• No results found

Vraag nr. 165 van 23 mei 2000 van mevrouw SIMONNE JA N S S E N S-VA N O P P E N

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 165 van 23 mei 2000 van mevrouw SIMONNE JA N S S E N S-VA N O P P E N"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 165 van 23 mei 2000

van mevrouw SIMONNE JA N S S E N S-VA N O P P E N DAC-project meerlingen – Uitbreiding

In het kader van de DAC-wetgeving (Derde A r-beidscircuit) van 1986 werd een project "Bijstand aan ouders bij gelijktijdig meervoudige geboorten" g e s t a r t . Dit project wil ouders van meerlingen ont-lasten bij de uitoefening van hun ouderlijke taken, zoals toezicht, educatieve en hygiënische verzor-g i n verzor-g. Hiertoe kunnen per verzor-gezin, bij de verzor-geboorte van een drieling of een vierling, gratis één voltijdse kin-derverzorg(st)er en één halftijdse schoon-ma(a)k(st)er worden aangeworven tot de kinderen de leeftijd van drie jaar hebben bereikt. Bij de ge-boorte van een vijfling of een zesling gaat het over één voltijdse kinderverzorg(st)er en één voltijdse schoonma(a)k(st)er tot de kinderen de leeftijd van drie jaar hebben bereikt en één halftijdse schoon-ma(a)k(st)er tot de kinderen de leeftijd van zes jaar hebben bereikt.

Deze maatregel is een goede maatregel en verdient verdere ondersteuning.

In het verleden werd ervoor geopteerd om de maatregel te beperken tot ouders van meerlingen vanaf het moment dat er sprake is van een drieling. Ouders van een tweeling kunnen bijgevolg geen beroep doen op enige vorm van ondersteuning. Ook ouders die reeds een peuter jonger dan drie jaar hebben en door de speling van de natuur na een tweede zwangerschap te maken krijgen met de geboorte van een tweeling (en aldus ook drie kin-deren jonger dan drie jaar hebben) kunnen geen beroep doen op ondersteuning.

De situatie waarin deze laatste gezinnen terechtko-m e n , is eveneens zwaar, dit zowel op het vlak van opvoeding als op financieel vlak. Ouders moeten zich aanpassen aan de specifieke situatie die een tweeling met zich meebrengt, terwijl hun derde kindje ook nog heel veel hulp en heel wat aandacht v r a a g t . Financieel betekent de opvang van drie kin-deren jonger dan drie jaar in gezinnen waar de ou-ders gaan werken, een heel grote investering. Daarom zou het verantwoord zijn dat ouders van een tweeling die bovendien een derde kindje jon-ger dan drie jaar hebben, eveneens een beroep kunnen doen op het bestaande DAC-project (of een gelijkaardige steun) tot het oudste kind de leeftijd van drie jaar bereikt.

Aangezien er dringend nood is aan een steunmaat-regel voor de besproken doelgroep, zou ik de mi-nister volgende vragen willen stellen.

1. Kent de minister de problematiek waarmee ou-ders van meerlingen te maken hebben ?

2. Heeft de minister, vanuit haar bevoegdheid voor het gezinsbeleid, reeds gedacht aan een manier om tegemoet te komen aan de proble-men van de gezinnen zoals hierboven geschetst ?

3. Heeft de minister weet van bestaande (gesubsi-dieerde) projecten die kunnen tegemoetkomen aan de bovenvermelde problematiek ?

4. Heeft de minister reeds overlegd met haar col-lega van Tewerkstelling om het bestaande DAC-project "Bijstand aan ouders bij gelijktij-dig meervougelijktij-dige geboorten" uit te breiden tot die gezinnen welke worden geconfronteerd met de geboorte van een tweeling terwijl ze reeds een kindje hebben dat de leeftijd van drie jaar nog niet heeft bereikt ?

N.B. Een gelijkaardige vraag werd gesteld aan de heer Renaat Landuyt, Vlaams minister van Werkgelegenheid en Toerisme.

Antwoord

De problematiek van ouders met meerlingen is mij zeker bekend en gaat mij ook ter harte. G e r e g e l d bereiken mij trouwens vragen van ouders die om de een of andere reden niet in aanmerking komen voor deze vorm van hulpverlening.

