Vraag nr. 106 van 12 april 2001
van mevrouw SIMONNE JA N S S E N S - VA N O P P E N M a a t s chappelijk kwetsbare jongeren – Beleids-coördinatie
Zie :
Vlaams minister van We l z i j n , Gezondheid en Gelij-ke Kansen
Vraag nr. 162 van 12 april 2001
van mevrouw Simonne Janssens-Vanoppen Blz. 1721
Antwoord
1. In haar vraag verwijst de Vlaamse volksverte-genwoordiger naar een onderzoek omtrent de relatie tussen allochtonen en criminaliteit. We l-licht doelt zij hier op het onderzoek "Ve r s t e d e-l i j k i n g, sociae-le uitse-luiting van jongeren en straat-c r i m i n a l i t e i t " , uitgevoerd door de onderzoeks-groep Jeugdcriminologie en het Instituut voor Sociale en Economische Geografie van de KU L e u v e n , en gefinancierd door de DW T C, f e d e-raal Ministerie van We t e n s c h a p s b e l e i d . ( K U Leuven : Katholieke Universiteit Leuven ; DWTC : Federale Diensten voor We t e n s ch a p p e -l i j k e, Te ch n i s che en Cu-lture-le A a n g e -l e g e n h e d e n – red.)
Zoals uit de titel blijkt, is het bestreken onder-zoeksveld veel breder dan het door de V l a a m s e volksvertegenwoordiger vermelde thema. U i t het onderzoek blijkt dat niet het allochtoon zijn, maar wel de ongunstige sociaal-economische status het grootste deel van de delinquentie ver-k l a a r t . De onderzoever-kers stellen dat, naast soci-aal-economische status, ook de wijze en de mate waarin ouders controle uitoefenen op het ge-drag van hun kinderen en schoolervaringen de-terminerende variabelen zijn inzake delinquent gedrag.
Als minister van Onderwijs en Vorming ben ik op de hoogte van het onderzoek en van de reac-tie die de onderzoekers formuleerden na de on-volledige persberichten eind 1999, maar ik heb geen specifiek overleg gepleegd met minister Verwilghen.
2. Iedere minister beslist autonoom over de vrijga-v e, bekendmaking en vrijga-validatie vrijga-van wetenschap-pelijk onderzoek dat in zijn/haar bevoegdheids-domein werd uitgevoerd.
3. Zowel op ministerieel niveau als op het niveau van de administraties bestaat er een structurele samenwerking tussen Onderwijs, Welzijn en Je u g d . In een op regelmatige basis georgani-seerde interkabinettenwerkgroep wordt onder meer samengewerkt rond asielcentra en anders-talige nieuwkomers, stedelijk beleid (schoolop-b o u w w e r k , Sociaal Impulsfonds), het jeugd-werkbeleidsplan, ...
Sinds vorig jaar is gestart met een zesmaande-lijks overleg tussen de secretarissen-generaal van Onderwijs en van We l z i j n , Cultuur en Vo l k s g e z o n d h e i d , waarin knelpunten en raak-vlakken tussen deze beide departementen wor-den uitgewisseld. Dit overleg heeft in een aantal dossiers tot gevolg dat de interdepartementale samenwerking wordt aangezwengeld of verste-vigd : het recht op onderwijs in gemeenschaps-i n s t e l l gemeenschaps-i n g e n , de optgemeenschaps-imalgemeenschaps-isergemeenschaps-ing van de opvang van 2,5-jarigen op school, de samenwerking tus-sen de administratie Cultuur en de Canon-Cul-tuurcel van het departement Onderwijs, ... Op administratief niveau bestaan er ook een aantal permanente overlegstructuren, z o a l s onder andere de Interdepartementale Commis-sie voor Etnisch-Culturele Minderheden en het overleg tussen de administraties bevoegd voor de centra voor leerlingenbegeleiding (CLB) en Volksgezondheid inzake de implementatie van de recente CLB-hervormingen.
Begin 2000 werden de Vlaamse kabinetten van Onderwijs en Welzijn uitgenodigd op het kabi-net van minister Ve r w i l g h e n , om het veiligheids-plan door te nemen en hierover een standpunt in te nemen. De Vlaamse regering is bereid – rekening houdende met ieders bevoegdheidsdo-mein – samen te werken met de federale over-heid aan de preventie en begeleiding van antiso-ciaal gedrag.
Ook het banenplan "Rosetta" heeft geleid tot een gecoördineerd overleg tussen de V l a a m s e kabinetten en het federale kabinet van Te w e r k-stelling en A r b e i d . Op basis van dit overleg werd het extra budget dat voor startbaners uit-getrokken was, over de verschillende departe-menten verdeeld.
bij-zondere jeugdzorg, . . . om deze jongeren met problemen (die vaak ook leerlingen met proble-men zijn) gezaproble-menlijk hulp te verlenen en te be-g e l e i d e n . Onderwijs is zeker vrabe-gende partij om sociale netwerken rond maatschappelijk kwets-bare jongeren verder uit te bouwen.
Om die reden is Onderwijs betrokken bij het Strategisch Plan Integrale Je u g d h u l p v e r l e n i n g dat door de minister van Welzijn werd opge-s t a r t . Een projectteam van het departement On-derwijs is actief betrokken bij de uittekening en de uitvoering van dit grootschalig vernieuwings-project voor de Vlaamse jeugdzorg.
Het spreekt vanzelf dat op deze wijze wordt ge-werkt aan en vanuit gezamenlijke standpunten. Deze standpunten betreffen opties over de con-crete zorg en hulpverlening die wordt aangebo-den door de zes betrokken sectoren (Kind en G e z i n , de bijzondere jeugdzorg, de gehandicap-t e n z o r g, hegehandicap-t algemeen welzijnswerk, de cengehandicap-tra voor leerlingenbegeleiding en de gezondheids-z o r g ) . Alles wordt in het werk gesteld om een gezondheids-zo maximaal mogelijke acceptatie van hulpverle-ning te realiseren – en dat vraagt een jeugd-hulpverlening die snel kan opstarten bij de eer-ste signalen en die adequaat en intern consieer-stent is.