cannabisgebruik – Gezondheidsimplicaties

De federale drugsnota, waarin onder meer wordt gesteld dat het gebruik van cannabis door meer-derjarigen niet meer wordt vervolgd behalve in-dien er maatschappelijke overlast of problematisch gebruik is, heeft al heel wat stof doen opwaaien en tal van vragen doen rijzen.

Wat opvalt, is dat heel wat jongeren zich vragen stellen met betrekking tot de schadelijke nevenef-fecten van deze drug.

Hoewel cannabis medische toepassingen heeft, i s het gebruik ervan volgens resultaten van weten-schappelijk onderzoek helemaal niet gezond. B e-weringen als zou cannabis amper schadelijker zijn dan sigaretten, zouden dan ook onjuist zijn. E é n jointje zou immers dezelfde toxiciteit hebben als twintig sigaretten. Met betrekking tot het gebruik van cannabisthee bestaat minder informatie. N a a r verluidt hebben de media tijdens het debat rond de bovenvermelde nota verkondigd dat het drinken van cannabisthee onschadelijk is.

1. Zijn er wetenschappelijke studies voorhanden die aantonen wat de gevolgen zijn van het ge-bruik van cannabisthee ? Zo ia, welke ?

2. Kan op basis van de resultaten van deze studies worden geconcludeerd dat cannabisthee drin-ken minder schadelijk is dan het rodrin-ken van can-nabis ?

3. Worden maatregelen in het vooruitzicht gesteld om de bevolking te informeren inzake de schadelijke gevolgen van het gebruik van can-nabis (roken en/of drinken van thee) ?

Antwoord

1. Er zijn wetenschappelijke studies voorhanden waarin de gevolgen van gebruik van cannabis-thee duidelijk wordt uiteengezet.

Uit onderzoek blijkt dat tetrahydrocanabinol ( T H C ) , het actieve bestanddeel in cannabis, n i e t oplosbaar is in water. Cannabisthee is bijgevolg thee waarin cannabis werd verkruimeld. D e z e kruimels worden mee ingeslikt wanneer men de thee opdrinkt. De effecten van cannabisthee

drinken zijn gelijk aan die van elke andere orale wijze van inname (bv. cannabiscake).

Volgende verschillen in de effecten van orale in-name versus roken van THC komen naar voor in wetenschappelijk onderzoek.

– THC wordt oraal veel minder snel opgeno-m e n . Het duurt een half uur tot een uur eer men de effecten ervan begint gewaar te wor-d e n . Vanaf wor-dat moment wor-doet zich nog een toename in de effecten voor. Bij roken is het effect onmiddellijk voelbaar. Hierdoor is het bij oraal gebruik veel moeilijker om het ge-bruik te doseren en is het risico groter dat men veel (te veel) inneemt, wat het risico op overdosis vergroot.

– Het effect van orale inname duurt vanwege het trage metabolisme ook veel langer dan bij roken. Dit kan vier tot acht uren duren, soms zelfs langer.

– De opname van THC in de ingewanden is een erg traag proces en erg onvoorspelbaar. Het grootste deel het THC wordt door het metabolisme afgebroken in de lever vooral-eer het in de bloedsomloop terechtkomt : orale inname zou slechts 25 à 30 % bereiken van de bloedconcentraties die worden ver-kregen door de cannabis te roken. De hoe-veelheid THC die wordt opgenomen langs deze weg hangt bovendien af van de persoon z e l f, hoeveel tijd er verstreek sinds de laatste maaltijd en de hoeveelheid vet in het bloed. – Bij afbraak door het metabolisme wordt

onder andere de metaboliet 11-hydroxy-THC gevormd. Dit is een psychoactieve me-t a b o l i e me-t , die ongeveer dezelfde krachme-t heefme-t als THC zelf. Bij roken ligt het niveau van 11-hydroxy-THC veel lager dan bij orale in-n a m e. Hierdoor wordt de werkiin-ng vain-n T H C zowat verdubbeld.

– Om bovenvermelde redenen heeft orale in-name van THC vaak meer hallucinogene ef-fecten dan roken. Dit kan een paniekaanval veroorzaken en in extreme gevallen (bij ge-bruik van zeer grote hoeveelheden) zelfs acute psychotische symptomen.

(2)

geldt voor elke vorm van orale inname. Va n d a a r dat wetenschappelijke studies die gericht zijn op medische toepassingen van cannabis zich nu toespitsen op andere toedieningswijzen, z o a l s bijvoorbeeld door gebruik te maken van een in-halator.