In het kader van de regularisatie van de DAC's in de non-profitsector zullen de in deze projecten werkgestelde werknemers binnen het reguliere te-werkstellingscircuit worden opgenomen. Dit houdt in dat de projecten ophouden te bestaan als typprojecten in uitvoering van de DAC - r e g l e m e n t e-ring (artikel 3, § 4 van het KB van 27 mei 1982), e n dienen te worden ondergebracht in een algemeen reglementerend kader. Dit is essentieel opdat het voortbestaan van deze vorm van hulpverlening kan worden gegarandeerd.

(2)

Hierbij rijst de vraag wie als werkgever kan optre-den en zo de wedde van dit personeel uitbetalen. Ingevolge het koninklijk besluit nr. 473 van 28 ok-tober 1986 werken de betrokken kinderverzorg-sters en poetsvrouwen onder arbeidscontract voor de ouders, die in deze als werkgever optreden. To wijzing gebeurt door de administratie We r k g e l e-g e n h e i d , terwijl de Vlaamse Dienst voor A r b e i d s-bemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) de ad-ministratieve opvolging van de dossiers en de uit-betaling op zich neemt. Ook dit dient te worden g e r e g e l d , niet in het minst met het oog op de conti-nuïteit van het personeelsbestand. M o m e n t e e l staan tegenover gemiddeld veertig tot vijftig inge-vulde projecten nog steeds een dertigtal niet-inge-vulde projecten, ten dele omdat de kinderen nog niet geboren zijn, maar ook omdat niet tijdig de vereiste kinderverzorgsters en poetsvrouwen kun-nen worden gevonden.

In eerste instantie zal dus een stevige verankering van deze projecten in de regelgeving moeten wor-den bewerkstelligd. Afhankelijk van waar deze vorm van hulpverlening haar plaats zal vinden, k a n ook worden bekeken wat de mogelijkheden zijn voor uitbreiding en versoepeling van dit systeem, zowel inhoudelijk als inzake toegankelijkheid. Hierbij dient rekening te worden gehouden met andere maatregelen die ouders steunen bij hun op-v o e d i n g s t a a k . Ik denk hierbij bijop-voorbeeld aan de vooropgestelde uitbreiding van kinderopvangmo-gelijkheden.

De voorstellen die de Vlaamse volksvertegenwoor-diger in haar vraagstelling naar voren brengt, zal ik zeker in overweging nemen bij het uittekenen van het algemeen reglementerend kader van het meer-lingenproject.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Vlaanderen geeft, en dit niet enkel in Hannover, hierin geregeld het voorbeeld door publicaties meertalig uit te geven.. Zo wer- den alle brochures die in Hannover door

De kansen dat de ondergrondse mijninfrastructuur voor klassieke mijnbouw zou worden heropend, zijn dus verwaar- loosbaar klein. Hoogtechnologische winningstech- nieken die gericht

Ik wil voor het secun- dair onderwijs ook verwijzen naar het budget van 120 miljoen frank dat in het schooljaar 2000-2001 is uitgetrokken voor de extra ondersteuning van scholen

De eind- termen voor de tweede en derde graad van het vol- tijds secundair onderwijs (alle onderwijsvormen) zijn vastgelegd bij besluit van de Vlaamse regering van 23 juni 2000 ;

Meer nog, centra die reeds een jaren- lange ervaring hebben op het veld, zoals het Cen- trum ter Preventie van Zelfmoord (CPZ) dat er reeds twintig jaar actieve werking

Verschillende arbeidszorgcentra aangesloten bij het Consortium in 1999 kregen een erkenning in de experimentele regelgeving "arbeidszorg" van het Vlaams Fonds voor de

Als bijlage 2 vindt de Vlaamse volksvertegen- woordiger de mededeling die ik bezorgde aan de Vlaamse regering van 17 november 2000 be- treffende de Interministeriële

Een bevriezing betekent wel dat in het licht van de huidige structurele noden tijdelijk ademruimte voor de diensten wordt gecreëerd.. Ademruimte die een over- gangsperiode