Vraag nr. 39
van 16 december 1999
van mevrouw SIMONNE JA N S S E N S-VA N O P P E N Vermindering onroerende voorheffing – Regio's met hoge KI's
Het decreet van 8 juni 1998 herzag de verminde-ring van de onroerende voorheffing wegens kin-d e r l a s t . Men melkin-dt mij kin-dat hierkin-door gezinnen met kinderen wonende in de regio's met hoge kadastra-le inkomens (Kl) financieel zwaarder zouden wor-den aangepakt. Dit geldt dus ook voor gezinnen met kinderen die een bescheiden woning bewonen. 1. Wordt het probleem onderkend dat de nieuwe regelgeving in sommige regio's met relatief hoge KI's leidt tot koopkrachtverlies ten op-zichte van de vorige regelgeving ?
Wat is de aard van het geleden nadeel ? Ku n n e n de betrokken regio's worden afgebakend ? 2. Hoe wordt dit probleem verholpen ?
Antwoord
1. Met het decreet van 9 juni 1998 houdende bepa-lingen tot wijziging van het WIB '92 streefde de Vlaamse regering ernaar om zoveel mogelijk verminderingen a u t o m a t i s ch toe te kennen. Hierdoor zouden immers een aantal onwetende belastingplichtigen nu wel de verminderingen krijgen waarop ze recht hebben.
De automatische toekenning van de verminde-ring wegens kinderlast bleek echter in de prak-tijk moeilijk realiseerbaar indien het bestaande systeem van procentuele verminderingen werd b e h o u d e n . Het probleem rees bij de woningen waarvan een gedeelte voor beroepsdoeleinden werd gebruikt. Deze gezinnen zouden door een ambtshalve toekenning voortaan ofwel de pro-centuele vermindering ontvangen op hun hele woongelegenheid (incl. w i n k e l , b u r e a u , . . . ) , ofwel niets meer ontvangen. Geen van beide pistes was voor de Vlaamse regering aanvaard-b a a r. Om dit proaanvaard-bleem te omzeilen, werd dan ook de wijze van berekening van de verminde-ring aangepast : in plaats van te werken met procentuele verminderingen, schakelde men over naar een systeem van vaste verminderingen per kind.
Deze automatische toekenning van de vermin-dering wegens kinderlast heeft twee belangrijke
positieve gevolgen t e w e e g g e b r a c h t . Niet alleen krijgen nu een 100.000 gezinnen wel waar ze recht op hebben, maar bovendien krijgt een gezin met eenzelfde aantal kinderen (in eenzelf-de gemeente) voortaan eenzelfeenzelf-de vermineenzelf-dering, ongeacht of de kinderen opgroeien in een grote of kleine woning waarbij de gezinnen met een kleine woning meer ontvangen dan vroeger. Maar indien er winnaars zijn, zijn er ook verlie-z e r s, met name de geverlie-zinnen met een woning waarvan het Kl hoger is dan een bepaald grens-b e d r a g, waardoor de nieuwe vaste vermindering kleiner zal zijn dan de oude procentuele ver-m i n d e r i n g. Bijvoorbeeld : een gezin ver-met twee kinderen en een Kl hoger dan 44.000 frank (grensbedrag) zal in het nieuwe systeem minder aftrek krijgen en dus méér onroerende voor-heffing moeten betalen. In feite gaat het om een herverdeling binnen de groep van gezinnen met kinderen.
Tevens zou ik de Vlaamse volksvertegenwoordi-ger willen wijzen op een recent arrest van het A r b i t r a g e h o f van 25 november 1999 (BS van 29 december 1999). Hierin spreekt het Hof zich onder meer uit over een verzoek tot vernieti-ging van artikel 3 van het decreet van 9 juni 1 9 9 8 , het artikel dat de berekening van de ver-mindering van de onroerende voorheffing voor kinderlast wijzigt. De indieners van dit verzoek-schrift stelden dat "artikel 3 het gelijkheidsbe-ginsel schendt doordat de onroerende voor-heffing voor de woning van een gezin met een-zelfde aantal kinderen en met eeneen-zelfde kada-straal inkomen kan verschillen naargelang van de gemeente waar het onroerend goed is gele-gen".
Het Arbitragehof antwoordde hierop dat "de aangevoerde ongelijkheid niet voortvloeit uit het bestreden artikel 3, maar uit de bepaling die aan de provincies en de gemeenten het recht verleent om op de onroerende voorheffing op-centiemen te heffen" en verwierp de vraag tot vernietiging van dit artikel.
de vastlegging van de kadastrale inkomens tus-sen de diverse regionale afdelingen.
Aanduiden welke de aard of de hoegrootheid is van het geleden nadeel, is zeer moeilijk, a a n g e-zien dit afhankelijk is van de specifieke situatie van elk individueel gezin. De gemeentes met hoge kadastrale inkomens zijn voornamelijk ge-legen in de rand van de grote steden, z o a l s Brussel, Antwerpen en Gent.