Het grootste gezondheidsrisico van het roken van cannabis hangt samen met het inhaleren van de rook zelf. Een cannabisroker krijgt tot driemaal meer teer in de longen en er is een vijfmaal hogere opname van koolstofmonoxide dan bij de roker van een gewone sigaret. I e-mand die drie à vier joints per dag rookt, l o o p t een even grote kans op chronische bronchitis als iemand die meer dan twintig sigaretten per dag r o o k t , maar diezelfde cannabisgebruiker loopt minder risico om astma of longemfyseem te ont-wikkelen dan de sigarettenroker.

De THC-molecule zelf is niet toxisch. De risi-co's hangen grotendeels af van de wijze van ge-b r u i k . Het roken van cannage-bis is zeker schade-lijk voor de longen, terwijl een orale inname meer psychische risico's inhoudt.

3. De Vlaamse VZW Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen (VAD) overkoepelt als ledenorganisatie vrijwel alle organisaties die in Vlaanderen werkzaam zijn rond de alcohol- en andere drugproblematiek.

VAD beschikt over heel wat informatie aan-gaande cannabis, gediversifieerd naar verschil-lende doelgroepen. Via een ruim verspreide kendmakingsfolder (als b i j l a g e) wordt deze be-schikbare informatie bekendgemaakt.

Concreet gaat het om de verstrekking van vol-gend informatiemateriaal.

Drie affiches om mensen (vooral jongeren) over het thema drugs en cannabis te sensibiliseren : – Ik voel me bijzonder zo n d e r : gericht naar de

niet-gebruiker ;

– Wil je blowen ? Of moet je ? : gericht naar de experimenterende gebruiker ;

– D r. T. Hace's wetensch a p : informatieve pos-ter over cannabis voor (beginnende) gebrui-kers met risico's op korte en lange termijn.

Vier folders met informatie :

– Marihuana en hasj : uitgebreide en toeganke-lijke productinformatie ;

– Drugs en de wet : de grote vraagtekens : b u n-deling van de meest gestelde vragen over wetgeving ;

– Cannabis : de grote vraagtekens : de meest gestelde vragen, met antwoorden, aan de Druglijn over cannabis ;

– Ouders en drugs : de grote vraagtekens : d e meest gestelde vragen, met antwoorden, v a n de ouders aan de Druglijn.

Vormingsmateriaal :

– Lindestraat 14 : een vormingsprogramma met video en begeleidingsmap voor ouders van adolescenten.

Daarnaast beschikt VAD over diverse publica-ties voor maatschappelijke sectoren (onderwijs, j e u g d w e r k ,b e d r i j v e n , ...) m.b. t . de conceptuele en praktische aanpak van de ontwikkeling en implementatie van een drugbeleid, en over ach-tergrondinformatie voor intermediairen.

VAD bundelde eveneens de wetenschappelijke informatie over cannabis in een publicatie : " Visie op cannabis vanuit de gespecialiseerde d r u g s e c t o r " . Deze tekst is samen met andere in-formatie verkrijgbaar bij VAD en tevens beschikbaar via het cannabisdossier van de VA D -website (www.vad.be).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Wordt de proefregio's gevraagd een werking op te zetten in termen van geïntegreerde (gesubsi- dieerde) netwerken, of een werking in termen van (gesubsidieerde) modules die

Naar verluidt, zouden evenwel niet alle vragen voldoende onderbouwd kunnen worden beantwoord en zouden vraagstellers door- verwezen zijn naar andere organisaties voor een

tot een zeer beperkte tewerkstelling voor kinder- verzorgsters in kleuterklassen leiden. De norm waarbinnen deze zullen wor- den toegekend, is volgens de meest recente infor- matie

– verheerlijking van het geweld an sich vanuit de minachting voor de mens, van verwarrende aard voor een te jong publiek (Romeo must die) ; – bepaalde geweldscènes en seksualiteit

H i e r- door werden inderdaad relatief meer RV T- b e d- den toegekend aan de overige provincies, a a n- gezien de verdeling gebeurde op basis van de bevolkingsprognose voor het

De bijzondere jeugdbijstand kende immers een subsidiëringshistoriek die parallel loopt met deze van het Vlaams Fonds voor Sociale Inte- gratie van Personen met een Handicap en

Bijzondere jeugdbijstand – Socialegrenzentest Een meetinstrument om pedagogisch objectief te meten of een jongere opnieuw in de samenleving kan functioneren, werd in

Waarom wordt er een verschillend tijdschema voor medische consulten gebruikt in enerzijds de erkende kinderdagverblijven en anderzijds de consultatiebureaus?. Is het